De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Renus, Mosa, Albis, Amisia, Wisurgis en Lippia.

De rivieren wijzen de juiste plaats van de geschiedenis aan!


De namen van de rivieren in westelijk Nederland zijn de piketpalen van de voortschrijdende verlanding. Steeds als er weer een stuk land droog viel, kreeg de voortgaande rivier een nieuwe naam. De Rijn werd (Beneden-)Merwede, Nieuwe Merwede en Dordse Kil, de Maas werd achtereenvolgens Bergse Maas, met de aftakkingen: Amer, Striene, Hollands Diep, Dintel, Krammer, en de aftakking: Oude Maas, Nieuwe Maas, Scheur en Nieuwe Waterweg. Zie de kaart hiernaast. Klik op de kaart voor een vergroting. Duidelijk is ook aangegeven welk land vóór de 10de eeuw niet bestond. (Ter oriëntatie zijn enkele toen niet maar nu wél bestaande plaatsen aangegeven).

Het is veelzeggend de literatuur over de oude rivierlopen te bestuderen. Er worden slechts een aantal namen van onderzoekers genoemd, die steeds naar elkaar verwijzen, zelfs zoveel dat men weer uitkomt bij zichzelf. Neem als voorbeeld het ontstaan van de Lek en de Hollandse IJssel. In het Verhaal van Gelderland wordt H.J.Pierik als bron genoemd, die weer verwijst naar Stouthamer, Cohen, die verwijst naar Kooistra en Van Dinter, die weer verwijzen naar Pierik. Uiteindelijk komt men toch weer uit bij Pierik 'Past human-landscape interactions in the Netherlands Reconstructions from sand belt to coastal-delta plain for the first millennium AD'. Als men vervolgens dit 'profeschrift' doorleest, blijkt dat het geheel van dateringen gebaseerd is op de geschreven bronnen en de archeologie. Maar zonder archeologische vondsten blijven de dateringen speculaties, zoals over het ontstaan van de Lek. Dan is men dus aangewezen op de schriftelijke bronnen en, om dr.W.A. van Es, de opgraver van Dorestad te citeren, "de Lek moet in een of andere vorm ook reeds in die periode aanwezig geweest zijn, getuige het voorkomen van zijn naam - in de Latijnse vorm Lokkia - in een document uit het jaar 777. De vroeg-middeleeuwse situatie van de Lek in het gebied van Wijk is grotendeels onbekend". (Spiegel Historiael p.222/223). Behalve van speculatie is hier ook sprake van een cirkelredenering.

De visie van Albert Delahaye.
Het is een onverklaarbaar raadsel, waarom een historicus, classicus of archeoloog er nooit toe gekomen is te onderzoeken, hoe het mogelijk is dat rivieren uit Noord-Duitsland door de Romeinen worden verkend en in hun teksten worden genoemd, voordat er een Romein geweest was. De Albis, de Amisia, de Wisurgis en de Lippia, rivieren die in vele klassieke teksten worden genoemd, worden steevast in Noord- en midden-Duitsland gelocaliseerd als de Elbe, de Eems, de Weser en de Lippe.
Als er één feit duidelijk is in de Romeinse occupatie van West-Europa is het wel deze: de Romeinen zijn nooit of te nimmer in het hoge noorden van Duitsland geweest. De locaties van de door de Romeinen verkende rivieren in Noord-Duitsland is een historische misser van ongekende omvang.
Ook de Mosa in verschillende teksten genoemd, kan niet altijd vereenzelvigd worden met de Nederlandse Maas. Allereerst moet niet vergeten worden dat de Maas in Frankrijk ontspringt en daar een lange weg stroomt. Maar onder Mosa kan ook Moeze = 'water door moeras' begrepen worden. Mosa, in verband met Taxandria en Batua genoemd, is niet de Maas doch een arm van de Schelde, die in het Vlaams Moos of Moeze wordt genoemd en een brede, modderige riviermond betekent. De naam komt in deze betekenis meermalen voor en is vermoedelijk niet eens als eigennaam doch als soortnaam gebruikt. Vergelijk het Nederlandse begrip "vliet".



Lees meer over de rivieren en wateren: de Renus, de Albis, de Waal, de Maas, de Lek, de Gelderse IJssel, het Almere, de Eem, het Helinium.

De namen van rivieren hebben in de historische geografie voor de nodige verwarring gezorgd. Veel namen zijn gedoubleerd en de misvattingen die daaruit voortkwamen zijn eenvoudig te verklaren en evenzeer te weerleggen.
De namen Aa, Ee, Leije, Vliet, Laak, maar ook 'kreek' , 'zijp' en 'alm' zijn algemene waternamen, die later op enkele rivieren als eigennaam zijn toegepast.

Wie meteen stelt: "De Renus is toch de Rijn?" geeft daarmee te kennen weinig weet te hebben van de klassieke teksten waaruit het tegendeel blijkt. Tot heden is er nog niemand in geslaagd om de teksten van Julius Caesar, die het eerst over de Renus schrijft, op Nederland of Duitsland toe te passen.

De Renus was een rivier in Gallia, precies zoals Julius Caesar het in zijn boek over de Gallische Oorlog schrijft.

Ook andere klassieke schrijvers plaatsen de Renus in Gallia. En tot Gallia heeft nooit enig deel van Nederland of Duitsland behoord.

Hieronder twee voorbeelden van klassieke Romeinse schrijvers:

De Renus is een rivier in Gallia waar men op Engeland uitziet en die de Germanen van Gallia scheidt. Bron:Servius, Commentarius in Vigilii Aeneiden, VIII, 727.

De Morini, de laatste der mensen, wonen aan de Renus.

Bron: Virgilius, Aeneis, VIII, 726.

Klik hier om meer te weten over de Renus.





De rivieren in Frankrijk wier verkeerd opgevatte namen een alles bepalende doch fatale rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de historische dislokaties, niet alleen in de Romeinse periode, maar uit hoofde van krtiekloze naschrijverij nog vele eeuwen later. Zie het kaartje hiernaast. Klik op het kaartje voor een vergroting.
Zo was de Danuvius niet de Donau, maar de Franse Aisne. St.Amandus predikte onder de Frisones, aan de Schelde en de Danuvius. Dat hiermee de Friezen in Friesland en de Donau in Zuid-Duitsland bedoeld zouden zijn, is een geografische miskleun van de eerste orde. De Frisones waren de bewoners van (Frans-)Vlaanderen. De Danuvius was de Aisne. (De Donau heet in het Frans de Danube (Danubius), een klein maar veelzeggend verschil met Danuvius). Hier wordt ook de Romeinse schrijver Tacitus bevestigd door latere middeleeuwse schrijvers, die de naam Danuvius voor de Aisne gebruikt.


Hieronder een afbeelding uit de dissertatie van Pierik (p.98) over het voorkomen en ontstaan van de belangrijkste riveren in (laag-)Nederland. Vergelijk deze afbeelding met die van Van Dinter verder naar onderen en zie de verschillen.


De verschillen tussen beide afbeeldingen (hierboven en hieronder) geven de onzekerheid en mate van speculatie aan in de opvattingen van de verschillende onderzoekers aan. Trek daaruit je conclusies!


Het ontstaan van de Nederlandse rivieren volgens Marieke van Dinter in haar proefschrift "Living along the Limes. Landscape and settlement in the Lower Rhine Delta during Roman and Early Medieval times (Leven aan de Limes Landschap en bewoning aan de Oude Rijn tijdens de Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen".
Duidelijk is wel dat de Waal pas ontstond tussen ca. 300 en 600 n.Chr. De Gelderse IJssel ontstond nog later tussen ca.600 en 750 n.Chr. Ook de Lek ontstond pas na de Romeinse tijd. Deze niet-bestaande rivieren kunnen dan ook niet genoemd worden in de klassieke teksten, maar wel de rivieren waar de Romeinen toen verbleven.


De klassieke rivieren.
ca. 50 na Chr. Suevi, Albis en Renus.
De stormen van de Noordenwind hebben bij de Suevi de Albis gevormd en het onbedwongen hoofd van de Renus.
Bron: Lucanus, Pharsalia, II, 51, 52.

In de traditionele geschiedenis waren de Suevi de bewoners van midden Duitsland (Harz-gebergte), de Albis was de Elbe en de Renus zou de Rijn zijn. Dan zou Lucanus dus geschreven hebben dat "de noordenwind bij de bewoners van midden Duitsland de Elbe gevormd heeft en de stormachtige monding van de Rijn." Geografische wartaal dus!
Maar Lucanus schreef geen wartaal, hij wist terdege waarover hij het had. Gelezen moet worden "dat de westenwind (zie bij west-oriëntatie) in de omgeving van Kortrijk (daar woonden de Suevi), de Franse Aa (=de Albis) en de monding van de Renus (=de Schelde) gevormd heeft." De stormen van de westenwind zijn heden ten dage nog steeds beducht langs de Kanaalkust! Deze tekst is onmogelijk in Nederland of Noord-Duitsland te plaatsen, maar past in Noord-Frankrijk als een puzzelstukje.

De namen van de vier bekendste rivieren die tot veel misverstanden hebben geleid.

Romeinse naamAlbisAmisiaWisurgisLippia
Franse naamAaHemWimereuxLys
Duits/Nederlandse naamElbeEemsWeserLippe

Nergens in de historische wetenschap kan een zaak worden aangewezen, die zo fundamenteel is misverstaan als de berichten over de Albis, de Amisia, de Wisurgis en de Lippia. Nergens is er een gelijksoortig foutief vertrekpunt met zoveel en zulke ingrijpende consequenties. Van de andere kant is ook nimmer een zo klaterende absurditeit verkondigd, slechts vergelijkbaar met de oude opvatting over de platte aarde. Het is een onverklaarbaar raadsel, waarom nooit een historicus, classicus oÍ archeoloog ertoe gekomen is dit te onderzoeken. Als er één zaak duidelijk is in de Romeinse occupatie van West-Europa dan is het wel deze: de Romeinen zijn nooit ofte nimmer in het hoge noorden van Duitsland geweest! Waarom heeft niemand ooit deze dwaling nader onderzocht?
De berichten over de veldtochten van Drusus in het jaar 12 vóór Chr., geven de juiste plaats van de rivieren aan. Drusus had de Frisones bedwongen en liet daarna versterkingen aanleggen langs de Albis, de Amisia, de Wisurgis en de Lippia en bouwde er 50 forten ter verdediging van Gallia tegen de Germanen. Gaat het hier over de Elbe, de Eems, de Weser en de Lippe? Liet Drusus deze versterkingen aanleggen in Noord-Duitsland waar nog geen Romein geweest was? Achter de rug van de Germanen? Om te voorkomen dat ze zouden weglopen, zeker?

De traditionele opvattingen om de veldtochten van Drusus in Duitsland te plaatsen levert de volgende absurdititen op:
  • De historici hebben deze veldtocht in het noorden van Nederland en het noorden van Duitsland gedacht en doen dat nog steeds.
  • De absurditeit, dat Drusus dan tevoren Nederland en Duitsland veroverd zou hebben - wat uitgesloten is - werd niet eens opgemerkt,
  • nog minder de nog grotere absurditeit dat die gebieden ondanks de "bedwinging" en ondanks die keten van fortificaties, nimmer in handen van de Romeinen zijn geweest,
  • waarbij opgemerkt dient te worden dat van enige fortificatie langs die rivieren archeologisch nooit iets is teruggevonden.
  • Nog afgezien van de vraag welke zin een verdedigingslinie dáár in Duitsland kon hebben, die door de bronnen toch helder wordt voorgesteld te zijn bedoeld voor de verdediging van Gallië.
  • De grootste absurditeit is, dat de Romeinen pas ca. 60 jaren later het midden van Nederland bereikt hebben, en dat zij Friesland nooit bezet hebben.
  • De nóg grotere zotheid is dat deze reconstructie zelfs in recente publicaties nog wordt volgehouden en
  • dat Drusus zijn befaamde kanaal, onderdeel van zijn Gallische verdedigingslinie, reeds ca. 9 vóór chr. in het midden van Nederland zou hebben aangelegd.
  • dat Drusus als voltooiing van zijn verdediging Bononia (=Boulogne) en Gessoriacum (= de landtong aan de Liane) met bruggen liet verbinden Dat gebeurde dus in Frans-Vlaanderen.
  • Waar dat kanaal lag, weet geen sterveling, vandaar dat er wel 10 verschillende plekken voor zijn aangewezen.
  • En dat dit ca. 60 jaren vóór de aanwezigheid van de eerste Romein in Nederland gebeurde, is nimmer opgemerkt als een absolute onmogelijkheid.
  • Het toppunt van verblindheid is, dat men probeert dit kanaal stratigrafisch aan te wijzen (aan de oppervlakte) terwijl toch onomstotelijk vaststaat dat de "Romeinse" bodem in het westen tot 4 à 6 meter, in het oosten tot 1 meter beneden het huidige maaiveld lag.
  • De Frisones zaten er zó vast als Nederlands bezit ingehamerd, dat men de absurditeiten niet meer zag.

    De Nederlandse archeologie zelf heeft aangetoond (zie J.H.F. Bloemers), dat er geen sprake is geweest van een Romeinse occupatie van Friesland. ln het gebied van de Elbe, Eems en Weser ontbreekt eveneens elk spoor van de Romeinen. Alle kaarten in alle uitgaven over de Romeinen, of dat nu Nederlandse, Belgische, Franse, Engelse, Duitse of ltaliaanse zijn, beelden de Romeinse occupatie tijdens de periode van de grootste uitgestrektheid van het Romeinse rijk op dezelfde manier af. De noordgrens van het Romeinse rijk in het oosten wordt gevormd door de Donau, in het westen vanaf Mainz, Keulen en het midden van Nederland door de Rijn. Het land ten noorden van deze rivieren is nimmer in het bezit van de Romeinen geweest. Aan de hand van Tacitus' "Germania" weten we nu, dat de Germaanse stammen er niet thuishoren en dat men ze er ten onrechte geplaatst had. De historische zowel als de archeologische gegevens bewijzen meer dan afdoende, dat deze conclusie juist is. De geografische bronnen zoals Strabo, Ptolemeus, de Peutinger-kaart en het ltinerarium Antonini bevestigen haar met exacte gegevens. Die streken, nooit door de Romeinen bezocht, waar ten overvloede geen Romeinse relicten gevonden zijn, komen nergens in de geschriften voor.

    De namen van rivieren hebben de historici altijd voor de nodige geografische problemen gesteld.
    Veel riviernamen waren ook geen eigennamen van een rivier, maar een algemene aanduiding van een stroom, een water.
    De namen van rivieren zijn ook veelvuldig gedoubleerd en hebben de problemen rondom de juiste geografie van de in de teksten bedoelde rivier vergroot. Daaruit zijn dan ook enorme en fatale misvattingen ontstaan. Alles, en dat is veel, wat over deze rivieren door de klassieke schrijvers werd vermeld, is feitelijk verkeerd geïnterpreteerd en verkeerd gelokaliseerd, omdat het "rücksichtlos" op het noorden van Duitsland werd toegepast, terwijl het naar waarheid in het noord-westen van Frankrijk en het westen van Vlaanderen geplaatst moet worden. Deze verkeerde interpretatie loopt door tot na de Karolingische periode, zodat de juiste plaats van de Frisones en de Saxones over beide periodes, opgehangen aan deze rivieren, opnieuw onderzocht moet worden.
    In de Romeinse geografische bronnen staan genoeg bewijzen dat de rivieren in Frankrijk liggen. Ptolemeus bevestigt dit met betrouwbare coórdinaten.
    Veel geografische details, die samenhangen met de genoemde rivieren, passen niet in het traditionele plaatje. Enkele voorbeelden zijn:
    Er zijn zo er nog meer voorbeelden te geven van teksten waarbij de gegevens niet overeen komen met de geografische werkelijkheid. Meer teksten vind je in "De Ware Kijk Op!"

    Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.