Terug naar de lijst Naar het overzicht in het kort.

Castra Herculis = Druten? Arnhem? Nijmegen? Ergens anders? Arleux

Er bestaat nog grote onzekerheid omtrent de locatie van Castra Herculis. Bron: J.Bervaes.

Castra Herculis, een der stations in het graantransport van 358 na Chr. lag volgens onomstotelijke bewijzen in het noorden van Frankrijk. Keizer Julianus (360-363) liet Castra Herculis nieuw aanleggen voor het graantransport vanuit Engeland naar Italië. In 358 na. Chr. was er geen Romein meer in Nederland. Gingen de Romeinen via Nederland naar Italië? En dan via de Rijn en over de Alpen? Niet erg logisch! Of ging men via Frankrijk, waar de Kanalen van Drusus en Corbulo voor de verbinding zorgden tussen de Schelde en de Saône en Rhône?


Keizer Julianus.


Alle Romeinse namen van de plaatsen in Nederland zijn slechts gebaseerd op de namen van de Peutingerkaart. In geen enkele plaats is een archeologische bevestiging gevonden van de veronderstelde plaatsnaam.

Staat een plaats niet op de Peutingerkaart dan weet men er geen naam voor. Vandaar alle vraagtekens op de inhoudslijst. Van Romeins Utrecht is vastgesteld dat de plaats Albiobola (C.W.Vollgraff) heette en niet Trajectum.

Dat de Peutingerkaart nooit overeenkwam met de Nederlandse vindplaatsen van Romeinse forten, blijkt wel uit de vele varianten die men steeds gehanteerd heeft en nog hanteert. Zie bij Lugdunum, Castellum Flevum, Lefevano, de gracht van Drusus, enz.
In Nederland was slechts één castra, die van Nijmegen kortstondig in gebruik (70-105 na Christus) (Bron: R.Borman)

Indien Nijmegen een castra was, dan is het in strijd met alle Romeinse logica dat Arnhem, op 17 km van Nijmegen, dan het Castra Herculis van de Peutingerkaart geweest zou kunnen zijn.
Van Castra Herculis bestaan in Nederliefst liefst 23 locaties. In 2013 kwamen Jan Verhagen en Stijn Heeren met een nieuwe opvatting (nr.24 dus) dat Castra Herculis Nijmegen zou zijn. Het toont nogmaals aan dat van de Nederlandse opvattingen met betrekking tot Romeins Nederland nog steeds weinig juist is.

Verhagen en Heeren tonen hiermee slechts aan dat:
1. alle vorige 23 opties van de ligging van Castra Herculis onjuist zijn en zij alle vorige opties dus afwijzen inclusief die van W.Willems die Meinerswijk als Castra Herculis meende te hebben bewezen;
2. Nijmegen dan ook geen Noviomagus was, aangezien beide plaatsen gelijktijdig op de Peutingerkaart staan op een onderlinge afstand van 17 km. (8 leuga);
3. nogmaals 'bewezen' is dat de afstanden tot andere plaatsen niet juist zijn, dus dat de Peutingerkaart een falsum is;
4. zij slechts tot deze conclusie komen met kromme redeneringen en onlogische opvattingen door de afstanden op de Peutingerkaart als onjuist te verklaren. Slechts met knip- en plakwerk komen zij met Castra Herculis op Nijmegen terecht;
5. ondanks alle tegenargumenten men de Peutingerkaart per se op Nederland wil blijven toepassen wat als uitgangspunt onjuist en niet wetenschappelijk is.

Enkele feiten spreken voor zich: Castra Herculis, de naam zegt het al, was een castra en lag aan de overzijde van de Renus. Keizer Julianus (360-363) liet deze plaats inrichten voor het graantransport vanuit Engeland naar Italië. Op de Peutingerkaart staat het afgebeeld (naast Noviomagi) in Francia en maakte het onderdeel uit van de "Limes Germanicus" van na 375. Toen was er geen Romein meer in Nederland. Aan geen van deze voorwaarden, bij verschillende klassieke schrijvers genoemd, voldoet Arnhem-Meinerswijk, de locatie die men tegenwoordig voor mogelijk houdt. Maar deze locatie wordt sinds kort dus weer bestreden door Jan Verhagen en Stijn Heeren!

De visie van Albert Delahaye.
Castra Herculis zou Caëstre kunnen zijn, op 9 km zuidoost van Cassel en op 45 km van Carvin, of Arleux op 24 oost van Arras (Atrecht).
Castra Herculis wordt in 358 na Chr. genoemd als een der stations voor het graantransport vanuit Engeland, die Julianus liet aanleggen. ln elk geval staat hierdoor vast dat de plaats in het noorden van Frankrijk lag en niet in Nederland, vanzelfsprekend ook omdat de hele Romeinse weg daar lag. De determinatie van Caëstre bevredigt niet geheel, niet alleen omdat de afstand tot Carvin niet precies klopt, méér nog omdat de weg van Carvin uit naar het noorden zou schieten om dan pas naar Noyon te gaan, maar het meest omdat het onwaarschijnlijk is dat de Romeinen dat noordelijk gebied tegen het einde van de 4e eeuw nog volledig beheersten. En het graantransport lieten de Romeinen zeker niet door vijandelijk gebied gaan. Beter te aanvaarden lijkt daarom de determinatie Arleux, etymologisch zeer goed te verklaren uit Herculis, op 24 km oost van Atrecht en op 28 km van Carvin.


De Nederlandse traditie.
A.W. Byvanck (o.c. p.619) weet over Castra Herculis slechts te melden dat het "in de Betuwe" ligt, op p.654 wordt dat verbeterd in "ergens in de "Over-Betuwe". Over de verdedigingslinie ter plaatse meldt hij op p.667: "Overigens weten we niet tot hoever die linie zich uitstrekte".
Castra Herculis is een hele lange tijd onvindbaar geweest in Nederland, wat W.A. van Es (o.c. p.52, 127) ook volledig erkent.

Er is met Castra Herculis heel wat geschoven.
Zo was Castra Herculis eens (1) waarschijnlijk Nijmegen, vervolgens werd (2) Elst genoemd, toen (3) Kesteren (in de Betuwe), of was het misschien (4) Kasteren (in de gemeente Liempde), toen was het plots (5) Arnhem-Meinerswijk, of (6) Huissen, eerder werd ook (7) Opheusden als mogelijke plaats van dit Castellum opgevoerd. De onlangs voorgestelde identificatie van Castra Herculis met (8) Doodewaard of (9) Druten (Bogaers) wordt nog door geen enkele bodemvondst gesteund. En volgens J.Bervaes is het in de omgeving van Herveld (10) of in Ewijk (11) (Betuwe). Daarnaast werden nog door een of meerdere historici de volgende locaties genoemd: Doesburg (12), Randwijk (13), Heteren (14), Driel (15), Zetten (16), Valburg (17), Haalderen (18), Malburgen (19), Doornenburg (20), Aerst (21) en Winssen (22). (Bron: Westerheem 5, okt.2016 p.240)
In een artikel in Archeobrief van sept. 2013 komt Jan Verhagen tot de slotsom dat Castra Herculis geïdentificeerd moet worden met Nijmegen Valkhof (23) of Nijmegen Hunerberg (24). Dat wordt door Jan Verhagen en Stijn Heeren nog eens bevestigd met een uitvoerig artikel in Westerheem 5 van okt.2016 (p.239 e.v.). Zij komen tot deze conclusie op grond van de tekst van de hiervoor genoemde Marcellinus (358) en de afstanden op de Peutingerkaart. Volgens hen klopt hun betoog na correctie van de veronderstelde fouten op de Peutingerkaart. Ook van Levefano, Carvone en Arenato komt men zo tot nieuwe identificaties die slechts te bewijzen zijn door de genoemde afstanden op de Peutingerkaart als fout te verklaren. Daarmee worden ook deze identificaties erg gezocht, onwaarschijnlijk en derhalve onjuist. Men kan nu eenmaal niets bewijzen door de bron van het bewijs vals te verklaren.
Opmerkelijk is in het genoemde artikel van Verhagen en Heeren dat ze de locatie van W.J.H.Willems in Arnhem-Meinerswijk als onhoudbaar kwalificeren. En dan had Willems commentaar op Delahaye?

Als men de afstanden op de Peutingerkaart maar voldoende aanpast is elke locatie kloppend te maken!
Blijkbaar hebben Verhagen en Heeren dan niet in de gaten dat hun bewijs gebaseerd is op een onjuiste kaart, ofwel hun betoog steunt op drijfzand.
Wat bij hen ook een consequentie is dat Nijmegen dan niet Noviomagus was van de Peutingerkaart hoewel dat toch weer wel hun uitgangspunt was. Maar toen de Peutingerkaart getekend werd, stellen zijn, bestond Noviomagus niet meer maar heette het Castra Herculis. De vraag is dan waarom staat Noviomagus er dan toch op en ligt het volgens de Peutingerkaart op 17 km van Castra Herculis? Oh ja, foutje van de kaart!

Conclusie:
Als je de Petingerkaart maar naar believen vals verklaart, kun je er alles mee bewijzen ofwel helemaal niets!
In Nederland komt men zo tot liefst 24 verschillende locaties, ofwel men weet er geen raad mee! Dat wordt ook erkend door Bervaes, die schrijft dat "er nog grote onzekerheid bestaat omtrent de locatie van Castra Herculis".Bron: J.Bervaes
Aan al die onzekerheid verandert dus ook nu niets. Men zal Castra Herculis in Nederland ook nooit vinden om de eenvoudige reden dat het in Frankrijk ligt. Dat moet nu toch langzamerhand duidelijk worden en tot iedereen gaan doordringen!

In het buitenland worden daar nog enkele aan toegevoegd, zoals Valburg. Liefst 24 locaties voor Castra Herculis in Nederland, waarmee aangetoond wordt dat er minstens 23 fout zijn. Misschien is die 24e ook wel fout en is het toch de locatie van Delahaye in Noord-Frankrijk: Arleux.

Bechert (o.c. p.14) noemt de ontdekking van een castellum bij opgravingen te Arnhem-Meinerswijk in 1979 en 1992 (met verwijzing naar W.J.H.Willems, zijn co-auteur) vermoedelijk het langgezochte Castra Herculis. Er is dus een castellum (Romeins militair fort) gevonden en geen castra (legioenslegerplaats - waarvan er ons land slechts één bestaan heeft en wel te Nijmegen, Van Es, o.c. p.69 en Bechert, o.c.p15,17), wat niet overeenkomt met de naam van de plaats. Een tweede castra in Nederland en op slechts 17 km van die in Nijmegen, zou gezien de militaire strategie van de Romeinen, een onmogelijkheid zijn geweest. Castra Herculis kan dus nooit te Arnhem-Meinerswijk hebben gelegen, want de in Nijmegen (dat overigens niet Noviomagi van de Peutingerkaart was) gevonden castra is een vaststaand feit. Waarmee een nieuwe mythe in Romeins Nederland is geboren op grond van een vermoeden. Op p.24 noemt Bechert Castra Herculis een kleine versterking en strategisch belangrijk aan de monding van de fossa Drusiana, die hij dus klaarblijkelijk tussen de Rijn en de IJssel localiseert. Op p.77 en 78 wordt het iets genuanceerder meegedeeld. Enkele letterlijke citaten: "Het castellum bij Arnhem-Meinerswiik (Castra Herculis) is gelegen even stroomafwaarts van het punt waar de Rijn naar het westen afbuigt en waar de IJssel -vermoedelijk de fossa Drusiana - aftakt. Een aanzienlijk deel van het castellum is vanaf de vroege middeleeuwen door de Rijn aangetast en verspoeld".
Dit wordt allemaal geconcludeerd uit 2 proefopgravingen uit 1979 en 1992. "Op basis van de vondst van een graffito LIICV, (centurio) LEG (i onis) V (Alaud ae), wordt verondersteld dat in deze periode soldaten van het in Xanten gelegerde 5de legioen het fort bezetten". "In totaal zijn zes perioden te onderscheiden. Het is niet duidelijk of de bezetting continu geweest is". "Het fort heeft evenals vele andere castella aan de Rijn een brandlaag tussen de lagen van vóór en na het jaar 70. Ook tussen de laatste twee perioden tegen het einde van de 3de en de tweede helft van de 4de eeuw wordt een hiaat vermoed".
"In het begin van de 3de eeuw lijken nog bouwwerkzaamheden te zijn verricht". "Ook in de 4de eeuw is er sprake van activiteit op het terrein. Een hernieuwde militaire occupatie zou goed passen in de laat-Romeinse operaties langs de Rijn, maar is niet onomstotelijk aangetoond. Verondersteld wordt dat de locatie van het fort dezelfde is als Castra Herculis op de Peutinger-kaart. Deze plaats moet volgens deze kaart circa 17,5 km (8 leugae) ten noorden van Noviomogus (Nijmegen) en 29 km (13 leugae) ten oosten van Carvo (Kesteren) gezocht worden (zie opmerking). Castra Herculis was volgens Ammianus Marcellinus één van de zeven steden die in 359 werden versterkt door keizer Julianus. De handelsnederzetting Meinerswijk (Meginhardiswich) die in de geschreven bronnen naar aanleiding van een Vikingaanval vermeld wordt, heeft ongetwijfeld in betrekking gestaan tot het castellum." Aldus Bechert (o.c. p.78).

Opmerking: Uit de Peutingerkaart zijn geen gegevens van lengte of breedte, noord of zuid af te leiden. Nergens worden coördinaten genoemd. Plaatsen die op de kaart vlak bij elkaar liggen, liggen in werkelijkheid vele tientallen kilometers van elkaar. Sommige steden liggen boven andere, waar zij in werkelijkheid ver zuidelijk vandaan liggen. Trier (Augusta Trevirorum) ligt vlak bij Reims (Durocortoro) en beneden Straatsburg (Argentorato), waar het in werkelijkheid ver van Reims ligt en ver noordelijk van Straatsburg. Daarbij kan meteen de allesomvattende vraag gesteld worden: "Is het Romeinse Trevorum (Aug.Tresviroy wat er precies staat) van de Peutingerkaart wel Trier of was het misschien toch een plaats in Noordoost-Frankrijk?"
In Noordoost-Frankrijk komen daar de plaatsen Tréveray, Trévilly en Travecy voor in aanmerking.

Wat ik mis in het artikel van Jan Verhagen en Stijn Heeren is uiteraard naast het weerleggen van de opvattingen van Albert Delahaye, die tweede weg door de Patavia. Waarom wordt deze weg in Nederland altijd angstvallig verzwegen?
Dat is dus al 50%. Tel daarbij de plaatsen die Verhagen nu anders interpreteert (3 van de 10) dan kom je zo al op 65% waarover de discussie kan worden voortgezet.
Jan Verhagen schrijft dan ook zeer terecht 'dat er vraagtekens gezet kunnen worden bij veel potentiële castellum locaties'. Hij doelt dan op de publicatie van Bechert en Willems, die hiermee naar het rijk der fabelen verwezen worden. De nieuwe locatie van Castra Herculis is wel een hele leuke. Daarmee worden andere opvattingen dus omver gekegeld. Weg met de opvattingen van Bogaers, Stolte (ja hij ook) Leupen en Willems, om er maar enkelen te noemen. Waar blijf je dan met hun deskundigheid? Overigens is met Castra Herculis in het verleden al menigkeer geschoven. Er waren al liefst 22 verschillende locaties van dit castrum in Nederland bekend!

Toch blijft de grootste misser het feit dat de Romeinen op hun wegenkaart blijkbaar een prijsgegeven gebied wel hebben afgebeeld en de oversteekplaats naar Engeland gemist wordt. Dat lijkt me onbestaanbaar. Lees hiervoor eens het artikel van Joël Vandemaele over de 'opengescheurde kaart' in de Mythe van Romeins Tongeren in "Controversiële Geschiedschrijving".
Wat ook in de opvatting van Verhagen meteen opvalt dat hij zijn hypothese zoals hij het noemt, slechts kan onderbouwen door uit te gaan van fouten op de Peutingerkaart. Dat maakt zijn verhaal niet erg overtuigend. De nieuwe identificatie van Arenato, Levefano, Carvone en Castra Herculis kan hij slechts 'bewijzen' door uit te gaan van een fout in de afstanden op de Peutingerkaart. Zo kun je natuurlijk altijd je gelijk halen. Verder ontbreekt het aan archeologische bewijzen van enkele locaties (met 'archeologisch minder bekend' zal in het artikel wel bedoeld zijn 'archeologisch onbekend') en het ontbreken van plaatsnamen op de vele andere vindplaatsen van Romeins in Nederland.

Mijn conclusie is, zoals in maart 2008 al in Archeobrief stond, dat de Rijn geen verdedigingsgrens was, maar een bewaakte transportroute. En waar geen bewaking nodig was, bouwde men ook geen wachttorens laat staan castella, zoals op het stuk tussen Maurik en Arnhem.

Dat afstanden tussen Romeinse vindplaatsen wel eens overeenkomen met afstanden op de Peutingerkaart is feitelijk op zich geen enkel bewijs en eenvoudig verklaarbaar. De Romeinen bouwden wel vaker castella op een dagreis van elkaar. Het waren immers poststations waar de wisseling van paarden belangrijker was dan de verdediging tegen invallende Germaanse stammen (die overigens al binnen het Romeinse Rijk verbleven, maar dit terzijde).

Probleem in Nederland blijft die tweede weg en de Brittenburg zo ver in zee. Die bewijst de transgressies onbetwistbaar, net zoals de plaats van de Kanaaltunnel de plaats aanwijst 'waar je de overkant kunt zien'. Wie daar wel eens geweest is heeft dat met eigen ogen kunnen zien. Zie ook 'Wat nooit paste in Nederland!'.