Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Ontoegankelijk Nederland.

Onderaan:
de Paleogeografische kaart van Nederland uit c.800 n.C.
Deze kaart is onderdeel van het programma Kenniskaart archeologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen dit project wordt een begin gemaakt met archeologische verwachtingskaarten in lagen. Het streven is om op deze kaarten archeologische resten in de Nederlandse bodem uit te splitsen naar periode en diepte. De verbeterde paleogeografische kaarten zijn één van de bronnen die voor Verwachtingen in lagen gebruikt gaan worden. Ze zijn vervaardigd door P.Vos en S.de Vries van Deltares.

Bronvermelding:
Vos, P. & S.de Vries 2013: 2e generatie palaeogeografische kaarten van Nederland (versie 2.0). Deltares, Utrecht.
en
Vos, P. in prep: Palaeogeographical maps of the Netherlands, Chapter 2: Compilation of the Holocene palaeogeographical maps of the Netherlands. Utrecht.
Beide afbeeldingen op 9-12-2017 gedownload van www.archeologieinnederland.nl.

Klik op de kaart voor een vergroting.

De legenda geeft een toelichting op de kleuren van de kaart.

Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.

Het rode gebied is 'inaccessible' ofwel ontoegankelijk (Bron: Archaeol Anthropol SciDOI 10.1007/s12520-016-0431)

Route persistence. Modelling and quantifying historicalroute-network stability from the Roman period to early-moderntimes (AD 100 – 1600): a case study from the Netherlands. Rowin J. van Lanen, Bert J. Groenewoudt, Theo Spek, Esther Jansma.

De visie van Albert Delahaye.

Tussen de 3e en de 10e eeuw was laag Nederland wegens langdurige overstromingen onbewoonbaar. De traditionele geschiedenis vanaf de Romeinse tijd heeft zich er nooit voorgedaan. St.Willibrord, St.Bonifatius en andere predikers, Karel de Grote, de Noormannen, Friezen, Franken en Saksen zijn allen op grond van verkeerde veronderstellingen in dit overstroomde gebied geplaatst, met alle foutieve consequenties vandien.
De veengebieden en turfwinning, de ontginningen en dijkenbouw en de oude, de nieuwe Hollandse waterlinie en de Grebbelinie bewijzen het gelijk van Delahaye met betrekking tot de opkomst en bewoonbaarheid van Holland en Utrecht. De vermeende geschiedenis van Holland en Utrecht kan zich hier eenvoudig niet hebben voorgedaan wegens de onbewoonbaarheid van dit moeras- en waddengebied, waar de eerste dijken pas in de elfde eeuw werden aangelegd.
Net zoals de eerste graven van Holland (vanuit Vlaanderen) pas in de 10e eeuw kwamen, kwam ook de eerste bisschop van Utrecht pas in de 10e eeuw in Utrecht terecht. Was deze bisschop er al veel eerder geweest, zoals de traditie verondersteld, dan had de bekende strijd om grondbezit tussen de bisschop van Utrecht en de graven van Holland zich nooit voorgedaan. Die strijd geeft juist helder aan dat de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht gelijktijdig in dit nieuwe vrijkomende gebied aankwamen, dat middels ontginningen hun bezit werd.

.
De overstroomde gebieden (zie kleuren in de legenda) waren ongeschikt voor bewoning, wat ook gold voor de veengebieden. Voordat er sprake was van ontginningen waren de veengebieden doorweekt en drassig en waren sompige moerasgebieden, totaal ongeschikt voor bewoning. In Friesland zou het grote en omvangrijke volk der Fresones gewoond hebben, een volk dat het niet alleen de Romeinen lastig maakten in hun strijd tegen hen, maar nadien ook de Franken. Waar zij woonden blijft in de traditionele Nederlandse geschiedenis vooralsnog een onopgelost raadsel.
Wat hierbij ook niet vergeten mag worden is dat de jonge duinen pas ontstaan zijn na het jaar 1000. Wat precies 'jonge' duinen zijn, laten de geologen maar in het midden. De duinen waren in elk geval geen gesloten waterkering die grootschalige overstromingen hebben voorkomen. Zie de Elisabethsvloed in 1421.

Legenda bij de kaart hiernaast.