| Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
![]() Standbeeld van Corbulo in Voorburg, die net als het standbeeld van Karel de Grote in Nijmegen en dat van St.Willibrord in Utrecht en dat van St.Bonifatius in Dokkum, op de verkeerde plaats staat. Gnaius Domitius Corbulo was een Romeinse legeraanvoerder en gouverneur, die onder meer optrad in het huidige Nederland en in de Levant (Z-W. Azië). ![]() Traditioneel werd het Kanaal van Corbulo (Latijn: Fossa Corbulonis, ook wel genoemd Gracht van Corbulo of Corbulogracht) omstreeks 50 n.Chr. gegraven in Zuid-Holland en verbond de mondingen van de Maas en de Rijn in de Hollandse delta met elkaar. Delen van het kanaal bleven in gebruik tot ongeveer het jaar 270. Naast het kanaal werd een militaire weg aangelegd, beide maakten deel uit van de Neder-Germaanse Limes, en fungeerden in de kustverdediging tegen aanvallen via de Noordzee. Via het kanaal en de weg kon het fort bij de Vicus van Ockenburgh bereikt worden. Ook in het verleden werd er al getwijfeld over de locatie van de Corbulogracht, zelfs door Jules Bogaers, een van de felste opponenten van Albert Delahaye. ![]() ![]() Romeinse wegen in Nederland (ook in België aan de kust!) liggen meer dan een meter (soms zelfs enkele meters) onder het maaiveld. Een kanaal langs die weg heeft dan nog lager gelegen dan de weg. Boven: Romeinse weg bij Leidsche Rijn; onder: bij De Meern. ![]() De Vliet. In de 12e eeuw of eerder is de Vliet gegraven als ontwateringskanaal en verbinding tussen de Oude Rijn en de Schie. Korte tijd daarna legde men dwars op de Vliet nóg een kanaal aan, van Voorburg naar Den Haag. Deze Haagse Trekvliet was in 1345 klaar. Op de plaats van de sluis bij Leidschendam lag tot halverwege de 17e eeuw een overtoom. De waterschappen Rijnland en Delfland hadden een verschillend waterpeil. Daarom was de Vliet hier afgedamd en passagiers van trekschuiten moesten overstappen om hun reis te vervolgen. Zware goederen moesten worden overgeladen, waarbij stapelrecht werd geheven. In Welvaart in Wording lezen we het volgende: 'Het is hier niet de plaats om een opsomming te geven van alle dijken en weteringen die in deze eeuwen in Nederland zijn gegraven. Zij vormden vaak een waterweg, zo bijv. de Delf met zijn verlengstuk de Vliet, die de graaf van Holland al omstreeks 1100 bij zijn hof te Delft heeft laten graven' (p.75). Dan moet men wel met erg sterke bewijzen komen om aan te tonen dat de Vliet in 1100 als Romeins Kanaal nog bestond. Volgens de traditionele opvattingen was de Fossa Corbulonis de voorganger van de Vliet. Dit kanaal werd in 47 na Chr. in opdracht van veldheer Corbulo door het Romeinse leger gegraven en vormde de verbinding tussen de (Oude) Rijn bij Matilo, aan de oostkant van Leiden, en vermoedelijk een vloedkreek van de Maas, namelijk de Gantel, die van Rijswijk naar Naaldwijk liep. Hierdoor was de Limes, de noordgrens van het Romeinse rijk, waaraan versterkingen langs de (oude) Rijn lagen, vanaf het Castellum Matilo (Romeins fort bij Leiden) verbonden met de Maas – waar waarschijnlijk een vlootbasis bij Naaldwijk lag. Daardoor kon men de veel gevaarlijker route over zee vermijden. Deze waterweg volgde gedeeltelijk dezelfde route als de Vliet, maar is daaraan niet identiek. Het kanaal van Corbulo was al geheel verland, toen de Vliet werd gegraven. |
Het kanaal van Corbulo kan nooit de huidige Vliet zijn geweest wegens het ontbreken van sluizen die nodig zouden zijn geweest vanwege het hoogteverschil tussen Rijn en Maas, de beide rivieren die dit kanaal zou hebben verbonden. Bovendien lag het kanaal dan lager dan het huidige maaiveld. Het kanaal zou toch lager gelegen moeten hebben dan de Romeinse wegen, die (deels) meters onder het maaiveld zijn teruggevonden. Hoe dat kan wordt overigens nergens verklaard. De eerste Romeinse bevelhebber die de Friezen noemt was Drusus, de schoonzoon van keizer Augustus. In 15 v. Chr. onderwierp Drusus de Usipeti, (die de Friezen 'zeerovers' noemden en zelf ook hadden verslagen), de Tencteri en de Chatti. Dat was niet in Nederland en al helemaal niet in Duitsland, zoals enkele verdwaalde historici blijven roepen, die Nijmegen als uitvalsbasis van Drusus blijven noemen. In Keulen en Xanten waren de Romeinen nog niet eens geweest en dan zouden ze al gestreden hebben tegen volkeren aan de overkant van de Rijn, zoals de traditie meent? Ter bescherming van de provincie (dat was dus Gallië) liet hij versterkingen aanleggen langs de Amisia, de Albis en de Wisurgis. Het is uiteraard een gotspe om dit in Noord-Duitsland te plaatsen. De hier genoemde rivieren lagen allemaal in Frans-Vlaanderen. Langs de oever van de Renus liet hij 50 forten bouwen. Bononia (=Boulogne) en Gessoriacum (= de landtong aan de Liane) liet hij met bruggen verbinden. Hij wilde ook rivieren door kanalen verbinden, grachten of ''fossa Drusiana" geheten, zoals Tacitus vermeldt. Het komt er dan ook in werkelijkheid op neer -ondanks wat de traditionalisten beweren- dat Drusus in 10 v.Chr. niet verder noordelijk gekomen was dan de taalgrens, immers hij was aan de grenslijn tussen Gallië en Germania. In 12 v. Chr. heeft Drusus de Friezen overmeesterd. En hoe? "Hij zeilde daarvoor de Renus af in de richting van de (Atlantische) oceaan, overwon de Friezen, stak het meer over, viel het land van de Chauci binnen, waar hij in gevaar kwam, toen zijn schepen bij eb op het droge liepen. Hij werd gered door de 'Frisones' die zich met hun infanterie bij zijn troepen hadden gevoegd", lezen we bij Cassius Dio. Het oversteken van de baai van de Renus betekende ook het noodlottig einde van het leven van Drusus. Hij verdronk in het Friese Rene-water, waarschijnlijk nabij Drouvin. Een andere Romeinse kanaalgraver was Corbulo die in 47 na Chr. de Friezen versloeg. Was dat in Noord-Nederland waar toen nog geen Romein geweest was? De Romeinen bereikte Nederland pas rond 40 n.Chr. De forten langs de Rijn zijn pas na het jaar 40 gebouwd, zoals in Valkenburg (40 n.Chr.), Leiden-Roomburg (47 n.Chr), Zwammerdam (rond 50 n.Chr), Utrecht (tussen 40 en 47 n.Chr.). En die 50 forten uit 15 v.Chr. zijn in Nederland of Duitsland nooit gevonden. De Corbulo- en de Drusus-grachten zijn door verschillende teksten der klassieken geografisch met het Insula Batavorum verbonden. In ons land zijn deze waterwerken tot heden niet teruggevonden, al zijn er diverse pogingen gedaan om tot een aanvaardbare localisatie te komen. Ze moeten in elk geval in elkaars buurt hebben gelegen, zoals vermeldt in de klassiek teksten: "de werken van Corbulo waren een voortzetting van die van Drusus". Deze werken lagen, evenals het Insula Batavorum, in Frankrijk! Tekst uit 47 na Chr. Corbulo bij de Chauci en zijn kanaal. Toen Corbulo het bevel voerde in Germania, trok hij zijn leger samen en viel hij onder andere de Chauci aan. Waar vandaan vertrok hij met zijn leger? Ik kan dit nergens vinden in de boeken van de traditionalisten. Maar midden in het land van de vijand werd hij door (keizer) Claudius teruggeroepen, daar deze vreesde dat hij met zijn troepen te veel macht zou krijgen. Corbulo wilde zijn leger in staat van paraatheid en geoefendheid houden, en omdat de stammen in vrede leefden (er was dus geen oorlogsdreiging), liet hij zijn soldaten een kanaal graven van de Renus naar de Mosa over een afstand van ongeveer 23 mijlen, met de bedoeling dat de rivieren bij hun terugstroming door de vloed van de Oceaan geen overstromingen zouden veroorzaken. (Bron Cassius Dio, LXI, 30). De schrijvers leggen een verband tussen de werken of het kanaal van Drusus, in 9 vóór Chr. aangelegd, en het kanaal van Corbulo. Het was een voortzetting of completering van dat van Drusus. Cassius Dio geeft aan de gracht van Corbulo een meer waterstaatkundige betekenis, bedoeld om de vloed van de zee, die in de rivieren een opstuwing en zelfs terugstroming bewerkte, over meerdere rivieren verdeeld werd en derhalve minder vlug een overstroming zou veroorzaken. Tussen Renus en Mosa behoeft niet letterlijk te worden genomen, daar het waarschijnlijk is dat Corbulo een verbinding heeft gemaakt tussen de Schelde en de Sambre, die tot het stroomgebied van de Maas gerekend kon worden omdat zij al langer met de Maas verbonden was. Feit is in elk geval, dat Corbulo dit werk liet uitvoeren toen hij bij de Chauci was. Als de gracht van Corbulo in Nederland gelegen zou hebben, moet die in Groningen of Noord-Duitsland gelegen hebben, immers daar plaats de traditie de Chauci. De plaatsing van het kanaal van Corbulo in Zuid-Holland en die van Drusus in Gelderland of in Utrecht (er zijn meerdere opties omdat het nooit gevonden is en nog in recente publicaties voorkomt), is al uit oogpunt van chronologie een omissie, zeker omdat zij de aanwezigheid en de werkzaamheid van Corbulo in Nederland veronderstelt wordt vóórdat daar één Romein aanwezig was, om nog te zwijgen van een Romeins leger! Het is een nog grotere onmogelijkheid omdat gepoogd wordt dat kanaal van Corbulo aan te wijzen in een jong landschap, dat 4 tot 6 meter hoger ligt dan de Romeinse bodem. ![]() Het Drususverhaal is enkele jaren geleden al om zeep geholpen door de Utrechtse onderzoeker Esther Stouthamer. Zij toonde met grondboringen aan dat de verbinding tussen IJssel en Rijn pas na de Romeinse tijd moet zijn ontstaan. De onderzoekers Bart Makaske en Gilbert Maas van de Universiteit van Wageningen zeggen dat ze nu meteen een populaire theorie naar het rijk der fabelen verwijzen: de gedachte namelijk dat de Romeinse veldheer Drusus in het jaar 12 voor Christus de doorsteek van de Rijn naar de lJssel gegraven heeft. En met het verhaal van Drusus verdwijnt ook het verhaal van Corbulo naar Noord-Frankrijk.
In het Duitse Elten heeft men zelfs een Drususbron, inclusief waterput en toeristische attractie. Het hele verhaal is net zo vals als de Varusslag in Varsseveld, ooit verzonnen door een ondeskundige, nu een toeristische inkomstenbron.Tom Buijtendorp beschrijft in zijn boek (zie daar) toch enkele opvallende bevindingen ten aanzien van het kanaal van Corbulo. Hij stelt in zijn uitvoerig betoog (hij noemt het liefst 43 keer) de traditionele opvattingen ter discussie. Enkele argumenten van Buijtendorp spreken de bestaande tradities faliekant tegen. De belangrijkste is dat het kanaal van Corbulo tussen Rijn en Maas nooit bestaan kan hebben, zoals het traditioneel wordt voorgesteld. Hij schrijft daarover het volgende: "Het op de Maas gerichte deel zou droog gestaan hebben als er een directe verbinding was tussen Rijn en Maas. Zowel het maaiveld als de kanaalbodem van de Rijn ligt ruim een meter lager dan de Maas. Vanwege dat verschil in waterniveau was in de middeleeuwen bij Leidschendam -zoals de plaatsnaam aangeeft- een dam gebouwd in de Vliet. Schepen moesten daar een stukje over land worden gesleept, een zogeheten overtoom. Pas later werden sluizen uitgevonden om dit probleem op te lossen". "Terwijl van het op de Rijn gerichte deel op meer dan tien plekken 'resten' zijn teruggevonden, is dat bij het op de Maas gerichte deel nog niet het geval. Mogelijk is het Maasgerichte deel in de beginperiode drooggevallen en is pas later ergens halverwege een dam aangelegd. Dat moet dan rond 160 zijn gebeurd toen in het stroomgebied van de Maas gelegen Forum Hadriani een insteekhaven kreeg en kennelijk in verbinding met de rivier stond." Uit deze tekst van Buijtendorp (p.110) kan men enkele verregaande conclusies trekken: De huidige Vliet is in de middeleeuwen uitgegraven als opvolger van het Kanaal van Corbulo (Buijtendorp, p.96). Wanneer en door wie is dat 'opvolger' bepaald? Vermoedelijk volgt het kanaal van Corbulo het tracé van de Vliet. (Buijtendorp, p.105). Van het op de Maas gerichte deel van het kanaal is nog niets teruggevonden (Buijtendorp, p.110).
Op deze afbeelding de werkelijke plaats van de kanalen van Drusus en Corbulo in Frankrijk. Het is uiteraard een farce de kanalen (het waren er meerdere) van Drusus in Nederland te veronderstellen, aangelegd in een tijd dat er nog geen Romein in Nederland was geweest. Het kanaal van Corbulo was 'een voltooiing' van de kanalen van Drusus. In Frankrijk herinneren zelfs nog enkele plaatsnamen aan deze kanalen, zoals Corbelhem en Drouvin. Deze kanalen maakte het mogelijk om vanuit de Middellandse zee via Rhône en Saône naar de Schelde en de kust van Het Kanaal te varen. Daarmee kon een gevaarlijke omweg over zee (zoals Tacitus schreef) rond Spanje en de Golf van Biskaje voorkomen worden, toen berucht en nog steeds gevaarlijk.
De visie van Albert Delahaye. ![]() Er zijn minstens vijftien argumenten die de Nederlandse traditie over de kanalen van Drusus en Corbulo tegenspreken:
Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf! |
| Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |