Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
'Vlaanderen in het Eerste Millennium' brengt een bundeling van de belangrijkste artikelen en boeken van Joël Vandemaele (Klerken, 28 maart 1930 - Watou 31 januari 2017) in geactualiseerde vorm. De auteur raakte als historicus en leraar klassiek talen gefascineerd door wat er in de geschiedschrijving over Vlaanderen scheef gegroeid is.![]() Dat leidde tot een reeks publicaties: In de Spiegel der Geschiedenis (1996), Gudrun, Ontvreemd Vlaams Erfgoed (1997), Controversiële Geschiedschrijving (1999) en Het Beowulf-epos: Angelsaksisch of Fries-Saksisch erfgoed van omstreeks 500 uit Frans-Vlaanderen (2006). Zijn onderzoeksgebied betreft Noordwest-Frankrijk. "Oud-Vlaanderen" is volgens Joël Vandemaele de regio waar de geschiedenis achter Beowulf, Gudrun,de geschiedenis van de oude Friezen, oude Saksen en Bataven geplaatst moet worden. Telkens bijzondere analyses over historische onjuistheden, vol sprankelend nieuwe inzichten, die iedere eerlijke onderzoeker weten te boeien. ![]() Dit boek is te koop of te bestellen bij elke zichzelf respecterende boekhandel of rechtstreeks bij de uitgever op www.mens-en-cultuur-uitgevers.be. Zeer aan te bevelen voor iedereeen die belangstelling heeft voor de geschiedenis in het eerste millenium en twijfelt aan de bevindingen van Albert Delahaye.Lees meer in Controversiële Geschiedschrijving. |
![]() De feiten spreken de traditionele opvattingen duidelijk en onweerlegbaar tegen. Het hele boek is één doorlopende getuigenis van het gelijk van Albert Delahaye. We geven hieronder enkele van de vele voorbeelden die in dit boek uitvoerig beschreven worden en waarmee aangetoond is dat de Nederlandse traditie niet alleen onjuist is, maar zelfs 'bewust vals' genoemd kan worden. De Nederlandse historici weten dat, maar hullen zich in angstvallig stilzwijgen alleen vanwege eigen reputatieschade. Zij zullen nooit toegeven dat ze het altijd fout hebben gezien. Die fouten zijn hen niet alleen aan te rekenen, ook hun opleiding was teveel op het verleden gebaseerd, wel dat ze steeds uitgegaan zijn van wat anderen schreven zonder de bronnen te controleren. Geschiedschrijving moet gebaseerd zijn op archiefonderzoek en niet op naschrijverij. Dat had Albert Delahaye in 1946 in Nijmegen al begrepen toen hij zijn eerste onderzoek startte naar het vermeende Karolingisch paleis in Nijmegen. Dat bleek ook nooit eerder onderzocht te zijn, maar was altijd stilzwijgend aangenomen. ![]() Voorbeelden uit 'Vlaanderen in het eerste millenium', waarmee duidelijk wordt dat de geschiedenis van Oud-Vlaanderen is uitgesmeerd over half Europa tot in Zweden, Polen en Hongarije. Oud-Vlaanderen is Frans-Vlaanderen en een gedeelte van West-Vlaanderen. ![]() De Vlaamse kustvlakte tijdens de vroege middeleeuwen en de "Duinkerke-II-transgressie". De grijstinten duiden achtereenvolgens de inbraakgebieden en het slikken- en schorrengebied aan. Het verdronken veen en de verbrokkelde duinengordel langs de kustlijn die verder zeewaarts lag dan vandaag. De huidige kustlijn is weergegeven met de puntjeslijn. Op de kaart zijn de Romeinse wegen weergegeven, alsook de nederzettingesnamen die geattesteerd zijn van de 7de tot 10de eeuw. Het slikken- en schorrengebied werd in de 9de eeuw het bezit van verder afgelegen kloosters (bijvoorbeeld de Gentse abdijen Sint-Baaf en Sint-Pieter) en waren economische belangrijk voor de wol- en lakennijverheid. (Bron: W.Carlier, Brugse Gidsenkroniek 2000). In dit boek wordt met verwijzing naar de klassieke bronnen aangetoond dat: Lees ook meer over het Diets, de taal van Oud-Vlaanderen, de smeltkroes en het stamland van veel West-Europese talen, culturen en landen. Conclusie...... De belangrijkste conclusie van dit boek is dat de hele traditionele geschiedenis van Nederland in het eerste millennium in Oud-Vlaanderen thuishoort. Zoals de 'ondertitel' van dit boek ook luidt, betreft het de geschiedenis vanaf Julius Caesar tot en met Karel de Grote (en enkele opvolgers van deze Karolingische keizer), gebaseerd op de klassieke bronnen. Vandemaele belicht zijn bevindingen vanuit verschillende aspectieven en sluit daarmee precies aan bij de opvattingen van Albert Delahaye. Vandemaele bevestigt dat St.Bonifatius, St.Willibrord, Karel de Grote en de Noormannen voor Nederland volkomen legendarisch zijn! Ze zijn er nooit geweest. ![]() Er zijn verschillende auteurs en historici geweest die over het Oera Linda Boek geschreven hebben, met name over de echtheid ervan. Enkele voorbeelden: Bij al deze auteurs en historici was het kernpunt in hun betoog de echtheid of valsheid en "Op grond waarvan werd het Oera Linda Boek voor vals verklaard?" "hebben ze ooit begrepen waarover het gaat? Nu blijken veel van de genoemde plaatsen en locaties niet terug te vinden in Friesland of elders in Nederland of Noord-Duitsland, waardoor men het boek voor vals verklaarde. Op grond daarvan verklaarde men het boek als 'onecht', als vals. Maar in het klassieke Frisia in Vlaanderen zijn al deze plaatsen wel terug gevonden (zie kaartje: klik op het kaartje voor een kaart uit ca.800, waarop aan de kust de locatie S.Willibrordi boven Garenes -Gravelines- te zien is). Wat is hier dan onecht: Het Oera Linda Boek of de beweringen van de onderzoekers? Ook twijfelden enkele onderzoekers ov de complexiteit van de inhoud van het Oera Linda Boek. Was men in de 13de eeuw wel in staat zo'n ingewikkeld boek te schrijven? Of is toch van latere datum? Enkele onderzoekers dachten meer aan de 19de eeuw. Maar in de 13de eeuw was men toch ook in staat katehdralen te bouwen, die er heden nog steeds staan. Dus zo 'dom' was men toen beslist niet. Tegenwoordig is de afwijzing van het Oera Linda Boek nog steeds vrij algemeen. Heeft men het wel zelf gelezen? Of praat men slechts een algmene opvatting na, zoals men nog steeds Willibrord in Utrecht laat resideren? |
Mannagara in O.L.B., Mannaricium op Peutingerkaart (weg 38) en in het Itinerarium Antonini, is Merville bij Haezebrouck, hoewel dat door Van Schrieck betwijfeld wordt in zijn Flandria Illustrata. Die naam is te koppelen aan de zoon van de godheid Tuisto namelijk Mannus, door Tacitus in Germania 2,5 als "voorvader van de natie" vernoemd. De drie zonen van Mannus waren Ingo, Isto en Irmino, waarvan de namen nergens ter wereld bestaan dan slechts in het Germania Inferior dat identiek was aan Noordwest-Frankrijk. Welnu, de Ingaevones bewoonden de streek van Calais, Indistovisa is St-Inglevert, Irminlo is Hamelincourt en Irminsule, waar Karel de Grote in 771 nog een afgodszuil (sule) omver wierp, is Zermezeele bij Cassel, waar sporen van een Saksische burcht zijn. Wie dit in Duitsland wil plaatsen moet toch eens met feiten komen. Flyburcht, zoals in O.L.B. en op de Romeinse wegen aangegeven is Tournehem, 't Latijnse Trajectum met nog bestaande oversteekplaveien. Zie kaart I.A. Puur historisch. Ook Beda (ca. 700) noemt nog een Vetus Trajecturn, waar Friezen een St.-Maartenskerk verwoest hadden. Liudgara uit O.L.B. is Lugdunum Batavorum van I.A. als legerpost aan zee na Albanianis (Alembon), wat heden Leulinghen onder Calais aanduidt en niets in Nederland. De hoofdburcht van die Friezen Texalia in O.L.B. is door Ptolemeus (ca. 150) nog geciteerd ten noorden van Boulogne als Tecelia. Bij Tacitus heette de plaats Axles (Escalles), vermeld in latere Latijnse teksten (900-1000) 'apud Axlas iuxta Calcatam, quae duxit ad Nivennam et inde ad Calaisiacum' , dus nabij Axles bij de kalkrots (Cap Blanc Nez) die leidt naar Nieulay en daarna naar Calais. (Historia Ardensis p.642). Is nu nog steeds zo. Dit is toch niet in Nederland te plaatsen? Het Staveren van Friso in Oera Linda is Etaples, de haven Staliocanus uit Ptolemeus' Geographia 11,8, de stapelplaats aan de Canche. |
![]() |
Het Romeinse Villa Antiqua, ville-ancienne of Valenciennes, is de Oude Stad of burcht uit O.L.B., want dichtbij ligt Haulchin als Asciburgium op de Rhenus uit Tacitus. De Kattaburcht uit O.L.B. is de Katsberg, want Tacitus oriënteerde hier een Germaanse stam van Catti bij het Hercynisch Woud, dat bij Arras of Nemetacon (bij Caesar) begon en de Bello Polentino zet hier ook Cherusci (Chéresy), Chatti (Katsberg) en Sycambri, en Tacitus plaatst daar de meest vruchtbare gebieden van Germania Inferior. Walhallagara is Walcheren met Middelburg en zijn rond stratenplan, maar welk Walcheren? Dat bij Brugge of Zeeuws Walcheren, met Domburg en zijn Minerva- of Hellinia-tempel en gevonden altaarstukken. Men kan al deze Romeinse namen niet in Friesland plaatsen, maar ze bestonden in Frankrijk en de Vlaamse kust. Het zijn vaste historische feiten waar de wetenschap op steunt. Zo helder zijn de teksten van het Oud-Friese gebied in het O.L.B., tevens bewezen door de namen van de buurvolkeren. Beda (672-735) in Historia Ecclesiastica Gentis Anglorum V, 10-11 stelde dat naast de Bretonnen Germaanse stammen woonden als Dani, Saxones, Frisones, Hunni, Rugini, Bructuarii. De Bretonnen hebben nooit naast Nederlands Friesland, noch naast Duits Saksenland gewoond. Was Beda gek? Of willen wij de waarheid niet erkennen. Wat is de historische wereld toch hypocriet! |