Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
De traditionele indeling in Nederland van Friezen, Franken en Saksen is een verouderde opvatting. Archeologisch zijn de Franken en Saksen in Nederland niet te duiden, of zoals Annemarieke Willemse dat beschreef: "de traditionele etnische indeling in Friezen, Franken en Saksen in Nederland is archeologisch niet te bewijzen (o.a. p.12 en 138)". Het is dan ook de integrerende en alles omvattende vraag hoe men tot de traditionele indeling van Friezen, Franken en Saksen gekomen is, zoals afgebeeld op het kaartje hieronder. De naam 'Franken' komt nieuw op in de 4e eeuw en 'verdringt' andere namen, zoals Bataven, Moriniërs, Menapiërs en enkele andere. Deze namen kom je in de bronnen dan ook nauwelijks meer tegen en verdwijnen van lieverlee helemaal. De Franken hebben zich 'bevrijd' van het juk van de Romeinen en noemen zich de 'vrijen', de 'Franken'. Ons gezegde 'frank en vrij' (=onbeschroomd, vrijmoedig) is daarvan afgeleid. Dat gezegde ontstond in het gebied van de Franken, waar Diets (zie daar) de voertaal was. ![]() Op dit traditionele (maar onjuiste) kaartje is te zien dat Trajectum, Dorestate, maar ook Katwijk (aan de monding van de Rhenus) niet in Francia lagen. St.Willibrord kwam aan in Francia zoals hij zelf schreef. Dat kan dus niet in Katwijk geweest zijn, dat immers in het land van de Friezen lag. Het zijn slechts details, maar juist de details geven de ware locaties van de geschiedenis aan. Een belangrijke, maar nauwelijks bestudeerde vraag is 'Hoe kwamen volkeren aan hun naam?' Gaven zij die naam aan zichzelf of werden zij zo genoemd door de klassieke schrijvers? Dit laatste zou blijken aangezien eenzelfde bevolkingsgroep bij verschillende schrijvers een andere naam kregen. Deze verschillende benaminmgen hebben ook weer tot enkel mystificaties geleid, zoals Nortmanni en Dani namen waren voor dezelfde bevolkingsgroep. Vikingen daarentegen waren een andere bevolkingsgroep. Waarom noemde Caesar het bezette gebied Gallia en zijn bewoners Celtae, maar in hun taal Galliërs "qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur?" Kregen de 'Friezen' hun naam omdat het in hun gebied koud was, volgend de traditionele opvatting? Of werden zij Friezen genoemd omdat van hen heel wat de 'vresen' was in hun vrijheidsstrijd? Kregen de Franken hun naam omdat zij 'vrij' wilde zijn van overheersing en uitbuiting? 'Frank en vrij' is nog steeds een begrip in de Nederlandse taal. Werden de Bataven zo genoemd omdat zij hun mannetje stonden in meerdere veldslagen? Het Engelse 'Battle' en het Franse 'Bataille' wijzen sterk in die richting. Een 'bat' bij Cricket is een slag. Maar ook hier blijft het oppassen. Het Nederlandse dorp Bathmen zou zijn afgeleid van 'Bodeman' of 'Bademan', de boodschapper van het gezag (koninklijk of kerkelijk), dus heeft niets te maken met de Bataven. Sommige namen van bevolkingsgroepen verdwijnen na de vroege middeleeuwen. Zijn die mensen dan ook verdwenen? Of hebben zij zich aangesloten bij anderen, zoals bij de Franken, en leven ze daar verder? Voor historici levert dat steeds een probleem op dat zij die stam of groep mensen niet meer terugvinden. En dan gaat de fantasie een rol spelen en worden volksstammen overal geplaatst waar het de historici zoal uitkomt. Zo werd er met de Suevi geschoven tussen Zwaben in Zuid-Duitsland en Zweden, terwijl ze gewoon op dezelfde plek bleven wonen en in plaatsnamen hun aanwezigheid hebben achtergelaten, zoals in Zwevegem en Zwevezeele. In Frans-Vlaanderen bestaat Zouafques (Zwaveke, in 1115 Suavekes en in 1164 Suaveca geheten). Zo ziet men de Suevi, althans de naam, verdwijnen terwijl in precies dezelfde streek de nieuwe naam van Franken opkomt. Die Franken kwamen dus niet ergens vandaan, weer een aanwijzing van de onjuiste opvattingen van historici over de volksverhuizingen, maar woonden er reeds. Zij namen wel die nieuwe naam 'Franken' aan, omdat ook zij 'vrij' wilden blijven. En welke bevolkingsgroep wil dat niet? En die 'overname' ging vaak ook zonder bloedvergieten of veldslagen aangezien de kroniekschrijvers daar niets over vermelden. Heeft het dan niet plaats gehad? Dat weten we niet. In elk geval hebben deze 'overnames' de kronieken niet gehaald. Wel enkele 'overnames' van volkeren die niet overgenomen wilde worden en zich verzette, zoals met de Saksen onder Karel de Grote gebeurde. Die haalden de kronieken, geschreven door Karel de Grote getrouwen, wel. Er zijn veel voobeelden te geven van stammen die met de Franken 'gelieerd' waren, zoals van oudsher de Abodriti. Toch verhinderde het hen niet dat zij in 817 in opstand kwamen tegen de Franken. Ook zij wilde niet onder het Frankische juk leven, maar vrij zijn. Het is zoals William Shakespeare al schreef: "What's in a name?" Een studie over naamkunde zou hierin moeten kunnen voorzien, maar dan teruggaan tot de eerste geschreven berichten en niet zoals in de meeste etymologische woordenboeken pas beginnen in de 14e of zelfs 17e eeuw. |
De plaatsing van de Franken in Nederland is het directe gevolg geweest van de plaatsing van het paleis van Karel de Grote in Nijmegen. Dat paleis heeft in Nijmegen nooit bestaan en is archeologisch ook nooit teruggevonden. Ook tekstueel is daarvoor geen enkel bewijs te vinden, ondanks wat in het Bronnenboek daarover beweerd wordt. Zie bij Het Bronnenboek. Met dit paleis verdwijnen ook de Franken uit Nederland. Lees ook wat in 'Het Verhaal van Nederland' over de Franken verteld wordt, waar liefst 185 opmerkingen over te maken zijn. De visie van Albert Delahaye. Het blijft een merkwaardig feit dat de Franken, die toch Germanen waren, na hun invasie in Frankrijk en de expansie van het frankische rijk niets aan de taalgrens veranderd hebben. Dit valt geheel te verklaren. In mijn zienswijze kwamen de Franken niet uit een verre streek van Duitsland, maar waren zij de autochtone bewoners van het noorden van Frankrijk die zich, toen het romeins gezag verslapte en allerwege het verval van het romeinse imperium begon te blijken, opwierpen om met een nieuwe nationaliteitsgedachte, kernachtig uitgedrukt door de eveneens nieuwe naam van 'Franken', het vacuum op te vullen dat reeds lang voor het definitieve vertrek van de Romeinen bestond. Zij namen eerst de germaanse gebieden in het noorden van Frankrijk in bezit (omgeving Doornik). Toen zij doorstootten naar het zuiden kwam het centrum van het frankische rijk daar te liggen in de omgevind van Noyon en Soissons en St.Denis bij Parijs, om enkele belangrijke Frankische plaatsen te noemen. Op het gebied van de taal bleef alles bij het oude, doodgewoon omdat bij de Franken de germanisering van Frankrijk niet op het programma stond. Zij waren immers zelf Germanen. Van een dreiging van Germaanse invallers is ook nooit sprake geweest. De Germanen woonden immers sinds mensenheugnis al binnen het Romeinse Rijk. Vergeet alstublieft niet alle beweringen van Delahaye te controleren bij Blok “De Franken in Nederland" en u zult zien dat Blok uit het omvangrijke bezit van het bisdom Traiectum niets noemenswaard in Nederland weet te plaatsen. In 1653 werd per toeval in Doornik het graf van Clovis' vader, de districtscommandant Childerik (het jaar 481), de stamvader van de Franken gevonden met vele rijke schatten, en "begraven in Doornik alwaar hij dus ook gewoond zal hebben". Het is een sterke aanwijzing, zelfs een bewijs dat de Franken toen al in Doornik en omgeving woonden. De naam Franci en de bevolking, die in ca. 280 n.C. in bronnen beginnen te verschijnen, waren niet afkomstig uit Frankenland in Duitsland, doch zij waren inheems in het noorden van Frankrijk en het zuiden van België. Zij noemden zich Franci (vrijen), omdat zij zich verenigden tegen het Romeins gezag. Zij zullen voor het merendeel zijn voortgekomen uit de Suevi (omgeving Kortrijk), want er moet opgemerkt worden dat de naam van de Suevi bij de opkomst van de Franken begint te verdwijnen. Ook andere stammen die zich verzette tegen de bezetting door de Romeinen, sloten zich bij dit verzet aan en noemden zich ook Franken. Na deze tijd spreekt bijna niemand meer over de Suevi, die door Caesar en Tacitus toch als het grootste en machtigste volk van de Germanen werden beschreven. Later duiken de Franci op verschillende plaatsen op. Dan is het waarschijnlijk dat dit geen veroveringen van de Franci waren, doch dat ook andere groepen zich Franci zijn gaan noemen, omdat zij hetzelfde ideaal van eigenheid en zelfstandigheid voor ogen hadden. Deze opvatting die controleerbaar is met teksten, ook van andere volksstammen, maakt van de Volksverhuizing een mythe, een hardnekkige mythe bedacht door historici die de bronnen niet kenden. Er zijn meerdere historische feiten en gebeurtenissen die met de hier genoemde achtergrondkennis herschreven zullen moeten worden. “Deusone in regno Francorum” Wanneer men deze omschrijving in de bronnen vindt (Hieronymus, Chronicon; Cassiodorus, Chwnica), dient men zich af te vragen wat primair is en het zwaarste weegt: een moeilijk terug te vinden plaats (Deusone) óf het feit dat deze “in het rijk van de Franken” lag. Naar mijn mening moet van het laatste worden uitgegaan, het land van de Franken in de omgeving van Doornik, zodat de determinatie van Diessen in Noord-Brabant een misslag is, niet alleen omdat de bedoelde slag van ca. 370 tussen Franken en Saksen in de ware streek van deze stammen gesitueerd moet worden, maar vooral omdat men niet kan veronderstellen dat beide partijen naar een transgressiegebied zouden zijn getrokken om daar hun conflict uit te vechten. Ten derde: de Noord-Brabantse plaats en naam Diessen verschijnt pas in de 13e eeuw, derhalve negen eeuwen na het vermelde feit, zodat de ons voorgeschotelde etymologische identiteit niet bestaat. Deze klakkeloos neergelegde lokalisatie had tot gevolg, dat de historische feiten honderden kilometers verkeerd werden gelegd, en dat van het rijk der Franken een totaal onjuiste omschrijving ontstond en de ware historische geografie een volgende dreun kreeg. Zie ook verder naar onderen over het veronderstelde (te) grote rijk van de Franken. Lees meer over de Franken in de Ware Kijk Op. DE SALISCHE FRANKEN De oudste teksten over de Salische Franken gebruiken dit Salisch zuiver en alleen als een aardrijkskundige aanduiding zonder de minste institutionele ondergrond, en zonder enige toespeling op een volkenkundig of bestuurlijkonderscheid. De term duidt de Franken aan bij de Selle, voorheen Sala genoemd, een rivier ten oosten van Kamerijk. Primo zaten deze Franken dus helemaal niet in het nederlandse Salland, secundo stoten we op de zoveelste namen-doublure, waarbij het wel zaak is te onderzoeken wanneer de nederlandse naam is ontstaan terwijl de franse Salische Franken al vele eeuwen niet meer waren genoemd. Maar dit, de grondslag van gedegen naamkunde, is onbekend terrein voor Blok, die de Salische Franken in Salland neerzet (zie zijn boek p. 11,15,16,17, 19). Hij distantieert zich wel, en terecht, van de vroegere opvatting dat de Saliers en de Ripuariers de twee grote groepen of volken van de Franken waren. De Ripuariers laat hij maar zweven, omdat hij die niet weet te plaatsen en hij Ribecourt (Nord, Oise en Aisne) niet kent. Wanneer dan later de “Lex Ribuariorum” verschijnt, die in feite een verordening was voor een zeer beperkt gebied, en ook een “Lex Salica” gerekonstrueerd was, ofschoon deze nauwelijks in de geschreven bronnen naar boven komt, begon in de rechtshistorie een opgeblazen thesis te ontstaan, die zelfs ten grondslag werd gelegd aan de hele rechtskundige ontwikkeling van westelijk Europa. Die thesis is inmiddels wel algemeen verlaten, maar daarvan afgeleide dedukties zijn nog lang niet opgeruimd. Leest men de boeken van Albert Delahaye dan wordt vrij snel duidelijk dat de Franken geplaatst moeten worden in het land dat nog steeds naar hen genoemd wordt: Frankrijk! Hun plaatsing in Nederland is een mythe, veroorzaakt door het veronderstelde verblijf van Karel de Grote in Nijmegen. Archeologisch zijn de Franken en Saksen in Nederland niet te duiden, of zoals Annemarieke Willemse dat beschreef: "de traditionele etnische indeling in Friezen, Franken en Saksen in Nederland is archeologisch niet te bewijzen (o.a. p.12 en 138)". ![]() Als we spreken over de Franken in Nederland is vooral Prof.Dr.D.P.Blok een van de felste verdedigers van deze mythe. Leest men zijn boeken nauwkeurig, dan "schieten de vraagtekens uit zijn pen en uit de ogen van de lezer". Regelmatig geeft Blok aan het niet te weten. Hij heeft het over "ik geloof van niet" , "meen ik een spoor te herkennen" , "moeilijk te beoordelen" , "weliswaar schijnt het" , "is mogelijk" , "die men op goede gronden aannam" , "een zeer omstreden vraag" of "de (klassieke) schrijver moet zich vergist hebben", om enkele willekeurige voorbeelden te geven. Over welke zekerheden heeft Blok het dan nog in zijn boek "De Franken in Nederland?" Regelmatig ook spreekt Blok zichzelf of de traditionele geschiedenis faliekant tegen. In de inleiding van zijn boek "De Franken en hun optreden in het licht der historie", verklaart hij onomwonden dat "de periode van de 3de tot de 5e eeuw van de Franken in ons land geen aanwijsbare sporen heeft nagelaten". Enkele regels verder schrijft hij: "Voor de dan volgende eeuwen ontbreken de schriftelijke bronnen vrijwel geheel; men kan ze met recht de duistere eeuwen noemen". Verder schrijft Blok in deze inleiding: "Een enkel loflied, een brief van Theoderik de Grote, een romantisch verhaal bij een Byzantijns geschiedschrijver, schijnen op ons land te slaan, maar zeker is dat nog niet". Blok concludeert dan terecht: "De Frankische geschiedschrijvers van vóór de Karolingische tijd echter, schijnen dit gebied niet te kennen". Dan moet een onafhankelijk lezer zich toch afvragen: "Waarop is dan die sterke traditie van de Franken in ons land gebaseerd?" (zie afbeelding hieronden. Klik op de afbeelding voor een vergroting. Let speciaal op het Kolenwoud dat hier in België getekend is en niet in Duitsland!)) Waarop is dan het boek van Blok gebaseerd? Het antwoord is vrij simpel: "helemaal nergens op; slechts op de foutieve interpretaties van enkele klassieke schrijvers, op tekstvervalsingen en op de foutieve conclusies die men uit de foutieve lezing trok". En ondanks zijn eigen en geheel juiste conclusie, dat Frankische geschiedschrijvers ons land niet kennen, dus er nooit over geschreven hebben, probeert Blok in zijn boeken desondanks de mythe overeind te houden. Uit de honderden teksten haalt hij er enkele aan, die schijnbaar op Nederland betrekking hebben. Vergelijkingen met andere teksten die over hetzelfde spreken, laat hij (angstvallig? opzettelijk?) achterwege, want die zijn duidelijk genoeg. ![]() In het onlangs verschenen boek van Annemarieke Willemsen (wetenschappelijk medewerkster van het Rijksmuseum van Oudheden) over de "Gouden Middeleeuwen" komt zij tot enkele opvallende bevindingen, die het gelijk van Albert Delahaye onweerlegbaar aantonen. Haar opvattingen over Nederland in de Merovingische tijd zijn opzienbarend en bevestigen de onjuistheid van de traditionele opvattingen. Zie verder bij het gelijk van Delahaye. Zij komt tot de conclusie dat de traditionele indeling in Nederland van Friezen, Franken en Saksen niet gebaseerd is op de archeologie. De vraag is, waarop dan wel? In elk geval ook net op de geschreven bronnen, wat Blok zeer terecht concludeert. De zogenaamde Frankische en Saksische boerderijtypen in Nederland zijn pas ontstaan na het jaar 1600. Daar kan men dus geen geschiedenis van het eerste millennium aan koppelen. (Bron: Geert Hüssteg, Zo herinner ik mij Brabant.) Lees meer over "De Franken in ons land" in het hoofdstuk over dit boek van prof.dr.D.P.Blok. Lees meer over prof.dr.D.P.Blok in een apart hoofdstuk. Wat weten we feitelijk uit de klassieke teksten? Het is een evidentie dat Frankrijk zijn naam te danken heeft aan de Franken, maar daar zit wel een geschiedenis van vele eeuwen tussen. Het begrip Franken vraagt enige toelichting. Franken is een verzamelnaam van meerdere stammen en volkeren die zich bij elkaar aansloten en zo een sterke betekenis in de geschiedenis bepaalde. Het kerngebied van de Franken lag aanvankelijk tussen de steden Doornik en Noyon dat nadien ook één bisdom vormde. Dat gebied werd door meerdere strubbelingen -oorlogen kunnen we het niet noemen- door enkele verdragen en doordat andere stammen zich bij die Franken aansloten, uitgebreid met het land tussen de Schelde en de Loire. In de tijd van de Karolingen omvatte het rijk van de Franken de gebieden die men later Neustrië en Austrasië ging noemen, welke gebieden geheel binnen de grenzen van het huidige Frankrijk lagen. Lees meer over Neustrië en Austrasië. Maar hier ging het al mis toen historici meenden dat Austarsië zelf uitgebreider was tot ver in Duitsland en ook van de Frankische Charlemagne een Duitse vorst werd gemaakt. Er zijn meerdere aanwijzingen dat het rijk van de Franken zich beperkte tot slechts een deel van Frankrijk. Francia betekent dus in zijn oorsprong simpelweg “het land van de Franken”. Frankrijk heeft zijn naam gekregen vanuit het noorden. Het is de eerste maal dat deze naam in de bronnen verschijnt, en het is duidelijk dat hij nog geen vast begrip was of een strikt omschreven geografische aanduiding inhield. Dezelfde naam Francia staat op de Peutinger-kaart boven de Patavia, terecht omdat het land van de Franken inderdaad ten noorden van het land van Béthune lag. Veel uitbreidingen van het rijk van de Franken, met name onder Karel de Grote, zijn voortgekomen uit de onjuiste opvattingen van historici die de klassieke teksten verkeerd interpreteerden. Zo meenden historici dat Karel de Grote een paleis in Nijmegen had, terwijl het om de Franse stad Noyon bleek te gaan. Alle opvattingen en gebiedsuitbreidingen die aan dit paleis in Nijmegen gerelateerd werden, kunnen derhalve geschrapt worden. Dat Karel de Grote (met zijn omvangrijk gevolg) ooit in Nederland geweest zou zijn en Nederlands gebied zou hebben 'veroverd' (zonder veldslagen te leveren?), hangt samen met dat vermeende paleis in Nijmegen. Als dat paleis vervalt, vervallen ook alle gebiedsuitbreidingen van Karel de Grote in Nederland. Eenzelfde verhaal kan ook verteld worden in Duitsland, waar veel, zo goed als alles, afhankelijk is van de aanwezigheid van Karel de Grote in Aken. En daar wordt zelfs door Duitse historici toch ook aan getwijfeld. Lees meer over Aachen. Het verdrag van Verdun in 843 beperkte zich ook tot een minder groot gebied dan in alle historische atlassen is afgebeeld. Ook hierbij is de naschrijverij debet geweest, het bekende fenomeen in de historische wereld. Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf! |
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |