De traditionele plaatsen en de Peutingerkaart.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

St.Bonifatius, apostel van Duitsland (?)

Lees meer over achtergronden om een goed begip te krijgen van bisdommen, missiegebieden, Heiligenlevens en de Kerk van Rome.

"Stabilitas loci"


Fabels & legenden


Heiligenlevens


Putje van Bonifatius


Ondeskundige Historici


Archeologisch leeg

"Das Bonifatius die Bezeichnung als Apostel Deutschlands zukäme, gibt es nicht". (Bron: Theodor Schieffer)


Zo komt Dokkum aan haar geschiedenis:

Het woord Dokkum wordt in de Vita Altera niet genoemd. Het is een onjuiste vertaling en dus een veronderstelling.
De hoogbejaarde getuige maakt wel duidelijk dat het om een vrome legende gaat.


De oudste en eerste levensbeschrijving van St. Bonifatius waarin de moord en de plaats ervan genoemd wordt, is die van Willehad, geschreven ná 789, immers het werd geschreven nadat Willehad overleden was. Deze bron noemt Dockynchirica als plaats van de moord.

Willehad kwam vanuit Northumbria in Engeland, stak over op weg naar Atrecht (Arras) en kwam langs de plaats waar Bonifatius 'met de kroon van het martelaarschap' gestorven was, zoalsm het in de vita van Willehad geschreven werd. Het is een farce zijn reis via Friesland te laten lopen. Vanuit Engeland stak men over 'waar men de overkant ziet'.

Binnen het bisdom Utrecht zijn twee levens van Sint Bonifatius geschreven, de vita altera (=de andere levensbeschrijving) en de vita tertia (de derde levensbeschrijving). Deze zijn geschreven in de 13e eeuw, mogelijk pas in de 14e eeuw. In deze tweede en derde vita zijn verschillende zaken toegevoegd die in de eerste vita niet staan. En juist die toevoegingen zijn de onjuiste geschiedenis gaan bepalen.

Wat schrijven de 'grote' naamkundigen D.Blok en M.Gysseling erover?
Blok vermeldt bij Dokkum: begin 9e e. cop. 14e e. (ad 754):'in loco qui Dockinga dicitur'(Vita 11 Bonif c. 16 SSRerGerm, p. 73), begin 9e e. cop. 14e e. (ad begin 9e. e): 'in ... locis id est Dockinga' (ibid. c. 15, p. 74) begin 9e e. cop. 14e e. Het zijn dus 14de eeuwse kopieën die Blok gebruikt om achtste eeuwse feiten mee te bewijzen.
Gysseling vermeldt: in pago Tochingen: 2e helft 8e kop. 9e kop. midden 12e • Fulda. Ofwel een kopie, van een kopie, van een kopie uit de 12e eeuw in Fulda; en 'in loco qui Doccinga uocatur' 1e helft 9e kop. 1e helft 11e • vita s. Liudgeri. Ook hier gaat het om een kopie, van een kopie uit de 11e eeuw.
Welke 8e of 9de eeuwse teksten hier bedoel worden blijft onduidelijk. Met Dockinga, Tochingen en Doccinga bewijs je niets over Dockynchirica en al helemaal niets over Dokkum dat in 754 nog niet eens bestond (zie de archeologie).


Dokkum bestond niet eens in het jaar 754 noch ervoor, noch lang daarna. Archeoloog Halbertsma heeft bij al zijn opgravingen in Dokkum geen enkel archeologisch bewijs gevonden van vóór de 13e eeuw. Lees zijn artikel over Bonifatius' levenseinde in het licht der opgravingen.

De bevindingen van prof.dr. L.J.Rogier sluiten hier feilloos op aan, die immers stelde dat vóór het jaar 1559 van enige officiële verering van Sint Willibrordus, Sint Bonifatius en andere geloofsverkondigers in Nederland geen spoor te vinden is.

Er is ook geen enkel bewijs, ook niet in Duitsland, dat Bonitatius "Apostel van Duitsland" genoemd kan worden.
Met de aankomst van bisschop Sinterklaas in Dokkum (18 nov.2017) werden alle registers weer eens opengetrokken over bisschop St.Bonifatius die daar vermoord zou zijn. In Nederland houdt men blijkbaar liever vast aan vrome legenden dan aan de historische waarheid. De reactie op de waarheid is als die van een kleuter waartegen verteld wordt dat Sinterklaas niet bestaat. "Maar ik zie hem toch?" "Ja, maar dat is een verklede man! Het is NEP."

De niet al te deskundige historie-vorser Scaliger heeft de plaatsnaam Dockinchirica misverstaan, wat geleid heeft tot deze vrome Dokkumse legende. Deze zestiende-eeuwse Franse protestantse humanist Josephus Justus Scaliger (1540 - 1609) meende verstand te hebben van geschiedenis en kwam met enkele opvallende opvattingen die momenteel nog steeds de traditionele geschiedenis bepalen. Toen Scaliger in 1593 in Nederland aankwam, gevlucht uit Frankrijk vanwege de vervolging van de protestantse Humanisten, constateerde hij tot zijn verbazing dat zelfs de dienstbodes er konden lezen, zo groot was de geletterdheid. Zijn tijdsindeling van de geschiedenis had vanaf het begin kritiek, vooral vanuit katholieke Kerk, met name van de de Franse jezuïet Denis Pétau, maar is toch gehandhaafd en bepaalt nog steeds de tijdsindeling die ook in de Canon van Nederland wordt gevolgd. Deze tijdsindeling veroorzaakt nog steeds een aantal problemen met betrekking tot de archeologische 'hiaten'. Meer informatie vind je op GESCHICHTE & CHRONOLOGIE. Kritik. Kürzungen. Rekonstruktion.

Het in de teksten genoemde Dockynchirica waar de moord op Bonifatius plaats vond was niet Dokkum in Friesland, maar Duinkerke (Dock=dijk of duin; chirica=kerk) in het klassieke Frisia (zie daar), dat aan de Vlaamse kust lag 'waar men uitkijkt op Engeland'. Het blijft een wonderlijke zaak dat men in Dokkum niet eens verheugd is dat zij door Albert Delahaye verlost werden van deze weerzinwekkende moord. Men wil er de legende over die moordpartij kost wat kost wil behouden. Niet vanwege de historische waarheid, maar vanwege het toerisme en dito inkomsten. Men beweert er daarom ook dat niet de Friezen, maar de Groningers die moord op hun geweten hebben. Nog zo'n leugen.

Lees in de kolom hiernaast het ware verhaal over Bonifatius, die een Frankische bisschop was, nauw verweven met het Frankische hof. Hij doopte Karel de Grote, zalfde zijn vader Pepijn tot koning van de Franken en was voorzitter van de kerkvergadering van de Frankische bisschoppen. Waar past dit in Duitsland? Zijn band met het Frankische hof was voor de Friezen ook de reden hem te vermoorden toen ze er gelegenheid voor kregen. Er is in de klassieke teksten geen enkele band met Duitsland te vinden. En Dokkum? Dat rust op een misverstand van de plaatsnaam Dockynchirica wat Duinkerke was en niet Dokkum. In 754 bestond Dokkum niet eens, dat heeft het opgravingsverslag van Dokkum wel aangetoond.


Volgens de overlevering hakt Bonifatius in één klap een heilige eik om. Hij moet toch wel een zeer krachtige beer van een vent geweest zijn. Wonderlijk dat het in Dokkum dan zo mis ging. Met zo'n 50 metgezellen gaat hij prediken bij de Friezen, maar ze laten zich door de Friezen wel vermoorden, al weet Bonifatius nog wel een vijftal slagen af te weren met het Ragyndrudis Codex, zoals de mythe ons wil doen geloven. En dat terwijl hij tegen metgezellen gezegd zou hebben: "Laat de strijd (zij verweerden zich blijkbaar), want de ware getuigenis van de H.Schrift leert ons niet kwaad met kwaad te vergelden, want nu is de dag aangebroken waarop we zo lang gehoopt hebben". Waarom hij dan zelf de slagen afweerde blijft een vraag. Bovendien werden Bonifatius en zijn gezellen begeleid door Frankische soldaten, die ook vermoord werden. Vermoedde men al weerstand en geweld? Was de overmacht van de Friezen dan zo groot? En woonden die op die paar terpen?



Dat Bonifatius de slagen afgeweerd zou hebben met de Ragyndrudis Codex is een volslagen mythe. In de overleveringen zou hij een Evangelieboek hebben vastgehouden. Maar de Ragyndrudis Codex is geen Evangelieboek.

Blijkbaar waren de Friezen ook zo'n omvangrijk volk dat Bonifatius het bekeren niet alleen af kon. Vandaar dat hij er met 50 metgezellen heen ging. En waar woonden die Friezen, op die paar terpen? In Dokkum lopen mythe en waarheid door elkaar. De mythe mag men er houden, de waarheid gaat naar Frans-Vlaanderen.

De Bonifatius-traditie inclusief dergelijke legenden is in Dokkum pas ontstaan in de 16e eeuw. Vóór het jaar 1559 is volgens prof.dr.L.Rogier van enige officiële verering van Sint Willibrordus, Sint Bonifatius en andere geloofsverkondigers in Nederland geen spoor te vinden. Alles wat we over hen weten staat in Franse bronnen, ver van Friesland geschreven. Opvallend blijft ook dat men in Nederland geen enkele contemporaire schriftelijke bron heeft.
In de tijd van St.Bonifatius was laag en midden Nederland één groot waddengebied waar geen permanente bewoning mogelijk was. Zonder bewoners valt er ook niets te bekeren.

Lees meer over heiligenlevens.



Volgens de traditie stichtte Bonifatius in 744 de benedictijnerabdij in Fulda. Vreemd blijft het dan dat hij als abt of bisschop in de lijsten van abten of bisschoppen in Fulda ontbreekt. Maar Fulda wordt pas in 1150 voor het eerst vermeld door monnik Eberhard. In het jaar 1150 heeft die Eberhard in het klooster van Fulda documenten verzameld om het verleden en de juridische rechten van het klooster vast te leggen. Het ging in die tijd niet goed met het klooster en het bleek nodig om wat eigendommen op te poetsen. Deze verzameling documenten is nu bekend als de Codex Eberhardi. Later werd vastgesteld dat de documenten die gebruikt zijn in deze codex vervalst zijn. Het is deze Eberhard die de geschiedenis van Bonifatius koppelt aan het Duitse Fulda en de strijd die gevoerd werd tegen de Friezen. Het was immers de opdracht van de geestelijkheid de vijand te bestrijden met de ganzeveer. De franse Humanist Josephus Justus Scaliger (Agen, 5 augustus 1540 - Leiden, 21 januari 1609) was blijkbaar niet op de hoogte van de dubieuze rol die Eberhard heeft gespeeld, toen hij Bonifatius koppelde aan de Nederlandse geschiedenis en aan diens diens dood in het Friese Dokkum.

In 1966 werd in de pers breed uitgemeten dat 'het skelet van Bonifatius te Fulda was geïdentificeerd'. Zijn graf dat in de loop der eeuwen evenwel enige malen was verplaatst en als gevolg van oorlogsgeweld en brand bij herhaling was opengebroken en beschadigd, zou bij de bouw van de barokke dom in 1704-1712 niet meer zijn veranderd. Nu heeft men het gevonden skelet vergeleken met een sinds onheuglijke tijden authentieke Bonifatius-relikwie. Bij het anatomisch onderzoek bleken de skeletdelen en de relikwie van dezelfde persoon afkomstig te zijn. In de schrijn van het altaar bevonden zich ook skeletdelen die afkomstig bleken te zijn van een vrouw. Wellicht zijn dit relikwieën van de heilige Lioba. Het is bekend dat Bonifatius de wens te kennen heeft gegeven om samen met haar begraven te worden. Na het recente onderzoek lijkt het geenszins uitgesloten dat de monniken van het klooster in de middeleeuwen ook deze wens hebben vervuld en de stoffelijke resten van beide heiligen in dezelfde grafruimte hebben bijgezet. Volstrekt zeker is dit evenwel niet. Het onderzoek met moderne medische en archeologische methoden heeft nu definitief bewijs geleverd dat het graf in de crypte inderdaad het stoffelijk overschot van de heilige Bonifatius bevat. Het skelet heeft alle stormen in de loop der eeuwen overleefd.
To zover de mededelingen van dit onderzoek. De vraag die niet gesteld werd is: "Welk bewijs is er dat het skelet en de relikwie inderdaad uit de 8ste eeuw stammen en van Bonifatius geweest kunnen zijn? Of waren het overblijfselen van een willekeurige andere monnik uit de middeleeuwen?"
Zoals wij weten werd er met relikwieën in de middeleeuwen behoorlijk gerommeld, wat ook bleek uit de relikwieën van St.Willibrord die men in Utrecht bezat, maar die uit de 12e eeuw bleken te stammen.


Het hele verhaal van Fulda is één op één te vergelijken met Echternach (zie daar). Het ging de noodlijdende abdijen slechts om het verkrijgen van bezit en inkomsten, met name uit de pelgrimage en de verkoop van relikwieën. Deze abdijen hebben een kwalijke rol gespeeld bij de misleidingen van goederenbezit met alle 'historische' mythen tot gevolg. De latere historici die deze misleidingen niet doorzagen, deden de rest waarbij de geschiedenis 'in consensus' werd vastgesteld.

'In consensus' betekende dat men de grootste gemeenschappelijke opvatting als 'waarheid' beschouwde. Als er 3 historici het met elkaar eens waren, maar 2 het oneens waren, werd de opvatting van die 3 historici als juist beschouwd en vervolgens zo vastgesteld. Uiteraard een vreemde zaak, immers ook al zijn alle historici het met elkaar eens, dan hoeven ze nog geen gelijk te hebben, wat wel blijkt uit alle aangenomen standpunten die slechts op misverstanden gebaseerd zijn. Zie als voorbeeld het paleis van Karel de Grote in Nijmegen waarover Hugenholtz ooit opmerkte: "Dat hoeven we toch niet te bewijzen?" Het was dan ook nog nooit bewezen en met feiten aangetoond.


De Ragyndrudis Codex.

In Fulda kan men de Ragyndrudis Codex bewonderen, met sporen van geweld waarmee St.Bonifatius zich volgens overlevering beschermd zou hebben tegen de zwaardslagen waarmee hij gedood werd. De identificatie van deze codex berust op een mythe, aangezien deze codex geen evangelie is, zoals in de schriftelijke bronnen wordt vermeld. "Bonifatius beschermde zich met het Heilig Evangelie tegen de zwaardslagen". Dat Bonifatius zich met de Heilige Schrift tegen de slagen beschermd zou hebben is eveneens een mythe en een grove belediging van Bonifatius. Als zeer plichtsgetrouw prediker zou Bonifatius zich nooit beschermd hebben met de Heilige Schrift die voor hem als Goddelijke openbaring gold. Daarmee weer je niet de slagen af van moordenaarshand.
Ook de "sporen van geweld" zijn een mythe. Zij moeten gezien worden als natuurlijke barsten in het perkament door verkeerde spanning en droogtijd ervan. Ofwel een amateuristisch curiosum. Het boek is bovendien aan meerdere kanten 'gebarsten' alsof Bonifatius het boek tijdens de aanslag nog eens een paar keer zou hebben gedraaid. Ook is het boek niet doorboord, wat wel als zodanig in de legende over de moord vermeld wordt en zoals Bonifatius altijd wordt afgebeeld. Het belangrijkste bewijs tegen de traditionele opvatting is overigens dat op geen enkele wijze ooit is aangetoond dat het boek in het bezit van Bonifatius geweest zou zijn. Integendeel, de inhoud van dit boek is anti-Ariaans en komt in het geheel niet overeen met de visie van Bonifatius over de bekeringen en de hervorming van de kerk volgens de regels van Rome. Het hele verhaal is doorspekt met fabels en mythen. Het boek is een curiosum en bevestigt feitelijk de onjuistheid van het traditionele verhaal.


Wie dit boek opvoert als 'bewijs' maakt duidelijk totaal ondeskundig te zijn. Ondeskundigheid heeft al te lang de geschiedenis bepaald.


Oude schoolplaat van de moord op St.Bonifatius.


De traditionele opvattingen maken van Bonifatius geen heilige, maar juist een lafaard. Hij zou met het 'Evangelarium' de slagen van zijn moordenaar afgeweerd hebben, is het algemeen aanvaarde verhaal. Zie hiervoor! Met het Heilig Evangelie proberen de marteldood te voorkomen? Beschadiging van het Heilig Evangelie ten eigen gerief zou Bonifatius nooit op zijn Rome-getrouwe geweten gehad willen hebben. Het zou van hem een lafaard gemaakt hebben in plaats van een martelaar. Het is dan ook niet gebeurd wat de traditie ons wil doen geloven. Bonifatius onderging in volle aanvaarding het martelaarschap, of zoals St.Willehad het verwoord had "Hij was met het martelaarschap gekroond".

In Dokkum werd pas in 1962 plots een standbeeld voor St.Bonifatius opgericht. Dat is 12 eeuwen na dato. Het getuigt niet van een sterke traditie als dat pas gebeurt na enige kritische artikelen over de authenticiteit van de moord op Bonifatius ter plaatse.
In plaats dat de Friezen dankbaar zouden zijn dat ze eindelijk verlost zijn van die heiligschennende moord, wordt deze moord "gevierd" met een standbeeld ter herinnering aan deze gruwelijke daad!


De onthulling van het standbeeld van de katholieke bisschop Bonifatius door de protestantse prinses Beatrix.

Opvallend bij de onthulling van het standbeeld van Bonifatius in Dokkum is dat het gedaan werd door prinses Beatrix, een protestants lid van het Koninklijk Huis en niet door een Rooms Katholieke hoogwaardigheidsbekleder. Blijkbaar waren de toeristische motieven belangrijker dan de godsdienstige beleving. Of was de mening van de Kerk over de authenticiteit van St.Bonifatius in Dokkum al aan een grondige twijfel onderhevig, dat men dit overliet aan de commercie.



Opvallend is eveneens dat het standbeeld van Bonifatius in het Engelse Crediton (zie foto hiernaast), de vermoedelijke geboorteplaats van Bonifatius, in 1960 onthuld werd door de Engelse prinses Margaret.
Ook hier werd de onthulling van een standbeeld van Bonifatius niet gedaan door een katholieke hoogwaardigheidsbekleder, maar door een lid van de Anglicaanse kerk, waar priesters getrouwd mogen zijn. En juist dat is in tegenspraak met de opvattingen van Bonifatius die juist een strikt celibaat voor priesters voorstond.
In Crediton bleek ook totaal geen traditie te bestaan in de herdenking van Bonifatius. Die kwam in de jaren 50 van de 20ste eeuw pas op gang, geïnitieerd door de traditie die in Dokkum bestond. De Anglicaanse predikant Bruce Duncan, dominee van de parochiekerk in Crediton, had tot voor kort zelfs nog nooit van die man gehoord.
Het is een voorbeeld van hoe een onjuiste opvatting verspreid werd in Europa. Dat gebeurde eertijds en gebeurt heden nog.

Wat in elk geval zeker is dat de devotie tot Bonifatius in Nederland steeds ver te zoeken is geweest. Er is geen enkele kerk in Nederland die vanouds het patronaatschap van St.Bonifatius droeg. De geschiedenis van de oudste St.Bonifatiuskerken gaat niet verder terug dan de 14e eeuw. De kerk in Medemblik gaat niet verder terug dan 1404. Dat is ruim 650 jaar na St.Bonifatius. Horssen (14e eeuw), Vries (1425 met veel twijfel over een eerdere kerk), Spanbroek (12e eeuw met ????). Een historische relatie tussen het patronaatschap en de prediking van St.Bonifatius is op al deze plaatsen niet aantoonbaar.


Het beeld van St.Bonifatius in Dokkum.


Vergelijkbaar is de oprichting van de standbeelden van St.Willibrord in Utrecht (in 1942) en van Karel de Grote in Nijmegen (in 1962), dat er plots moest komen nadat P.C.Boeren (in 1939) en Albert Delahaye (in 1958) kritisch hadden geschreven over die historische tradities van St.Willibrord in Utrecht en Karel de Grote in Nijmegen. Deze beelden zijn komisch en passen in het grote raamwerk van nationale mythen en illusies. Er staan meerdere van dergelijke beelden in Nederland (en in het buitenland) die geplaatst zijn door niet ter zake deskundigen om een eenmaal ingenomen fabel in stand te kunnen houden.


Een doop door en de moord op St.Bonifatius.

Bonifatius maakt kleine bisdommen en verplicht de priesters in de dorpen de gelovigen die nog niet zijn gedoopt naar de bisschop te leiden om dit sacrament te ontvangen (bron: Wegman, Riten en mythen,p.224).
Deze kleine bisdommen zijn in tegenspraak met het omvangrijke bisdom van Noord-Friesland tot Zuid-Duitsland, dat St.Bonifatius volgens de traditie gehad zou hebben.

Behalve 'Apostel van Duitsland' is St.Bonifatius ook patroon van het bisdom Groningen en patroon van een aantal kerken. De kerkpatronaten zijn allemaal van recente tijd. Zo kreeg de St.Bonifatiuskerk in Lichtenvoorde pas in 1912 het patronaat van St.Bonifatius.

Bonifatius werd niet vermoord.
Volgens de Fries Sikko Dotingh zou Bonifatius niet vermoord zijn aangezien de doodstraf in het Friese Recht niet voorkwam. Er was slechts één uitzondering: wie het heilige schond werd ter dood veroordeeld. Het kappen van een heilige eik of het vernielen van een afgodsbeeld, viel onder de ene uitzondering. Maar die straffen werden uitgesproken na een eerlijk proces. En werd iemand terechtgesteld, dan gebeurde dat op het Wad, buiten de palen van Friesland en werd hij ontmand, zijn oren en neus afgesneden en zijn lichaam op een scherpe paal gespiest en met de ebstroom afgevoerd. Een begrafenis in Fulda heeft dan ook nooit plaatsgevonden. Dotingh baseert zijn theorie op de bestudering van het oude Friese Recht.
Op de vraag: 'Kun je dit verhaal dan bewijzen?' antwoordt hij: "Dat kan ik niet, maar dat kunnen de roomsen ook niet".

Bonifatius’ hagiograaf Willibald beschrijft hoe deze oude en weerloze evangelieverkondiger als martelaar omkomt in de handen van gewetenloze en barbaarse Friese heidenen. Andere dan deze kerkelijke bronnen zijn niet voorhanden. De historicus Mol heeft op grond van Willibalds beschrijving van Bonifatius’ dood geanalyseerd dat Bonifatius niet is vermoord, maar omgekomen is tijdens een veldslag in de vroege morgen tussen niet-christelijke Friezen en het leger van soldaten en geestelijken dat Bonifatius vergezelde op zijn missiereis. De korte beschrijving in vele geschiedenisboekjes, namelijk ‘754: Bonifatius bij Dokkum vermoord’, wordt daarmee dubbel ontkracht. In de meest betrouwbare bronnen wordt Dokkum als plaats van delict volstrekt niet genoemd. Bovendien was er niet sprake van een moord. Blijft over: ‘754: Bonifatius komt om in de Friese Landen’. En welke Friese landen blijft de vraag: Friesland 1 of Friesland 2?
Naar de reden voor de moord op Bonifatius hebben de historici lang gezocht. Het geeft precies aan dat men niet op de hoogte van de feiten is.
Bonifatius werd door de Friezen van Frisia gezien als vertegenwoordiger van hun aartsvijanden de Franken. Immers Bonifatius had Frankische koningen gezalf en gekroond. Ook was hij voorzitter van het consilium van Frankische bisschoppen. Het was voor de Friezen van Frisia vanzelfsprekend om die machthebber te vermoorden nu zij daar de kans voor kregen. Het was een politieke moord en had niets te maken met het geloof, ook al dwongen de Franken alle door hen overwonnen volkeren zich te 'bekeren' tot het Christendom. Maar de Friezen hebben zij nooit kunnen overwinnen. Toen een belangrijke vertegenwoordiger van dat Frankische gezag zich dan ook op hun grondgebied waagde, namen zij de kans waar om hem te vermoorden.

De moord vond dan ook niet in Friesland plaats, maar in het Friese deel van Germania dat niet Duitsland was, maar het Germania van Tacitus. Latere historici hebben van Germania Duitsland gemaakt, toen de ene mythe in de andere greep. Het leek allemaal zo prima te passen, zeker toen de Peutingerkaart 'ontdekt' werd.

Het leek allemaal in elkaar te passen, totdat Albert Delahaye op zoek ging naar de bewijzen van die verhalen. En uit die bewijzen bleek een ander verhaal. "Laten we vooral niet vergeten dat de Bonifatius-mythe in Nederland pas in de 14e eeuw is ingevoerd".
Het is ook geen steekhoudend argument wat een Groninger historicus (?) eens opmerkte: "Die man gooit al onze mooie verhaaltjes omver".


De volgende tekst gooit inderdaad alle mooie verhaaltjes omver:

"St. Bonifatius, die 13 jaren in het bisdom van St. Willibrord arbeidde, zette te Dorestadum voet aan land, waarna hij zich naar Trajectum begaf. Hij missioneerde onder de Friezen in het zuidelijk deel van het Almere, eerst te Wyrda, daarna te Attingahem."

Deze ene tekst uit de Vita S.Bonifacii (AS, juni 1, p.456 van Willibald) heeft in Nederland nooit gepast en wordt meestal verzwegen of verdraaid. Van 'Wyrda' maakt men Woerden of soms zelfs Werden in Duitsland, Attingahem zou 'Nederhorst den Berg' zijn (de woonplaats van prof.D.P.Blok: als je toch wat namen aan het uitdelen ben, kun je je eigen dorp toch niet overslaan?). Andere historici noemen 'Loenen' of 'Breukelen' als locatie. Blok maakt van Weretha dan maar Woerden, terwijl het dezelfde plaats is als Wyrda.
Wyrda is Weretha (Frethun) bij Calais, waar Bonifatius volgens andere berichten een tijd verbleef op het familie-goed van Wirsingus, en waar ca.742 Ludger geboren zou worden die daar omstreeks 793 zijn klooster zou stichten. Er zijn nog meer teksten die de traditionele opvattingen faliekant tegenspreken.
Deze ene tekst weerlegt in feite de hele traditie van St.Bonifatius als "Apostel van Duitsland".


In de traditionele visie moeten we ons dus voorstellen dat Bonifatius vanuit Engeland per boot te Wijk bij Duurstede aankwam, waarna hij naar Utrecht doorreisde. Hij missioneerde vervolgens in Friesland ten zuiden van de Zuiderzee, eerst te Werden (in Duitsland), daarna te Nederhorst den Berg (wat volgens prof.dr.D.P.Blok Attingahem was).

Links: afbeelding van de reizen die Bonifatius maakte. Afbeelding afkomstig uit 'Boniface of Devon, Apostle of Germany' by John Cyril Sladden, British Library 1980. (Eenzelfde afbeelding staat ook in 'The Greatest Englishman' by Timothyee Reuter). Bonifatius was dus een 'bereisd' prediker, wat in tegenspraak is met de teksten en zijn gelofte als Benedictijn van 'stabilitas loci. Opmerkelijk dat Frans-Vlaanderen en Noord-Frankrijk niet bij zijn missiegebied hoorde, net zo min als Noord-Duitsland, maar Echternach wel? Klik op de afbeelding voor een vergroting. Klik hier voor een vergroting van het centrale deel van Duitsland. Alleen het centrale deel in Duitsland is al een ongekend groot missiegebied van ruim 160.000 km². Hoe intensief zal de bekering daar geweest zijn?

Als Echternach bij het missiegebied van Bonifatius (als opvolger van St.Willibrord) gehoord zou hebben, dan blijft het vreemd dat Echternach geen enkel voormalig bezit van St.Bonifatius geclaimd heeft als eigendom. Ook Dokkum is nooit door Echternach geclaimd. Dat betekent slechts dat de traditie van Dokkum in de 12de eeuw nog niet bestond. Wat in de hier genoemde boekjes niet ontbreekt is de rol van Bonifatius in het Frankische rijk, waar hij enkele koningen zalfde en voorzitter was van het collegium van Frankische bisschoppen. Wat doet de 'Apostel van Duitsland' in Frankrijk?

Dorestadum was een haven aan zee. Dat kan dus niet Wijk bij Duurstede geweest zijn? Trajectum zou Utrecht zijn. Dan vaart Bonifatius eerst Utrecht voorbij om in Wijk bij Duurstede aan land te gaan en vervolgens terug te reizen naar Utrecht, zijn zetelstad. Deze onlogische reis geeft de onjuistheid van deze opvatting aan. In Frans-Vlaanderen is de volgorde van Dorestad (Audruiq) en Trajectum (Tournehem) wel logische en dus juist.
Wyrda is in de traditionele opvatting het Duitse Werden, dat noch in Friesland, noch ten zuiden van de Zuiderzee (in de traditie het Almere) ligt.
Dat in Nederland het naamkaartje "Almere" nu op een stad is geplakt, in plaats van op een zeebaai, is tekenend voor de wijze waarop men in Nederland omgaat met historische geografie.

In de abdij van Egmond, onder toezicht van Utrecht, werden omstreeks 1150 zomaar 26 heiligenlevens opgeschreven over de eerste predikers onder de Friezen en Saksen. Daarin wordt - en dat is natuurlijk dodelijk voor de traditie- Bonifatius niet genoemd. Daarmee staat vast dat de traditie van Bonifatius te Dokkum pas na 1150 ontstaan kan zijn en wel pas eind 16e eeuw. Het was de franse Humanist Scaliger die bij het samenstellen van de geschiedenis van Holland eind 16e eeuw (rond 1596) Bonifatius introduceerde in Dokkum.

Een klooster in Dokkum is kerkrechtelijk en archivalisch pas aantoonbaar in de 12e eeuw (gesticht in 1163). Dat is ruim 4 eeuwen na dato. Uit dat klooster zijn alle latere Bonifatius-devoties gegroeid tot en met de hedendaagse VVV-reclame.

De registers van de aartsbisschoppen van Mainz gaan niet verder terug dan de tiende eeuw. (Bron: J.Fr.Böhmer, Von Bonifatius bis Arnold von Selehofen, Innsbruck 1877). Daarin wordt Bonifatius niet genoemd!
Ook in de oorspronkelijke tekst van de Legenda Aurea (van de handschriften uit de vijftiende eeuw) ontbreken de typische Utrechtse heiligen als Willibrord, Bonifatius, Werenfried, Lebuinus en Plechelmus. Zij zijn pas nadien tussengevoegd.

De visie van Albert Delahaye.
Ontdaan van alle wonderen en legenden blijkt Bonifatius een prediker met een zeer historisch verantwoord missiegebied in Noord-Frankrijk. Bonifatius was als opvolger van Willibrord niet de apostel van Duitsland, maar van Germania. Let wel, het Germania van Tacitus en niet het uitgestrekte Duitsland, wat de latere historici ervan gemaakt hebben. Zijn missiegebied lag in Noord-Frankrijk. Zijn vermeend verblijf in Thüringen berust op hetzelfde misverstaan van de klassieke schrijvers: Thuringia was het gebied rond Doornik -Tournai (B), de hoofdstad van het Frankische rijk van de Merovingers.
In het leven van St.Bonifatius doen zich feiten voor die nooit gepast hebben in de Nederlands/Duitse traditie. Voor de teksten en de bronnen verwijzen we naar "Ontspoorde Historie".
  • Bonifatius komt aan land te Dorestadum, dat aan het Almere lag, waarna hij doorreist naar Trajectum. In de Nederlandse traditie liggen Wijk bij Duurstede en Utrecht precies verkeerd om (zie uitleg hiervoor). Bovendien ligt Wijk bij Duurstede niet aan de Zuiderzee, wat men in Nederland van het Almere gemaakt heeft.
  • In 742 wordt Karel de Grote door aartsbisschop Bonifatius gedoopt. Wat doet St.Bonifatius, de missiebisschop van Thüringen, daar in Frankrijk?
  • In 751 zalft Bonifatius Pepijn III, de vader van Karel de Grote, in Soissons tot koning van de Franken. De koning van de Franken laat zich beslist niet zalven door een "buitenlander".
  • Bonifatius leidt een kerkvergadering van de bisschoppen van Francia. Wat doet een "Duitse" bisschop in Francia?
  • Bonifatius was aartsbisschop van Moguntiacum wat Mainvillers (of wellicht Magneville) bij Metz is en niet Mainz in Duitsland. Ook hier de verkeerde interpretatie van de klassieke namen.
  • In 754 wordt Bonifatius gedood in Fresia bij de rivier de Burdina. Deze rivier lag in de pagus Dockynchirica (=Duinkerke) en is bij Dokkum in Friesland niet te vinden.
    Later is het woord Dockynchirica verder afgekort, via enkele tussenvormen, zoals Dockynga, Dockninga en andere Friese varianten kwam men pas in de 17e eeuw, op Dokkum (Ned. Friesland) terecht, wat derhalve een zeer late traditie vormt, waar de vervalsing van de oudste tekst apert is.
  • De traditie van Bonifatius in Dokkum stamt uit de de 17e eeuw en is in de 20e eeuw nog eens flink opgehemelt door Titus Brandsma.
  • In Hamelincourt bevindt zich een oude kapel, toegewijd en genoemd naar St.Bonifatius. De heilige blijkt in Noord-Frankrijk wel degelijk bekend te zijn.
  • De Nederlandse historici stellen dat Bonifatius geen bisschop van Utrecht geweest kan zijn. Zij ondergraven daarmee de eigen opvatting dat Utrecht het Trajectum van St.Willibrord was.
  • Bonifatius maakte kleine bisdommen en verplichtte de presbyters in dorpen de gelovigen die nog niet gevolmd zijn, naar de bisschop te leiden om dit sacramente te ontvangen (Bron: Wegman, Riten en Mythen, p.224).
  • Een tekst verhaalt, dat St.Bonifatius met zijn gezellen de stad Quentovicus bezocht, aan de Canche gelegen, om daar een mogelijke vestiging van een kerk of klooster te onderzoeken. Het gaat hier dus over Noord-Frankrijk. Dit is een onaanvaardbaar gegeven voor een missionaris uit Nederlands Friesland of uit (Noord-)Duitsland.

Het authentiek Wyrda is Weretha, de plaats waar St.Ludger in ca. 793 een klooster stichtte, Attingahem is Autingues bij Guines. Alle in de bronnen genoemde plaatsen liggen in hetzelfde gebied in Noordwest-Frankrijk op betrekkelijk korte afstand van elkaar.
St.Ludger stichtte zijn klooster te Wyrda op het erfgoed van Wisurgus, zijn grootvader, waarvan historisch absoluut vaststaat dat deze in Noordwest-Frankrijk woonde en nooit in Werden in Duitsland is geweest. De historische waarheid rondom Wisurgus is nooit een belangrijk twistpunt geweest in de Nederlandse geschiedenis, aangezien deze doorgaans werd verzwegen. D.P.Blok noemt Wisurgis dan ook niet in zijn boek "De Franken in Nederland", maar plaatst Ludger wel in Nederland en Duitsland. In "Liudger 742-809, De confrontatie tussen heidendom en christendom in de Lage Landen" plaats Blok de grootvader van Ludger te Zwesen (nu Zuilen) en laat hij Ludger op zijn familiebezit te Werden (Duitsland) een klooster stichten.


De oudste tekst die de moord verhaalt, zegt dat St. Bonifatius zich ophield in een streek bij Dockynchirica (Duinkerke), waar hij bij de rivier de Burdina zijn tenten opsloeg. Hier werden de missionarissen overvallen en gedood. De lijken werden over het Almere naar Trajectum gebracht, en daar begraven; ongeveer een eeuw later zijn zij omwille van de dreiging door de Noormannen naar Fulda overgebracht. Nu blijkt dat het corpus in Fulda inderdaad zo oud is als verwacht, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat het corpus van Bonifatius is. Bovendien is het ook geen bewijs van gelijk van de andere onderdelen van de mythe. Deze corpus, als zou die van Bonifatius zijn, kan daar ook terecht zijn gekomen vanuit Noord-Frankrijk, zeker omdat het corpus daar terecht kwam wegens dreiging van de Noormannen. Die dreiging heeft in Noord-Duitsland nooit bestaan en zijn ook nooit invallen van Noormannen vastgesteld. Daarvoor ontbreekt ook elk bewijs.
De rivier de Burdina is de Bourre in Frans-Vlaanderen. St. Bonifatius werd derhalve vermoord in een streek bij Duinkerken; de juiste plaats is niet genoemd, wel dat deze op de oever van de Bourre lag.


Zo zijn er vele tientallen teksten die in Nederland altijd verzwegen worden, daar ze hier niet passen. Plaats je St.Bonifatius in Noordwest-Frankrijk, dan passen ze daar allemaal.

Volgens de traditie ging Bonifatius in gezelschap van 50 geestelijken en een groep Frankische soldaten op pad naar Frisia. Zij zouden overvallen zijn door een groep struikrovers. Bonifatius zou de soldaten hebben weerhouden het zwaard op te heffen tegen de overvallers met als gevolg dat allen het leven lieten. Je vraagt je dan ook af waarom die soldaten dan meegingen? Verwachtte men problemen? Waarom mochten die soldaten de predikers dan niet beschermen? Werden ook zij vermoord? Ook over de dood van die metgezellen lees je niets in de traditionele verhalen. Waren zij dan geen 'heiligen' die stierven bij de verspreiding van het Christelijk geloof? Waarom is alleen Bonifatius heilig verklaard? En juist hij zou de slagen van de moordenaars hebben afgeweerd met het heilige boek de Bijbel. Dit verhaal en de vele legenden die later ontstaan zijn worden door Johannes de Beke al genoemd, al geeft hij een andere verklaring.
Waarom werd Bonifatius vermoord?
De reden van de moord wordt in de Nederlandse traditie steeds verzwegen of onder het tapijt geveegd. Deze moord geeft precies aan dat de traditionele opvattingen onjuist zijn. Bonifatius werd vermoord, niet om geloofszaken, maar omdat hij door de Friezen gezien werd als vertegenwoordiger van het Frankisch gezag. De Friezen leefden in onmin met de Franken waartegen ze ook al enkele veldslagen gevoerd hadden. Bonifatius had Pepijn III te Soissons tot koning van de Franken gezalfd, was voorzitter van de synode van de Frankische bisschoppen en had ook de troonopvolger van de Franken (Karel de Grote) gedoopt. Hij was dus een vertegenwoordiger van het Frankisch gezag en om die reden werd hij door de Friezen vermoord. Het was dus een politiek moord en geen godsdienstige moord, ook al was de Kerk van Rome er als de kippen bij om er een godsdienstige martelaarschap van te maken. Ook op dit punt zal de geschiedenis herschreven moeten worden.

Vreemd blijft dat, nu de Nederlandse Friezen zijn vrijgepleit van de vele eeuwen gedragen valse beschuldiging van een heiligschennende moord, zij daar niet eens blij om zijn.
Het blijft een wonderlijke zaak dat in de tijd van toenemende ontkerkelijking, het geloof in deze predikers zo standvastig blijft, zelfs in toenemende mate wordt opgehemeld en zelfs in het NIET-Katholieke noorden zo'n vaste plaats heeft gekregen. Bonifatius was een katholiek bisschop! Het handhaven van deze gebeurtenis zal vooral ingegeven zijn door de commercie en de plaatselijke VVV's.
Overigens is er met de herdenking van St.Bonifatius in Dokkum niks mis. Het waren immers hun Friese voorouders die Bonifatius vermoord hebben. Dus niet de schuld geven aan de Hollanders of de Groningers! Daarvan was toen nog geen enkele sprake. Met de emigratie van de Friezen vanuit het oude Frisia naar het Nederlandse Friesland kwam een vijftal eeuwen later de herdenking van Bonifatius tot stand. Utrecht had ondertussen Willibrordus, Deventer Lebuinus en Oldenzaal Plechelmus opgedrongen gekregen. Opgedrongen? Door wie? Door de katholieke Kerk van Rome. Immers met heiligenlevens en vereringen vielen inkomsten te verwerven dank zij aflaten en pelgrimages. Luther kwam daar in 1517 niet voor niets tegen in het verweer en stelde juist dat aan de kaak.

Ook het Vaticaan kwam met een Bonifatius-herdenkings-postzegel, al was het een jaar later in 1955.

Zo bezien houdt men de voorouderlijke traditie in ere met alle aandacht voor St.Bonifatius. Alleen moet men beseffen dat de prediking van St.Bonifatius in Frans-Vlaanderen aan de Kanaalkust plaats vond en dat hij dáár vermoord is. Niet vanwege het geloof, maar om het feit dat de Fresones in hem de vertegenwoordiger van hun aardsvijand de Franken zagen. Dat ze het geloof van de Franken niet aangenomen hebben was dan ook vanzelfsprekend. Het was ook de opvatting van Monseigneur M.Muskens die in een TV-uitzending op 6 november 1989 verklaarde dat "Willibrord de Friezen niet bekeerd heeft, omdat zij niet wilden (?!?)". Zo werd gepoogd "Willibrord in Utrecht" te redden door zijn verblijf aldaar slechts kort te houden. Blijkbaar week Willibrord daarna uit naar Echternach, waar hij 'verder zat te kniezen om die vermaledijde Friezen'. Ook Bonifatius is het daarna niet gelukt de Friezen te bekeren. Geen wonder dat geen enkele kerk in Friesland vanouds het patronaat kreeg van Willibrord of Bonifatius. Het onthullen van het Bonifatiusbeeld in Dokkum in 1962 gebeurde ook niet door een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder, maar door de protestantse prinses Beatrix. Zo worden legenden en mythen verweven tot een kluwen van leugens en bedrog.

De Nederlandse traditie.
St.Bonifatius was de apostel van Duitsland en aan hem wordt een onmogelijk groot missiegebied toegeschreven.
Op grond van misverstane plaatsnamen is niet alleen St.Willibrord naar Nederland verplaatst, maar zijn ook andere predikers, waaronder St.Bonifatius, hier foutief terecht gekomen.

De namen van landstreken, rivieren en plaatsen, waar de medewerkers en opvolgers van St. Willibrord gearbeid en gewoond hebben, zijn alle in Frans en Belgisch Vlaanderen aan te wijzen. Ook de namen die nooit in Nederland werden gelokaliseerd, omdat het namen zijn die er niet te situeren vallen.
Later ging St.Bonifatius, volgens de traditie, naar Duitsland, waar hij bisschop van Mainz werd, abt van Fulda en pauselijk legaat in Germanië. In deze laatste funktie arbeidde hij omstreeks 750 weer enige tijd in het bisdom van St. Willibrord.
Het is in elk geval zeker dat Bonifatius in hetzelfde missiegebied als dat van St.Willibrord, in 754 door bewoners van Frisia werd vermoord. De plaats van de moord is "in pagus Dockynchirica", waaronder de streek van Duinkerken begrepen moet worden en niet Dokkum, dat in 754 niet eens bestond.

Het putje van Bonifatius.

De wijwaterput van St.Bonifatius.
In 1984 wordt via het A.N.P. den volke verkondigd, dat de R.O.B. te Dokkum op de mogelijke plek van een oud klooster een put heeft ontdekt, waaronder zich de wijwaterput van St. Bonifatius bevindt waarin hij de Friezen doopte. Na de onsterfelijke mop van Wijk bij Duurstede blijft de R.O.B. maar nieuwe tappen, ditmaal uit een put van de 14e eeuw. Werken er geen katholieken of kerkhistorici bij de R.O.B.? Elke historicus behoort toch te weten dat wijwaterputten in de Roomse Kerk een absurde onmogelijkheid zijn. In een levensverhaal van St.Bonifatius wordt gezegd dat op de plek waar hij werd vermoord, later als door een wonder, een bron ontsprong. Maar aangezien dit in een zeer late en met fantasterijen aangevulde levensbeschrijving uit de 13e eeuw staat, zes eeuwen na datum, heeft het geen enkele historische waarde, te meer niet omdat dit verhaaltje over allerlei heiligen wordt verteld.
En dan komt het meest doorslaggevende, dat de bewering van de R.O.B. tot klinkklare onzin bestempelt. Paus Gregorius (731-741) had met nadruk verboden voor het dopen van heidenen tot christenen gebruik te maken van bronnen, juist omdat deze bij de heidenen in een geur van bijgeloof en heidense rituelen stonden en de paus absoluut wilde voorkomen dat de heidenen de indruk kregen alsof de Kerk ook in het sacrale van bronnen geloofde. St.Bonifatius was zeer Rome-getrouw, zozeer zelfs dat hij menigmaal in konflikt is geraakt met de Gallische (!) bisschopppen. Wrijf deze heilige dan niet aan dat hij de kerkelijke voorschriften heeft overtreden. Deze nieuwe mop roept enkel de verzuchting op: Hoe is het in 's hemels naam mogelijk, dat de R.O.B. de ene mythe na de andere blijft stapelen, teneinde de fabels te redden. En passant wordt het Nederlands publiek weer misleid met zogenaamd spektakulaire en 'deskundige' vondsten, die iedere doodgewone maar serieuze amateur-archeoloog wel uit zijn lijf zou laten te debiteren. Is dat nog wetenschap, of is 't roepen vanuit de diepte van een put? Nog een vraagje: Hoe weet de R.O.B. dat er wijwater onder de put zit? Iedere Roomse interesseert dit bijzonder. Is er soms al een wonder mee gebeurd? Voor de genezing van de ogen helpt dit wijwater in elk geval al niet, want de R.O.B. is nog altijd even blind. Er komt een monument, zeggen de kranten, voor deze wijwaterput. Dan is de volgende mop al op komst: flessen Dokkumer wijwater van St. Bonifatius! die voor een zacht prijsje te koop worden aangeboden. De commercie heeft weer gezegenvierd, al is het met Kerkelijke legenden en R.O.B.-leugens.
Lees meer over Dokkum.
In 1984 stonden de kranten vol met berichten over het putje van Bonifatius dat te Dokkum gevonden zou zijn. Heel wat historici kwamen aan het woord in de media met aanzwellende verhalen. Tevens kreeg Albert Delahaye een sneer na, immers hij had dus volledig ongelijk door de vondst van dit putje. De mededelingen van archeologen G.Elzinga, D.Visser en J.K.Boschker werden als zoete koek geslikt. Maar wat bleek na wat meer gedegen onderzoek in augustus 1984? Dat er van een putje van Bonifatius geen enkele sprake was, maar dat het put uit de veertiende eeuw betrof. Dat is 6 eeuwen na dato!

Ten onrechte zijn later veel bezittingen van het kloosters van Fulda en Werden in het Nederlandse Friesland gedacht, terwijl deze in Noord-west Frankrijk gezocht moeten worden. Prof.Dr. H.P.H. Jansen verklaart het zogenaamde bezit van de kloosters van Fulda en Werden in Noord-Nederland als volgt: "In het Friese en Groningse terpengebied lagen nogal wat landerijen van de Duitse kloosters Fulda en Werden. Dat is gemakkelijk te verklaren, want Fulda was een stichting van Bonifatius, en de Friezen hebben kennelijk veel land daaraan geschonken om hun slechte geweten te sussen wegens de moord op de man Gods". Kan de uitleg infantieler? En dat van een professor?

Van en over Dokkum zijn de volgende feiten bekend:


Bonifatius' Tombe. Afbeelding uit St.Boniface and his world by David Keep.


De vondst van het skelet van Bonifatius.
In 1966 zou in Fulda het skelet van Bonifatius gevonden en geïdentificeerd zijn, waardoor men dit nu als zekerheid hanteert. Daarvoor gebruikte men de volgende bevindingen, waar het nodige tegen in te brengen is.
  • Zijn lichaam zou gevonden zijn in de crypte (een grafruimte) van de Dom te Fulda. Ondanks dat het graf in de loop der eeuwen enige malen verplaatst is en bij herhaling opengebroken en beschadigd is geweest vanwege oorlogsgeweld en brand, weet men zeker dat men nu het graf en het lichaam van Bonifatius heeft gevonden en niet van een of andere naamloze monnik. Of de gevonden skelet ook inderdaad uit de 8e eeuw stamt vermeld het onderzoek niet. Waarom niet? Wat wordt hier verzwegen?
  • Fulda ontstond bij een in 744 in opdracht van Bonifatius gesticht benedictijner klooster. De Dom van Fulda is gebouwd tussen 1704 en 1712. Daarbij werden deels de fundamenten van de oude basiliek gebruikt. Op 15 augustus 1712 werd de dom gewijd. De nieuwbouw diende als abdijkerk voor de benedictijnen en grafkerk voor de heilige Bonifatius. Later, in 1752, werd de kerk tot kathedraal verheven. Zou het graf van Bonifatius tijdens de bouw ongeschonden zijn gebleven? Daarover zwijgen de bronnen.
  • Vastgesteld is dat het gevonden skelet afkomstig is van dezelfde persoon als waar men al een relikwie in een houten schrijn van had. Dat kan best juist zijn, maar wie zegt dat die relikwie in die schrijn van Bonifatius was, ook als staat zijn naamplaatje erop? In meer dan 25 plaatsen heeft men relikwieën van Bonifatius. Interessant zou zijn om van alle skeletdelen het DNA eens met elkaar te vergelijken. Men zou tot verrassende conclusies kunnen komen, zoals men nu al op 3 plaatsen beweert de schedel van Bonifatius te bezitten.
    Hetzelfde zien we met relikwieën van St.Willibrord die een breed verspreidingsgebied kennen en zelfs uit meerdere complete skeletten bestaan. Ook hier beweren 3 plaatsen (Echternach, Abbeville, Aken) de schedel van St.Willibrord te bezitten.
  • Men meent uit de lengte van het gevonden skelet af te kunnen leiden dat het om St.Bonifatius ging, aangezien dit een krachtig figuur moet zijn geweest. In dit geval ging het om een man van ruim 1 meter 90. Hij was immers in staat in één klap een heilige eik om te hakken. Zou Bonifatius toen hij stierf op 72-jarige leeftijd nog die lengte gehad hebben? Zeker niet als je ook volgend argument meeneemt.
  • Uit het botonderzoek is vastgesteld dat het gevonden skelet aan een ernstige vorm van arthrosis deformans (botontkalking met krimp tot gevolg) geleden zou hebben. Maar ook dit argument toont niet aan dat het om Bonifatius zou gaan. Wie in de Middeleeuwen leed hier niet aan, vanwege de eenzijdige en ongezonde voeding?
  • Een volgend argument is dat een in de crypte aangetroffen albasten reliëf de marteldood van St.Bonifatius vertoont. Dat het hier om een 18e eeuws reliëf gaat, weerlegt ook dit argument maar toont wel aan in welke tijd 'de mythe van Fulda' in volle hevigheid bestond. De huidige Dom en de crypte stammen ook uit begin 18e eeuw (1704-1712).
  • In een schrijn van het altaar werden ook skeletresten van een vrouw gevonden. Daar maakt men dan zomaar de heilige Lioba van, een familielid van Bonifatius, die abdis zou zijn geweest van het klooster Tauberbisschofsheim in het Frankenland. Zo gemakkelijk ontstaan mythen. Hoe men tot de conclusie komt dat het om een familielid ging vermeldt het onderzoeksverslag jammer genoeg niet. De gevonden skeletdelen zouden dan ook van een broer en zus uit een of ander adelijk geslacht geweest kunnen zijn, die in de Dom begraven zijn.

    Feiten zijn dat in Fulda archeologische vondsten uit de 8e eeuw ontbreken en dat dit deel van Duitsland in de 8e eeuw nog lang geen deel uitmaakte van het Frankische rijk.

    Feit is ook dat Bonifatius aartsbisschop van Austrasië en de Germaanse gebieden was en hij zeggenschap had over de bisdommen Amiens, Arras, Auxeree, Cambrai, Laon, Nevers, Noyon, Reims, Rouen, Sens en Soissons. Hij doopte en kroonde Frankische Koningen o.a. te Laon en Soissons en leidde de Germaanse kerkvergadering van Frankische bisschoppen te St.Denis, Estinnes en Soissons.

    Dat Bonifatius te Fulda begraven zou zijn is gebaseerd op geschreven bronnen, waarbij dezelfde fouten gemaakt zijn als bij alle mythen. De Latijnse namen van de plaatsen uit zijn leven, zijn steeds verkeerd vertaald en toegepast op plaatsnamen die in de tijd van Bonifatius nog niet bestonden. Niet alleen in Fulda is dat aangetoond, maar ook in Dokkum, Utrecht, Mainz en eveneens met Bavaria en Turingen.

    Enkele 'Hollandse' patronaten van St.Bonifatius.

    - Bonifatius werd in de 16e en 17e eeuw tijdens de Hollandse Zending door de missiekerk van Sasbout Vosmeer 'herontdekt' samen met vele andere 'vaderlandse' heiligen. Dit gebeurde in een klimaat dat prof.dr.L.J.Rogier typeerde als een samenkomen van een drietal factoren: historisch besef, nationaal gevoel en katholieke vroomheid. Vooral de katholieke vroomheid veroorzaakte na de 80-jarige oorlog een flinke herleefde impuls waarbij het historisch besef naar de achtergrond verdween. De legende werd boven de historische waarheid gesteld. De kerk van Medemblik kreeg in 1572 in 'de herontdekte traditie' als een der eerste kerken in Nederland het patronaat van Bonifatius. Enkele andere St.Bonifatiuskerken hebben een gebouwelijke historie die verder teruggaat dan de 16e eeuw, maar waarvan het patronaat van St.Bonifatius geheel onzeker is, zoals Cornwerd (13e eeuw), Elden (13e eeuw), Vries (12e eeuw?) en Ter Idzard (late 16e eeuw).

    - Pas in de 19e eeuw nam de verering van Bonifatius in Dokkum een plaatsgebonden karakter aan. Een melding van een eerste openbare verering en het tonen van een deel van de aan Bonifatius toegeschreven relieken in 1823 blijkt moeilijk te situeren. Deze gebeurtenis vormde de aanleiding voor een betoog over de verering van de resten van heilige.

    - Echt houvast geven de bronnen pas na circa 1870. In de context van de katholieke emancipatie werden tussen 1874 en 1882 enkele initiatieven ondernomen door de lokale (pastoor G.J. Demes) en regionale Friese clerus.

    -Er zijn wel drie boeken in omloop die vanaf de 18e eeuw omschreven worden als het boek dat Bonifatius gebruikte als schild tegen de moordlustige Friezen. In de plaats waar hij vermoord werd (Dokkum), komt de Bonifatiusverering pas echt goed op gang na 1853, als gevolg van de katholiek emancipatie. (Bron: I.Jacobs en K.Ribbens).
    Pas in 1962 wordt in Dokkum een standbeeld opgericht voor deze katholieke bisschop, onthuld door de protestantse prinses der Nederlanden, Beatrix.

    - Belangrijk waren voorts in de 19e eeuw de bouw van de nieuwe parochiekerk met de Bonifatius-kapel als zetel voor de relieken (zie boven). In 1874 verleende paus Pius IX een volle aflaat aan hen die op Bonifatius' sterfdag (5 juni) of een andere dag in die maand (juni) in de kerk van Dokkum bidden. Bovendien werd Bonifatius op de algemene heiligenkalender geplaatst.

    - In de periode 1875-1885 werden er vanuit de noordelijke regio met een zekere regelmaat bedevaarten georganiseerd die zowel de bron als de parochiekerk 'aandeden'. Pas in en na deze periode kregen verscheidene kerken het patronaat van Bonifatius, zoals Dokkum (1872), Amsterdam (1882), Leeuwarden (1884), Alphen (1886), Rijswijk (1897), Kwadendamme (1902) en Lichtenvoorde (pas in 1912).


    Bonifatius hakt de Eik van Thor om (met Gods hulp?). Sterke man die Bonifatius en dan liet hij zich in Dokkum zomaar vermoorden? Terwijl hij een begeleiding had van liefst 52 gezellen en een flink aantal Frankische soldaten. Afbeelding uit St.Boniface and his world by David Keep.

    Bonifatius apostel van Duitsland?
    Een door de traditie nooit beantwoorde vraag is hoe Bonifatius in de 8e eeuw door Duitsland gereisd heeft. Duitsland als één land bestond nog niet en is dat heden nog steeds niet. Het heet nog steeds een Bondsrepubliek. Duitsland bestond in de 8e eeuw uit tientallen (keur-)vorstendommetjes, stamgebiedjes en stamgebieden en heel veel ongerepte natuur. In de 8e eeuw liep je als vertegenwoordiger van het Frankisch Rijk, en dat was Bonifatius, overal gevaar om beroofd of vermoord te worden. Dat is in Dockinchirica (niet Dokkum!) dan ook gebeurd. Zeker als je de godsdient en gebruiken van de plaatselijke bewoners wilde veranderen, wat Bonifatius uiteraard ook wenste te doen. Het was zijn opdracht vanuit het Frankisch Rijk. Hij wilde die volkeren immers 'bekeren', ofwel zich afkeren van hun eigen goden en tradities. Die 'bekering' wordt traditioneel wel gezien als bekering tot het Christendom, maar was niet meer dan zich binden aan de Frankische vorst en eigen vorst afzweren. Vergelijk het met het latere machtsmiddel van landheren en bisschoppen door steden stadsrechten te geven. Ook daarmee verbond een stad zich aan de vorst of bisschop. Die bekering onder Bonifatius is zoals de geschiedenis ons later ook leert in het geheel niet gelukt, niet in Friesland, maar ook niet in Duitsland.
    De reis van Dokkum naar Fulda was een tocht door onbekend en ruig gebied. Welke wegen volgde Bonifatius? Waar stak hij rivieren over? Hoe doorkruisde hij de gevaarlijke wouden? Waar overnachtten hij en zijn gevolg van ruim 50 man? Hoe werden zij bevoorraad? Het was in de 8ste eeuw een voettocht van vele maanden. Een voettocht duurde vele dagen. Van St.Hubertus is een voettocht bekend en beschreven. Hij liep vanuit Kerpen naar St.Hubert, een tocht van 166 km. Daar deed hij negen dagen over, vier dagen voor de heenreis, een rustdag en vier dagen voor de terugtocht. De tocht begon op de woensdag voor Hemelvaartsdag als men om zes uur 's morgens vertrok. De eerste dag werd ongeveer 23 km afgelegd en overnachtten de pelgrims in Zülpich. De tweede dag Hemelvaartsdag - woonden de pelgrims eerst in alle vroegte mis bij om vervolgens 54 km af te leggen naar Büllingen. De derde dag voerde de tocht via Amel, St. Vith en het al genoemde Espeler naar Buret, terwijl de vierde dag over Bastogne Saint Hubert werd bereikt. (Bron: Jaarboek 42 Zannekin, p. 152).
    Dat Bonifatius te paard gereisd zou hebben stemt niet overeen met zijn geloften van Benedictijn. En Bonifatius was streng in de leer en de kerkelijke voorschriften.
    Het zijn logische vragen waar de traditie geen antwoord op heeft dan wat heilige legendes.

    Enkele opvallende zaken op een rijtje.
    Dat de laatste tijd wat meer aandacht wordt besteed aan de waarheid over St.Bonifatius, is natuurlijk een goede zaak. Maar dan moeten de onderzoekers zoals Broer en De Bruijn (AD. 11 okt.2005) wel met de juiste waarheid komen. Het verhaal dat zij wereldkundig willen maken is gewoon het traditionele verhaal over St.Bonifatius met het traditionele onmetelijke missiegebied, in deze tijd al een onmogelijkheid, in die tijd zeker!

    In de traditionele opvattingen zouden St.Willibrord en St.Bonifatius in een oneindig groot missiegebied gewerkt hebben, dat zijn weerga niet gekend heeft. Dat is teveel eer voor deze eenvoudige predikers die in Noord-Frankrijk er twee zijn uit een lange rij en er in een beperkt gebied hebben gemissioneerd. Slechts de mythen hebben van St.Willibrord en St.Bonifatius reislustige missiebisschoppen gemaakt. Gezien de omvang van het goederenbezit van St.Willibrord, maakt de geschiedenis van hem de eerste vliegende apostel van West-Europa. Als Benedictijn gold voor beiden, naast de 3 hoofdregels (gehoorzaamheid, kuisheid en armoede), vooral de "Stabilitas loci", het levenslang verblijf in het eenmaal gekozen klooster. Ook het bezit van een paard, waarop St.Willibrord meermaals wordt afgebeeld (uiteraard om zijn onmetelijke missiegebied acceptabel te maken dat zonder paard immers niet te bereizen was), is in strijd met de gelofte van armoede. Een paard was in de 8e eeuw een bezit van de rijken en daar hoorden Benedictijnen beslist niet bij.

    Andere teksten uit een van de drie levensbeschrijvingen van Bonifatius hebben nooit in Nederland of Duitsland gepast. Zo was Bonifatius voorzitter van een kerkvergadering in Francia #), werd Pepijn III door hem in Soissons tot koning der Franken gezalfd *), stelt hij bisschoppen aan in Frankrijk en was hij de doopvader van vele Karolingers. Hoezo apostel van Duitsland? De teksten die hierover handelen zijn in Nederland steeds categorisch verzwegen. Vele plaatsen in deze teksten genoemd, lagen in Noordwest- Frankrijk of Belgisch Vlaanderen. Daar lag zijn missiegebied, waar ook dat van St.Willibrord lag.
    Turingia in teksten is Doornik en niet Thüringen in Duitsland, Quentivicus, in Nederland nooit gevonden, is Quend in Noordwest-Frankrijk, Wyrda is Weretha bij Calais en niet Werden in Duitsland, de Albis is niet de Elbe maar de Franse Aa, Fresia was niet Friesland, maar Vlaanderen.

    St.Bonifatius is vermoord bij de rivier de Bordne (elders Burdina genoemd) bij Dockynchirica, dat in de pagus Hostrage (is Ostrachia) lag. In geen enkele tekst staat dat St.Bonifatius IN Dockynchirica is vermoord. De Burdina is de Bourre op zo'n 35 km van Duinkerken, dat Dochyn-chirica was. De fabel van Dokkum is pas in de 13e eeuw ontstaan, verspreid door een kannunik van Utrecht! Ergelijk is dat de volslagen leken op historisch gebied, meestal de hoogste toon aanslaan om de fabel in stand te houden. De serieuse historici spreken momenteel niet meer over de fabel van St.Bonifatius in Dokkum. De archeologie heeft helder aangetoond dat Dokkum ten tijde van St.Bonifatius niet bestond.

    #) In 744 werd in het paleis van hofmeier Pepijn onder voorzitterschap van St.Bonifatius een synode van de bisschoppen van Francia gehouden. Je vraagt je dan wel af wat de "apostel van Duitsland" daar te zoeken had, bovendien was hij zelfs voorzitter van de synode! Over dit feit zijn in Nederland nooit vragen gesteld, sterker: het wordt verzwegen.

    *) In het jaar 742 doopte Bonifatius de in Quierzy geboren zoon van Pepijn III Charles I, de latere koning en keizer der Franken Karel de Grote. Deze gebeurtenis vond plaats in het aartsbisdom van Bonifatius, dat dus in Noord-Frankrijk lag en niet in Duitsland.
    In 751 wordt Pepijn de Korte te Soissons door St.Bonifatius tot koning van de Franken gezalfd en werd zijn zoon Charlemagne tot onderkoning gezalfd. Je vraagt je dan ook weer af wat de "apostel van Duitsland" daar te zoeken had. Deze feiten (zie ook de vorige stelling) in verband brengen met een missie-bisschop uit het noorden van Nederland en het zuiden van Duitsland, ligt buiten elke rede!

    Historica mevr.Broer, en dat is nieuws, heeft de koppeling van Utrecht aan een bisschopszetel als onhoudbaar losgelaten. Als St.Willibrord geen bisschopszetel in Utrecht had, en dat stelt zij, valt het hele kaartenhuis van de mythen toch in elkaar?

    Dokkum herdenkt Bonifatius (Amersfoortse Courant van 5 juni 2004).

    Reeds in 1965 is door Albert Delahaye onweerlegbaar aangetoond dat het verblijf en de moord op St.Bonifatius zich helemaal niet afgespeeld heeft in Friesland. De heilige is in Frans Vlaanderen vermoord nabij de rivier de Burdina, de Bourre. De traditie van Dokkum is ontstaan door het misverstaan van de oorspronkelijke plaatsnaam Dockynchirica, waarvan het belangsrijkste deel -het Chirica- werd weggelaten om van het restant Dockinga - Dokkum te kunnen maken. Nooit is aangetoond dat Dokkum in de tijd van St.Bonifatius wel bestond of zo heette. Ook archeologisch heeft men tot heden nooit kunnen aantonen dat Dokkum een oudere geschiedenis heeft dan van rond de 11e eeuw n.Chr.

    De oudste tekst die de plaats van de moord op St.Bonifatius vermeldt staat in de Vita van St.Willehad. In veel levensbeschrijvingen van St.Bonifatius wordt de plaats niet genoemd. Willehad maakte een reis vanuit Engeland naar Atrecht (=Arras). "Hij stak de aangrenzende zee over (=Het Kanaal) en kwam in Fresia (=Frans Vlaanderen) bij de plaats die Dockynchirica (=Duinkerken) heet, dat is in de pagus Hostraga (=Ostrevant), waar bisschop Bonifatius voorheen met het martelaarschap gekroond werd." Het was in het vroegere Austrebant en het latere Karolingische Austrasië.

    Deze tekst staat dus in het Vita van St.Willehad, die gestorven is in 789. Hoewel het Vita zo'n 70 jaar later pas geschreven is, maar wel vele eeuwen eerder dan die van St.Bonifatius, moet deze tekst voor iedereen toch duidelijk genoeg zijn. Als men de reis van St.Willehad vanuit Engeland naar Atrecht volgt, kan men toch niet blijven volhouden dat hij via het Nederlandse Friesland heeft gereisd! Er staat overigens niet in deze tekst dat St.Bonifatius in Dockynchirica werd vermoord, maar bij de plaats Dockynchirica in de pagus Hostraga. Dockynchirica is hier Duinkerke, Hostraga is Ostrevant, wat door meerdere parallelle teksten bevestigd wordt. Het is in feite een rechtstreekse vertaling: Dockyn=kust/duin (zeewering), chirica=kerk. Geen enkele authentieke tekst in de geschiedenis van Dokkum of verre omgeving noemt Dokkum ooit als Dockynchirica.

    In de Vita van St.Bonifatius, die niet ouder zijn dan de 13e eeuw, komt de mythe van zijn martelaarschap in Dokkum, pas voor het eerst voor, omgeven door vele wonderen. Zo staat er het verhaal te lezen dat een bakker zijn broden weigerde te verkopen aan St.Bonifatius en zijn gezellen. Hij zag hen als 'vijanden van zijn goden en riten' en wenste nog liever dat de broden zouden veranderen in stenen. En zie, er gebeurde wat hij wenste, de broden werden stenen. In Dokkum worden in verschillende katholieke huizen nog stenen bewaard, die de langwerpige vorm van broden hebben. Er is hier duidelijk sprake van een legende, voor de goedgelovige middeleeuwer misschien acceptabel, als een historisch feit onaanvaardbaar.
    Ook het ontstaan van de bronnen van St.Bonifatius (er zijn er meerdere in Dokkum) kwamen uitstekend van pas bij de verkoop van Dokkumer bier en berenburg. St.Bonifatius zou nooit gedoopt hebben uit bronnen en waterputten, daar de paus dit nadrukkelijk verboden had vanwege de heidense rituelen en het bijgeloof dat er toen nog heerste. En Bonifatius was als Benedictijn zeer Rome-getrouw.
    Met dergelijke vermakelijke verhalen kunnen we afscheid nemen van die zogenaamde historische zekerheid van St.Bonifatius in Dokkum. Echter, het schijnt niet eens gewaardeerd te worden dat na zoveel eeuwen onrecht, de Friezen van deze heiligschennende moord bevrijd worden. Sterker nog, men vierde ter gelegenheid daarvan in 2004 zelfs een groot feest in Dokkum.

    Historische missers.
    De traditionele geschiedenis maakt van St.Bonifatius een reislustige missiebisschop, terwijl zijn missiewerk zich aantoonbaar beperkte tot een klein gebied in Noordwest Frankrijk. Met St.Willibrord. Karel de Grote, de Noormannen en (verder terug) de Bataven, Friezen en Saksen, moet St.Bonifatius uit Nederland vertrekken en in Noord-Frankrijk geplaatst worden.

    Dat Karel de Grote ooit een paleis in Nijmegen heeft gehad, weet elke serieuze historicus nu wel. Dat het Trajectum van St,Willibrord niet de stad Utrecht was, is in de historische wereld ook algemeen aanvaard. Dat de Bataven in de Betuwe woonden is onhoudbaar geworden, zeker nu vaststaat dat het archeologisch niet bevestigd wordt en dat het aantal gevonden nederzettingen in de Betuwe lang niet voldoende waren om hele cohorten legionairs voor de Romeinse legers te leveren. Zie bij de Bataven. Dat de Noormannen Nederlandse gebieden geplunderd zouden hebben, is evenmin aangetoond en ook dit wordt door de archeologie bevestigd: er is nooit iets van al die plundertochten teruggevonden. Zie bij de Noormannen.

    Met deze historische missers verdwijnt ook St.Bonifatius uit Nederland. Want van deze bisschop is bekend dat hij in Frankrijk resideerde en in Soissons Pepijn de Korte tot Koning van de Franken zalfde. Dit feit in verband brengen met een missiebisschop uit Noord-Nederland of zo men wil uit Zuid-Duitsland (maar ook dat is weerlegd) is niet te verklaren, welke verklaring de Nederlandse historici dan ook nooit geven.

    Veel van deze historische mythen zijn ontstaan in een tijd dat het wereldbeeld nog verre van volmaakt, laat staan juist was. Verhalen uit de tijd dat men nog meende dat de aarde plat was, worden nog steeds voor historische zekerheden gehouden.

    Het kritisch lezen van de oudste teksten laat een ander beeld zien. Echter sommige hedendaagse historici houden nog steeds liever vast aan de verhalen zoals die in de 13e en 14e eeuw werden opgeschreven, dan aan een onderzoek van de authentieke bronnen zelf.

    De eerste Nederlandse schrijvers, Alpertus Mettensis en de Annalen van Egmond, vermelden nergens de alom bekende tradities van Utrecht, van Wijk bij Duurstede, van Nijmegen of van de Bataven. Dit is vooral bij de Annalen van Egmond vanuit de traditionele opvatting bezien, een onbegrijpelijke zaak, omdat aangenomen moet worden, dat de schrijvers van Egmond de later verkeerd gehanteerde authentieke bronnen zeker kenden. Vanuit de opvatting van Albert Delahaye is dat geheel begrijpelijk. Immers toen de documenten in Egmond aankwamen, bestond die traditie nog niet.

    Pas bij latere schrijvers beginnen de mythen door te dringen, druppelsgewijs met halve en hele onwaarheden, met vergissingen en bewuste vervalsingen. Het is onbegrijpelijk dat de verhalen van deze latere schrijvers met aantoonbare fouten nog steeds voor volle waarheid worden gehouden.


    Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.