Terug naar de lijst | Naar het overzicht in het kort. |
Het Helinium (Helinio) komt niet voor op de Peutingerkaart, dus valt feitelijk buiten het bestek van dit hoofdstuk. Toch is het opvallend dat deze zeearm genoemd wordt, dus bekend was, maar dan toch niet op deze kaart staat. Overigens heeft de Maas geen monding op de Peutingerkaart, maar ligt in het verlengde van de Patabus. Dat is al een onoverkomelijk probleem wil men de Peutingerkaart op Nederland toepassen. Onder de Patabus is Gesogniaco quod nunc Bononia afgebeeld, dat Boulognes-sur-Mer in Frans-Vlaanderen is. Waar is België? |
De visie van Albert Delahaye. Het Helinium was een zeebaai in Frans-Vlaanderen. Na Plinius (23 - 75 na Chr.) verdwijnt het meer Helinium volledig uit de bronnen, omdat het verder landinwaarts lag en het als eerste verlandde. Voorheen heb ik Helinium in verband gebracht met de rivier de Liane ten noorden van Boulogne, die ook met de naam van Helena wordt aangeduid. Dat is onjuist. In een tekst zegt Plinius (Historia Naturalis, IV, 101) dat de Renus (Schelde) zich in twee meren uitstort, het ene Flevurn, het andere Helinium geheten. De tak die in het Flevum viel, was de meest zuidelijke. Plinius brengt hem ook in verband met de Mosa (Moze of Moeze) en refereert zo volkomen aan de tekst van Caesar. De Marsaci (Mérignies, Merris en Marcq-en-Baroeul bij Rijsel) woonden in het midden tussen deze twee meren. In een andere tekst (Historia Naturalis, XVI, 2 -5, zie Caesar, tekst 78) heeft hij het over de Chauci van Choques, die tussen de twee meren wonen. Hier noemt hij ze niet bij naam doch het is duidelijk dat hij Flevum en Helinium bedoelt. Aan de hand van deze gegevens moet Helinium met grote waarschijnlijkheid ten oosten van Kortrijk worden gelokaliseerd waar de plaatsnamen: Helchin (Vlaams: Helkijn), Ellezelles, Ellignies, Ollignies, Hellebecq en Gislenghem met even grote waarschijnlijkheid naamkundige relicten van Helinium zijn. Met deze nieuwste zienswijze met betrekking tot Helinium komen mijn vorige interpretaties hieromtrent te vervallen. Nadere analyses zullen moeten uitwijzen of ik hiermee op het goede spoor zit. Hiermee wordt ook aangetoond dat Delahaye niet altijd bij zijn eenmaal ingenomen standpunten blijft, wat opponenten hem vaak verweten. Delahaye verandert zijn opvattingen als er goede argumenten voor zijn. Soms vindt hij die zelf, soms brngen anderen hem op die gedachte. De Nederlandse traditie. In de Nederlandse traditie houdt men het Helinium op de Maasmond. Daarvoor voert men geen direct bewijs aan, slechts deducties uit de veronderstelling dat de Marsaci daar gewoond hebben, wat overigens ook nooit bewezen is. |