Het Verdrag van Meerssen, is genoemd naar de plaats Meerssen bij Maastricht en dateert uit 870. Het Karolingische Middenrijk, dat aan Lotharius I, zoon van de in 840 overleden Lodewijk de Vrome was toebedeeld, werd hierbij verdeeld tussen het West-Frankische en het Oost-Frankische Rijk.
De aanleiding was de dood in 869 van de kinderloze Lotharius II. Zijn ooms (broers van Lotharius I), Karel de Kale en Lodewijk (die ten onrechte de Duitser wordt genoemd), respectievelijk de koningen van West- en Oost-Franciï, verdeelden de nalatenschap van Lotharius II.
Het verdrag is overigens niet in Meerssen getekend, maar in procaspide super flevum Mosam wat zo in de letterlijke Latijnse tekst staat. De vraag is wat met deze locatie bedoeld wordt. Men heeft zich tot de locatie Meerssen of Eijsden, wat momenteel meer gevolgd wordt, laten verleiden door het feit dat het aan de Maas en in de buurt van Herstal zou moeten liggen en waar Karel de Kale zijn hoofdkwartier zou hebben gehad. Men kwam op Meerssen omdat het in een oorkonde van koningin Gerberga uit 968 zou voorkomen, waar sprake is van Marsna. Gerberga zou bezittingen van haar in Limburg, waaronder Marsna en Clumna (Klimmen), schenken aan de St.Remigius-abdij in Reims. Men verklaart hiermee ook het patronaat van de St.Remigiuskerk in Klimmen. Hier is ook sprake van een grote misvatting. In Meerssen zijn geen archeologische sporen van een palts of andere gebouwen uit de 9e eeuw gevonden.

Beide locaties staan echter ter discussie en wel om het simpele feit dat zowel Eijsden als Meerssen buiten het rijk van de Franken lag. In 870 omvatte het rijk der Franken geen enkel deel van Nederland of Duitsland.
Austrasië, het Oost-Frankenland waar het hier over gaat, is net als het Germania van Tacitus ten onrechte op Duitsland van toepassing gedacht. Austrasië lag tussen de Seine, de Oise en de kust van het Kanaal en omvatte de gebieden rond de plaatsen Rouen, Amiens, Noyon, Sens, Reims, Laon en Cambrai (Kamerijk). Daar hoorde geen enkel deel van Nederland of Duitsland bij.

Het "in proca-spide" wordt door enkele historici opgevat als Eijsden wat overigens nooit bewezen is. Maar 'proca-spide' dat is geen plaatsnaam, maar betekent "haastig, maar aanzienlijk" (proca staat voor proceres, de aanzienlijksten; spide is snel). Het was dus een belangrijk verdrag dat ergens aan de Mosa snel gesloten werd tussen de 3 koningen.
En met flevum Mosam kan de Maas bedoeld zijn, die overigens ook in Noord-Frankrijk stroomt, maar ook de rivier de Moze of Moeze in (Frans-)Vlaanderen. Welke de juiste locatie is zal nader onderzocht moeten worden. Voor een plaats in Noord-Frankrijk pleiten ook de verdagen van Verdun (843) en Ribemont (880), die beide ook om de verdeling van het rijk van de Franken handelden. Tegen Meerssen of Eijsden pleit ook dat het om een uithoek van het rijk zou gaan in nauwelijks bestaande gehuchten. Waarom dan niet in Maasticht dat een historische allure had of in Luik of Aken denk je dan! Archeologisch is van een groot paleis of zoiets dat er zeker geweest zou moeten zijn -ze verbleven toch niet in de openlucht?- ook nooit iets gebleken.
De conclusie kan kort en bondig zijn: Het verdrag is in elk geval niet in Meerssen of Eijsden gesloten.