Terug naar de lijst Naar het overzicht in het kort.

Blariaco = Blerick Berlancourt

De naam Blerick is afgeleid van Blariacum, een Romeinse nederzetting. De eigenlijke romeinse nederzetting is niet in het huidige Blerick aangetroffen en ligt vermoedelijk in het zuidwesten.
Dit is de traditionele opvatting. Er is niets gevonden, het ligt ergens anders (!).
De vondsten van Romeins in de omgeving van Blerick zijn zo gering dat er slechts een Romeinse villa van te maken is. Er is niets gevonden dat wijst op een Romeinse nederzetting of een castellum.

Het vervolg van een Romeinse weg is wederom onzeker. Naar Habets vermoedde liep de baan langs Grubbenvorst en Lothem waar een fragment van een Romeins altaar is ontdekt. (Byvanck, o.c. p.350).
Op vermoedens bouwt men in Nederland tradities!

BLERIK, BLERICK of BLIRICK , bij de Romeinsche schrijvers BLERIACUM geheeten , d. in Opper-Gelder, in hot Land van-Kessel, prov. Limburg, arr. en 4 u. N. van Roermonde, kant. en 2 u. Z, O. van Horst, gem. en 1 u. O. van Maasbree. De inw. maken eene R. K, parochie uit, welke tot het bisd. Luik, dek. Horst behoort, en hier eene: kerk heeft, die door éénen Pastoor en eenen Kapellaan bediend wordt. Te dezer plaatse luidden de Romeinen , ten tijde van Julius CESAR , eene sterkte ter beteugeling der Sicambren gebouwd. (Bron: Aardrijkskundig Woordenboek Van der Aa, 1840).

Uit de vermelding van Julius Caesar en de strijd tegen de Sicambren blijkt wel dat de traditionele opvattingen die men tegenwoordig hanteert pas na 1840 ontstaan zijn. Julius Caesar is nooit in Nederland geweest (zie Julius Caesar). De Sicambren plaatst men doorgaans in Duitsland op de rechteroever van de Rijn. En ook daar is Julius Caesar nooit geweest. Daar is geen enkel archeologisch bewijs voor gevonden, slechts een onjuist opvatting over de tekst in de Bello Gallico (!) leidde hiertoe.
Albert Delahaye plaatst de Sicambren (Sygambri) bij Cambrin dat naar hen vernoemd is. 'De Sicambri woonden bij de Menapii' schrijft Strabo (Geographia, IV, 3 e.v.). De Menapii woonden in Frans-Vlaanderen waar Castellum Menapiorum (Cassel) hun hoofdstad was. Ook in latere teksten worden de Sicrambren genoemd in de streek 'waar de oversteek naar Brittannia het kortst is'. En waar dat is kan iedereen aanwijzen, namelijk waar nu de Kanaaltunnel ligt.
De visie van Albert Delahaye.
De vondsten van Romeins in Blerick wijzen op een Romeinse villa, niet op een plaats van enige omvang. Ze zijn zo gering dat er geen plaats van enige importantie van te maken is, die zo belangrijk was dat zij op de Peutingerkaart, een kaart van het Romeinse rijk met alleen grotere en belangrijke plaatsen, afgebeeld zou zijn.
De naam Blerick lijkt een rechtstreekse afleiding van Blariaco te zijn, waarbij echter het verschil tussen een Germaanse en een Romaanse naam over het hoofd wordt gezien.
Men heeft zich met de determinatie van Blariaco laten misleiden door de afstand tot Cuijk, 45 km, die ogenschijnlijk overeenkomt met de afstand op de Peutingerkaart genoemd. Echter de afstand van Cuijk tot Nijmegen, die geenszins klopt, wordt dan gemakshalve even vergeten.
In Nederlands en Belgisch Limburg, Henegouwen, de Ardennen en het land van Luik zijn tal van alleenstaande Romeinse villa's ontdekt. Dat getuigt alleen van migranten die zeer verspreid in dit vruchtbare gebied woonden. Het verklaart tevens waarom men deze Romeinse villa's zo sporadisch in de Nederlandse en Belgische Kempen aantreft, maar wel weer in een smalle strook door het midden van Nederland. Deze alleenstaande Romeinse villa's heeft men in Nederland te gemakkelijk aangezien voor de plaatsen die op de Peutingerkaart worden genoemd.
De zogenaamde Romeinse weg van Nijmegen naar Keulen, waarvan nooit iets is teruggevonden, zou slechts vila's verbonden hebben. Bovendien ligt vlak naast deze zogenaamde weg van Nijmegen naar Keulen de weg van Bacaco (Bavay), Geminico (Gommegnies), Pernaco (Pernant) naar Atuaca (Athies). En een andere weg van Durocortoro (Reims), Noviomagus (Magnivillers), Mose (Mézières-sur-Oise), Meduano (Vadencourt), Merica (Maroilles) naar Agripina (Avesnes-sur-Helpe). Het is een even grote misvatting dat deze wegen naar Keulen leidden, als Nijmegen Noviomagus zou zijn geweest. Het is een nog grotere misvatting dat de tekenaar van de Peutingerkaart een gebied van 150 bij 250 vierkante kilometer zou hebben overgeslagen. Temeer dat dat nergens anders op deze kaart gebeurd en dat een strook van het Romeinse Rijk in het noorden van Frankrijk er dan niet op zou staan.


De Nederlandse traditie.
De vondsten van Romeins die in de buurt van Blerick zijn gedaan, maken het waarschijnlijk dat daar ergens Blariacum, dat op de Tabula Peutingeriana staat aangetekend, moet worden gezocht. (Byvanck, o.c. p.350)
Tussen Baarlo en Blerick is in 1872 een Romeins schild gevonden met de afbeelding van het hoofd van Medusa en versierselen van een paardentuig. Op een terrein in de buurt, genaamd Veldenkamp, is veel Romeins puin gevonden, waarschijnlijk van een landhuis. De vondsten in de omgeving van Blerick zijn zo gering dat er slechts een Romeinse villa van te maken is. Er is niets gevonden dat wijst op een Romeinse nederzetting of een castellum. Het vervolg van de weg is wederom onzeker. (Byvanck, o.c. p.350).
Zo schrijft men in Nederland geschiedenis, want Byvanck wordt nog steeds beschouwd als dè autoriteit op het gebied van Romeins Nederland. Hij is een veel nageschreven en weing bekritiseerde auteur, ook al spreekt hij vaak twijfel uit. Wat bij Byvanck "vermoedelijk", "waarschijnlijk" of "niet onaannemelijk" is, wordt bij zijn 'naschrijvers' zonder verdere aanwijzingen of bewijzen, plots een zekerheid, ofwel een traditie.

Blariaco wordt beschouwd als een van de dorpen aan een Romeinse weg, die in Limburg meer voorgekomen zijn. Blerick wordt door Van Es (o.c. p. 157) een "goede kandidaat" genoemd, naast Catualium (Heel) en Ceuclum (Cuijk). Op de linkeroever van de Maas bij het van de Peutingerkaart bekende Blariacum wordt een Romeins fort vermoed. Voor het bestaan van dit fort te Blerick bestaat twijfel. Concrete aanwijzingen daarvoor zijn nog niet gevonden, hoewel de aanwijzingen voor militaire aanwezigheid in Blerick inmiddels talrijk zijn. (Bechert, o.c. p. 73 en 109).
Opmerking: Hoewel er blijkbaar nog niets gevonden was, wisten de Nederlandse historici en archeologen al bij voorbaat dat er een Romeins fort gelegen heeft en dat dit het van de Peutingerkaart bekende Blariaco was.