Duinkerke 1, 2 en 3.

De historische overstromingen zijn het best onderzocht langs de (Belgisch en Franse) Vlaamse kust; vandaar dat de opeenvolgende transgressies worden aangeduid met Duinkerke 1, 2 en 3.
Zo spreekt men van de Duinkerke 1-transgressie (2de eeuw v. Chr. tot 1ste eeuw na Chr.), de Duinkerke 2-transgressie (3de tot 9de eeuw) en de Duinkerke 3-transgressie (11de eeuw). Tijdens en na de Duinkerke 3-transgressie zorgden de waterstaatswerken (dijken, grachten, gemalen, sluizen) ervoor dat het polderlandschap tegen verdere overstromingen gevrijwaard bleef.
Het heeft er alle schijn van, dat een trans- of regressie in onze streken erg plotseling opgetreden is. Binnen enkele tientallen jaren veranderde de landkaart drastisch.

De Romeinse overheersing van ons land viel globaal samen met een regressieperiode. Ze arriveerden halverwege de eerste eeuw, zo tegen het einde van de transgressie "Duinkerken 1", in een juist droogvallend en nog nauwelijks door mensen bezocht gebied. En ze verlieten het weer toen "Duinkerken 2" hun het leven onmogelijk maakte, in de periode 260/270 n.C.

Ook in Nederland heeft men onderzoek gedaan naar rivier-transgressies (Zonneveld), aangeduid met Tiel 1, 2 en 3, die synchroon lopen met de transgressies Duinkerke 1, 2 en 3. Ook met een aantal transgressies in de tijd vóór Chr. blijken de Franse kust en de Betuwe gelijk op te gaan.

Als er in Nederland geen dijken en andere waterstaatkundige werken zouden zijn, zou de kustlijn globaal lopen vanaf Bergen-op-Zoom, langs Den-Bosch, Nijmegen - Zwolle naar Groningen, met een reeks eilanden langs de gehele (huidige) kust en in Zeeland, en enkele grote meren in Groningen.
Bij een zeeniveau op het niveau van de Romeinse regressie ligt geheel Nederland droog, met inbegrip van Zeeland, het IJsselmeer en de Waddenzee. Er blijven slechts een paar meertjes in Zuid-Holland en een paar forse riviermondingen in het noorden over.
Bij een transgressie tot +5 meter zal de gehele Vlaamse en Nederlandse kust landinwaarts wijken: Zeeland, Utrecht, Friesland en Groningen verdwijnen dan onder water. Bij verdergaande transgressie ontstaan rond Antwerpen enkele eilanden en zal ook de Veluwe een eiland worden (zie afbeelding). Door de invloed van de dagelijkse getijden zullen er veel wadden- en moerasgebieden ontstaan. Veel gebieden zullen bij hoog tij en westerstorm ook overstroomd worden.