Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
![]() Academia.edu is een platform voor academici om onderzoeksrapporten te delen. De missie van het bedrijf is het onderzoek in de wereld te versnellen, maar ook om onderzoek breed onder de aandacht te brengen, diepgaande analyses te volgen over de impact van hun onderzoek en het onderzoek te volgen van academici die zij weer volgen. Meer dan 99 miljoen academici hebben zich aangemeld bij Academia.edu en miljoenen papers toegevoegd. Academia.edu trekt meer dan 72 miljoen unieke bezoekers per maand. Op Academia.edu gaan momenteel (okt.2019) liefst 766 studies over "Medieval Archeology". De opvattingen over archeologie blijkt verre van eenduidig te zijn. Over "Historical Geography" bestaan momenteel al meer dan 500 (502) studies. En er komen er elke dag enkele studies bij. Daaruit blijkt dat er nog de nodige discussie onder onderzoekers bestaat. Historici en archeologen stellen zichzelf beiden de taak het verleden te reconstrueren: een schijnbaar onmogelijke opgave waarbij ze alle beschikbare hulp kunnen gebruiken. In tegenstelling tot wat dit doet verwachten, hebben de opleidingen Archeologie en Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen vrijwel niets met elkaar gemeen. In Hoog van de Toren (Historisch tijdschrift Kroniek 2006-2007) wordt een pleidooi gehouden voor betere samenwerking tussen beide, omdat de vakgebieden elkaar zowel inhoudelijk als theoretisch kunnen verrijken. Ook in andere publicaties komt die gewenste samenwerking -die er blijkbaar nog steeds niet is- regelmatig ter sprake. Zie bijvoorbeeld bij Archeobrief, bij Westerheem en bij Archeologie in Nederland, waarin beide voorgaande tijdschriften sinds 2017 zijn opgegaan. |
In dit hoofdstuk verzamelen we publicaties in Academia.edu die de traditionele opvattingen ondergraven en daarmee Albert Delahaye in het gelijk stellen.Op Academia.edu verschijnen regelmatig rapporten die de Nederlandse tradities danig onder druk zetten. Soms zijn ze zelfs in flagrante tegenspraak met die tradities.Hieronder geven we de belangrijkste rapporten en de conclusies van die rapporten weer, maar ook van andere verschenen rapporten. Soms is een enkele opmerking al voldoende om de traditionele opvatting te weerleggen. Het commentaar j (in rood) spreekt voor zich. Veel rapporten zijn in het Engels gepubliceerd. Hopelijk beschikt U over voldoende kennis van de Engelse taal om een en ander te begrijpen. Anders zijn er op internet prima vertaalprogramma's te vinden. Let bij dat vertalen wel op vaste tradities die juist ter discuusie staan,. zoals Renus=Rijn of Germania=Duitsland De betekenis van Noord-Holland binnen vroegmiddeleeuws Frisia. Jan de Koning (2012). Het gebruik van de naam van de Friezen ligt moeilijk bij archeologen.Terwijl we zonder problemen andere namen gebruiken, zoals ‘Bataven’,‘Romeinen’ en ‘Vikingen’, is dat bij ‘Friezen’ altijd wat verwarrend. Dat komt vooral door de directe associatie met de bewoners van de huidige provincie Friesland. Over oude en nieuwe Friezen. Door het voortbestaan van de Friezennaam vanaf de Romeinse tijd is de discussie over bewoningscontinuïteit naar de vroege middeleeuwen hier onlosmakelijk mee verbonden. Juist voor het kustgebied is bewoningscontinuïteit tot nu toe nog nauwelijks ergens aangetoond. Het overleven van de Friezennaam vanaf de vroeg-Romeinse tijd is een atypisch verschijnsel waarvoor zeer uiteenlopende verklaringen zijn aangevoerd. Een voor de hand liggende verklaring is dat de nieuwe terpbewoners (in Friesland) de naam van de vorige bewoners aannamen, mogelijk omdat die een zekere vermaardheid genoten in de Germaanse wereld. Opmerking: Er bestaat dus geen continuïteit in bewoning langs de kust! De oude Friezen woonden ook niet langs de Nederlandse kust, maar aan de kust in Vlaanderen. De verklaring die De Koning hier geeft voor het overleven van de Friezennaam is uiteraard een mythe en nergens anders op gebaseerd dan op oeverlose fantasie. Blijkbaar heeft hij nooit gehoord van het oude Frisia in Vlaanderen. Zie bij de Friezen. Aan de hand van aardewerk kun je geen verregaande conclusies trekken als deze in tegenspraak is met de teksten. Aardewerk is verplaatsbaar en verhandelbaar. De vindplaats hoeft helemaal niet de productieplaats te zijn. Verandering van model betekent ook niet dat het dan een ander volk betreft. Die onjuiste conclusie moet toch onderhand bij alle archeologen bekend zijn. Bovendien heeft Annemariek Willemsen aangetoond dat er geen onderscheid is aan te tonen tussen Fries, Frankisch of Saksisch aardewerk. Zie bij de Aardewerk. Lees ook wat Arno Verhoeven erover schijft. De lege 4e eeuw. Van Wierhuizen tot Achlum: Honderd jaar archeologisch onderzoek in terpen en wierden. Annet Nieuwhof (redactie), (2019). Conclusies uit dit rapport: In de 3e eeuw n.C. nam de bevolking van het terpen- en wierdengebied sterk af en in de 4e eeuw waren grote delen van dit gebied geheel verlaten. Alleen op een beperkt aantal plaatsen in Groningen en langs de Middelzee bleven enkele terpen en wierden bewoond. De leegloop ligt waarschijnlijk aan een combinatie van factoren: landschappelijke, vanwege toenemende drainageproblemen in de loop van de Romeinse tijd, en sociale, zoals de aantrekkingskracht die het ineenstortende Romeinse Rijk uitoefende op bevolkingsgroepen buiten de rijksgrenzen. Opmerking: Lege 4e eeuw? Dus geen continuïteit! Toenemende drainageproblemen? Dus vernatting! Toch transgressies? Zie daar. The Roman Limes in the Netherlands How a delta landscape determined the location of the military structures. M. van Dinter (2013). This study reveal the following characteristic: The Roman forts erected in the western part of the Lower Rhine from the 40s A.D. onwards were built remarkably close together, at irregular distances only a few kilometres apart. Opmerking: Van eerdere Romeinse forten vanaf 19 v.Chr. blijkt dus geen enkele sprake te zijn. Drusus en Corbulo zijn dan ook nooit bezig geweest om kanalen te graven in een leeg gebied. Archeologie in Drenthe Onder redactie van Wijnand van der Sanden en Vincent van Vilsteren (2016). However, there are too many gaps in our archaeological understanding to allow us to draw any certain conclusions about this. Opmerking: Ondanks vele gaten in de kennis, blijken in de Nederlandse traditie steeds voorbarige conclusies getrokken te worden. Zie verder bij archeologie. De Romanisering in de civitas Batavorum Bachelorscriptie Geschiedenis, Maureen de Boer (2017). Voor deze scriptie is onderzoek gedaan naar de Romanisering in de civitas Batavorum. Enkele citaten uit deze studie: 'Het is echter moeilijk te bepalen in hoeverre de bevolking daadwerkelijk de Romeinse religie integreerde in hun eigen leefwereld. Zowel de historische bronnen als de materiële cultuur kunnen hierover geen uitsluitsel geven. Lendering en Bosman verklaren dat dit deels te maken heeft met het feit dat er zeer weinig bekend is over de inheemse religie. De top-down en bottom-up processen waren sterk met elkaar verweven, waardoor het moeilijk te concluderen is of deze het gewenste effect hebben gehad. Daarnaast waren de primaire bronnen schaars waardoor de toepassing van het model niet tot een ideale uitkomst heeft geleid. Het bewijs voor de middle ground is echter zeer dun. Daarnaast bleek het bewijs voor de bottom-up effecten in de religieuze context zeer schaars. Desalniettemin is het wel aannemelijk dat er op religieus gebied een middle ground is ontstaan.' Opmerking: Op grond van veel aanames en zeer dun bewijs (!) wordt ook in deze studie een geschiedenis gereconstrueerd. Zo ontstaan mythen en blijven andere bestaan. De bedoelde "idelale uitkomst" betekent dat de traditionele opvattingen in deze studie niet worden bevestigd. |
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |