De Batua en Noviomagus.
Door de onverbrekelijke samenhang tussen de Batua en Noviomagus vormt de namenlijst van de Batua een eindeloze litanie van bewijzen tegen het Bronnenboek van Nijmegen. Dit geeft welgeteld negen citaten over de Batua (Tweede Bronnenboek nrs 2, 3, 4, 5, 6, 8, 16, 17, 22), waarvan 8 op gedenkstenen uit de Romeinse periode, gevonden door het hele Romeinse rijk, die totaal niets zeggen laat staan iets bewijzen ten gunste van Nijmegen. Zij bevestigen alleen dat ter plaatse van hun vondst ooit een Bataaf vertoefd heeft. Het Bronnenboek zou er overigens goed aan hebben gedaan de plaats van deze gedenkstenen te vermelden, wat voor een archeologische vondst even essentieel is als de juiste referentie voor een historische tekst, daar het nu een dokumentatie voor Nijmegen presenteert die helemaal niet van Nijmegen is. Uit de geschreven bronnen tussen de 5e en de l2e eeuw citeert het één tekst ! De 550 eigen en omringende plaatsnamen van de Batua slaat het straal en totaal over, zodat men zich met recht moet afvragen, welke wetenschappelijke fraude het grootste is: het slaken van 190 "Nijmegen"-kreten onder het passeren van ca. 200 Noviomagus-teksten en het maken van een onvoorstelbaar aantal fouten, ofwel het verdonkeremanen van zoveel tegenbewijzen uit de Batua.