Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Ook in het nieuwste onderzoek van B.S. van der Meulen (The Late Roman limes revisited, dec.2017) worden deze problemen bevestigd. Op veel plaatsen waar men traditioneel een locatie van de Peutingerkaart meende te vinden, wordt dit door de archeologie allerminst bevestigd. |
In een recent artikel van Stijn Heeren met als titel "The theory of 'Limesfall'and the material culture of the late 3rd century" (zie daar), wordt van enkele traditionele opvattingen afgeweken. In dit artikel meent Heeren aangetoond te hebben dat de 'Limesfall' niet voortgekomen is door invallende Germaanse stammen. Hij sluit daarbij (onbewust) aan bij de opvattingen van Albert Delahaye, al geeft hij een andere wending aan het verhaal. Jan Verhagen stelde zelfs: "De opvattingen van Bechert en Willems zijn achterhaald". (Jan Verhagen op SEM-symposium in 2017). Het komt er gewoon op neer zoals W.A.van Es het beschreef: "Romeins Nederland was allerminst van internationale allure". Het belang van Romeins Nederland wordt nog steeds schromelijk overdreven. Hat was de 'agri decumates' van veteranen en thuisloze oudgediende militairen. De Limes Germanicus lag in Noord-Frankrijk aan de Renus. De Renus was de Schelde. Er is geen enkel bewijs of ooit geleverd, dat de plaatsen in Nederland waar meer of minder Romeinse overblijfselen zijn gevonden, overeenkomen met de plaatsen die op de Peutingerkaart worden genoemd. In Nederland wordt met de Peutingerkaart bewezen, wat juist zonder die kaart bewezen zou moeten worden. De Peutingerkaart is als bewijsstuk volkomen onbetrouwbaar. Zie bij de Peutimgerkaart. Klik hier voor een compact overzicht. De grootste deskundigen op het gebied van Romeins Nederland weerleggen de tradities. Dr.A.W.Byvanck, Dr.W.A. van Es en Tilmann Bechert geven van geen enkele plaats een bewijs dat deze de Romeinse naam gedragen zou hebben, zoals die op de Peutingerkaart staat. Voor een kort overzicht van hun bevindingen, klik hier! Voor een uitgebreide toelichting, lees hiernaast verder. De foutieve manier van interpreteren van de Peutingerkaart laat zich het best kenmerken met het volgende citaat: "Sinds men de Peutingerkaart kent trachten archeologen aan de hand van dit document de ligging van de daarop vermelde plaatsen te localiseren. Fletio is met zekerheid te Vechten gelocaliseerd. Uitgangspunt van de verdere beschouwing is dat de locaties van Fletio (Vechten) en Noviomagus (Nijmegen) vast liggen" Bron: J.Bervaes. Men wil in Nederland dus met de Peutingerkaart bewijzen, wat er op de Peutingerkaart staat. Dat is het kenmerk van de Nederlandse interpretatie: een deductie uit een deductie. Maar de locaties van Fectio (dat staat niet eens op die kaart, daar staat 'Eletione', zie afbeelding hieronder) en Noviomagus liggen allerminst vast. Voor de gebruikte bronnen zie onderaan deze bladzijde. Zonder enig bewijs te leveren is men er klakkeloos van uitgegaan dat het Noviomagi op de Peutingerkaart Nijmegen was. Die fabel is in 1480 verzonnen door Willem van Berchen, een kanunnik van de St.Stephanuskerk in Nijmegen, die een beetje 'potjeslatijn' kende. Zijn vertaling van de gedenksteen van Frederik Barbarossa uit 1155 wordt algemeen als foutief beoordeeld, ook in Nijmegen. Zie de tweede alinea in het hoofdstuk over Nijmegen. Vergelijk hiermee met wat de 'geleerden' van de tekst op het 'Romeinse schrijfplankje van Tolsum' gemaakt hebben. Lang meende men dat het om koopcontract om een koe ging (hoe typisch Nederlands). Nu blijkt het om een schuldverklaring van een slaaf te gaan. Ook onjuist lijkt mij, aangezien een slaaf geen rechten had en dus ook geen schulden of tegoeden kon claimen, laat staan dat men dat op schrift zou stellen. Kon een slaaf dan lezen? Zo schrijft men in Nederland geschiedenis! Honderden bewijzen spreken de traditionele geschiedenis van Nederland in het eerste Millennium radikaal tegen, te beginnen met "Germania" van Tacitus. Publius Cornelius Tacitus. Het is niet de vraag of er Romeinen geweest zijn in Nederland en er versterkingen hebben gebouwd, maar de vraag is "Welke namen hebben deze plaatsen gedragen?" Van Romeins Utrecht is bij opgravingen onweerlegbaar vastgesteld dat het de naam Albiobola gedragen heeft. Daarmee wordt de hele Nederlandse traditie in één klap van tafel geveegd, inclusief het Trajectum van St.Willibrord en het Noviomagus van Karel de Grote. Liffol-le-Grand Frankrijk. De ligging en het belang van de vindplaatsen van Romeins in Nederland komen niet overeen met de Peutingerkaart en de gegevens in andere bronnen, zoals het itinerarium Antonini en de gegevens van Ptolemeus. Germania van Tacitus. "Germania" van Tacitus gaat niet over Duitsland, maar over Noord-Frankrijk! Het grote misverstand is de identificatie van de rivier de Renus geweest! De Renus was een rivier in Gallië! Meer informatie zie het hoofdstuk over Renus. Grand-Frankrijk. Grand-Frankrijk. Dr. A.W. Byvanck (zie opgave literatuur onder aan de bladzijde) wordt nog steeds beschouwd als dè autoriteit op het gebied van Romeins Nederland. Hij is een veel nageschreven en weinig bekritiseerde auteur, ook al spreekt hij vaak zelf zijn twijfel uit. Wat bij Byvanck "vermoedelijk", "waarschijnlijk" of "niet onaannemelijk" is, wordt bij zijn 'naschrijvers' zonder verdere aanwijzingen of bewijzen, plots een zekerheid, ofwel een traditie. Zo schrijft men in Nederland geschiedenis. Archeologie is interpreteren. "De Nederlandse archeologie is zich steeds meer bewust van de kracht en zwakheden van de theoretische modellen die aan haar interpretaties ten grondslag liggen". Bron: J.H.F. Bloemers. De studies van Albert Delahaye tonen onmiskenbaar aan dat bij veel archeologische interpretaties grove fouten zijn gemaakt. De archeologie heeft heel wat steken laten vallen. Klik hier voor een overzicht! De "Limes Germanicus" lag op de taalgrens in Noord-Frankrijk en België. Veel mythen in de traditionele geschiedenis zijn voortgekomen uit een foutieve interpretatie van archeologische vondsten. Voor een overzicht van foutieve archeologische interpretaties, klik hier! |
De gangbare interpretatie van de Nederlandse Limes wordt ter discussie gesteld. Lees meer... Nieuw archeologisch onderzoek toont het gelijk van Albert Delahaye aan en zet de traditie op haar kop! De Rijn was geen verdedigingsgrens tegen invallen van Germaanse volkeren, maar een bewaakte transportroute! Zie Archeobrief 1, maart 2008. Het gelijk van Delahaye wordt ook aangetoond door prof.Hugo Thoen: Gentse professor in de Romeinse archeologie bevestigt het gelijk van Albert Delahaye. Prof. Hugo Thoen: "Ik zoek al vijftig jaar naar bewijzen van Caesars aanwezigheid in België, maar heb nooit iets gevonden." Alles in de Romeinse geschiedenis van Nederland en België wat van de foutieve veronderstelling is afgeleid dat Caesar tot in onze streken is geweest, zal herschreven moeten worden. Deze visie van prof.Thoen wordt ook bevestigd door andere historici. Dr.W.A. van Es erkent dit in zijn boek "De Romeinen in Nederland" en J.H.F. Bloemers in "Voeten in de Aarde" vermeldt hetzelfde. Van Es schrijft op p. 25: "De schriftelijke overlevering biedt dan ook geen doorslaggevende argumenten om de Romeinse tijd in ons land met de periode van Caesar te laten beginnen. Archeologische aanwijzingen daarvoor zijn er al evenmin". Op p. 27 staat: "Niets wijst erop dat Caesar tot aan de Oude Rijn is doorgedrongen" Bij Bloemers lezen we op p. 50: "Rond 50 v.Chr. vertonen de Romeinen zich voor het eerst in onze streken als Caesar door onze zuidelijke gebieden trekt. Archeologische resten daarvan zíjn tot op heden echter nog niet aangetroffen". Ook J.A. Trimpe Burger merkt op dat "vroeg-Romeinse vondsten uit de tijd van Caesar zijn in ons land niet aangetroffen". In Zeeland dateert de vroegste vondst van Romeinse herkomst uit ca. 70 na Chr. (Trimpe Burger, o.c. p.45). En W.A. van Es, J.H.F. Bloemers en J.A. Trimpe Burger zijn niet de minste op hun vakgebied. Over de basis van alle historische mythen spreken ook zij dus meer dan alleen hun twijfel uit. Erger, met deze uitspraak bevestigen zij de visie van Albert Delahaye op onmiskenbare wijze. Waarmee de veronderstelling van Caesars aanwezigheid ondubbelzinnig wordt weerlegd. Immers Caesar trok niet in zijn eentje rond, maar met een gezelschap van verscheidene legioenen en zo'n legioen bestond uit 5000 tot 7000 man! De materiële aanwezigheid van zo'n leger cijfer je niet zomaar weg. Caesar beschrijft hoe zijn militairen kampementen maakten door grachten te graven en palissades op te richten. Er is niets van teruggevonden in België, evenmin als in Nederland! En als Caesar verdwijnt uit Nederland en uit België, dan verdwijnen ook het "Insula Batavorum" en de "Renus", die Caesar uit eigen waarneming beschrijft, uit het Nederlandse landschap. Als daarna de vanzelfsprekende consequenties worden doorgetrokken, is het probleem van de mythen in één slag opgelost. Immers de basisfout in alle erna volgende mythen is de verkeerde locatie van de rivier de Renus geweest. De Renus was niet de Nederlands/Duitse Rijn, maar de Schelde! De Rijn heette bij de klassieke schrijvers Obrinca. Veel mythen in de traditionele geschiedenis zijn voortgekomen uit een foutieve interpretatie van archeologische vondsten. Voor een overzicht van foutieve archeologische interpretaties, klik hier! Er is tussen ongeveer 50 en 250 na Chr. een Romeinse grens geweest langs de Rijn in Nederland. Dat wordt door Albert Delahaye ook allerminst ontkent. Maar deze Romeinse grens in Nederland was niet dè "Limes Germanicus", waarvan men algemeen aanneemt dat die op de Peutingerkaart staat afgebeeld. Deze grens was geen verdedigingsgrens, maar een bewaakte transportroute. Er zijn veel argumenten te geven dat de plaatsen op de Peutingerkaart in de Patavia genoemd geen betrekking kunnen hebben op Nederland. De belangrijkste argumenten zijn:
De 'forten' langs de Rijn zijn in verschillende opzichten afwijkend van het Romeinse standaardmodel. Ze waren vrij klein, de binnenruimte was niet in drieën, maar in tweeën gedeeld en er ontbraken vaak een of meerdere van de gebruikelijke vier toegangspoorten. Ook zijn geen twee van Nederlandse forten aan elkaar gelijk. Bron: Onder onze voeten. Daaruit blijkt al dat deze zogenaamde Romeinse forten niet gebouwd zijn als standaardmodel voor de grensverdediging, maar als individuele bewakingsposten voor de transporten over de Rijn, wat ook bevestigd wordt in een artikel in Archeobrief. Zie daar! De Nederlandse grensforten waren ook niet de Romeinse "Limes Germanicus". Deze werd aangelegd aan het eind van de 4e eeuw, ter verdediging van Gallië tegen binnendringende Germaanse stammen. Op dat tijdstip (375 n.Chr.) waren de Romeinen al meer dan een eeuw uit Nederland verdwenen. Van een verdediging in een prijsgegeven gebied was in Nederland totaal geen sprake. De "Limes Germanicus" lag ook niet in Nederland, maar op de taalgrens in Noord-Frankrijk en België. De hoofdstad van Germania Inferior was Boulogne-sur-Mer (Bononia) en niet Nijmegen of Voorburg. Overigens wordt in geen enkele klassieke Romeinse tekst het woord 'Limes' genoemd. Dat is bedacht door een historicus in de 20e eeuw die het woord 'grens' vertaalde met 'Limes'. Het is nu zo algemeen geworden dat iedereen het gebruikt alsof de Romeinen het zelf ooit zo genoemd hebben. Zo ontstaan steeds nieuwe mythen in de Nederlandse geschiedenis. The Rhine and Danube for instance were never highly defensive frontiers, but rather fortified, controlled supply routes. Bronnen: Whittaker 1994, 158; see for detailed regional studies Van Dinter 2013; Sommer 2009; Langeveld et al. 2010 Wat Whittaker al in 1994 wist, daar komen de Nederlandse historici pas na 2008 achter. En Stijn Heeren loopt helemaal achteraan en verkondigt het in 2016 als nieuws! Dat is een achterstand van ruim 22 jaar! Leest men elkaars werk wel? Blijkbaar niet.Ook in het Geschiedenis Magazine van april 2015 wordt een meer realistisch beeld gegeven van de Nederlandse 'Limes'. Het was geen hermetisch gesloten 'ijzeren gordijn', maar een poreuze grens. De Nederlandse grens bevond zich bijna overal in een wetland, een vochtige of moerassige zone met waterlopen en beken, vaak onderhevig aan eb en vloed en soms overstroomd. Tussen de forten bouwde men goede wegen, waarnaast ze wachttorens optrokken. Hoeveel is onbekend. Toch was het verdedigingssysteem niet volmaakt.Commentaar: Als onbekend is hoeveel wachttorens er waren en waar die stonden, dient men dit niet als een vaststaand feit te vermelden. Het heeft geen invallen van Germaanse stammen voorkomen, want die Germanen leefden al binnen het Romeinse Rijk. Het beeld dat tot heden bestond van die grens moet dan ook drastisch worden bijgesteld. De 'verdedigingslinie' liep door een veen- en moerasgebied. Nederland was toen nauwelijks bewoond. Wat viel er te verdedigen en tegen wie? Deze grens verdween rond 260 n.Chr. en werd verlegd naar de weg Boulogne-sur-Mer -- Bavay -- Keulen. Ook hier krijgt Albert Delahaye weer gelijk, zij het vele jaren te laat. Wat is er waar van de Nederlandse interpretaties? We geven aan de hand van de lijst hieronder bij elke plaats een verwijzing (LINK) naar een nieuwe bladzijde waarop U de traditionele visie naast die van Albert Delahaye kunt vinden. Deze bladzijden zijn nog in opbouw. Nog niet elke LINK is voltooid. In de boeken van Delahaye vindt U eventueel een uitgebreidere toelichting. Onderaan deze bladzijde geven we verdere argumenten die de traditionele visie radikaal tegenspreken en zelfs weerleggen. Verder vindt U er een bronverwijzing waarvan gebruik is gemaakt bij de vaststelling van de "Nederlandse" traditie. Voor vragen kunt U zich altijd wenden tot G.B.M. Delahaye. De stichting van de afzonderlijke forten is van belang om het begin van de Romeinse aanwezigheid in Nederland te bepalen. Is het aannemelijk te maken dat de Romeinen al in de jaren vóór het begin van de jaartelling in Nederland waren. Was Drusus in Nederland? Was Augustus ooit in Nederland? Was Germanicus in Nederland? Was Corbulo in Nederland toen hij het kanaal liet graven dat naar hem vernoemd is? Was Traianus ooit in Nederland? Zijn daar bewijzen voor te vinden? Is er een logische opbouw in de aanleg van de forten? Kunnen forten verder noordelijk ouder zijn dan die in het zuiden van ons land of zuidelijker langs de Rijn in Duitsland? De Romeinen kwamen toch uit het zuiden? Daar is toch iedereen van overtuigd! Albert Delahaye heeft ooit de opmerking gemaakt "Als je de geschiedenis van de forten in ons land moet geloven, kwamen de Romeinen als parachutisten". Hoe kwamen ze in Velsen, hoe in Ermelo, als er geen tussenliggende kampen bekend zijn? Hoe kon Drusus een kanaal laten graven als de dichtbijzijnde Romeinse nederzetting op zo'n 150 km. afstand lag? Waar verbleef hij? Waar sliepen en woonden zijn manschappen die elke dag moesten gravan? En van daaruit ging hij Duitsland aanvallen? Dat had hij dan toch beter vanuit Xanten kunnen doen, wat Robert Nouwen ook als uitvalsbasis noemde. Alle gegevens in dit overzicht hieronder zijn afkomstig van officiële websites, zoals Romeinen.nl, 'Romeinse Limes in Nederland', de (voormalige) Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek (nu RCE), het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, Wikipedia en Livius.org. Aan gevuld met gegevens uit tijdschriften als Numaga, Westerheem en Archeologie Magazine en Archeologie in Nederland. Opvallend is dat van een aantal forten geen enkele stichtingsdatum te vinden is, van anderen wordt de stichtingsdatum 'waarschijnlijk' of 'mogelijk' genoemd of gekoppeld aan de onbewezen opvatting dat Drusus van daaruit zijn veldtochten in Germania ondernam. Er blijkt nogal wat twijfel te bestaan, wat Albert Delahaye ook steeds heeft aangegeven. Bij niet overeenkomende jaartallen is het aangegeven met 'tussen' of 'na' of worden meerdere jaartallen genoemd. Daarnaast zijn er vage aanduidingen als 'tweede helft' of 'Augustuistisch'. De ?? en 'onbekend' geven aan dat men het nog volstrekt niet weet. Er zijn uit deze lijst hieronder zijn enkele tendensen op te maken. Van veel forten e.d. in de stichtingsdatum onbekend. Als ze genoemd worden tijdens de opstand van de Bataven (in 69 en 70) krijgen ze automatisch het stichtingsjaar 70. Worden de plaatsen genoemd bij de plunderingen van Chaucische zeerovers, dan krijgen ze het stichtingsjaar 170/173. Deze plaatsen werden dus pas gesticht nadat ze platgebrand of geplunderd waren. Het zijn dus beide aannamen ofwel onbewezen veronderstellingen op basis van een onjuiste voorstelling van zaken. Zouden de Romeinen nieuwe forten gaan bouwen tijdens het plunderen of terwijl de opstand nog aan de gang was? Lees vooral in de kolom 'Verdere opmerkingen' hoe de Nederlandse traditie tot stand kwam en zich in allerlei bochten wringt om 'krom te praten wat recht' is. Commentaar spreekt voor zich! Maak je de balans op voor Romeins Nederland dan is een aanwezigheid van de Romeinen vóór het jaar 40 een volkomen onbewezen opvatting. De enkele plaatsen die een eerdere aanwezigheid claimen hebben daar geen enkel bewijs voor. Op grond van enkele munten of scherven meent men die bewijzen te hebben. Maar wat bewijs je met munten of scherven? Zie bij Nijmegen. |
1 | Castellum Flevum | Velsen? Velserbroek? of één van de andere 12 locaties? | ca.28 (Velsen 1) en 42/43 n.Chr. (Velsen 2). | Zolang niet bekend is waar Castellum Flevum gelegen heeft, kan er ook geen stichtingsdatum bekend zijn. Volgens Archeobrief 1-2016 was Velsen 1 ongetwijfeld fort Flevum. Volgens de daarbij afgebeelde kaart had dit Flevum geen directe verbinding met de Noordzee, wat volgens de tekst van Tacitus wel zou moeten. Velsen 1 zou van 15-28 n.Chr. bestaan hebben. Velsen 2 zou in 39 n.Chr. aangelegd zijn op bevel van keizer Caligula in de voorbereiding op de invasie van Brittannië. Andere historici plaatsten dit in Katwijk, terwijl zeker is dat dit in Boulogne-sur-Mer gebeurde, waar Caligula ook een vuurtoren liet bouwen: Le Phare de Caligula heeft daar tot 1644 gestaan en is toen (deels) afgebroken. |
2 | Lugdunum | Leiden, Katwijk of de Brittenburg | in 40 n.Chr. | Als men het er niet over eens is welke plaats het geweest is, kan men er ook geen datering aan geven. |
3 | Praetorium Agrippinae | Valkenburg | in 39 of 40 n.Chr. | Praetorium Agrippinae (Valkenburg) werd in de winter van 39/40 gesticht door de keizer Caligula (37-41), die het gebied van de Nederrijn bezocht in 40. De aanwezigheid van de keizer wordt bewezen met enkele planken van een wijnvat waar zijn initialen op staan. Wat bewijs je daarmee? De nederzetting is vernoemd naar de moeder van Caligula: de volledige naam betekent "het hoofdkwartier van Agrippina". Die moeder zal blij geweest zijn met een plaatsnaam in een sompig gebied. Was Keulen niet genoeg? |
4 | Foro Adriani | Valkenburg-Marktveld. Of was het Voorburg? | ca.127? | Foro Adriani zou zijn naam gekregen hebben van keizer Hadrianus, maar wel met een spelfout. Zou de keizer dat goed gevonden hebben? Keizer Hadrianus zou ca. 127 de Lage Landen bezocht hebben, wat een onbewezen aanname is, dus speculatie op grond van de (bijna) overeenkomst van zijn naam. Hij zou bij die gelegenheid de stad Forum Hadrianus gesticht hebben als hoofdstad voor de Cananefaten. Dus niet als Romeinse stad voor Romeinen, maar als stad voor hun vijanden de Cananefaten. Het is eenzelfde onzinverhaal als in Nijmegen rondgaat met Ulpia Noviomagus, dat gesticht zou zijn door keizer Trajanus voor de Bataven als compensatie voor het verlies aan handel (?) bij het vertrek van de Romeinse troepen in 104 n.Chr. |
5 | Matilone | Leiden-Roomburg | in 47 n.Chr. | Matilo is gebouwd aan de noordelijke ingang van het kanaal van Corbulo, dat Voorburg, de oude hoofdstad van de Cananefaten, nog steeds verbindt met de rivier de Rijn. Er zijn verschillende archeologische campagnes georganiseerd. In 1927 werd de ontdekking van de 'sloot' gemeld, maar moderne archeologen hebben toch weer enige twijfel. |
6 | Albanianis | Alphen aan den Rijn | na 41 n.Chr. | Een dendrochronologische datering van het bos stelt ons in staat te zeggen dat het fort werd gebouwd na het staatsbezoek van Caligula aan Germania Inferior in 40/41. Deze conclusie wordt bijna onvermijdelijk als we er rekening mee houden dat ongeveer een kwart van de munten die in Alphen aan den Rijn zijn gevonden, dateert uit de regering van deze keizer, die minder dan vier jaar duurde. En de andere driekwart van de munten? En blijven munten niet langer geldig na de dood van een keizer? |
7 | Nigrum Pullum | Zwammerdam | rond 50 n.Chr. | Het kleine fort bij Nigrum pullum ('zwarte kip' of 'zwarte aarde') beheerste de samenvloeiing van de kleine rivier Meije en de Rijn, de grensrivier van het Romeinse rijk. De militaire nederzetting werd gesticht na 47, toen de Romeinse generaal Gnaeus Domitius Corbulo de grenszone reorganiseerde. De houten barakken zijn tijdens de Bataafse Opstand (69) verwoest . Ze werden niet meteen herbouwd: de tweede bouwfase kan na 80 gedateerd worden. Volgens Archeobrief 2-2016 werd het castellum te Zwammeredam gesticht rond 50 n.Chr. en bleef het ingebruik tot de jaren zeventig van de derde eeuw. |
8 | ??? | Bodegraven | in 40 n.Chr. | De weg van Zwammerdam naar Woerden langs de Rijn liep over een beekje bij het huidige Bodegraven in Nederland, en er moet een brug zijn geweest die bewaakt moet zijn. Verschillende Romeinse vondsten bewijzen dat er in de Romeinse tijd menselijke bewoning was: keramiek, munten, bakstenen, dakpannen gemaakt door het Tiende Legioen Gemina , een amfora , een lamp, een deel van een dolium (voorraadpot). De vondsten worden vaak geassocieerd met een brandende laag. Lees meer over de zwarte brandlaag waarmee de archeologie in Nederland steeds dezelfde fout maakt. In Archeobrief 1 van 2012 lezen we dat er 'waarschijnlijk een castellum heeft gelegen'. De vondst van een aantal houten palen en scherven Romeins aardewerk houden waarschijnlijk verband met het castellum. |
9 | Lauri | Woerden | tussen 37 en 40 n.Chr. | Op dit moment zijn er aanwijzingen voor vier opeenvolgende bouwfasen; munten bewijzen een vijfde fase. Numismatisch bewijs suggereert dat de eerste Romeinse nederzetting bij Woerden dateert uit de regering van keizer Caligula, die het gebied in 40 bezocht en wiens bouwactiviteiten ook bekend zijn uit Vechten en Valkenburg. Fort Woerden had in deze bouwfase een noord-zuid oriëntatie die niet werd herhaald toen de nederzetting in circa 47 werd herbouwd, toen de Romeinse generaal Gnaeus Domitius Corbulo de Rijngrens reorganiseerde. (Een iets vroegere datum kan niet worden uitgesloten). Dit tweede fort, uit de regering van Claudius , lag op het zuidwesten en zuidoosten. Het werd vernietigd door de Cananefates of Bataven, die in de zomer van 69 in opstand kwamen tegen de Romeinen en twee legioenen vernietigden. |
10 | onbekend | Vleuten-De Meern | rond 40 n.Chr. | De oude naam van het fort bij Utrecht-Leidsche Rijn (ook wel Vleuten genoemd ) is niet bekend. Romeins fort, onderdeel van de Rijnlimes, voorheen bekend als Vleuten , ook wel De Meern en Hoge Woerd genoemd. De oude theorie dat het Fletio was, een plaats die op de Peutinger-kaart wordt vermeld , is problematisch, hoewel de gelijkenis met de naam Vleuten intrigerend is. |
11 | Traiectum | Utrecht | tussen 40 en 47 n.Chr. | In Archeobrief 3 van september 2013 wordt de stichting van het Romeinse castellum Traiectum rond 45 na Chr. gesteld. Trajectum zijnde Utrecht staat niet op de Peutingerkaart. |
12 | Fletione?? Fectio | Vechten | ca. 40 n.Chr. | op de Peutingerkaart waar men zo graag naar verwijst staat niet Fectio maar Eletione. Zie in de linker kolom hiervoor. De uitkijktoren van Fectio werd in 2004 gebouwd om bezoekers eraan te herinneren dat Vechten ooit een belangrijke militaire nederzetting was. |
12a | ?? | Houten | tussen 1 en 450? | De plaats Houten wordt op het kaartje hierboven niet genoemd. Er zou een castellum geweest zou zijn. Verder is er weinig concreets over bekend. |
13 | Levefanum | Wijk bij Duurstede - Rijswijk of Arnhem | ca. 47 n.Chr. | Wijk bij Duurstede werd aanvankelijk beschouwd als het Oppidum Batavorum, later werd het Levefanum, nadien Dorestad. Van een castellum is in Wijk bij Duurstede ook nooit iets gevonden. De meest gegeven verklaring is dat alles is weggespoeld. Maar ook stroomafwaarts vindt men niets! |
14 | Mannaricium | Maurik | na het jaar 80. | Het oude cavaleriefort Mannaricium lag op de zuidelijke oever van een zijtak van de Rijn die niet meer bestaat, en moet ten noordwesten van het moderne dorp Maurik hebben gestaan, dat nog steeds dezelfde naam heeft. De inheemse nederzetting was misschien erg oud, omdat het lijkt te zijn afgeleid van Maleriacum. Zwerfvondsten uit dit gebied duiden op bezetting door soldaten na 70 (het jaar van de Bataafse opstand ), en misschien eerder. Waarschijnlijk is het fort in het eerste kwart van de derde eeuw herbouwd en in 275 geëvacueerd, als zoveel andere forten langs de Nederrijn. Potscherven en munten suggereren een hernieuwde bezetting in de vierde eeuw. Hoeveel zekerheid blijkt uit dit verhaal? |
15 | Carvo(ne) | Kesteren of Herwen | onbekend | De oude identificatie van Kesteren met "Carvo", een plaats die bekend is van de Peutinger-kaart, blijkt niet correct te zijn; Levefanum is waarschijnlijk identiek aan Herwen (Latijn: Carvium). Ook alleen maar twijfel. |
16 | ??? | Randwijk | onbekend | Misschien was er een Romeins hulpfort nabij de moderne Randwijk aan de zuidoever van de Rijn . De site was van strategisch belang, want vanaf deze plek leidde een weg naar het noorden, naar de Veluwe met zijn ijzerertsen. Archeologische overblijfselen zijn echter vrijwel afwezig in Randwijk, en de weinige voorwerpen kunnen net zo goed wijzen op het niet-militaire karakter van de oude nederzetting. Hier doet Jona lendering een juiste constatering: kunnen net zo goed.... Hoe vaak zal dat in archeologisch Nederland van toepassing zijn? |
17 | ??? | Driel | 2e helft 1e eeuw n.Chr. | Waarschijnlijke locatie van een Romeins fort, maar weggespoeld. Er is gesuggereerd dat de nederzetting een fort was, gebouwd toen de Romeinse generaal Germanicus de Germaanse stammen aanviel (14-16 n.Chr.) wat dus niet overeenkomt met de datering van 2e helft 1e eeuw. |
18 | Castra Herculis | Wie van de 25? | Waarschijnlijk in 15 n.Chr. | Daar bestaan in Nederland liefst 24 locaties van o.a. Arnhem en sinds kort wordt ook (als 25ste) Nijmegen genoemd? Verschillende soorten vroeg aardewerk suggereren dat de eerste bouwfase dateerde uit het begin van de eerste eeuw, mogelijk toen de Romeinse generaal Germanicus de Germaanse stammen aanviel (14-16), of iets eerder (direct na de slag in het Teutoburger Woud in 9?). Zolang geen zekerheid bestaat over de locatie van Castra herculis, is een datering uitgesloten. Volgens Archeobrief 2-2016 stamt het castellum uit 15-16 na Chr. en kende het een bloeiperiode tussen 175 en 275. Waar die dateringen op gebaseerd zijn, wat toch cruciaal is, wordt helaas niet vermeld. |
19 | ??? | Elst | einde 1e eeuw n.Chr. | We kennen de naam niet van de Bataafse god of godin die in Elst werd vereerd, maar het is mogelijk dat de Romeinen hem identificeerden met hun Hercules, omdat er restanten van een beeldje zijn gevonden, waarop de knots van deze halfgod is te zien. Aangezien de oppergod van de Bataven, Magusanus, werd gelijkgesteld aan Hercules, is het erg verleidelijk om te denken dat Magusanus werd vereerd in de Elsttempel. Hercules staat echter niet echt bekend als vruchtbaarheidsgod. De grote tempel werd aan het einde van de derde eeuw verlaten en er zijn geen vondsten uit de late oudheid. De ruïnes dienden als fundering voor een kerk die in de achtste eeuw werd gebouwd. Er is geen bewijs voor continuïteit van sekte. Dat er een beeldje gevonden wordt met een knots bewijst net zoveel als de vondst van een munt. Ook de drie schedels van dieren zijn geen bewijs van een tempel waarin geofferd werd. Dan zouden er beslist meer schedels gevonden moeten zijn. Hier is duidelijk sprake van een deductie uit het feit dat bovenop de fundamenten een kerk gebouwd werd. Voor een kerk uit de 8e eeuw ontbreekt elk bewijs, evenals dat het daarvoor een tempel geweest zou zijn. Elst zou het middeleeuwse Heliste-Marithaime van St.Willibrord geweest zijn? Wat hier wel aangetoond wordt, is het gat in de geschiedenis. Bovenop het Romeins uit de 3e eeuw staat meteen het middeleeuws uit de 15e eeuw. De huidige Werenfriduskerk dateert uit begin 19e eeuw. |
20 | Batavodurum / Noviomagus | Nijmegen | 19, 12 of 10 vóór Chr. | Van Nijmegen wordt dan wel algemeen aangenomen dat het ooit Batavodurum of Noviomagus was, maar daarvoor wordt geen enkel direct bewijs gegeven. Deze opvattingen zijn gebasserd op de Peutingerkaart en op de aanname dat de Betuwe het Eiland van de Bataven was. Beide opties zijn onjuist gebleken. Zie daarvoor Nijmegen, Gesticht in 19 v.Chr.? Lees meer..., Stadsrechten van Traianus? Lees meer..., De naam Ulpia Noviomagus? Lees meer..., De Opstand der Bataven? Lees meer..., Het gat van Nijmegen? Lees meer... en Karel de Grote in Nijmegen? Lees meer... |
21 | ??? | Duiven-Loowaard | ca 30 n.Chr. of iets later | Het is nog niet gelocaliseerd; ergens in de rivier. In Archeobrief 1 van 2014 wordt geschreven over een nederzetting en grafveld in Huissen Loovelden dat in de tweede helft van de eerste eeuw wordt gedateerd. Er bestaan slechts vermoedens voor een castellum in de buurt van Huissen. Het 'iets later' van de datering wordt dan na 50 n.Chr. Overigens is de Romeinse plaats nog niet gevonden, tenzij het Looveld was. In het genoemde artikel wordt echter vermeld dat 'de kleinschaligheid van het onderzoek te weinig houvast geeft om uitspraken te doen over de opbouw van de populatie of het al dan niet continu in gebruik zijn van het grafveld'. Het lijkt weer een volgend geval van aangenomen geschiedenis. |
22 | Carvium | Herwen-De Bijland | tussen 37 en 41, in 47, na 70 of in 121? | De overblijfselen van dit hulpfort bij Carvium zijn waarschijnlijk ergens in de meanders van de Rijn te vinden. Verdwaalde vondsten suggereren dat de militaire nederzetting werd bezet tussen het tweede kwart van de eerste eeuw en de vierde eeuw. Dit suggereert dat het een normaal fort was: gebouwd tijdens het bewind van Caligula (37-41) of tijdens het bevel van Corbulo over het leger van Germania Inferior in 47, hersteld na de Bataafse opstand (69-70), herbouwd na Hadrianus's bezoek aan de Lage Landen in 121, opnieuw opgebouwd tijdens het bewind van de Severese keizers, verwoest in 275 en opnieuw bezet in de vierde eeuw. Er is geen bewijs voor deze wederopbouw, maar het is de normale geschiedenis van elk Romeins fort op de zuidelijke oever van de Nederrijn. Ook hier weer een juiste constatering van Jona Lendering: het is de normale geschiedenis.... Zo worden de bewijzen vergaard. Wat hier van toepassing gedacht wordt, zal daar ook wel zo gebeurd zijn. Hoe vaak zal dat in archeologisch Nederland van toepassing zijn? |
23 | ?? | Nijmegen-Hunerberg | in 19, 16 of 10 vóór Chr. | Deze burgerlijke nederzetting, in onze bronnen soms Batavodurum ( Keltisch voor "marktplaats van de Bataven") of Oppidum Batavorum ("heuvelfort van de Bataven") genoemd, lag op de heuvel die bekend staat als Valkhof en iets meer naar het oosten. Verschillende geleerden hebben betoogd dat Batavodurum en Oppidum Batavorum twee steden waren. Andere steden hadden echter twee namen, dus we hoeven waarschijnlijk niet te accepteren dat er twee Bataafse nederzettingen waren.Zo met die verschillende geleerden ook Albert Delahaye bedoeld worden, die dat immers altijd betoogd heeft? Lang dacht men dat Nijmegen-Hunerberg het Oppidum Batavorum was, maar zoals W.Willems al bevestigde: "We hebben het er niet gevonden". Zie daarvoor ook Nijmegen in de tijd van Augustus? |
24 | Cuijk | tussen 41 en 54 n.Chr. | De Peutinger-kaart is een van de belangrijkste documenten voor het reconstrueren van het oude nederzettingspatroon in het Nederlandse rivierengebied. Dit is niet verwonderlijk, want natuursteen is er in Nederland niet en de grote rivieren wisselen zo nu en dan van koers. Indrukwekkende ruïnes zijn zeldzaam, en we houden deze kaart over als we de contouren van het nederzettingspatroon willen begrijpen. Als we de Maas naar het zuiden oversteken, vinden we, op een afstand van drie mijlen of 6,6 kilometer, Ceuclum. De identificatie van Ceuclum met moderne Cuijk dateert uit de Renaissance en is veilig. (Dat de afstand tussen Nijmegen en Cuijk in feite zo'n 15 kilometer is, is niet echt zorgwekkend, want Cuijk staat correct afgebeeld ten zuiden van de Maas. Waarschijnlijk is er sprake van een schrijffout: III in plaats van VI). Uit deze tekst blijkt dat de Peutingerkaart de enige bron is waarop men deze beweringen baseert. Wat wel duidelijk wordt is dat de Patabus de Maas is en niet meer de Waal. De identificatie van Ceuclum met Cuijk wordt veilig genoemd, maar op grond waarvan? Wat is veilig bij etymologie? Twee overeenkomstige letters? Maar als er nu een Cevelum stond op de Peutingerkaart? Op Wikipedia draait men het daarom maar om en lezen we: 'Cuijk is afgeleid van het Keltische woord 'Keukja', wat 'kromming' of 'bocht' betekent. Dit duidt op de kromming of bocht in de Maas ter hoogte van Cuijk. 'Keukja' werd later door de Romeinen verbasterd tot 'Ceuclum', waaruit uiteindelijk de naam Cuijk ontstond'. Dit is echt een voorbeeld van 'krom' praten wat gewoon 'recht' is. Dat de afstand van 3 mijl tot Nijmegen verre van juist is, wordt afgedaan als een schrijffout. Met fouten verklaart historisch Nederland zijn opvattingen. Het is natuurlijk interessant dat D.P.Blok (zie daar) in zijn Lexicon Kuik schrijft en als attestatie Ceuelum geeft. Blok verwijst naa de vermelding van Gysseling (zie daar), die in zijn Toponymisch Woordeboek schrijft het wellicht te lezen als Ceuclum; volgens Stolte (1957) te verbeteren in Ceudiaco. |
|
25 | Arenacum/Arenatium | Rindern of Kleve-Qualburg | herfst van 70 n.Chr.?? | Het fort is niet geïdentificeerd, maar er zijn veel Romeinse voorwerpen ontdekt en de stad heeft nu een museum genaamd Forum Arenacum. |
Quadriburgium | Qualburg of toch niet? | na 70 n.Chr. | Opgravingen nabij het dorp Qualburg, gelegen op een lage heuvel bij de Rijn, hebben Romeinse militaire aanwezigheid aangetoond na de Bataafse opstand (69-70 n.Chr.), maar het is niet duidelijk wat voor soort nederzetting dit was, hoewel het waarschijnlijk iets te maken met de verdediging van de Rijngrens. | |
26 | Burginatium | Alt-Kalkar | tweede helft regering Tiberius (is na 26-37) | De locatie, niet al te ver van de Rijn, is nog niet onderworpen aan grootschalig onderzoek, maar een proefopgraving (één lange sleuf) heeft de positie van de muren op twee plaatsen en verschillende bezettingsniveaus vastgesteld. Het fort zelf lijkt tot het einde van de derde eeuw in gebruik te zijn geweest, maar verdwaalde vondsten suggereren dat de (burger) nederzetting pas in het eerste decennium van de vijfde eeuw werd verlaten. Hoeveel zekerheid kun je hieruit afleiden? |
27 | Colonia Ulpia Traiana | Xanten | 13/12 v.Chr. | In 8 v Chr. werd de stam van de Sugambri gedwongen naar de westelijke oever te migreren, waar ze zich bij Castra Vetera vestigden. Deze Germaanse stam, nu bekend als Cugerni , stichtte de stad die later bekend werd als Colonia Ulpia Traiana. In de vierde eeuw vereerden de christenen Sint-Victor, die werd begraven op de begraafplaats ten zuidoosten van Tricesimae. In feite is de moderne naam Xanten afgeleid van Ad santos , "Nabij de heiligen". Deze naam is ook bekend uit het Nibelungen-epos, als de stad Siegfried. Dit is waarschijnlijk niet toevallig, want in de zesde eeuw was Xanten een kasteel van de Franken geworden en de naam Siegfried is mogelijk een vertaling van Victor (beide namen betekenen 'zegevierend', en zowel Victor als Siegfried stonden bekend als drakendoders). Als je in draken gelooft, mag je dit verhaal ook geloven. Echter St.Victor en St.Ursus zijn de heiligen van Saintes in Frankrijk, waar niet minder dan dan 25 plaatsen St. Victor, overwegend in het zuiden bestaan. De band van Xanten met de martelaren van het Thebaanse legioen en St. Victor moet als een mythe beschouwd worden, ondanks dat men in Xanten twee lijken, hoogstwaarschijnlijk uit de 4e eeuw heeft gevonden. Het genoemde Nibelungen-epos is een Diets (zie daar) epos uit Frans-Vlaanderen en helemaal niet uit Duitsland. Ook dit wijst weer duidelijk naar Frankrijk. |
28 | Castra Vetera | Xanten-Birten | 13/12 v.Chr. | Veteribvs is Birten (Fürstenberg) Xanten. In 13/12 gaf de Romeinse generaal Drusus, de stiefzoon van keizer Augustus, opdracht tot de bouw van Castra Vetera, een militaire basis die onderdak bood aan ten minste één Romeins legioen . In de daaropvolgende jaren voerden hij en zijn broer Tiberius (de toekomstige keizer) campagne op de oostoever van de Rijn. In 8 v Chr. werd de stam van de Sugambri gedwongen naar de westelijke oever te migreren, waar ze zich bij Castra Vetera vestigden. Deze Germaanse stam, nu bekend als Cugerni, stichtte de stad die later bekend werd als Colonia Ulpia Traiana. Xanten was blijkbaar een uitvalsbasis van Drusus voor zijn veldtochten in Germania?? Bij Xanten doet zich een probleem met de Peutingerkaart voor. De plaatsen Colonia Traiana en Veteribus liggen er op XL mijl (=40 mijl = 60 km) van elkaar, terwijl Xanten en Birten slechts 5 km van elkaar liggen. Weer een schrifjfout op de Peutingerkaart? Ook als er XI heeft gestaan is de afstand (=11 mijl=16 km) nog te groot. Hoe betrouwbaar is de Peutingerkaart dan nog? |
29 | Calo | ??? | ??? | Bekend uit schriftelijke bronnen, maar archeologisch nog niets van teruggevonden. |
30 | Asciburgium | Moers-Asberg | 12/11 v.Chr. | Dit was ook een uitvalsbasis van Drusus voor zijn veldtochten in Germania?? |
31 | ??? | Werthausen | onbekend | |
32 | Gelduba | Krefeld-Gellep | waarschijnlijk tussen 12 en 9 v.Chr. | Dit was ook al een uitvalsbasis van Drusus voor zijn veldtochten in Germania?? |
33 | Novaesium | Neuss | ? | Dit was ook een uitvalsbasis van Drusus voor zijn veldtochten in Germania?? |
34 | ??? | Reckberg | midden 1e eeuw | klein fort of wachttoren? |
35 | Burungum | Bürgel? | 306-337 | Volgens het Itinerarium Antonini bevond zich een Romeins fort genaamd Burungum in de buurt van Durnomagus; het is geïdentificeerd met de Romeinse overblijfselen onder het middeleeuwse kasteel Haus Bürgel (bij Monheim am Rhein), maar de identificatie is niet onomstreden. Ligt op de oostzijde van de Rijn doordat de Rijn zijn loop verlegd heeft. |
36 | Durnomagus | Dormagen | tussen 14 en 37 onder Tiberius of tussen 81 en 96? | Durnomagus werd voor het eerst bezet door het Romeinse Eerste Legioen Germanica, dat ovens bediende tijdens het bewind van Tiberius (r. 14-37), net ten zuiden van het moderne Dormagen. Er is ook een begraafplaats uit deze tijd geïdentificeerd. Een fort werd gesticht aan het begin van de regering van de Romeinse keizer Domitianus (r. 81-96) |
37 | Colonia Claudia Ara Agrippinensium | Köln | in 50 n.Chr. | In 37 of 19 v. Chr. brachten de Romeinen de Ubians over van de oostelijke oever van de Rijn naar de westelijke oever, waar ze hun een stad gaven genaamd Ara Ubiorum, "altaar van de Ubiërs". Aanvankelijk waren er twee legioenen op deze plek gestationeerd (de Negentiende was er een van), en na de slag in het Teutoburger Woud in 9, is bekend dat I Germanica en XX Valeria Victrix in Keulen zijn gebleven, maar na 28 jaar was de stad niet langer in gebruik als militaire nederzetting. In plaats daarvan werd het de hoofdstad van Germania Inferior en in 50 werd het gepromoveerd tot de rang van colonia en kreeg het een nieuwe naam: Colonia Claudia Ara Agrippinensium, wat 'de kolonie van Claudius bij het Altaar van de Agrippijnen' betekent - de laatste is de nieuwe naam van de Ubians, die Agrippina Minor , de vrouw van keizer Claudius , wilde eren . Ze werd geboren in Keulen in 15 of 16. De lange naam werd al snel afgekort tot CCAA. De nederzetting van de Ubiërs was uiteraard geen Romeinse nederzetting. Waarom lieten de Romeinen die Ubiërs niet aan de rechter rijnoever, waar ze geen enkel gevaar waren? |
38 | Divitia | Köln-Deutz | ca. 300 - ca. 415 n.Chr. | De beschermer Viatorinus diende dertig jaar en werd vermoord door een Frank in het land van de barbaren, nabij Divitia. De plaatsvervangend commandant van het Divitiaanse garnizoen richtte dit monument op. Tevens werd er toen een brug gebouwd over de Rijn. |
Ara Ubiorum? | Köln-Alteburg | 37 of 19 v.Chr. of 50 n.Chr. | In 37 of 19 v. Chr. brachten de Romeinen de Ubians over van de oostelijke oever van de Rijn naar de westelijke oever, waar ze hun een stad gaven genaamd Ara Ubiorum, "altaar van de Ubiërs". Aanvankelijk waren er twee legioenen op deze plek gestationeerd (de Negentiende was er een van), en na de slag in het Teutoburger Woud in 9, is bekend dat I Germanica en XX Valeria Victrix in Keulen zijn gebleven, maar na 28 jaar was de stad niet langer in gebruik als militaire nederzetting. In plaats daarvan werd het de hoofdstad van Germania Inferior en in 50 werd het gepromoveerd tot de rang van colonia en kreeg het een nieuwe naam: Colonia Claudia Ara Agrippinensium. De nederzetting van de Ubiërs was uiteraard geen Romeinse nederzetting. Waarom lieten de Romeinen die Ubiërs niet aan de rechter rijnoever, waar ze geen enkel gevaar waren? | |
39 | Bonna | Bonn | 16-13 v.Chr. door Drusus. | 10.v.Chr.: houten brug over de Rijn. |
40 | Rigomagus | Remagen | Augustuistisch? | Op grond van dendrochronologisch onderzoek |
Ad fines | Vinxtbach | 83 of 84 n.Chr. | Voor de opvatting dat het in 58 v.Chr. door Julius Caesar gesticht zou zijn, ontbreekt elk bewijs. | |
41 | Iuliacum | Jülich | 10 n.Chr.? | Voor de opvatting dat het in 54 of 53 v.Chr. door Julius Caesar gesticht zou zijn, ontbreekt elk bewijs. |
42 | Coriovallum | Heerlen | De naam Coriovallum is slechts afkomstig van de Peutingerkaart, waarop echter Coriovallo staat. | |
43 | Traiectum ad Mosam | Maastricht | Trajecto zijnde Maastricht staat niet op de Peutingerkaart. | |
44 | Atuatuca Tungrorum | Tongeren | 54 v.Chr. | De eerste archeologische aanwijzingen zijn uit 30 v.Chr. Voor de opvatting dat het in 54 v.Chr. door Julius Caesar gesticht zou zijn, ontbreekt dan ook elk bewijs. Ook het verhaal over de Eburones is speculatie. |
45 | Feresnes | Stokkem? | ||
46 | Catualium | Heel | ?? | ?? |
47 | Blariaco | Blerick | 2e eeuw | Er moet een fort geweest zijn, maar waar en wat precies blijven?? |
48 | ??? | Lottum | ?? | De opties Lottum en Blerick blijken gebaseerd op aangenomen opvattingen: suggesties? |
49 | Grinnes | Rossum | na 70 n.Chr.? | Mogelijk na de Opstand van de Bataven?? |
??? | Empel | Dat het een heiligdom was is redelijk zeker. Wellicht gewijs aan de god Magusanus. We weten het niet. | ||
50 | Foro Adriani | Arentsburg te Voorburg | meteen na 70 n.Chr. | Mogelijk na de Opstand van de Bataven. |
51 | Helinio??? | Oostvoorne | in 173? | Chauchische zeerovers hebben dit fort aangevallen en vernietigd. |
52 | ??? | Goedereede-Oude Wereld | 173 n.Chr. | Ook hier hebben Chauchische zeerovers dit fort aangevallen en vernietigd. Nu ergerns in zee. |
53 | Ganuenta | Colijnsplaat | Bij Colijnsplaat zijn altaarstenen gevonden van de godin Nehalennia. Daarover zijn meerdere verhalen bekend, Lees meer over Nehalennia. | |
54 | ??? | Walcheren-De Roompot | ||
55 | ??? | Aardenburg | na 170 n.Chr. | In Archeobrief 2 van 2013 wordt vermeld dat uit pgravingen in de jaren zestig van de vorige eeuw bekend is dat Aardenburg een castellum heeft gehad, maar ook dat er meer zijn geweest, twee, mogelijk drie. Deze zijn in gebruk geweest tussen 170 en 190 na Chr. Aardenburg was voor de Romeinen van groot belang vanwege zijn ligging dicht bij de kust en de handelsroute. |
56 | ??? | Maldegem | 173 n.Chr. | Chauchische zeerovers hebben dit fort aangevallen en vernietigd. |
57 | Fossa Corbulonis | Kanaal van Corbulo | Dat zou gegraven zijn ca. 47 n.Chr. | |
58 | Fossa Drusiana | Kanaal van Drusus | Dat zou uit 12 v.Chr. stammen | Het kanaal van Drusus wordt hier gelocaliseerd tussen Rijn en IJssel. Die opvatting is al vervangen door de locatie Utrechtse Vecht. Voor beide locaties ontbreekt elk archeologisch bewijs. Het zijn pure speculaties. |
59 | Ad Duodecimum | ?? | onbekend | de locatie is nog steeds niet gevonden dus wordt er hevig over gespeculeerd. Een van die speculaties is het volgende: Ad Duodecimum betekent letterlijk vertaald: bij de twaalfde. Deskundigen denken dat deze naam een afstandsaanduiding is: de twaalfde mijlpaal. Op de Peutingerkaart is te zien hoe Ad Duodecimum ongeveer 40 kilometer verwijderd lag van Nijmegen in de Romeinse provincie Neder-Germanië. De Peutingerkaart is echter bedoeld als reiskaart en is niet geografisch-getrouw. Het is meer een schematisch overzicht van het Romeinse Rijk met daarop afstanden tussen de steden genoteerd. Niet gedetailleerd genoeg om een verloren nederzetting terug te vinden dus. Men denkt nu de locatie Dreumel en Alphen aan de Maas aan te kunnen wijzen. Een sterke aanwijzing dat het hier inderdaad Ad Duodecimum betreft, is het feit dat de vondst klopt qua afstanden met wat er op de Peutingerkaart vermeld staat. Bovendien bestaat een groot deel van de vondst uit bouwstenen. "Alleen de Romeinen bouwden in de eerste eeuwen van onze jaartelling met steen. En dat deden ze niet zomaar. Dat deden ze alleen voor een serieuze nederzetting, zeg maar een stad. Het is natuurlijk een megaontdekking, maar de meningen zijn nog verdeeld en we moeten verder onderzoeken. Toch durf ik met zoveel vondsten op deze plek en de afstanden op de Peutingerkaart die kloppen wel een voorschot te nemen." aldus Kerkhoven. In 2017 werden er in het gebied bij de Maas al resten gevonden van een Romeinse brug over de Maas. Ook is er een schepenkerkhof gevonden met schepen uit de Romeinse tijd, vroege en late middeleeuwen. Toen werd al vermoed dat Ad Duodecimum gevonden was. Nu is dat dus volgens Kerkhoven en zijn team vrijwel zeker. Kerkhoven: "We hebben hier zoveel Romeinse vondsten gedaan. Dit is een schot in de roos." De genoemde 40 km is onjuist. 12 mijl is 26 km. (12x2,2 leuga). Van Nijmegen naar Dreumel is 34 km. via Wijchem zelfs 36 km. dus teveel. Eerst de Peutingerkaart als niet getrouw afwijzen, om vervolgens met die niet getrouwe kaart je bewijs te leveren. En wat kun je bewijzen met een hoeveelheid bouwstenen, die misschien gewoon overboord zijn gevallen? |
a | ?? | Algemene opmerking | . | Van veel plaatsen waar enig Romeins gevonden is, gaat men er nogal snel vanuit dat het door de Romeinen is achtergelaten of dat er wel een Romeinse plaats geweest zal zijn. Fundamenten van een Romeinse villa (boerderij) worden al vlug geïnterpreteerd als die van een nederzetting, zelfs van een castellum, terwijl feitelijke bewijzen voor deze opvattingen ontbreken. |
b | ?? | Ermelo, Romeins Marskamp. | ?? | Het marskamp in Ermelo ligt meerdere marsdagen van de Rijn wat zonder tussenliggend kamp ongebruikelijk was. Het is slechts op grond van een vergelijkbare vorm en omvang aan de Romeinen toegewezen. Was het wel een Romeins marskamp? Tijdens de vroege veldtochten richting Weser en Elbe, tot 47 AD, is Drenthe vermoedelijk door troepen bezocht; hierop wijzen echter alleen enkele muntvondsten. | c | ?Levefanum? | Rijswijk, inheemse Romeinse nederzetting? | ca 70 n.Chr. | Ook hier betreft het een 'weggespoeld' fort. De oude identificatie van Rijswijk met 'Levefanum', een plaats die bekend is van de Peutinger-kaart, blijkt niet correct te zijn; Levefanum is waarschijnlijk identiek aan Arnhem-Meinerswijk. Het fort bleef in gebruik en stond in de Merovingische en Karolingische periode bekend als Dorestad. Dit schrijft dus Jona Lendering op Livius.org. | d | ?? | Laat-Romeinse nederzettingen: Rhenen. Ewijk, Kessel, Asperden, Monheim, Rheinbrohl, Engers. | ?? | Ga je op zoek naar bewijzen voor die nederzettingen dan blijkt het te vaak om wat verkleuringen in de grond te gaan, wat scherven en enkele munten. Dat er ooit mensen gewoond hebben is niet het probleem, maar waren het Romeinen? | e | ?? | Een grafsteen te Dodewaard. | ?? | Met een Romeinse grafsteen ingemetseld in de kerk van Dodewaard, kun je ook niet aantonen dat die kerk dan wel door Romeinen gebouwd zal zijn. | f | ?? | Vondsten te Zaltbommel. | ?? | g | ?? | Een wachtpost te Heumensoord. | ?? | h | ?? | Grafheuvels te Boxmeer, Baexem en Grevenbicht. | i | ?? | De Romeinse weg bij Swalmen. | ?? | j | ?? | Een zandstenen reliëf te Sint-Odiliënberg. | ?? | k | ?? | Romeinse villa te Kaalheide. | ?? | l | ?? | Romeins Maastricht. | ?? | m | ?? | Romeins Zuid-Limburg. | ?? | n | ?? | Romeinse mijlpaal en Romeinse weg te Rimburg. | ?? | o | ?? | Romeinse overblijfselen in België: Ath, Velzeke, Elewijt, Liberichies, Oudenburg. | ?? | p | ?? | Kneblinghausen, Holsterhausen, Oberaden, Anreppen. | ?? | q | ?? | Rijsbergen (N-B). | ?? | Altaarsteen van godin Sandraudiga, gevonden in buurtschap Tiggelt bij de aanleg van de E-10 in 1812. | r | ?? | Westerschouwen, Domburg, Brugge, Marquise, Deurne. | ?? | s | ?? | Lottum, Brühl-Villenhaus, Hüchelhoven, Hulsberg, Oreye-Bergilers, Braives, Taviers, Cortil-Noirmont, Liberchies, Morlanwelz, Givry, Bermerain, Courtrai, Echternach, Bavay, Famars, Cassel. | ?? | t | ?? | Andernach, Bitburg, Arlon, Jünkerath, Zulpich, Aachen, Jülich, | ?? |
Het grote misverstand is begonnen met de verkeerde interpretatie van de geschreven bronnen, met name van de "Commentarii de bello Gallico" van Julius Caesar en "Germania" van Tacitus. Leg je beide werken naast elkaar en vergelijk je deze met de traditionele geschiedenis, dan blijkt er erg veel in het tradionele plaatje totaal niet te kloppen. Op heel veel punten zijn de interpretaties van de historici, verblind als zij waren door het woordje Renus, totaal verkeerd gelocaliseerd. Dat blijkt niet alleen uit de studie van Albert Delahaye, maar ook uit de vele eigen interpretaties van de verscheidene historici. Op veel punten spreken zij elkaars mening en interpretaties tegen. van de "sterke traditie" blijft niet veel meer over. Een voorbeeld. Van Es (o.c.p.23) stelt dat de Morini met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet op Nederlands grondgebied woonden, de Menapii daarentegen zonder twijfel wel. Hij plaatst de Morini langs de kust van Vlaanderen, de Menapii in Zeeland en het westen van Noord-Brabant, even verder in zijn boek plaats hij deze rond Antwerpen (Van Es, o.c. p30). Van Es is het dus allerminst met zichzelf eens. Byvanck plaats beide volkeren in Nederland, de Morini in Zeeland en Zuid-Holland, de Menapii in het rivierengebied langs Maas en in Noord-Branbant. Echter op p.53 schrijft hij dat de Morini en Menapii op een afstand van 500 tot 600 km van de Veneti woonden. De Veneti waren de bewoners van Vannes in Bretagne. Cassel de hoofdstad van de Menapii (Castellum Menapiorum) ligt op 674 km van Vannes, Therouanne, de hoofdstad van de Morini, op 605 km. Beide afstanden zijn dus feitelijk al te groot, dus deze volkeren zouden eerder verder naar het zuiden hebben gewoond, dan naar het noorden in Brabant of Zeeland, dat ruim 850 km. van Vannes ligt. Ook Byvanck is het dus ook niet met zichzelf eens. Beide volkeren worden door de verkeerde locatie van de in het verslag van Caesar genoemde rivier de Renus, naar het noorden geschoven. Maak je van de Renus de Schelde, dan komt het verhaal van Caesar en dat van Tacitus wel overeen met de locaties. Zie bij Dr. A.W. Byvanck en Dr. W.A. van Es |