De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Vikingen IJzeren eeuwen om de Noordzee. Jan J.B.Kuipers.

Aan deze pagina wordt nog verder gewerkt!






De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem en Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat hoort dan allemaal thuis in Noord-Frankrijk!

Eenzelfde fundamentele verwarring vint ook plaats tussen het begrip Noormannen en Vikingen. Het waren twee verschillende bevolkingsgroepen.




Het blijft steeds een interessant gegeven waarom de buitenlandse literatuur (in dit geval de Franse) over de Vikingen anders is dan die van Nederland. Ook over 'Dorestad', hoewel 'doorspekt' met de traditionele Hollandse opvattingen, schrijft men kritischer. Men gaat slechts uit wat er precies gevonden is en niet van fantasierijke opvattingen zoals die van W.A.van Es.
Zo wijst Oxenstierna erop dat in 1843 ruim 970.000 runder- en andere botten zijn opgegraven en de bodem daardoor ernstig verstoord is geraakt. In hoeverre zijn de latere opgravingen in Wijk bij Duurstede dan nog archeologisch onafhankelijk te verklaren?
Het is werkelijk een prachtig vormgegeven en interessant boek: goed geschreven en rijkelijk voorzien van afbeeldingen. Maar, en dat is precies het probleem, het oogt allemaal dan wel erg overtuigend, maar is helaas vaak bezijden de waarheid. Zolang er wordt uitgegaan van een aantal aangenomen en nooit bewezen opvattingen, staat de waarheid onder druk. Er zijn bijvoorbaat al de volgende opmerkingen te maken:
  • Kuipers gaat uit nog steeds uit van een paleis van Karel de Grote in Nijmegen. Het is momenteel toch wel een vaststaand feit dat het paleis van Noviomagus niet in Nijmegen stond, maar in Noyon. En dan horen de Saksen en de Friezen ook daar thuis in Noord-Frankrijk en niet in Nederland of Noord-Duitsland.
  • Er wordt nog steeds geen verschil gemaakt tussen de Noormannen en de Vikingen. Dat waren verschillende bevolkingsgroepen. Vikingen waren geen Noormannen en Noormannen waren geen Denen.
  • De Noormannen waren beslist geen vreedzame handelaren, maar, zoals duidelijk uit de teksten blijkt, niets ontziende plunderaars en moordenaars.
  • Van plunderingen in de Nederlanden is nog steeds geen enkel bewijs gevonden.
    Meer over vastgeroeste tradities en achterhaalde opvattingen die in dit boek aan de orde komen, leest U verder naar onderen.

    Toch geeft het boek ook opmerkelijke informatie, zoals over de term 'Viking'. Het blijkt dat deze term pas uit de late 10de eeuw (of zelfs 11de) eeuw te stammen. Zie kader hiernaast. De in deze tekst genoemde Adam van Bremen is de grote vervalser van de mythe van St.Anscharius.
    Lees meer over Adam van Bremen en lees meer over Anscharius. Adam heeft ook terecht vastgesteld dat de term 'Vikingen' in het Latijn of het Duits niet voorkomt. Dat het Duits in zijn tijd al bestond is overigens ook een mythe. Lees meer over het Diets.

    De grondfout die ook Kuipers niet doorziet is dat men Frisia op het Nederlandse Friesland projecteert, terwijl het over het gebied van de Fresones in Frans- en Belgisch-Vlaanderen handelt. In Friesland is van plunderingen door de Noormannen/Vikingen nooit iets gebleken. Overigens ook in Utrecht, Deventer, Zutphen of Nijmegen niet. Wie woonden daar in de 9de eeuw met rijke bezittingen die het plunderen waard waren? Deze plaatsen bestonden nog lang niet in de 8ste/9de eeuw. Welke kloosters bestonden er in die tijd en geplunderd werden? Het oudste klooster in Utrecht was de Paulusabdij uit 1050 en toen was er van Vikingen geen enkele sprake meer.

    Kuipers geeft wel duidelijk aan wat hij onder de termen 'Nederlanden' of 'Lage Landen' verstaat (p.15). Bij anderen is het maar gissen wat zij onder 'de Lage Landen' verstaan, zoals bij Tom Buijtendorp en Luut van der Tuuk. Bij Kuipers is dat het geografisch bereik van Sleeswijk en Oost-Friesland tot Normandië en Parijs, ook het ruimere Rijnland en de Maasstreek rekent hij ertoe. Dat is wel erg ruim bemeten, dus ergens zal van het hele verhaal wel iets passen, maar helaas niet in de huidige Nederland. Daar is van Vikingen, of beter Noormannen, geen spoor gevonden, ook cultureel of wat betreft taalrelicten niet. Geen enkele tekst noemt duidelijk dat de Noormannen ergens in Nederland aan het plunderen zijn geweest. Wat viel hier te plunderen waar geen steden en geen kloosters waren en het land zo goed als onbewoond was. Jacob van Oudenhoven schreef daar in de 17de eeuw het volgende over: "het ontbreken van elke schriftuur, geen enkel geschrift over de geschiedenis van Holland omdat het land niet bewoond was". Jacob had het goed begrepen. Is het dan niet opvallend dat alles dat wij menen te weten over de oudste geschiedenis van ons land in buitenlandse, vaak Franse kronieken staat? Zouden die Franse kroniekschrijvers de geschiedenis van een ver onbekend land hebben beschreven en hun eigen geschiedenis onbeschreven hebben gelaten?

    De visie van Albert Delahaye.
    "In 845 vielen de Noormannen onverwacht Hammaburg aan. De graaf en de inwoners waren gevlucht. Tenslotte nam Anscharius ook de vlucht, toen hij zag dat hij alleen achtergebleven was. De Noormannen bleven er een dag en een nacht en staken alles in brand. De heilige vader heeft dit geduldig gedragen." Aldus een tekst van Rimbert uit de Vita S.Anscharii.
    Adam van Bremen c.s. interpreteerden dit Hammaburg als Hamburg, terwijl het om Hames-Boucres in Frans-Vlaanderen ging. Adam van Bremen verbleef toen in Bremen! -vandaar zijn naam- en schreef ruim 2 eeuwen later over deze gebeurtenis, die hij in zijn eigen streek plaatste. Dat de Noormanen ooit Hamburg geplunderd zouden hebben is een mythe. Hamburg bestond niet eens in de 9de eeuw. Bovendien is er van plunderingen archeologisch nooit iets gebleken. Lees wat de Duitse historici zelf schrijven over Hamburg.
    Onder de naam ‘Dani’ stonden zij ten tijde van de eerste Merovingen reeds als diefachtig bekend; waarbij ze dan ook door een zoon van Clovis op heterdaad konden betrapt worden (Bron: Gregoire de Tours, Histoire des Francs, ed. Latouche, I, p. 143). Genoemde tekst maakt niet de indruk dat het ging om een rooftocht vanaf verre kusten; veeleer leek het op een inbraak bij de buren (zij het ook de buren om de hoek). Waar de inbrekers zelf hun domicilie hadden, werd recentelijk nogmaals onthuld en bevestigd door de vondst van verscheidene grafvelden in Normandie, welke in een periode van ruim 1000 jaar (3e eeuw v.Chr. - 8e eeuw n.Chr.) in gebruik moeten geweest zijn voor mensen van een nagenoeg onveranderd (mediterraan) lichtgewicht-type. Volgens de Geograaf van Ravenna (overleden in 670) werden de Dani later ook Nordomanni genoemd (Cosmographia, I, II en IV, 13): en dit dan wel vooral in de ‘buurlanden’, die een wat afstandelijker benadering verkozen van deze “snelvoetige” maar ook langvingerige bezoekers.
    Tot die nabuurlanden kon Hamburg bij de toenmalige verhoudingen en verkeersmiddelen beslist niet gerekend worden. Voor een expeditie daarheen zouden immers, uit en thuis, ’n slordige 2000 km afgelegd moeten worden; waarnaast de Normandische kapers slechts korte-afstand-rovers kunnen geweest zijn. Het is begrijpelijk dat die Dani voor zichzelf hun oude naam handhaafden, zoals dit veelal ook gebeurde in teksten die geen enkel verband met de Noormannen-agressie hadden. Totdat... na de 10e eeuw - per migratie en/of ingevolge fout geinterpreteerde oudere documenten- het vroegere 'mark van de Dania' de naamgever werd van Denemarken; wat omgekeerd weer ten gevolge had dat men weldra de herkomst van de Noormannen in Scandinavie ging leggen, daarin zich gesterkt voelend door de jongere naam Nordomanni die echter als ‘Westermanni’ gelezen moest worden. Aldus, met de Noormannen in Denemarken, lag Hamburg dan toch binnen de reik- en roofwijdte van de zgn. Vikingen. Alleen verwaarloosde men daarbij, dat voor de 10e eeuw die noordelijke gebieden (evenals ons Nederland) nog veel te spaarzaam bewoond/bewoonbaar waren om er een plunderploeg op af te sturen. Wat viel er te roven, waar niemand woonden en die er verbleven geen enkel bezit hadden?
    Let ook op de herkomst van de teksten: die kwamen uit Frankrijk, met name van de abdij van St.Bertins van St.Omaars waarin ook sprake is van 'de onzen' en 'nabij gelegen'. Dan gaat het toch niet over het 'verre' Nederland?


    VastgeroesteTradities.
    In dit boek is steeds sprake van Vikingen, wat ook de titel al aangeeft. Echter in geen enkele klassieke tekst wordt dit woord genoemd. Daarin gaat het steeds over Northmanni (prematuur vertaald met Noordmannen) en Dania (onjuist vertaald met Denen). En als die Noordmannen uit het noorden kwamen, was Scandinavië een logisch keus. Het grootste misverstand bestaat uit het toepassen van de oude klasisieke teksten op latere zeevaarders.
    Wat is de ware toedracht?
    Er moet een verschil gemaakt worden tussen de Noormannen en de Vikingen. Het waren allerminst dezelfde bevolkingsgroepen. De Noormannen kwamen uit het zuiden en waren rovers en plunderaars van de 6de tot in begin 10de eeuw. De Vikingen kwamen vanuit Scandinavië en waren -doorgaans- ontdekkingsreizigers en handelaars, die vooral in de 11de en 12de eeuw van zich lieten horen. Ook Friese en Saksische zeevaarders (piraten) worden wel eens als Vikingen beschouwd.

    MISVERSTANDEN OVER VIKINGEN.
    Bij Vikingen denkt men vaak aan woeste Noormannen die plunderend door Europa gingen. Er zijn door de eeuwen heen vele historische misverstanden ontstaan over de Vikingen. We hanteren hie het woord 'Vikingen' waar het ook over Noormannen gaat.
  • De Vikingen waren geen volk. Viking betekende ongeveer iets als 'krijger op zee', vergelijkbaar met het begrip 'piraat'. Die konden overal vandaan komen en beslist niet altijd uit Denemarken of Noorwegen.
  • De Vikingen waren ook geen Noormannen en zeker geen Denen of Noren. In geen enkele klassieke tekst wordt het woord 'Viking' genoemd.
  • Er zijn nooit bewijzen gevonden dat Vikingen gehoornde helmen droegen.
  • Vikingen werden ook bijna nooit begraven en gecremeerd met hun schip. Daar zijn slechts enkele gevallen van bekend, waarbij het dan (vermoedelijk) ging om elite. Toch ook zonde om zo'n schip onder de grond te stoppen.
  • Dat Vikingen altijd mannen waren is ook onjuist. Er waren ook vrouwen onder de Vikingen zoals uit recente opgravingen blijkt. Hoewel? Ook hier moet men weer enig voorbehoud maken. Als in een graf een vrouwenskelet gevonden wordt met een zwaard, betekent dat nog niet dat die vrouw een Vikingstrijdster was en dat zwaard zelf gebruikt heeft. Zo'n conclusie is te voorbarig. Er zijn zowiezo wel enkele vragen te stellen. Misschien was had zo'n zwaard een bepaalde symboliek, zoals bescherming in het hiernamaals (het Walhalla) of een eerbetoon aan Odin. Of was het een familie-erfstuk en had het emotionele waarde voor haar, of bedoeld om contact te houden met een overledene of zelfs nog levende bijvoorbeeld dat het zwaard van haar man was of hij ermee gestreden had? Of was het gebruikt als offer bij haar dood, zoals ook paarden wel eens in een graf meegegeven werden? Waarom geef je een kostbaar zwaard zowiezo al mee in een graf? Was er geen erfgenaam die het graag wilde hebben? Over graven en zwaarden bestaan wel meerdere opvattingen, net zoals over munten in graven. Waarom kregen Vikingen een zwaard vertikaal in hun graf gestoken, zoals recent uit opgravingen in Zweden bleek? Graven herbergen vaak wel meer verrassingen, zelfs tot op de dag van vandaag.
  • Dat de Vikingen altijd plunderden is ook een vraag. Ze dreven ook handel, al is niet altijd duidelijk of ze voor die handel altijd betaalden. Gevonden 'vreemde' munten bewijzen die handel allerminst.
  • Vikingen worden altijd beschreven als gewelddadig. Niet vergeten mag worden dat naar onze maatstaven het sowieso een gewelddadige tijd was en er overal rondgetrokken en gestolen werd. Slechts een centraal en georganiseerd gezag kon onheil voorkomen, maar daarvan was niet altijd en overal sprake. Het verhaal dat Kuipers schets op p.11 en 12 geeft zeker een niet al te vertekend beeld, al zijn de bewijzen voor dit betoog schaars. Naast sumiere schriftelijke bronnen en enkele discutabele archeologisch vondsten (zie de Vikingschat van Westerklief) zijn er geen andere aanwijzingen dan die zijn voortgekomen uit de fantasie van historici, zoals prof. D.P.Blok in zijn boek over de Franken in Nederland.
  • Het beeld van geweldadige Vikingen ontstond zeker door de kerk en de kloosters (daar immers werd geschreven en geplunderd) die de Vikingen zagen als heidenen die des duivels waren.
  • Dat de Vikingen reuzen waren met blauwe ogen en blond haar is ook al een mythe. Uit onderzoek van skeletten blijkt hun lengte hoogstens 1m70 geweest te zijn.
  • Dat Vikingen primitief waren blijkt niet uit hun smeedkunst en sieraden. Het als Vikingwapen gekwalificeerde zwaard 'Ulfberht' is van hoge kwaliteit. Hier is natuurlijk wel de vraag wat in de zogenaamde 'Vikingplaatsen' gevonden wordt, wel door hen gemaakt is of slechts bestaat uit roofbuit. Zo is van de broche van Dorestad vastgesteld dat die uit Bourgondië kwam.

  • Wat lezen we in dit boek?

  • Enkele vastgeroeste tradities die ook in dit boek aan de orde komen, maar nooit bestaan hebben, zijn o.m.:
    1. Kuipers gaat in dit boek nog steeds uit van een palts van Karel de Grote in Nijmegen (p.8). Die palts heeft daar nooit bestaan. Dit onjuiste uitgangspunt ondergraaft in feite het hele verdere betoog in dit boek. Lees meer over Karel de Grote en over Karolingisch Nijmegen.

    2. De plunderingen van de Vikingen (soms noemt hij ze toch Noormannen: ik noem ze hier steeds maar Vikingen ter voorkoming van misverstand) laat Kuipers beginnen in 793, terwijl er al vanaf 520 vermeldingen verschijnen in verschillende jaarberichten. Lees meer over de Noormannen.

    3. Kuipers verdeelt de Vikingen in 3 groepen: Denen, Noren en Zweden en laat ze ieder een ander deel van Europa overheersen. Blijkbaar komt hij tot die indeling op grond van teksten uit de 11de en 12de eeuw (p.10). Maar wat bewijs je met teksten van 3 of 4 eeuwen later, toen veel mythen ontstonden, zoals de traditionele opvattingen over St.Willibrord op Walcheren (p.29) en in Utrecht en de moord op de 'heilige eiken omhakkende' Bonifatius in Dokkum? (p.14). Die Bonifatius moet toch een zeer krachtig figuur zijn geweest, als je zomaar in één klap een heilige eik omhakt. En de heilige eiken waren niet de minste boompjes. Dat Bonifatius zich dan liet vermoorden door enkele opstandige Friezen geeft al de omvang van de mythen aan.

    4. Er wordt nog steeds gesproken over de grote Volksverhuizing. Die heeft echter nooit bestaan wat ook tegenwoordige historici steeds meer erkennen. Lees meer over de Volksverhuizing.

    5. Dat de overbevolking in Scandinavië geleid zou hebben tot de expansie van de Noren en Zweden, wordt door steeds meer historici betwijfeld, wat Kuipers ook aangeeft (p.11). Toch blijft ook deze mythe steeds rondzingen. 'Overbevolking' in een van de dunst bewoonde gebieden van Europa? Overschot aan boerenzonen? Uit zeer recent onderzoek is gebleken dat ook vrouwen, zelfs kinderen deel uitmaakten van deze zeevarende bevolkingsgroepen.

    6. De locatie van Dorestad bij Wijk bij Duurstede is achterhaald, zelfs W.A.van Es heeft dit erkend. Ook Annemarieke Willemsen heeft haar opvatting herzien en maakt van die plunderende Vikingen maar vreedzame handelaren. Lees meer over Dorestad. Er is ook een opvallend verschil tussen het kaartje van de opgravingen (links: vanuit het zuiden geprjecteerd) en de afbeelding die Wim Euverman ervan gemaakt heeft (rechts: geprojecteerd vanuit het noorden). Op veel plaatsen waar Euverman steigers en/of woningen getekend heeft is niet eens opgegraven. Het zijn fantasievolle opvullingen. Voor meer opmerkingen zie Spiegel Historiael van april 1978.



      Een onbeantwoorde vraag is ook, waarvoor die aanlegsteigers nodig waren? Men gebruikte toch 'Friese platbodems' die men zo de kant op kon trekken?
      Afbeelding links:
      De topografie van het opgegraven 'Dorestad' volgens opgave van W.A. van Es en W.J.H.Verwers op p.222 in Spiegel Historiael van april 1978. (Klik op de afbeeldingen voor een vergroting).
      Duidelijk is weergegeven dat er op meer plaatsen gegraven is (nr.3), in een groter gebied dan de fosfaatconcentraties (nr.2). Dit gebied heeft een lengte van 1928 meter wat beduidend minder is dan 3,5 km die vaak genoemd wordt. Hoe zit dat nu precies? Welk stuk telt ook nog mee?
      Opvallend is dat er op meer plaatsen waar opgegraven is, men geen fosfaatbodem heeft vastgesteld. Maar wat zegt een fosfaatbodem? Fosfaat zit van nature in de bodem. Van belang is het gehalte. In veengebieden is het gehalte fosfaat hoger. Natuurlijke aanrijking met fosfaat vond in het verleden ook plaats door veenvorming in natte gebieden. Opvallend is ook dat de Rijnbedding (nr.1) 'dichter bij' Dorestad ligt. Waarvoor waren die steigers dan nodig die zelfs 'over' de Rijnbedding gereikt hebben? Of waren het gewoon hutten op palen, zoals overal in de wereld gebruikelijk is in waterrijke gebieden. Lees daarover meer bij Munna. Een verklaring wordt bij dit kaartje verder niet gegeven.



      Deze tekening van Dorestad is dan ook volledig fantasie.


    7. De Beowulf wordt een Oud-Engels heldendicht genoemd (p.24). Het is echter oud-Saksisch, afkomstig uit Frans-Vlaanderen. Ook het verhaal over Hygelac (p.25) hoort hier thuis. Lees meer over Beowulf.

    8. Kuipers noemt de Vikingen 'veelal' Denen, aangevuld met kleinere aantallen Noren. Deze opvatting is volledig gebaseerd op het verkeerd begrijpen van de 'mark Dania' dat niet Denemarken was, maar Normandië. Lees meer over de Noormannen.

    9. Steeds blijkt dat Kuipers geen weet heeft waar het klassieke Frisia gelegen was. Bij hem is het -naar traditionele opvatting- Friesland en soms Noord-Duitsland, terwijl het oude Frisia in Vlaanderen lag. Lees meer over de Fresones.

    10. Walacria wordt foutief opgevat als Walcheren. Er zijn meer plaatsen die genoemd worden, zoals Witla en Stavoren, maar in Nederland niet bestonden in de genoemde tijd. Met Gent, Doornik en Kortrijk zit Kuipers meer in de juiste streek. Misschien weet Kuipers ook niet dat er bij Brugge ook een Walcheren bestond, met plaatsen als Middelburg, Westkapelle en Vlissinghem. Dat in Deventer en Zutphen sporen aangetroffen zijn van plunderingen in de periode 880-890 (p.9), zijn nooit bewezen aannamen van plaatselijke historici. Lees meer over Deventer en over Zutphen. Ook zijn er nooit sporen van plunderingen aangetroffen in Maasticht, Luik of Tongeren (hoe kwamen ze daar? Tongeren ligt niet aan de Maas!). Het is een verhaal gebaseerd op het verkeerd begrepen Ascloa dat niet Asselt was, maar Hasnon. Lees meer over Ascloa. Lees ook meer over de Plaatsen en over de deplacements historiques.

    11. Dat de Vikingen stteds Kloosters aanvielen en plunderden is uiteraard vanzelf sprekend. Daar waren immers kostbaarheden en vooral voedsel te roven. Maar welke kloosters waren dat in Nederland? Lees meer over kloosters.

    12. De gehoornde helmen die steeds de kop opsteken, worden op p.18 eindelijk weerlegd en een mythe genoemd. De genoemde 'drakkars' hebben waarschijnlijk geleid tot de opvatting van die drakenschepen. Ook deze mythe is ondertussen weerlegd, ondanks de vele schoolplaten. Drakkars waren schepen afkomstig uit het Middellandse zeegebied, wat ook de herkomst van de Nortmanni aangeeft.

    13. Er bestaan meer mythen over de Vikingen, zoals hun drakenschepen en 'zilverschatten'. Lees meer over de Zilverschat van Westerklief op Wieringen, die 'zo vals is als wat'. Een foto van deze valse schat siert de achterkaft van dit boek.

    14. Het verhaal over de 'ringwalburgen' (p.12) dat ook in Zutphen opdook is compleet hilarisch. Alsof plunderende Vikingen zich laten tegenhouden door een omwalling van een paar meter hoog. Het waren inderdaad vluchtburgen, maar niet voor aanvallende Vikingen, maar voor het water. Lees meer over overstromingen.

    15. De laatste golf (p.12) was volgens Kuiper in de jaren 1006 en 1007 of 1009. Dit is gebaseerd op een vermelding door Alpertus van Metz (p.141). Echter Alpertus noemt geen Vikingen of Noormannen, maar schrijft 'pirates'. En wie of wat dat waren is onbekend. Slechts de fantasie van historici hebben er dè Vikingen van gemaakt, terwijl het over een soort 'watergeuzen' ging (ook erg hoor!).

      Vreemd blijft het dat van al die plunderingen in Nederland geen enkel archeologisch spoor is gevonden. In Utrecht wordt geschermd met een brandlaag, maar wat bewijs je met een zwarte laag? Die zwarte laag wordt ook gevonden op plaatsen waar nooit Romeinen, Bataven of Noormannen geweest zijn, zoals in Amersfoort. In Zutphen noemt men een aarden wal ter verdediging tegen de Noormannen. Maar zo'n aarden wal wordt ook genoemd in bijvoorbeeld Amersfoort. Het was een aarden wal tegen het gevaar van overstromingen. Lees meer over een brandlaag. Lees meer over overstromingen.

    16. De teksten die over de Noormannen gaan bevatten duidelijk Franse plaatsen en vermelden meerdere keren dat die plunderingen in Gallia plaats vonden. Van plunderingen rond de Seine en in Parijs, zouden de Noormannen in de volgende zin in de betreffende tekst, plots in Friesland aan het plunderen zijn geweest. Wie dat beweert moet het eens aannemelijk maken. Dus niet zomaar wat roepen, maar kom met bewijzen! Wat viel er te plunderen in Friesland waar geen steden of kloosters bestonden?

    17. Er zou sprake zijn van een Friese sleutelrol bij de bloeiende Noordzeecultuur. 'De waterrijkdom van het Friese woongebied had geleid tot de vroege ontwikkeling van de scheepvaart en scheepsbouw' stelt Kuipers. Waterrijkdom? In Friesland? Ja, er is momenteel veel water, maar in de 8ste en 9de eeuw was Friesland een wadden- en moerasgebied, onbegaanbaar en onbewoonbaar. Men woonde er op terpen. En scheepvaart? Is het vreemd dat van die 'Friese' schepen archeologisch nooit iets gevonden is dat het vermelden waard was?

    18. Op p.28 komt Domburg en de Nehalenniatempel ter sprake. Dat was de Romeinse tijd. Van een continuïteit tussen het Romeins en de middeleeuwen en de tijd van St.Willibrord is geen enkele sprake. Dat hebben verschillende studies wel aangetoond. Maar als je die studies overslaat is natuurlijk alles mogelijk. Lees meer over de Domburg en Nehalennia. Opmerkelijk is dat Kuipers op p.28 een kaartje plaats waarop bij Domburg de tekst staat: "Verdronken woninge der oude Gotthen". In de studie van Johannes Steenstrup over 'Les invasions normandes en France' lezen we op p.150: 'Les Danois tirent leur origine de Goths'. (De Denen stammen af van de Goten). Zet dat naast de herkomst van de Danois, dan kwamen zij dus niet uit Denemarken, maar uit Oost-Europa. Lees ook wat er door Gregorius van Tours wordt vermeld.

    19. Op p.31 en volgende komt weer het traditionele verhaal over Dorestad aan de orde. De daar gevonden nederzetting was Munna en niet Dorestad. De opgegraven nederzetting voldoet niet aan alle kenmerken van Dorestad, zoals die uit schriftelijke bronnen bekend zijn. Dat heeft ook de opgraver W.van Es erkend. Opvallend is ook hier weer dat het kaartje (p.32) weer anders is dan men doorgaans hanteert.

    20. Het Friese handelsnetwerk zoals op het kaartje op p.33 getoond, is volkomen op fantasie gebaseerd. Diverse studies, o.a. van A.Verhoeven hebben angetoond dat vanuit Dorestad niet gehandeld werd. Er viel daar ook niets te verhandelen. Dé handelsplaatsen in de 7de tot 10de eeuw lagen aan Het Kanaal, zoals Quentovic, Berck, Montreuil en Desvres. Dat er met Ribe, Haithabu en/of Birka gehandeld werd vanuit Wijk bij Duurstede zijn mythen. Daar zijn ook geen archeologische bewijzen voor. Lees meer over Haithabu en Birka. Lees vooral wat W.A. van Es hier zelf erkend heeft. Het blijkt dat de vondsten in Hedeby/Schleswig totaal niet overeen komen met die in Wijk bij Duurstede. Van een handelsplaats blijkt in Wijk bij Duurstede (niet Dorestad!) totaal geen sprake te zijn geweest, wat ook A.Verhoeven in zijn onderzoek over 'Middeleeuws gebruiksaardewerk' heeft geschreven. Met zilvergeld uit Bagdad (p.43) gevonden in Pommeren, bewijs je ook geen handel vanuit Wijk bij Duurstede.

    21. Hoofdstuk 3 handelt over de periode van 793 tot 840 en handelt over de eerste fase van de Vikingexpansie en handelt voornamelijk over Engeland: St.Cuthbert, St.Aidan en Lindisfarne. Vooralsnog plunderden de Vikingen de kust van Cornwal en doken op in Ierland (p.38), wat niet tot de expertise en belang van deze website hoort. Wel wordt hier nog vermeld dat 'de Deense inval in de Friese landen van 810 een antwoord was op de Frankische expansie tot aan de Deense zuidgrens'. Zie het kaarte van het noorden van het Frankische rijk op p.52. Dit kaartje dat in praktisch alle historische atlassen staat is net zo'n grote fantasie als de tekening van Wim Euverman hierboven. Deze kaartjes zijn geheel gebaseerd op het Noviomagus vn Karel de Grote dat Nijmegen zou zijn, maar dat Noyon was. We moeten ons hier dus voorstellen dat de Vikingen in Friesland binnen vielen omdat de Franken aan de grens van Denemarken stonden. Als represaille? Waarom vielen de Vikingen dan niet Bardenwick of Bremen aan, als het Frankische Rijk tot daar was gekomen?

    22. In het verhaal over Karel de Grote volgt Kuipers exact de traditionele opvattingen. Leest hij geen kritische geschriften? Leest hij niet wat andere historici geschreven hebben? Heeft hij de boeken van Albert Delahaye wel gelezen of zelfs maar gezien? Gezien zijn (beknopte) literatuuropgave niet. Daar staan de boeken van Delahaye niet tussen. Ik neem aan dat hij zijn eigen boek over Karel de Grote wel kent. En daar schrift hij toch iets anders. Saksen in het noorden? Zeker! Maar dan gezien vanuit Noyon en niet vanuit Nijmegen. Immers Karel de Grote heeft zelf de Saksen gedeporteerd naar ver buiten zijn rijk. Lees meer over de Saksen.

    23. Volgens Kuipers bestonden er in Nederland slechts vier plaatsen in de Karolingische tijd en wel Nijmegen, Utrecht, Deventer en Dorestad. Nou niet precies Friesland. De Karolingische tijd is volgens de gangbare indeling de tijd tussen 751 en 987. Van Nijmegen, Utrecht en Deventer is archeologisch vastgesteld dat die plaatsen vóór het jaar 1000 niet bestonden. Voor Dorestad verwijzen we naar de eigen pagina. Op p.47 vermeldt Kuipers nog dat de Schoolplaat van Isings 'wat achterhaald' is. In hoeverre wordt verder niet toegelicht. Niet alleen deze schoolplaat is achterhaald, maar zeker ook de geschiedenis van de Vikingen in Nederland. Vikingen waren ook geen Noormannen en Noormannen hebben nooit in Nederland geplunderd of handel gedreven. Lees meer over de Noormannen.

    24. Over de vloed van 838 (p.47) verklaart Kuipers niet waarom dat slechts in Franse bronnen (in Troyes en Annales Xantenses, dat een slaafse kopie van Sigibert de Gemblours is) staat en een groot aantal plaatsen vermeld. Welk groot aantal plaatsen waren dat in Nederland? In het tijdschrift 'Archeologie in Nederland' (febr.2019) wordt deze vloed ook vermeld, maar dan niet in Friesland, maar bij Leiderdorp. Het jaar erop (in 839) kregen de Vikingen het gebied in leen. Ze ontvingen echter een afgelikte boterham: de fameuze handelsplaats Dorestad was toen al op zijn retour (volgens de traditionele opvattingen). Voor een bezoek van Vikingen aan Leiderdorp bestaat overigens geen enkele aanwijzing. Wat wel opmerkelijk is dat Kuipers hier schrijft dat de Lek doorbrak. Houdt dat in dat de Lek toen pas ontstond? Dat is zeker het vermelden waard. Lees meer over de Lek. Wat Kuipers hier wel juist ziet is dat in deze periode meerdere overstromingen zijn geweest, die ook tot het verval van "Dorestad in Nederland" hebben geleid.

    25. Op het kaartje op p.45 plaatst Kuipers Oostervant ten noord-oosten van Atrecht (helemaal goed) maar Teisterbant in Nederland tussen Maas en Waal, terwijl het streken waren die naast elkaar lagen. De naam Teisterbant is gedoubleerd, net als zoveel andere plaats- en streeknamen. Lees meer over de deplacements historiques. In 772 verkrijgt de abdij van Lorsch goederen in de pagus Testrebanti waarin de plaatsen Hunsetti (=Houdain, volgens Blok was het Hoenzadriel) en Buria (=Buire, volgens Blok was het Buren. Bestonden Hoenzadriel en Buren wel in 772?) liggen. Twee typische voorbeelden van 'dat eerste lettertje' wat Blok c.s. zo graag aan Delahaye verweten bij de verklaring van plaatsnamen. In 814 verkrijgt dezelfde abdij goederen in “Taxandria sive Testerbanto”, een omschrijving die al helemaal niet in Nederland past. Teisterbant was dus dezelfde streek als Taxandri. Men heeft hier -maar dan ook volslagen ten onrechte- Taxandria gelijkgesteld met Noord-Brabant, simpelweg omdat elders Taxandria in nauw verband met een “Bracbante” (broekland!) wordt genoemd. Lees meer over Teisterbant.

    26. Op p.50 wordt de luchtopname van het Dorestad in Nederland getoond. Het is een mooie tekening en maakt wel indruk. Helaas is het een fantasie-tekening van Wim Euverman uit 2008. Vergeleken met de werkelijke opgravingsverslagen is de omvang van dit Dorestad schromelijk overdreven. Zie afbeeldingen hierboven. Het is geen stad wat we hier zien, maar een dorp met lintbebouwing, waarbij de inwoners allemaal aan het water wensten te wonen. Het was immers een dorp van jagers en vissers, zoals het in de kroniek van Kamerijk beschreven werd. Het was het dorp Munna dat in 1018 op last van de Duitse keizer ontruimd en vernietigd werd.

    27. In hoofdstuk 4 over de periode van 840 tot 880 (vanaf p.5)1 komt ondermeer het Verdrag van Verdun uit 843 ter sprake. Bij juiste lezing van de teksten blijkt het in het geheel niet over Nederland te gaan. Samen met het verdrag van Marsna in 870 (onjuist als Meerssen opgevat) en Ribemont in 880 geeft het een totaal andere kijk op de geschiedenis en de verdelingen van het Frankische Rijk. Neem dan ook de verdeling uit 840 mee, waarin Lodewijk de Vrome bij leven zijn rijk verdeelde tussen zijn zoons. Lees meer over Verdun, Meerssen en Ribemont.

    28. Ook de aanval van de Vikingen op Hamburg in 845 (p.55) heeft nooit plaats gevonden en wel om de simpele reden dat Hamburg in 845 nog niet bestond. Dat hebben de opgravingen ter plaatse vlak na de Tweede Wreldoorlog toen Hamburg volkomen in puin lag, wel aangetoond. Maar als je die opgravindgsverslag niet leest, blijf je natuurlijk vasthouden aan de oude verhalen. Het genoemde Hammaburg was het Franse Hames-Boucres. Lees meer over Hamburg. Uiteraard komt ook St.Anscharius/Ansgar aan de orde (p.56). Maar deze prediker hoort net zo min thuis in Hamburg als de hiervoor genoemde Vikingen. Lees meer over St.Anscharius.

    29. Het verhaal van St.Jeroen, martelaar van Noordwijk, vermoord door de Noormannen, is volkomen aprocatief ofwel heeft niet bestaan. Het geeft feilloos het niveau van de waarheid van meerdere verhalen in dit boek aan. Met het plaatsen van deze verhalen, zoals over St.Jeroen, geef je slechts te kennen weinig van hagiografie te weten. Het ondergraaft ook het waarheidsgehalte van andere verhalen in dit boek. Immers als je dit verhaal serieus neemt, hoe staat het dan met de rest? Lees meer over St.Jeroen.

      Intermezzo.
      Boudewijn met de ijzeren arm (862-879) was de eerste ‘echte’ graaf van het meest westelijke deel van Belgica. Boudewijn werd ca. 840 geboren in Laon. Het is niet zeker of hij gouwgraaf van de gouw Flandria was of van een andere gouw daar in de buurt, maar door zijn bemoeienis met Flandria zou het belang van het kleine gebied voor het eerst aanzienlijk worden. Boudewijn bracht in 861 een bezoek aan Senlis in het noorden van West-Francië, waar hij Judith, de dochter van de Frankische koning Karel de Kale (823-877), leerde kennen. Karel de Kale voelde echter niets voor Boudewijn als schoonzoon. Zijn dochter was een gekroonde koningin, Boudewijn alleen maar een gouwgraaf. Tijdens de kerstdagen van 861 vluchtten Judith en Boudewijn met hulp van haar broer Lodewijk, de latere koning Lodewijk II (846-879), naar het midden-Frankische rijk waar koning Lotharius II (835-869) de scepter zwaaide. Die had nog een rekening te vereffenen met zijn oom Karel de Kale en verleende de twee gelieven met genoegen onderdak.

      Verschillende, ook recente, bronnen leggen de nadruk op het romantische aspect van deze geschiedenis, maar het lijkt toch waarschijnlijk dat Boudewijn ten minste ook politieke motieven had voor zijn huwelijk met Judith, want daardoor zou hij later wellicht in aanmerking kunnen komen om Karel de Kale op te volgen. In de middeleeuwen hadden huwelijken in de hogere kringen immers bijna altijd politieke motieven. Voor Judith kan de vlucht met Boudewijn de bevrijding uit haar toestand van gevangenschap uit het klooster betekend hebben. Karel de Kale had ondertussen de twee laten excommuniceren door de paus. Hierop trokken zij naar Rome en bepleitten hun zaak bij paus Nicolaas I. Deze verbrak hierop de excommunicatie en gaf het stel toestemming om te trouwen. Dit gebeurde op 13 december 863 in Auxerre.

      Het mag duidelijk zijn dat er geen enkele band bestond met Nederland. Waarom zou Boudewijn zich dan druk gemaakt hebben om aanvallen in dat verre Nederland? Dat was ook niet zo, maar hij kwam wel in het verweer tegen aanvallen van de Noormannen in zijn eigen land: Frans-Vlaanderen.
    30. Watersnood en opstand (p.60). Volgens Kuipers werd Dorestad en Frisia in 864 (op p.47 is ook 838 al genoemd) getroffen door stormvloed en overstromingen. Er werden vreemde tekenen aan de hemel waargenomen, gevolgd door plagen en vloeden. Dit klinkt wel erg 'bijbels', wat de waarheid weer onder druk zet. Het lot van Dorestad werd hiermee bezegeld, dat volgens opgraver Van Es in 863 al volkomen vernietigd was door de Noormannen (Wie weet het nu echt?). De Vikingraids zouden zich hebben voortgezet 'in een overstroomd en weggespoeld drassig en onbedijkt land'. Wat viel er hier dan te plunderen? Het verzet tegen deze Vikingraids werd door Boudewijn met de IJzeren Arm, stamvader van de Vlaamse graven, georganiseerd. De Vikingen, hier plots weer Noormannen genoemd, werden verslagen. Zou Boudewijn (ca.840 geboren in Laon, in 879 overleden in St.Omaars) zich druk gemaakt hebben om Vikingen in Holland en Utrecht? Uiteraard niet, maar wel om aanvallen van Noormannen in Frisia dat zijn eigen Vlaanderen was. Zie 'intermezzo' in het kader hiernaast.

    31. De geschiedenis over de Vikingen in Engeland en Ierland (p.35-38, 49 en 62) laten we graag over aan de Engelse historici. Dat staat buiten ons studiegebied. Ook naar de waarheid van deze traditionele opvattingen is een intensievere studie dan men tot heden hanteert beslist eens nodig. Immers 'Saksische' literatuur zoals de Beowulf die men aan Engeland toeschrijft, blijkt Frans-Vlaamse efgoed te zijn.

    32. De Scaldingi (p.65) worden hier Schelde-Vikingen genoemd, waarbij Walcheren de uitvalsbasis was. Blok plaatst ze echter op Schouwen. De eerste letter moet toch hetzelfde zijn, volgens Blok? Echter, de Scaldingi waren de bewoners van Ecaillon bij Douai (Nord-departement) en inderdaad vlakbij de Schelde, die daar immers ook stroomt. Het blijft de nog steeds onbeantwoorde vraag of Walcheren in 865 wel bestond als bewoonbaar eiland. Dat er Romeinse relicten zijn gevonden in Domburg bewijst niets ten aanzien van 865. Er is van continuïteit immers geen enkele sprake geweest. En met een tekst over de Scaldingi bewijs je ook het bestaan van Walcheren niet. Dat is, wat men doorgaans noemt, een cirkelredenering.

    33. Volgens Kuipers waren er aanvallen op Friesland in de jaren 835, 846, 851, 866, 868 en 873 (p.68). Vreemd dat van al die aanvallen in Friesland nooit iets gevonden of gebleken is. Maar gaan deze teksten wel over Friesland? Deze teksten komen uit de Annales Xantenses (die kwamen niet uit Xanten, maar waren afgeschreven van Sigibert de Gemblours) en oemen nergens Friesland, maar Frisia. De vraag is dus waar lag Frisia? In Nederland of in Vlaanderen? Het is in feite de kernvraag in de hele discussie over het eerste millennium. En wat blijkt? Zelf Nederlandse historici erkennen 'dat de klassieke Friezen niets te maken hebben met die uit Friesland' (o.a. Jos Bazelmans, Charles Groenhuijsen en zelfs Luit van der Tuuk).
        En dan is het maar hoe je zo'n zin leest. "Niets te maken hebben met....?" Dat het niet dezelfde personen zijn, is vanzelfsprekend. Er zitten eeuwen tussen.
      1. Maar zijn het hun voorouders en stammen zij er misschien toch vanaf? Waren de Friezen in Vlaanderen de voorouders van de Friezen?
      2. Of zijn de klassieke Friezen een totaal ander volk geweest. Maar hoe zit het dan het de Friese taal die uit Vlaanderen komt?
      3. En hoe zit het dan met de talrijke overeenkomstige plaatsnamen tussen Friesland en Frans-Vlaanderen?
      4. Hoe zit dat dan met het Friese laken en de Friezenkerk in Rome?
      5. Hoe zit het dan met de predikers die onder de Friezen predikten, zoals St.Eloy (bisschop van Noyon en Doornik), St.Amandus, St.Wilfrid, St.Egbert, St.Wigbert, St.Suitbert en St.Wulfram (bisschop van Sens), maar ook Willibrord en Bonifatius? In Nederland worden deze voorgangers van St.Willibord altijd -begrijpelijk- verzwegen. Zou St.Eloy even vanuit Noyon of Doornik naar Friesland gegaan zijn om daar te prediken? Hetzelfde geldt voor St.Wulfram. Zou hij vanuit Sens even naar Medemblijk gegaan zijn om Radbod te dopen? Uiteraard niet! zij gingen naar de kust van Het Kanaal waar de Friezen woonden!
      6. Hoe zit het dan met de veldslagen van de Friezen tegen de Romeinen en de Franken die allemaal in Frankrijk plaats vonden, zoals in Tertry?

      De logica bij de genoemde jaartallen is niet altijd duidelijk, tenminste, als je het traditioneel opvat. Als je Frisia in Vlaanderen plaatst (en de Batua rond Béthune), dan is het hele verhaal wel duidelijk.
      ▶ In 835 vielen de Noormannen Dorestad aan, toen de keizer op een rijksdag in Crémieux-sur-le-Rhône verbleef. Waarom dan wachten tot de keizer zo ver weg verbleef als Dorestad in Nederland lag?
      ▶ In 846 vielen de Noormannen Frisia aan. De bisschop van Thérouanne verborg de relieken van St.Bertin en St.Winoc uit vrees voor de Noormannen. Waarom zou de bisschop van Th73233;rouanne relieken gaan verbergen als de Noormannen op honderden kilometers ver weg in Friesland zijn?
      ▶ In 851 verwoestten de Noormannen Frisia en de Batua en trokken naar Rouen en over de Oise naar Thërain en Beauvais. De graaf van Montreuil liet een burcht bouwen dat een toevluchtsoord werd waar van alle kanten uit Pcardië en Artois de relieken van heiligen in veiligheid werden gebracht. Waarom zou je relieken in Montreuil verbergen als de Noormannen in Friesland aan het plunderen zijn?
      ▶ De teksten uit 866 gaat duidelijk over Frankrijk en wel over de Seine, Melun, Saint-Denis, Pitres, de Loire, Le Mans, de abdij van Saint-Hilaire en Saint Martin en de pagus Isla (is de Lys of Leie in Vlaanderen en niet de IJssel). Er wordt nergens over Frisia gesproken en al helemaal niet over Friesland.
      ▶ In 868 vermelden teksten dat de Noormannen over de Loire naar Orleans trokken. De inwoners van Poitiers sloegen de aanval af. Waar wordt hier Friesland genoemd of bedoeld?
      ▶ In 873 had een zekere Rudolf, een Noorman van koninklijk geslacht, al meermalen het rijk van Karel met roof en brand aangevallen. Karel (de Kale) sloeg het beleg om Angers, dat de Noormannen veroverd hadden. De hertog van de Bretonnen had hulp toegezegd aan de andere kant van de rivier de Mayenne. De Noormannen wilden toen vrede sluiten. Een deel van de Noormannen was Christen geworden en zij wilden in Frankrijk blijven. Die heiden bleven, zouden vertrekken. De koning nam dit aan, waarop de Noormannen Angers verlieten.

      Je vraagt je nu af wat deze teksten met Nederlands Friesland te maken hebben of kunnen hebben gehad?
      Opvallend is ook dat de jaartallen waar de Noormannen in Friesland plunderen niet genoemd worden, zoals de jaren 850, 852, 858, 862, 863, 867, 870, 872? Blijkbaar staan er teveel duidelijk Franse details en plaatsen in deze teksten. En dat is meteen probleem 2 in deze materie: het selectieve bronnen onderzoek. Wat niet past of uitkomt, wordt overgeslagen.


    34. De afbeelding van Vikingschepen op de Theems (p.69) is dan wel weer erg traditie bevestigend, maar volkomen onjuist. Het was wel het beeld dat men in de 19de eeuw van de Noormannen (en van de adel, p.70) en hun schepen had. De archeologie heeft deze beelden inmiddels achterhaald, zoals met de vondst van scheepsgraven (p.75-79), waarvan er maar enkele (5 +'enkele'?) gevonden zijn. Zo algemeen voorkomend was een scheepsgraf dus niet. Ook zonde van zo'n schip omdat in de grond te stoppen. Het was toch wel hun 'inkomstenbron'. Of waren de schepen voor een scheepsgraf van een ander type en speciaal voor een graf gemaakt? Of waren het oude versleten schepen, bestemd voor een scheepsgraf? Op p.73 worden dan enkele iets juistere beelden getoond, al kun je met het tapijt van Bayeux uit circa 1069 niets bewijzen over 200 jaar daarvoor, wat dan wel weer erkend wordt (p.76). Ook hier worden de termen 'Vikingen' en 'Noormannen' weer door elkaar gebruikt en zijn in die zin verwarrend. In Nederland zijn er hergebruikte restanten van schepen uit de 'Vikingtraditie' gevonden uit de periode 918 tot wel de 13de eeuw. In hoeverre hier sprake is van 'Vikingtraditie' is wellicht meer een kwestie van 'Wishfull thinking' dan van archeologische juistheid.

    35. In hoofdstuk 6 vermeldt Kupers veel over wapenrusting, wapens en strijdmethoden. Dat laatse kan hij slechts gelezen hebben in de schriftelijke bronnen en die waren wel duidelijk. De Vikingen/Noormannen waren niets ontziene plunderaars en moordenaars. Beslist geen 'vredelievende handelaren' wat Annemarieke Willemsen er ooit van maakte. Er werd in Frankrijk niet voor niets gebeden 'van de Noormannen, verlos ons Heer'. Over de wapens merkt Kuipers terecht op: "De wapens van de Vikingen weken niet opvallend af van die van andere volken op wie ze het gemunt hadden". Met deze constatering verliezen veel zogenaamde 'Vikingvondsten' elke bewijskracht. Wat in Denemarken gevonden wordt hoeft helemaal niet Vikings geweest te zijn. Over het 'Ulfberht-zwaard' (p.83), gevonden in de Maas en waar overal niet, waar Vikingen nooit geweest zijn, lees je hierboven meer bij 'misverstanden'. De vindplaats staat niet gelijk aan verblijfplaats of herkomstplaats.

      Op veel plaatsen speelt men nog graag 'Vikinkje'. Het is in feite een gotspe ofwel het getuigt van een kinderlijke naïviteit, die voortkomt uit gebrek aan kennis en empatie. Alof daarmee die tijd en alle plunderingen en moodpartijen verheerlijkt worden. Je gaat toch ook niet 'slavernijtje' spelen of andere verdorvenheden uit het verleden 'naspelen'. Plaats een monument en gedenk er alle misstappen en misstanden van de mensheid uit het verleden.

    36. Over Birka (p.87) lees je meer onder punt 20. Het blijft een achterhaalde opvatting dat het Birca uit de teksten het Zweedse Birka zou zijn geweest. De vraag is in hoeverre hier van een herbruikte plaatsnaam sprake is geweest onder invloed van de plaatsing van Anscharius in het noorden. Een tekst uit 829 vermeldt het volgende: "De boot van de kooplieden, waarop Anscharius meereisde, werd door piraten overvallen, maar omdat dit dicht onder de kust gebeurde, konden de schepelingen zich redden en bereikten zij te voet het vasteland. Daar kwamen zij bij een haven, die Birca werd genoemd". Dit was natuurlijk niet het Zweedse Birka dat ver landinwaarts ligt, doch Berck op 12 km zuid van Étaples. Bovendien was de boot vertrokken uit Normandië. Om dan in Zweden te komen moet je toch een hele lange bootreis gemaakt hebben. In deze tekste is ook geen spraken van Vikingen, maar van piraten, zeerovers, en die konden overal vandaan komen.















    Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

    Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.