Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Julius Caesar: Commentarii de bello Gallico.





Was Julius Caesar in Nederland?

Steeds opnieuw komt bij historici de gedachte op dat Julius Caesar ooit in Nederland was. Hoewel er geen enkel bewijs voor is, blijft het hardnekkige misverstand rondzingen. Men heeft zich laten misleiden door het volk van de Eburonen, die tussen Mosa en Renus woonden. Wat zeker is dat de Eburonen de buren waren van de Menapiërs en Moriniërs, die beide in Frans-Vlaanderen rond Cassel en Terwaan woonden.
Wat moet dan begrijpen onder 'Mosa' en 'Renus'? Waren dat de Maas en de Rijn?
Of waren het de Moze en de Schelde, zoals klassieke auteurs vermelden? Zie bij Renus, zie bij Mosa.


Een historisch meer verantwoorde afbeelding van Julius Caesar, op grond van een zeker aan hem toegeschreven beeld.

Voor een gruwelijk beeld verwijzen we naar Tom Buijtendorps visie.


Met het boek 'Commentarii de Bello Gallico' (meestal afgekort tot 'Bello Gallico') treedt westelijk Europa -volgens de traditionele opvattingen- de geschreven geschiedenis binnen.

Van het begin af aan is dit boek misverstaan en zijn hieruit conclusies getrokken, die bij nadere beschouwing onjuist blijken te zijn.

Heb je eenmaal de dwanggedachte losgelaten dat de Romeinse Renus de Rijn is en Germania Duitsland zou zijn, dan zijn een aantal tot heden voor onjuist of onzorgvuldig overgeleverde of later toegevoegde details te plaatsen in Noord-Frankrijk, waar in werkelijkheid het Germania van Tacitus lag.


Houtsnede uit 1487 waarop Julius Caesar is afgebeeld te Nijmegen (Numaghen).

Dat Julius Caesar de stichter van Romeins Nijmegen geweest zou zijn, wat in de 15 en 16e eeuw nog werd gedacht, wordt door geen enkele historicus meer voor juist gehouden.


Archeologisch staat het ondertussen volkomen vast dat Julius Caesar nooit in het huidige België is geweest.
De Romeinen sloegen dagelijks volgens een vast patroon een kamp op. Daarvan is in België uit de tijd van Caesar nooit iets gevonden. Deze bevindingen van prof.H.Thoen worden weersproken door Hans Rombaut, maar bevestigd door Van Es, die stelt dat er geen enkel archeologisch of tekstueel bewijs is dat de Romeinen in 50 v.Chr. al in Nederland zijn geweest.
Dr.W.A. van Es is hierover duidelijk genoeg als hij schrijft: "De schriftelijke overlevering biedt dan ook geen doorslaggevende argumenten om de Romeinse tijd in ons land met de periode van Caesar te laten beginnen. Archeologische aanwijzingen daarvoor zijn er al evenmin". (Bron: De Romeinen in Nederland, p.25.)

Uit eigen waarneming beschrijft Julius Caesar de Renus en het Eiland der Bataven. Als Caesar nooit in Nederland is geweest, heeft hij de Renus en het eiland der Bataven dus niet in ons land, maar elders gezien. Als dan vermeld wordt dat hij vanaf het eiland der Bataven overstak naar Engeland, is wel duidelijk waar dat eiland dan gelegen moet hebben: op de normale oversteekplaats naar Engeland, op de tinroute. Caesar kwam in Engeland aan land in Walmer, op 10 km noord-oostelijk van Dover, waar de landingsplaats archeologisch is vastgesteld.

De strijd van Julius Caesar tegen Tencteren en Usipeten heeft zich ook niet in of bij Nederland voorgedaan, maar in Noord-Frankrijk.

Dat de Nederlandse opvattingen onhoudbaar zijn, blijkt ook uit de verschillende interpretaties van de klassieke teksten bij de verschillende historici. Zo maakt A.W. Byvanck van de Renus soms de Maas en maken W.A. van Es en J.E. Bogaers er wel eens de Waal van. De toepassing van Renus op de Rijn blijkt niet te kloppen en daarom wordt de tekst zonder meer op andere rivieren toegepast.

Andere klassieke schrijvers geven duidelijk aan waar de Renus en het eiland der Bataven gezocht moeten worden.
"De Renus is een rivier in Gallia waar men op Engeland uitziet en die de Germanen van Gallia scheidt". (Bron: Servius, Commentarius in Vigilii Aeneiden, VIII, 727).
"Het eiland Engeland strekt zich in de Oceaan in de lengte naar het noorden uit. In het zuiden ligt het tegenover Gallië. Voor hen die oversteken verschijnt als eerste en dichtbij zijnde kust de stad, die Rutupi Portus (Richborough) wordt genoemd. Vandaar heeft men het zicht op de Menapii (Cassel) en de Batavi, niet ver van de Morini (Terwaan ) die meer naar het zuiden wonen". (Bron: Orosius, Historiae I, 2, 76).

Conclusie:
De Romeinse Renus is dus niet de Rijn is en het Eiland der Bataven niet de Betuwe. Alles wat van deze verkeerde uitgangspunten is afgeleid zal herzien moeten worden. En dat is dus de gehele geschiedenis van West-Europa vanaf de Romeinse tijd tot in de 12e eeuw.



Een meer realistisch portret van de oudere Julius Caesar. Beeld afkomstig uit 'Het oude Rome' van Lesley & Roy Adkins, Librero Londen 2002.


Onbeantwoorde vragen blijven tot nog toe: Hoe wist Julius Caesar de namen van de voor hem onbekende rivieren in het voor hem onbekende land? Het enige dat we zeker weten is dat deze rivieren in Gallia lagen. Hoorde hij de namen van de plaatselijke bevolking? Gebruiken zij die namen dan al? Stonden er naambordjes bij? Of kregen deze rivieren pas later de namen Renus en Mosa? Waren het wel eigennamen van deze rivieren of waren het toch meer 'soort'namen, zoals de namen Aa, Isla, Wisera of Albis dat waren?
Wie dit beweert (het werd onlangs breed uitgemeten in de media) toont hiermee aan geen kennis van de ware geschiedenis te hebben. Als je zoiets beweert dien je met bewijzen te komen en die zijn er niet, zoals de echte kenners weten.

Er zijn geen schriftelijke, noch archeologische bewijsredenen om de Romeinse tijd in Nederland met Caesar te laten beginnen. Bron: Johan Hendriks.

Toch gebruikt men in Nijmegen de tekst van Caesar om aan te tonen dat de Bataven in de Betuwe woonden. Maar die kwamen er volgens het verhaal van Gelderland toch pas wonen op verzoek van de Romeinen? Echter, wat Caesar (en later Einhard) schrijft is slechts de helft van wat Tacitus vermeldt. Het belangrijkste, namelijk dat de Bataven in het uiterste onbewoonde gedeelte van Gallia gingen wonen, laat men weg. Het spreekt de traditie faliekant tegen. In Nijmegen gebruikt men dus maar een halve tekst om haar gelijk te bewijzen.


Julius Caesar heeft nooit een voet in België gezet (Bron: De Morgen: febr.2006). "Van een kamp van Julius Caesar is in België nog nooit een spoor gevonden", aldus de Gentse hoogleraar Hugo Thoen. Hoe kon Caesar dan de Eburonen in Limburg verslaan zonder ook maar één kamp te bouwen? Of verbleven de Eburonen niet in Limburg, maar in de omgeving van Beaurain?
De geschiedenis rond Caesar moet nodig herschreven worden, niet alleen over de locaties, maar ook over Caesar als veldheer. Was hij een briljante veldheer of een wrede tiran? Een nieuwe benadering rond Caesar toont meer zijn schaduwkanten.Bovenstaande kop die verscheen in meerdere publicaties is in elk geval onjuist. In de Lage Landen is Caesar nooit geweest, dus heeft hij hier ook geen massamoorden gepleegd. Wel in Frankrijk waar hij het volk van de Eburonen zo goed als heeft uitgeroeid en ook genocide pleegde op andere stammen in Gallië. Repressie is het kenmerk van elke dictator en de enige manier om volkeren die vrij willen zijn te onderdrukken. Zo'n dictator als Caesar was, zijn er meerdere geweest zoals ook Karel de Grote een machtspolitici was. Ze bestaan helaas nog steeds. Naar Karel de Grote is zelfs een Europese Vredesprijs genoemd. Het is wel kenmerkend voor het gebrek aan historische kennis in het Europees Parlement, zelfs onder historici en archeologen, zoals Tom Buijtendorp en Nico Roymans.
.
Als Ceasar nooit in België is geweest, dan is hij ook nooit in Nederland geweest. Dat hij 'omgelopen zou zijn door Duitsland' is klinkklare onzin! Keulen werd pas rond het begin van de jaartelling door de Romeinen bereikt. Dat is ruim 50 jaar ná Caesar.


De Gentse hoogleraar dr. Hugo Thoen, een autoriteit op oudheidkundig gebied en oud-docent provinciaal-Romeinse archeologie, komt na een studie van 50 jaar tot de conclusie dat Julius Caesar nooit een voet in België heeft gezet (en dus al helemaal niet in Nederland. Je kunt België niet zomaar overslaan, immers Caesars basiskamp was gelegen in Amiens). Zo ver noordelijk als het huidige Belgë is Caesar nooit geweest. En na elke marsdag van zo'n 25 á 30 km werd een nieuw kamp opgericht, compleet met spitsgracht en palisades. Voor de geschiedschrijving lijkt dit toch de nodige consequenties te hebben. In weerwil van wat voor de meeste historici nog geldt, staan de bevindingen in de archeologie haaks op de traditionele opvattingen.

In zijn eigen verslag schrijft Caesar : 'Gallië is verdeeld in drie delen: Aquitanië tussen Pyreneeën en Garonne, de Celtae die in onze taal Galliërs heten en de Belgae vanaf de Marne en Seine. Het dichtst daarbij de Germanen, die over de Rhenum wonen. Hier staat dus niet dat de Belgen bij de Rijn woonden, maar tot aan de Germanen wonen, die over de Rijn woonden. Is hier het woordje 'ook' vergeten? Immers, het gebied van de Germanen begon aan de taalgrens dat de scheiding was tussen het Romaans en het Germaans. En de taalgrens lag op de plaats waar ook Tacitus die beschreef en waar de taalgrens nog steeds ligt.. In een tweede vermelding van de Belgae schrijft Caesar: 'De Belgen wonen aan de uiterste grens van Gallië die ontstaat bij het lagere stroomgebied van de Rhenus en ze kijken er noord en oostwaarts op uit'. Ook hier staat niet dat het woongebied van de Belgen tot aan de Rijn reikt, tenminste in mijn vertaling van de tekst: 'Belgae ab extremis Galliae finibus oriuntur, pertinent ad inferiorem partem fluminis Rheni, spectant in septentrionem et orientem solem'. Traditioneel is de vertaling daarvan: "België begint bij de uiterste grens van Gallië en reikt tot den beneden-Rijn in noordoostelijke richting". Het in noordoostelijke richting moet dan nog eens toegelicht worden, immers daar ligt de beneden-Rijn niet. Het derde fragment waarin de Belgen genoemd worden is: 'Finibus Belgarum, attingit etiam ab Sequanis et Helvetiis flumen Rhenum, vergit ad septentriones'. Vertaald is dat: De grens van de Belgen loopt vanaf de Seine richting de Rijn bij de Helvetiërs en draait dan naar het noorden. De Helvetië wonen traditioneel in/bij de Jura. Ook hier wordt niet de Nederlandse Rijn bedoeld. Pak er eens een atlas bij en volg deze grens eens. Het is precies de taalgrens die vanaf Zwitserland door de Jura naar Luxemburg loopt en aansluit op de taalgrens in België bij Eupen-Malmedy. De taalgrens raakt nergens de Rijn.

Alles wat Caesar over Germania verhaalt, ligt in Frans-Vlaanderen. Zie de kaarten hieronder van het westelijk en oostelijk deel van zijn Germania. Klik op de kaart voor een vergroting.
Nu dit eenmaal is vastgesteld zal men de hele vaderlandse geschiedenis van Julius Caesar moeten herzien. Zijn strijd tegen de Eburonen bijv. heeft zich dan ook niet in Limburg voorgedaan, maar onder de taalgrens in Noord-Frankrijk rond Beaurain.
Caesar schrijft over zijn strijd met Ambiorix dat de Eburonen bij de Menapii woonden: "Dichtbij de Eburonen, achter een lijn van moerassen en wouden, wonen de Menapii, die nooit vredegezanten stuurden. Zij waren vrienden van Ambiorix". (De Bello Gallico V, 24). Het gaat hier niet over Limburg, maar over Frans-Vlaanderen!

In 10 dagen liet Julius Caesar een paalbrug bouwen over de Renus. Hij is dan bij Castellum = Cassel de hoofdstad van de Menapiërs (is Keltisch en betekent 'kustbewoners'), die nooit vredesgezanten naar Julius wilden stuurden. Hij was bang voor de Suevi, die in 102 v. Chr. Rome hadden geplunderd. Na 18 dagen liet Caesar de brug weer afbreken en gaat met zijn leger naar het land van de Morinen, omdat van daaruit de dichtste oversteek naar Brittannië mogelijk was. Hij bevindt zich dan dichter bij het huidige Calais dan bij Utrecht of ergens in Duitsland.
Deze tekst uit de Bello Gallico IV, 17-20 maakt zeer duidelijk waar de Romeinse Renus zich bevindt: in Frans-Vlaanderen.



Bij de plaats Wissant, gelegen tussen cap Gris-Nez en cap Blanc-Nez, lag het voormalige kamp van Julius Caesar vanwaar hij de overtocht naar Engeland maakte. De plaats staat nog steeds bekend als "Camp de César".

Afbeelding hiernaast enkel voorbeelden van Kampen van Julius Caesar vastgesteld in Frankrijk. (Klik op de afbeelding voor een vergroting en meer informatie). Deze zijn in België en Nederland nooit gevonden! Julius Caesar is hier dan ook nooit geweest.

Over de Gallische oorlog.

Onder Gallië wordt traditioneel, maar onjuist, heel Frankrijk, België en zelfs zuidelijk Nederland begrepen. De eerste vraag die gesteld moet worden is: "Wat verstond Julius Caesar onder Gallië?"
Voor Caesar was Gallia het gebied ten zuiden van de taalgrens; het gebied van de Galliers lag ten noorden van de Loire maar ten zuiden van de Seine en Marne. Op dit kaartje hiernaast wordt het gebied van de Belgae aangegeven, met de rivieren en zijn route en oversteek naar Brittannia. Helaas hebben we geen betere afdruk van dit oude kaartje kunnen vinden, waarop wel enkele traditionele fouten zijn afgebeeld, zoals het witte gebied van België en Noord-Brabant, met Empel. Ook de locatie van de Eburonen en de Atuatuken was niet Limburg, waar Caesar nooit geweest is, maar zij woonden in en rond Beaurain en Douai in Noord-Frankrijk.

We moeten dan scherp onderscheid maken tussen wat Julius Caesar zelf mededeelt en wat de historici er later van gemaakt hebben. En daarin zit de nodige tegenspraak. Als Caesar schrijft dat heel Gallië is onderworpen, blijkt hij in grote delen van Frankrijk, in België en in Zuid-Nederland niet eens geweest te zijn. Hoezo heel Gallië?

Ook hier is sprake van twee bronnen: de archeologie en de geschreven teksten. Als deze niet met elkaar overeenkomen, kan men er geen enkele conclusie uit trekken. Helaas is dat te vaak wel gebeurd en kwamen Germaanse stammen op een plaats terecht waar geen enkel bewijs voor was. Zo kwamen de Menapii langs de grote rivieren in midden-Nederland terecht, terwijl deze stam aan de kust van Het Kanaal woonde, waar ook hun hoofdstad Castellum Menapiorum (Cassel en niet Kassel) lag.

Op veel plaatsen waar Julius Caesar en zijn vele legioenen volgens de traditie geweest zouden zijn, zijn nooit grootschalige archeologische sporen aangetroffen. In België is bijvoorbeeld nooit iets teruggevonden uit de tijd van Julius Caesar. En de Romeinen sloegen op hun veldtochten toch dagelijks een groot kamp op. Als daarvan niets wordt teruggevonden, kan slechts de conclusie zijn dat ze er niet geweest zijn.

Volgens Plutarchis (15, 1-5) beschikte Julius Caesar over slechts 10 legioenen (dat is 60.000 man) waarmee hij in Gallia 800 steden veroverde en ruim 300 volkeren onderwierp. Waar past dit in de traditionele opvattingen van slechts een handjevol steden en slechts enkele tientallen Gallische volkeren?

In hoeverre "De Bello Gallico" ongeschonden is overgeleverd is een volgende steeds integrerende vraag geweest. Er zijn altijd vragen geweest over geografische mededelingen die Caesar noemt. Enkele gezaghebbende historici houden daarom verschillende mededelingen van Julius Caesar als interpolaties (later ingevoegde tekstdelen). Zo beschouwde A.W.Byvanck de mededeling over de Bataven (IV,10) als zodanig.
Ook mededelingen over de Renus komen wel eens niet overeen met de veronderstelde geografische werkelijkheid. Daarom wordt onder de Renus wel eens de Waal, dan weer de Maas begrepen (zie voorbeelden hierna, o.a. bij Byvanck, Van Es en Bogaers).

De volgende vraag die historici al jaren parten speelt is: "In hoeverre zijn de cijfers die Caesar noemt een propaganda geweest en niet geënt op de werkelijkheid?"
"Commentarii de Bello Gallico" kan men beschouwen als een zakelijk verslag van de veldtochten van Caesar in Gallië voor de Senaat. Het 'overdrijven' van de overwinningen en de grootte van de legers van de tegenstanders, zal zeker een rol hebben gespeeld bij het verkrijgen van meer al of niet financiële steun van de Senaat. Dit thema is van alle tijden.

Commentarii de Bello Gallico.

Het eerste hoofdstuk in dit boek stelde de historici al voor enkele bezwaarlijke problemen.
"Gallië bestaat in zijn volle uitgestrektheid uit 3 delen: één daarvan wordt bewoond door de Belgen, een ander door de Aquitaniërs en het derde deel door mensen die in hun eigen taal Kelten en in onze taal Galliërs genoemd worden. Deze drie volkeren verschillen alle drie onderling op het punt van taal, instellingen en wetten. De Galliërs worden door de Gerunna (Garonne) van de Aquitaniërs en door de Matrone (Marne) en Sequana (Seine) van de Belgen gescheiden".

Wat verstond Caesar onder Gallië? Naar de Galliërs is het hele land en ook dit boek genoemd, terwijl slechts in één van de 3 delen Galliërs woonden volgens Caesar. Waarom is het boek niet naar de Belgen genoemd, immers de Belgen waren volgens Caesar het dapperst en hebben het langst weerstand geboden tegen de Romeinse legers. Heeft Caesar de Belgae wel ooit allemaal onderworpen? Heeft hij de Moriniërs wel onderworpen en de Menapiërs? Meerder historici breken daar het hoofd over. In teksten vind je daarvan niets.

In boek I (I.1.1) over de indeling van Gallië wordt de Renus drie keer genoemd, telkens in relatie met de Belgen, en wel in de volgende 3 passages:
  • De Belgen zijn de naaste buren van de Germanen, die aan de overzijde van de Renus woonden en met wie zij voortdurend oorlog voeren.
  • Het land der Belgen komt ook aan de kant van de Sequani en Helvetes tot aan de Renus en strekt zich verder uit naar het noorden (opmerking: hier moet dus het westen begrepen worden. Zie aldaar) .
  • Het gebied van de Belgen begint bij de uiterste grens van dat van de Galliërs en reikt tot aan de benedenloop van de Renus en strekt zich uit naar het noordoosten (zie vorige opmerking.).

    Verder wordt de Renus in De Bello Gallico (DBG) enkel keren genoemd in relatie tot de Mosa:
  • “Aangekomen bij de samenvloeiing van de Mosa en de Renus en eraan wanhopend of hun vlucht wel zou slagen, wierpen zij zich in de rivier waar zij, geslagen door vrees, vermoeidheid en de sterkte van de stroom omkwamen”: DBG: IV,6-9,11-15.
    Een samenvloeiing van Maas en Schelde is in Nederland nergens bekend. Nederland kan niet bedoeld zijn vanwege het simpele feit, dat Caesar daar nooit is geweest, en bovendien vanwege het nog simpeler feit dat de samenstroming van Maas en Rijn, overigens via verschillende tussenliggende wateren, daar pas na de transgressies is ontstaan.
  • De Mosa stroomt uit het gebergte van de Vogezen, dat in het gebied van de Lingonen ligt, en nadat zij een deel van de Renus heeft ontvangen, dat Vacalus heet, vormt zij het Eiland van de Bataven en werpt zich in de Oceaan (Atlantische Oceaan) en op ongeveer 80 mijlen van de Oceaan werpt zij (de Mosa) zich in de Renus. DBG: IV,10. De Maas begint niet in de Vogezen, maar op het plateau van Langres, inderdaad het gebied van de Lingonen. Caesar zegt dus dat niet de Renus in de Mosa stort, maar de Mosa in de Renus, wat dan op ongeveer 80 mijl (is 120 km) van de Oceaan gebeurde. Deze tekst heeft in de traditionele opvattingen ook altijd problemen opgeleverd en werd als een onjuiste interpolatie geschouwd. Het past niet in Nederland. Die samenvloeiing zou dan ergens bij Tiel plaats hebben moeten vinden, maar daar stroomt de Rijn niet, wel de Waal. Het punt waar beide rivieren elkaar het dichts naderen is bij St.Andries (tussen Rossum en Kessel), waar deze tekst prima leek te passen en historici deze plek dan ook aanwezen als de plaats van de veldslag van Julius Caesar twee Germaanse stammen versloeg. Lees meer bij Caesar in Nederland?

    De Renus in altijd opgevat als de Nederlands/Duitse Rijn, de Mosa als de Maas. Maar als je deze teksten letterlijk leest, klopt het niet met de geografische werkelijkheid. Het betekent dan dat het gebied van de Belgen in Duitsland en Noord- Nederland gelegen zou hebben. Van de Jura (Helvetii) tot zelfs in Overijssel en Drente (van de benedenloop van de Rijn naar het noordoosten) wat volledig uitgesloten is.
    De Belgen zouden ook voortdurend met Germaanse stammen over de Rijn oorlog gevoerd hebben. Welke stammen waren dat in ons land? Welke stammen waren dat in West-Duitsland?

    De volgende passage in dat eerste hoofdstuk stelt ons voor een nieuw raadsel:
    "De Belgen waren het verst verwijderd van de beschaafde levenswijze van de Provincie (Provence). Ook doordat ze maar weinig bezoek krijgen van kooplieden en er in hun land dus bijzonder weinig luxe artikelen worden ingevoerd, die de verslapping in de hand werken". (Uit "Caesar, de Gallische oorlog", vertaling: F.H.van Katwijk).

    Het verst verwijderd? Dat moet men dus letterlijk opvatten, aangezien de volgende zin met het woordje "ook" begint, waar het duidelijk figuurlijk bedoeld is. (In de traditionele en meestal gehanteerde vertaling van J.Doesburg is sprake van "eensdeels" en "anderdeels", dus ook hier is sprake van een nevenschikking.)
    LET OP: Julius Caesar begreep al dat luxe goederen verslapping in de hand werkten. In de huidige 21e eeuw is dat nog steeds zeer actueel!


    Julius Caesar zoals afgebeeld in de 'Geschiedenis der Zeventien Nederlanden'.
    Zo'n prent maakte wel indruk bij de bevolking voordat fotografie of televisie bestonden. De betreffende geschiedenis is dank zij deze prenten goed in het collectief geheugen verankerd.


    A.W.Byvanck bevestigt de opvatting ook dat de Belgae het verst in Gallia woonden in zijn boek "Nederland in den Romeinschen tijd". De gebieden van de Belgae waren het verst verwijderd van de provincie en daarom het minst beschaafd. Het gebied van de Belgae reikte in het noorden tot aan de Rijn (p.41), dus tot in ons land, concludeert Byvanck. Echter juist in dat noorden aan de grote rivieren plaatst Byvanck het volk van de Menapiërs: "van de wadden en eilanden aan de monden van Schelde en Maas, verder langs de grote rivieren in Brabant tot bij Nijmegen, Kleef en Xanten en in de laatste streek ook aan de overzijde van de Rijn" (p.44 en 55). Een erg omvangrijk volk, die Menapiërs. (Geen wonder dat Julius Caesar ze ook niet kon verslaan!?!) Maar hoe moet je dan opvatten, dat ze zich in de bossen en moerassen terugtrokken bij de nadering van het Romeinse leger (p. 44 en 48)? Je kunt je toch moeilijk voorstellen dat de Romeinen over de volle breedte van Zeeland tot Kleef met een leger naar het noorden trokken, waarna de Menapiërs zich in de bossen en moerassen terugtrokken. Welke moerassen in Brabant en het rijk van Nijmegen zouden dat geweest kunnen zijn?
    Maar van een aanwezigheid van de legers van Caesar is in België al nooit iets gebleken, laat staan in Nederland.

    Byvanck geeft hierbij terecht ook al aan dat hier "het probleem van de Rijn en zijn betekenis als grensrivier" naar voren komt. (Met in de voetnoot een verwijzing naar R.von Schehila, die Wassergrenze (1931). Byvanck heeft hier dus al begrepen dat het grotere geografisch overzicht, maar ook de geografische details niet passen in de traditionele opvattingen.
    Vandaar dat hij eerder al concludeerde (p.35) dat enkele van de geografische uitweidingen "later aan de tekst van Caesar zijn toegevoegd", omdat deze (wat Byvanck niet schrijft maar wel bedoelt) "slecht gestelde uitweidingen niet kloppen" met de zo graag gehanteerde traditionele opvattingen.

    Na de overwinning op Ariovistus, koning van de Sueben in 58 v.Chr., was Caesar meester van heel Gallië met uitzondering van het land der Belgae in het noorden (p.41 en 53). Maar de Morini "waar de oversteek naar Engeland was" en Menapiërs bleven onafhankelijk. In het land van de Menapiërs is Caesar toen (in 56 v.Chr.) niet eens gekomen (p.54). Hoezo heel Gallië tot aan de Rijn veroverd?
    Wat verstond Caesar nu feitelijk onder Gallië als hij het land der Belgen, toch het derde deel van Gallië, en van de Morini en Menapiërs nog niet veroverd had? Hoorden de Belgen nu wel of niet bij Gallië?

    De Menapiërs worden door Byvanck zonder verdere opgave van redenen plots verplaats naar het zuiden van Vlaanderen. "Onder omstandigheden die ons niet bekend zijn", zoals hij schrijft (p.44). Ofwel, die aanvankelijk plaatsing in ons land bleek onjuis, dus het volk maar even verhuizen naar de juiste streek. Waarom en hoe? Het blijft hypothetisch giswerk, waarop de fundamenten van onze geschiedenis zijn gebaseerd.

    De Usipetes en Tencteren waren in het land van de Menapiërs aan de rechteroever van de Rijn ten noorden van de Lippe gekomen. Zij vielen onverhoeds de Menapiërs aan, maakten zich meester van hun schepen en konden de Rijn oversteken en bezette het land van de Menapiërs in het noorden van Gallië (p.55). Ter voorbereiding van een expeditie tegen de Usipetes en Tencteren riep Caesar de voornaamste Gallische stamhoofden bijeen te Amiens.

    Zet hier eens de traditionele opvattingen, waarbij het geheel zich zou hebben afgespeeld bij Wezel, Xanten, Kleef of Emmerich (Byvanck p.55) of bij Gorinchem of St.Andries (Van Es p. 24), tegenover de opvatting van Albert Delahaye, die het geheel in Noord-Frankrijk aan de kust van het Kanaal plaatst. Dan is een samenkomst van stamhoofden in Amiens ter voorbereiding van een expeditie geheel logisch. Dan zijn ook locaties als Renus=Schelde en Lippia=Lys logisch en verklaarbaar.
    Niet Caesars "geografische uitweidingen zijn slecht gesteld", maar met wat de historici er later van gemaakt hebben is het slecht gesteld. Daar klopt gewoon niets van. Het is wel duidelijk dat Caesar hier met Renus niet de Rijn bedoeld kan hebben.


    Hoe zag Julius Caesar West-Europa?
    This sketch shows how Julius Caesar is likely to have seen Gaul and Britain. "Cantium" written in the right hand corner of Britain is Kent. The Pyrenees are shown to the left, protecting "Hispania". Working left to right we have: Aquitania, the Garonne, "Liger" - the Loire, Gallia Celtica, the "Sequana" river - the Seine, Belgium, the "Renus" river and Germany. The Alps are at the bottom right. Marseilles is the city at centre bottom. (Bron: Ptolemeus on Columbia.edu)
    Vertaling: Deze tekening laat zien hoe Julius Caesar Gallië en Groot-Brittannië waarschijnlijk heeft gezien. "Cantium" geschreven in de rechterhoek van Groot-Brittannië is Kent. De Pyreneeën worden aan de linkerkant getoond en beschermen "Spanje". Van links naar rechts zien we: Aquitania, de Garonne, "Liger" - de Loire, Gallia Celtica, de "Sequana" rivier - de Seine, België, de "Renus" rivier en Germania. Rechtsonder zijn de Alpen. Marseille (de naam staat in de Middellandse Zee) is de stad in het midden onderaan. Links boven is het eiland Hibernia (Ierland) getekend, dat bijna net zo groot is als Engeland.

    Opvallend is dat de verschillende landkaarten die nadien gemaakt zijn van 'Gallië in de tijd van Caesar' vooral in Noord-Frankrijk zo sterk verschillen (zie de verschillende kaarten in de historische atlassen). Blijkbaar zijn er al langer verschillen van inzicht over de gebieden waar juist de studie van Albert Delahaye over gaat. Delahaye was dus helemaal niet de eerste en de enige die de ongerijmdheden ter discussie stelde. De geografen gingen hem al voor. Waarmee eens te meer is aangegeven dat de hele problematiek een geografisch probleem is. Vandaar de titel van het in 1965/1966 in twee delen verschenen boek "Vraagstukken in de historische geografie van Nederland".

    Wat weten we nu feitelijk echt?
  • Julius Caesar beschrijft in de 'Bello Gallico' zijn veldtochten in Gallië.
  • Gallië was niet heel Frankrijk. Vergelijk het met de naam 'Holland', vooral in het buitenland, dat ook niet heel Nederland is.
  • Het grondgebied van Nederland heeft nooit tot Gallië behoord.
  • Archeologisch is vastgesteld dat Julius Caesar nooit in België of Nederland is of kan zijn geweest. Hij is nooit verder gekomen dan het Carbonarisch Woud.
  • De landstreken en volkeren die hij in het noorden van Gallia beschrijft moeten in Noord-Frankrijk gezocht worden.
  • Vanuit het eiland der Bataven steekt Julius Caesar over naar Engeland.
  • De Bataven woonden tussen de Morini en Menapiërs aan de kust van Het Kanaal in Frankrijk. Waren de Bataven ook Menapiërs?
  • Dat eiland lag dus aan de kust van Het Kanaal, waar je "de overkant" kunt zien en waar al eeuwen de gebruikelijke oversteekplaats naar Engeland was en nog steeds is. De Kanaaltunnel ligt precies dáár.
  • Als de Bataven in westelijk Noord-Frankrijk woonden is het ook begrijpelijk dat ze bij Julius Caesar in het leger dienden, voordat de Romeinen in Nederland waren. Het is dan ook te begrijpen dat de Bataven nog steeds in de Romeinse legers dienden, nadat de Romeinen rond 260/270 uit Nederland vertrokken. Ze woonden nog steeds binnen het Romeinse Rijk, toen de Franken in de 5e eeuw de macht overnamen en hun naaam uit de boeken verdween, behalve in een enkele plaatsnaam, zoal Béthune, Batchem, Bathua en de pagus Batuensis.

    Conclusie:
    Julius Caesar versloeg de Usipeten en Tencteren bij de monding van de Rhenus. Aangezien Caesar al nooit in België is geweest, laat staan in Nederland, is de plaatsing van deze veldslag in Nederland, of door enkele historici zelfs in Duitsland, een farce. De plaats van deze veldslag wordt door alle historici steeds op andere plaatsen gelocaliseerd, echter nooit aan de monding van de Rijn wat gezien de tekst beslist noodzakelijk moet zijn.

    De Renus kan hier dan ook nooit de Rijn zijn geweest en dan komt het stroomgebied van de Schelde beter in aanmerking.

    Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.