Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Ascloa is niet Asselt, maar Hasnon.

Tekst in de vitrine van het Limburgs Museum in Venlo:

"In de winter van 881-882 sloegen de Vikingen een winterkamp op bij Ascloa, vrijwel zeker het huidige Asselt. Van daar uit ondernamen ze plundertochten naar Rijn, Maas en Moezel. Kerken, kloosters en de residenties van de adel werden geplunderd.
Van die Vikingen vinden we heel weinig terug. Brandsporen in kloosters en nederzettingen ontbreken en opgravingen toonden geen kamp aan in Asselt. Wat rest zijn spaarzame, vaak niet zo objectieve, schriftelijke berichten en enkele voorwerpen die op hun aanwezigheid wijzen."


Deze tekst laat er geen misverstand over bestaan. Er is geen enkel bewijs gevonden van de aanwezigheid van Vikingen in het jaar 881-882, noch eerder, noch later.
Wat wel duidelijk is waarom die berichten niet objectief genoemd worden. Ze passen niet op Nederland, immers dit bericht uit 881-882 staat niet op zichzelf. Uit andere berichten uit deze jaren blijkt dat de Noormannen (zie noot 1) in Noord-Frankrijk aan het plunderen waren.

En hierop bouwen historici in Nederland hun tradities!

(Noot 1) In de Nederlandse traditie worden Noormannen en Vikingen steeds onjuist als synoniemen gebruikt. Daaruit blijkt al dat men geen kennis van zaken heeft. Zie bij Noormannen.

De bevrijding van de fabels en mythe in de geschiedenis van Nederland komt ook hier (na WO2) vanuit het zuiden (dagblad De Limburger)! Vanuit het zuiden kwam aanvankelijk ook de geschiedenis die men abusievelijk in Nederland heeft geplaatst.

Het was vooral PROF.DR.M.J.H.A. (Arthur) SCHRIJNEMAKERS, die Amerikaanse professor, die als stokpaardje heeft dat het authentieke Ascloha het Limburgse Asselt zou zijn. Dat deze mening zelfs door andere historici (die eerder denken aan Elsloo of aan het Belgische Aalst) niet ondersteund wordt, maakte hem blijkbaar niet zoveel uit. Daar zover weg in Amerika blijkt hij niet op de hoogte van de historische ontwikkelingen in Nederland. Blijkbaar ging het er ook bij hem om zijn 'Codex Nederlands-Limburgse Toponiemen' te verdedigen tegen de opvattingen van Delahaye. Hij somde ooit een hele rits verschillende schrijfwijzen van Ascloha op om te bewijzen dat Ascloha wel degelijk Asselt is (zie: Veldeke, jaargang 56, 1981, nr.5). Hij verwijt Delahaye dat deze niet al deze schrijfwijze noemt in zijn boek. Maar, Schrijnemakers verontschuldigt zich dan toch ook zelf (noot 35) dat hij zich er wel bewust van is, dat sommige van die versies in kopieën staan die later dan het aangegeven jaartal werden opgesteld (dus vals zijn). Misschien was dat wel de reden dat deze valse kopieën bij Delahaye niet te vinden zijn. Je kunt immers niet alle valse vermeldingen gaan opsommen. Dat zou wel een heel dik boek worden.
Bij Schrijnemakers maakt dat blijkbaar niet zoveel uit, vals of niet. 'Die omstandigheid heeft geen invloed op het doel en het resultaat van dit specifieke onderzoek', schrijft hij daarover. Daar moet je wel professor voor zijn om zo'n drogreden te bedenken: de schrijfwijze van plaatsnamen in valse oorkonden blijft voor Schrijnemakers even waardevol om aan te tonen dat Ascloha toch Asselt is. Blijkbaar heeft Schrijnemakers niet begrepen waarom oorkonden vervalst werden, zoals dat door de abdij van Echternach stelselmatig is gebeurd! Ook hier weer blijkt de weerstand tegen de opvattingen van Delahaye een klassiek voorbeeld van het voorkomen van reputatieschade te zijn.
Nieuwe studie veegt oude bewijzen van tafel.
Asselt koestert vanaf 1929 zijn Noormannengeschiedenis. Ten onrechte.
Het roemruchte Vikingverleden van Asselt kan de prullenbak in. Er is nooit een kamp van Noormannen gevonden, net zo min als een versterkte hof van de nazaten van Karel de Grote. De opgravingen die dat zouden hebben aangetoond, zijn belabberd uitgevoerd. Dat blijkt uit een nieuwe studie van archeoloog Leo Verhart in opdracht van de gemeente Roermond. Lees meer in Verhart, L., 2019: Geen Noormannen te bekennen: de archeologische bewijzen voor hun aanwezigheid bij het Dionysiuskerkje in Asselt.

De traditie van Noormannen is Asselt bestond dus pas sinds 1929, hoezo 'traditie?', op grond van naar nu blijkt 'belabberd uitgevoerde opgravingen'.

Vikingkamp
Lange tijd werd gedacht dat bij het Rozenkerkje in Asselt het historische 'Ascloa' lag, de plaats waar in 881 een Karolingische vesting en een groot Vikingkamp moeten hebben gelegen. Archeologische vondsten zouden dat in 1929 hebben aangetoond.
Nog steeds kunnen toeristen rond Asselt Vikingarrangementen boeken en worden er wandeltochten georganiseerd. Bij een openluchtspektakel in 2013 in Roermond zei wethouder Wim Kemp nog dat het Vikingverleden 'de cultuur van Asselt en de regio heeft bepaald'.

Opgravingen
Verhart concludeert nu dat er aan de opgravingen op basis waarvan Asselt dat Vikingverleden claimt, van alles scheelde. De archeoloog die de opgravingen destijds leidde, Jan Hendrik Holwerda, zou last hebben gehad van tunnelvisie. 'Nog voordat er een schop de grond in ging kon hij al melden wat hij hoopte te vinden,' stelt Verhart.
Holwerda voerde meningen op als bewijs, legde verbindingen zonder degelijke onderbouwing, en de stenen muur met hoektorens die volgens hem om het Karolingische hof zou hebben gestaan, heeft hij nooit aangetroffen, schrijft Verhart. Asselt was niet de enige plaats waar Holwerda zo te werk ging: ook in Wijk bij Duurstede meende Holwerda zo'n Karolingisch hof, een curtis, te hebben gevonden. Dat bleken later resten van boerderijen.

Scherven
Verhart wijst erop dat er in de omgeving van Asselt geen enkel voorwerp is opgegraven dat aan Vikingen gekoppeld kan worden. Wel zijn er scherven van potten uit de 9e eeuw gevonden, maar die komen op veel bewoonde plaatsen voor.
Dat het verhaal van Vikingen in Asselt desondanks bijna negentig jaar lang stand hield, wijt Verhart aan het aanzien van Holwerda. 'Zijn positie als een belangrijk geleerde in de Nederlandse archeologie heeft er lang voor gezorgd dat de archeologische achtergrond van Asselt nauwelijks bekritiseerd werd', rapporteert Verhart. Holwerda was directeur van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Geen spoor
Meer plaatsen, zoals Elsloo, menen het historische Ascloa te zijn. Asselt had dankzij Holwerda lang de sterkste archeologische kaarten. Nu niet meer: van een Vikingverleden in het Maasdorpje ontbreekt elk spoor.
Uit geschreven bronnen weten we dat er in 881 ergens aan de Maas een plaats Ascloa (of Haslon of Haslao) moet hebben gelegen waar de nazaten van Karel de Grote een versterkte hof hadden. Dat hof werd veroverd door Noormannen die het als uitvalsbasis gebruikten voor plundertochten naar Maastricht, Luik, Bonn en Keulen. Er zijn meer plaatsen die het historische Ascloa menen te zijn, zoals Elsloo en Arcen.

Bron: De Limburger van 9 september 2017.

De visie van Albert Delahaye.
Ascloa is uit de bronnen bekend als de plek, waar tegen het einde van de 9e eeuw de Noormannen zich verschansten. De Annalista Saxo zegt in dit verband, dat de Noormannen in het jaar 884 vanuit Haslon over de Somme het rijk van Francië binnenvielen. Uit dit bericht blijkt zonneklaar, dat de gangbare opvatting van Haslon als Asselt of ook Elsloo (Ned. Limb.) een misgreep was. De Noormannen zijn nooit in Nederland geweest. Zowel in Maastricht, Nijmegen, Utrecht als Wijk bij Duurstede is daarvan geen enkel bewijs gevonden. De 'bewijzen' die men wel eens aanvoert zijn gevonden zwaarden, waarvan te gemakkelijk 'Noormannenzwaarden' worden gemaakt, terwijl het om Frankische zwaarden gaat, die verhandelbaar bleken en verplaatsbaar zijn. In de meest recente geschiedenis wordt ook erkend dat het geen bewijs vormt voor plunderende Noormannen. Zie wat Annemarieke Willemse erover schrijft in haar boek over Dorestad.

Het Asclaos (=Ascloha, Haslon of Haslo) uit teksten over de Noormannen kan niet in Nederland gelegen hebben. De Noormannen plunderden tussen 881 en 884 de streek van de Oise en Somme in het land van de Franken. In deze tekst worden plaatsen als Amiens en Boulogne genoemd. Een andere kroniek vermeldt dat de Noormannen vanuit Haslon Francia binnen vielen. In 882 belegerde koning Karel de Noormannen bij Haslo. Godfried de koning van de Noormannen kreeg het rijk van de Frisones, dat Rorik de Noorman indertijd in bezit had. Eveneens gaf hij hem Gisla, de dochter van koning Lotharius tot vrouw. Uit deze (en andere) teksten blijkt duidelijk dat het geheel zich heeft voorgedaan in Noord-Frankrijk. De Frisones woonde aan de kust van Frans- en Belgisch Vlaanderen. Het gaat beslist niet over het Nederlandse Friesland. Het gaat hier ook zeker niet over Elsloo of Asselt, ook al zijn deze plaatsnamen etymologisch en/of toponymisch verwant. Ook hier hebben de historici zich door de deplacements historiques laten misleiden.
De hier bedoelde plaats is Hasnon bij Kamerijk, waar de Noormannen een winterkwartier inrichtten.
De door sommigen voorgestane determinatie van Asselt (Ned. Limb.) voor Haslon is zonder de minste twijfel onjuist. Niet alleen is die streek nimmer door de Noormannen bezocht, doch de plaats noch de naam bestonden daar in de 9e eeuw. Bovendien: de gebeurtenissen vonden plaats in het noorden van Frankrijk en het zuiden van België; wanneer er een uitschieter van bijna 200 km bij was geweest, hadden de schrijvers dit door een of ander detail vermeld. Het is zelfs waarschijnlijk dat er van twee Ascloha of Haslo sprake is geweest en dat het ene Hasnon bij Kamerijk was, het andere Annoeuillin bij Rijssel, voorheen als Axcello bekend. De beschrijvingen geven de indruk, al is dit niet nader te bewijzen, dat de plaats genoemd wordt bij een groep Noormannen in de buurt van Rijssel, dan weer bij een groep in de buurt van Kamerijk. Ik pretendeer niet het probleem van Ascloha definitief op te lossen (dat overigens weinig of niets met het karolingische Noviomagus te maken heeft), doch om een einde te maken aan de determinatie van Asselt, die natuurlijk terwille van Nijmegen wordt volgehouden, met name door 'historici' als Harry Camps (zie bij Ongelooflijk) in zijn Brabant Oorkondenboek, slechts om hun gezicht te redden.



De Nederlandse traditie.
In de Nederlandse historie hanteert men nog steeds de opvatting dat Asselt het Ascloa uit de klassieke bronnen is.
De naam Asselt (Frankische naam: Aslao, Aschlo, Ascloha, of Ascaloha) betekent "essenbos" en zou afgeleid zijn van het Germaanse aski "es" en lauha "bosje op hoge zandgrond". Bron: Maurits Gysseling , zie daar! Asselt was in de Karolingische tijd (8e tot 11e eeuw) een Frankisch kroondomein en koningshof (villa, vroenhof, curtis) en fungeerde alszodanig ook als palts, een plaats waar de voorraden van vorsten werden verzameld en waar recht gesproken werd. De Vikingen vestigden hier in 881 een legerkamp, van waaruit ze talloze rooftochten in de wijde omtrek ondernamen (o.a. de plundering van Maastricht in 881). In 882 vond hier de belegering van Asselt plaats.
De bewijzen voor deze opvattingen ontbreken, wat wel blijkt uit de tekst in het Limburgs Museum te Venlo. Zie afbeeldingen. Klik op de afbeelding voor een vergroting van de tekst


Het geschiedkundig gegeven dat de “Noormannen” vanaf deze plaats uit onze streken zijn “weggekocht” door Karel de Dikke, nadat ze zich weer verzameld hadden na hun verloren slag bij Poitiers, en vanuit Ascloa Maastricht, Luik, Aken en Keulen hadden geplunderd, spreekt nog steeds tot de verbeelding. Het is helaas een hardnekkige mythe die vanwege de oeverloze naschrijverij in de historische literatuur steeds weer opduikt.