Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
![]() Als de naam Karolingisch Noviomagus uit Nijmegen verdwijnt, dan dient ook de naam Noviomagus voor de Romeinse tijd te verdwijnen, De naam Municipium Ulpia Noviomagus is een bedenksel van prof.dr. J.E. Bogaers, uitgesproken in zijn inaugurale rede in 1959. Tevoren heeft niemand Nijmegen ooit zo genoemd. Dat er meteen aan getwijfeld werd, mag blijken uit de woorden van Van Buchem, die schrijft: "Wij hopen, dat dr. Bogaers spoedig gelegenheid zal vinden om zijn nieuwe denkbeelden omtrent deze voor de oude geschiedenis van Nijmegen toch waarlijk niet onbelangrijke kwesties duidelijker en uitvoeriger uiteen te zetten." H.Halbertsma meende "dat er ten onrechte een band zou zijn gelegd tussen Noviomagus en keizer M. Ulpius Traianus en dat dat niet door Bogaers is gesuggereerd". Dat had meneer Halbertsma dus niet goed begrepen, want Boagers heeft niet de bedoeling gehad Ulpia en Noviomagus van elkaar te scheiden, aldus Van Buchem. (Kunt U deze redenatie nog volgen?) De "gedachte" van Bogaers bleek meteen een zekerheid te zijn geworden. ![]() Van veel tentoongestelde voorwerpen wordt de werkelijke vindplaats of de vondstomstandigheid niet genoemd; van enkele voorwerpen wordt de vindplaats nadrukkelijk wel genoemd, zoals van Nijmegen zelf en van plaatsen buiten Nijmegen, zoals Tiel, Wijk bij Duurstede, Escharen en Beuningen. De bezoeker krijgt zo de indruk dat alle tentoongestelde voorwerpen waarbij geen vindplaats wordt genoemd in Nijmegen gevonden zouden zijn. En dat is dus beslist niet zo. Van de vele voorwerpen, tentoongesteld in de keramiekzaal van G.M.Kam, is bekend dat deze niet in Nijmegen zijn gevonden. Geradus Marie Kam kocht deze immers aan van "handelaren" die ze uit het heel Europa verhandelden. Behalve de vindplaats is ook de vondstomstandigheid van belang in de archeologie. En deze wordt bijna nergens genoemd. Een muntvondtst op het Valkhof met als sluitmunt een munt uit 1225 (zie hiernaast), geven een ander beeld van de daartussen aanwezige Karolingische munten. De bezoeker krijgt dus valse voorlichting: het woord 'manipulatie' van archeologische relicten is hier van toepassing. ![]() ![]() |
Museum Het Valkhof geeft valse voorlichting. Hoewel men de ware geschiedenis van Nijmegen kent, geeft Museum Het Valkhof gedeeltelijk toch de traditionele, dus onjuiste voorlichting. Gedeeltelijk, want enkele zekerheden uit de traditionele geschiedenis vinden we er niet meer terug. Maar de oplettende bezoeker vindt er ook enkele onmiskenbare waarheden. Op de eigen tentoonstelling wordt fijntjes 'het gat van Nijmegen' getoond. (Afbeelding uit Museum Valkhof). ![]() En als men Dorestad (is niet Nijmegen) en het vermeende verblijf van Karel de Grote schrapt, wat ook erkend wordt (zie afbeelding hieronder), ziet men het gat van Nijmegen tussen 270 en 1080 (bouw van de kapel op het Valkhof niet rond 1000 zoals hierboven is aangegeven!). Dat gat wordt zelfs 8 eeuwen! Volgens de opgave hieronder van het opgegraven aardewerk in Nijmegen wordt het gat van Nijmegen zelfs 9 eeuwen tussen de 4e en 13e eeuw! Acht (8!) of zelfs negen (9!) eeuwen zonder geschiedenis! En dan zeggen die enkele graven die rond en in Nijmegen gevonden worden uiteraard NIETS over het bestaan van een stad! De verspreiding van die graven geeft juist aan dat het om rondtrekkende mensen ging, die hun doden begroeven op de plek waar men toevallig was. Er is geen enkele nederzetting aangetoond in en om Nijmegen, laat staan het bestaan van een stad! Nijmegen de oudste stad? Hou op met die fabel! Het is pure volksverlakkerij, puur NEP (zie daar). ![]() ![]() Niet Nijmegen, maar Maastricht is Nederlands oudste stad..Museum het Valkhof.Uit correspondentie met het museum over de vraag waar Karel de Grote gebleven is, laat men weten: "Voor alle duidelijkheid: Museum Het Valkhof staat niet achter de theorieën van Albert Delahaye en laat die graag voor wat ze zijn, ook al 'lopen we niet te koop met Karel de Grote'. Voor Romeins Nijmegen blijven wij de naam Noviomagus gebruiken, te meer omdat bij opgravingen in Nijmegen-West (volgens ons de locatie van Ulpia Noviomagus) een zilveren ring is gevonden met een inscriptie die deze naam (afgekort als NOVIOM) vermeldt (zie: H. van Enckevort en J. Thijssen, Graven met beleid. Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen 1989-1995, Abcoude/Nijmegen1996, p. 76; H. van Enckevort e.a., Nijmegen. Legerplaats en stad in het achterland van de Romeinse limes, Abcoude/Nijmegen 2000, p. 71)". Met vriendelijke groet, L. Swinkels, conservator archeologie. ![]() Opmerking 2: De theorieën van Albert Delahaye laat men graag voor wat ze zijn: men gaat dus elke discussie uit de weg en er wordt dus vastgehouden aan de theorieën van Willem van Berchen, de 15e eeuwse kanunnik die het blijkbaar allemaal goed wist. Dit in tegenspraak met schrijvers vóór en na deze Nijmeegse kanunnik, die daarover iets anders vermelden. Opmerking 3: Het Romeinse Noviomagus is dezelfde plaats als het Karolingisch Noviomagus, de plaats waar Karel de Grote een nieuw paleis bouwde. Verdwijnt Karolingisch Noviomagus, dan gaat Romeins Noviomagus onherroepelijk mee. Noviomagus is dus niet de naam geweest van Romeins Nijmegen. Opmerking 4: De steen met de tekst "Ulpia Noviomagus" is een KOPIE van een in Beieren (Z-Duitsland) gevonden steen. Het is symbolisch: de Nijmeegse geschiedenis kent meerdere "kopieën". Opvallend detail in de correspondentie: er wordt NIET geschermd met het Bronnenboek van Nijmegen. Van Karel de Grote wordt nog wel vermeld dat hij er een palts bouwde, maar er wordt niet meer vermeld dat deze palts de naam Noviomagus gedragen zou hebben, De naam Karolingisch Noviomagus is dus verdwenen. Maar als de naam Karolingisch Noviomagus uit Nijmegen verdwijnt, dan dient ook de naam Noviomagus voor de Romeinse tijd te verdwijnen. Aangezien de hele historische wereld het er over eens is, dat Karolingisch Noviomagus dezelfde plaats was als het Romeinse Noviomagus van de Peutingerkaart. Het betreft één en dezelfde plaats. ![]() Op de tentoonstelling in Museum Het Valkhof wordt de indruk gewekt dat er continuïteit in de geschiedenis van Nijmegen heeft bestaan. De Romeinse periode loopt er tot 400, de vroege Middeleeuwen van 450 tot 800 volgens de opschriften bij de vitrines. "Frankische vondsten" moeten "het gat van Nijmegen" dichten. Museum Het Valkhof laat de bezoeker weten dat de burcht van Frederik Barbarossa, de herstelde palts van Karel de Grote zou zijn. Ook dit is geheel onjuist. Frederik Barbarossa bevestigt in zijn gedenksteen (zie afbeelding hiernaast: klik op de afbeelding voor een vergroting en vertaling) zelfs dat Karel de Grote hier nooit een palts heeft gehad, Hij zegt namelijk letterlijk dat hij de burcht van Julius Caesar, dus van de Romeinen, herstelde. Ook Museum Het Valkhof noemt Brabarossa de opvolger van Caesar. Een continuïteit tussen de Romeinse tijd en de late middeleeuwen heeft in Nijmegen nooit bestaan, getuige onderstaande citaten van andere historici: LET OP: dit is dus een citaat uit een eigen Nijmeegse publicatie! In Nijmegen blijft men beweren dat er een bewoningscontinuïteit heeft bestaan, ondanks dat het nooit bewezen is of zal kunnen worden. Zo stelt men in Nijmegen dus historische zekerheden vast: zonder het te kunnen bewijzen. Een mooier voorbeeld van een deductie uit een deductie is niet te geven. Het voortbestaan van Nijmegen wordt bewezen met het voortbestaan van de naam Noviomagus-Numaga, waarvan overigens nooit is aangetoond dat het de naam van Nijmegen was. Noviomagus en Numaga waren namen van Noyon, niet van Nijmegen. LET OP: dit constateert dus F.Gorissen, de man van de Stedeatlas van Nijmegen, waar de hele Karolingische traditie aan opgehangen is. ![]() Let op dat "natuurlijk niet". Stel je eens voor dat het in het boek over Het Valkhof in Nijmegen zou gaan om de kern van de zaak en wel of Karel de Grote er nu wel of geen paleis heeft gehad. Het boekwerk zou er iets minder majesteitelijk door geworden zijn. |