Terug naar de lijst Naar het overzicht in het kort.

Ad Duodecimum.

Ad Duodecimum blijft een vraagteken in Nederland. Volgens de Peutingerkaart ligt het op XVIII (18) mijl of leuga van Nijmegen. 18 mijl is 27 km, 18 leuga is 40 km.

Enkele locaties die er in Nederland voor worden gehouden liggen op de onjuiste afstand van Nijmegen. Vandaar dat ook vaak gezegd wordt dat er een fout staat op de Peutingerkaart. Tussen Ad Duodecimum en Noviomagi zit in de weg namelijk nog een knik. Wordt deze plaats bedoeld? Dan zou Ad Duodecimum nog verder van Nijmegen gezocht moeten worden.

Maar was het Ad Duodecimum wel een plaatsnaam en wat betekend die naam? Zie de opmerkingen hiernaast.
Duo-decimum wordt traditioneel vertaald met 'bij de twaalfde', maar welke twaalfde? Een legioen? Een tempel? Van wie?
Letterlijk vertaald is duo (=twee) decimum (=tien) samen twaalf, maar dat klopt niet met de gegeven afstand van XVIII (18) Leuga/mijl (?) naar Noviomagus op de Peutingerkaart. 18 leuga zou dan 39,6 km zijn.
Een ander Ad Duodecimum op de Peutingerkaart (segment III-2) is Delme dat wel op XII 12 mijl/leuga van de ernaast liggende plaatsen Divo Durimedio Matricorum (Metz) en Ad Decem Pagos (Tarquimpol) ligt.

Dat hier iets niet klopt is wel zeker!

De vondst van een Romeins muurwerk en andere relicten vormen geen bewijs voor de Romeinse plaatsnaam. Die is bij Bodegraven, Zaltbommel of Kaalheide waar toch heel wat Romeins gevonden is, ook onbekend.
Is Ad Duodecimum wel een plaatsnaam?
Letterlijk vertaald zou het ook 'bij het tweede tiende' (legioen?) kunnen zijn.
Leest men echter 'duode-' en 'cimum' als aparte woorden dan komt men tot een andere bevinding. Duode- dient ter vorming van getallen die eindigen op 8, wat hier dus geheel klopt. Het is zoals bij Romeinse cijfers gebuikelijk een aftreksom. Duo - de betekent dan dat er 2 afgetrokken moet worden. Duo-de-vigininti (2 van 20 afgetrokken) bijvoorbeeld is 18. Het 'cimum' zou dan betrekking hebben op wat er bij die 18de te doen was. Een Romeinse familienaam (zoals Cimae?) of de plaatsnaam 'Cimun' of 'Cimen', zoals in Cimen-court (Fr.) of een plek waar men een kruid aantrof zoals Cimum Basilicum (Koningskruid)?

De visie van Albert Delahaye.
Delahaye hield aanvankelijk Montdidier voor Ad Duodecimum. Montdidier ligt op 34 km zuid-oost van Amiens. Nadien heeft hij die mening herzien in Douchy-lés-Ayette, op 12 km noordwest van Bapaume, rekening houdens met een niet genoemd tussenstation aan de weg vanaf Noyon. De afstanden kloppen in Noord-Frankrijk dan ook niet helemaal, maar dat doen ze in Nederland nog minder. Daar is de afwijking veel groter dan in de opvatting dat het over Noord-Franse plaatsen gaat. In Nederland ontbreekt meer dan het dubbele om de weg daar te projecteren.


De Nederlandse traditie.
Naast de vermelding op de Peutinger kaart zijn er nooit concrete archeologische of historische aanwijzingen gevonden voor de locatie van Ad Duodecimum. De omschrijving "bij de twaalfde" betekent bij de twaalfde mijlpaal (*). De afstand dient dan gezien te worden vanuit Nijmegen. Dit komt echter niet overeen met de afstand die vermeld wordt op de Peutinger kaart.
De 18e-eeuwse Franse cartograaf Jean Baptiste Bourguignon d'Anville plaatste Ad Duodecimum in Dodewaard, op grond van de overeenkomst in naam en de afstand tot Nijmegen. Als alternatieve locaties zijn Wamel en Maasbommel-Berghuizen geopperd. In 2017 werd het gekoppeld aan een opgegraven nederzetting tussen Alphen en Dreumel (zie hieronder).

Men dient vooral niet te vergeten dat in de Nederlandse traditie alles wordt vermeden en verzwegen wat de onderste weg in de Patavia betreft. In Verleden land van J.H.F.Bloemers (1981) wordt dit al aangetoond. Alles wat maar even verwijst naar Noord-Frankrijk wordt hierin niet genoemd. Men heeft in Nederland altijd geschermd met een halve kaart, immers de onderste weg wordt steevast vermeden aangezien er geen enkele zekere locatie van bekend is.
(*) Op de 'vertaling' van duo-decimum als twaalfde is het nodige aan te merken. Letterlijk staat er bij (ad) twee (duo) tiende (decima). Het klopt in elk geval niet met de genoemde afstand van 18 (mijl of leuga).

VERLOREN ROMEINSE STAD AAN DE MAAS EINDELIJK GEVONDEN?
Al jarenlang is het een raadsel waar de Romeinse nederzetting Ad Duodecimum heeft gelegen. Het staat afgebeeld op de oude Romeinse Peutingerkaart en wordt vermeld in de historiae van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus, maar toch was het onduidelijk waar de nederzetting nou precies lag. Archeologen denken de locatie nu eindelijk gevonden te hebben.

“In 2015 begonnen we opeens gekke dingen te vinden. Er kwam toen een melding dat er een Romeinse muur was gevonden. Dat was een kade of een gebouw. Misschien een fort of een tempel” liet archeoloog Nils Kerkhoven weten aan Omroep Gelderland. Hij leidde het archeologisch onderzoek bij de Gelderse plaatsjes Dreumel en Alphen aan de Maas, dat werd opgezet naar aanleiding van de vondsten.

AD DUODECIMUM EN DE PEUTINGERKAART
Ad Duodecimum betekent letterlijk vertaald: bij de twaalfde. Deskundigen denken dat deze naam een afstandsaanduiding is: de twaalfde mijlpaal. Op de Peutingerkaart is te zien hoe Ad Duodecimum ongeveer 40 kilometer verwijderd lag van Nijmegen in de Romeinse provincie Neder-Germanië. De Peutingerkaart is echter bedoeld als reiskaart en is niet geografisch-getrouw. Het is meer een schematisch overzicht van het Romeinse Rijk met daarop afstanden tussen de steden genoteerd. Niet gedetailleerd genoeg om een verloren nederzetting terug te vinden dus.

Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine, meer weten over dit prachtige magazine? Klik hier! ALLEEN DE ROMEINEN BOUWDEN MET STEEN
Een sterke aanwijzing dat het hier inderdaad Ad Duodecimum betreft, is het feit dat de vondst klopt qua afstanden met wat er op de Peutingerkaart vermeld staat. Bovendien bestaat een groot deel van de vondst uit bouwstenen. “Alleen de Romeinen bouwden in de eerste eeuwen van onze jaartelling met steen. En dat deden ze niet zomaar. Dat deden ze alleen voor een serieuze nederzetting, zeg maar een stad. Het is natuurlijk een megaontdekking, maar de meningen zijn nog verdeeld en we moeten verder onderzoeken. Toch durf ik met zoveel vondsten op deze plek en de afstanden op de Peutingerkaart die kloppen wel een voorschot te nemen.” aldus Kerkhoven.

EERDERE VONDSTEN AAN DE MAAS
In 2017 werden er in het gebied bij de Maas al resten gevonden van een Romeinse brug over de Maas. Ook is er een schepenkerkhof gevonden met schepen uit de Romeinse tijd, vroege en late middeleeuwen. Toen werd al vermoed dat Ad Duodecimum gevonden was. Nu is dat dus volgens Kerkhoven en zijn team vrijwel zeker. Kerkhoven: “We hebben hier zoveel Romeinse vondsten gedaan. Dit is een schot in de roos.”

Bronnen: Gelderlander, Omroep Gelderland.