Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Uit de ADC Rapportage Tracé begeleiding Betuweroute in "Archeologische begeleiding in het tracé van de Betuweroute" (BR1 t/m BR8), blijkt dat er geen spoor is gevonden van de Bataven, die er toch zo'n 400 jaar gewoond zouden hebben.
De eindconclusie van de meeste rapporten vermeldt dat het onderzochte tracétraject grotendeels 'archeologisch leeg' is. Slechts in enkele uitzonderlijke gevallen luidt de conclusie dat 'het tracétraject rijk is aan archeologie'. Daarbij gaat het steeds om vondsten die gedateerd worden ná de 10e eeuw, waarbij voornamelijk materiaal gevonden is uit de 12e en 13e eeuw.
Opvallend is dat ook het gebied rondom Gorinchem, dat door enkele historici (o.a. W.A.van Es) als de plaats van de slag van de Usipeten en Tencteren tegen Julius Caesar, door anderen (o.a. A.W.Byvanck) als het Grinnibus van de Peutingerkaart gehouden wordt, archeologisch leeg is. (Zie tracéverslag BR2/02). De idenificatie van Gorinchem met Grinnibus is een typisch voorbeeld van 'het eerste lettertje', iets wat prof.dr.D.P.Blok eens verweet aan Albert Delahaye, maar wat in de Nederlandse topografische geschiedenis meer regel is dan uitzondering.
Gorinchem wordt in een document pas in 1224 voor het eerst genoemd. In 1322 kreeg de plaats stadsrecht, wat dichter bij het werkelijke ontstaan van deze plaats na de tijd van de grote ontginningen ligt, dan een vermeende Romeinse voorgeschiedenis.
Dus ook hier laat de archeologie de gevestigde historische opvattingen volledig in de steek.