De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Verschillende stammen en volkeren.


Op deze pagina noemen we enkele stammen en volkeren die altijd verkeerd geplaatst zijn in de historiografie. In de juiste streek geplaatst geven ze een eenduidige en logische samenhang met andere volkeren die vaak hun buren worden genoemd. Het geeft tevens aan dat in de historische geografie in het verleden onzorgvuldig is omgegaan met wat de teksten beschrijven. Men heeft deze volkeren te simplistisch in verband gebracht met door de deplacements historiques later ontstane plaatsnamen.

Al die onjuiste plaatsingen van de verschillende volksstammen worden naar de schijn bevestigd door allerlei kaartjes in de verschillende historische atlassen. Maar deze kaartjes zijn gebaseerd op dezelfde onjuiste opvattingen en bevestigen slechts die onjuiste opvattingen, zoals het kaartje hieronder met de traditionele indeling van Friezen, Franken en Saksen.


De traditionele indeling zoals op dit kaartje, is nergens anders op gebaseerd dan op de fantasie van enkele historieschrijvers uit het verleden. Archeologisch is deze indeling niet aantoonbaar, zoals Annemarieke Willemsen van de Rijksmuseum voor Oudeheden heeft geschreven

Het grootste probleem bij al die kaartjes en kaarten is de Peutingerkaart die Romeins Nederland zou bevestigen. Maar ook deze kaart uit de 16de eeuw is een getekende weergave van de opvattingen uit de 16de eeuw. Van de hierop genoemde plaatsnamen is in Nederland geen enkel bevestigend bewijs gevonden.



De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem en Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat hoort dan allemaal thuis in Noord-Frankrijk!
Veel volkeren en steden zijn door historici steeds verkeerd geplaatst. Men ging uit van een later ontstane situatie en projecteerden die gegevens terug op de eeuwen daarvoor. Zo kwam Anscharius in Noord-Duitsland terecht, terwijl hij predikte in Frans-Vlaanderen in Brêmes en Hames-Boucres. Nadat deze plaatsnamen door immigranten naar Noord-Duitslan waren gedoubleerd, meenden historici dan ook dat Anscharius daar thuis hoorde. Het doubleren van honderden plaatsnamen heeft dan ook voor de nodige historische verwarring gezorgd. En precies dàt is het probleem in de historiografie: welke naam lezen we in de klassieke tekst en welke plaats wordt ermee bedoeld? Was Hammaburg uit een klassieke tekst uit de 8ste eeuw het Duitse Hamburg of was het Hames-Boucres in Frans-Vlaanderen. Nu geeft de archeologie in deze de oplossing: het Duitse Hamburg blijkt niet ouder dan de 10de eeuw.

Het belangrijkste bij de plaatsing van de verschillende volkeren die genoemd worden door de klassieke schrijvers, is wat men onder Germania en Gallia verstaat. Is Germania Duitsland? Komt Gallia overeen met heel Frankrijk? Uit alle teksten blijkt dat beide vragen negatief beantwoord moeten worden. De "onvolkomenheden" of 'onmogelijkheden' werd door de historici 'opgelost' door de invoering van 'de grote volksverhuizing' of door de klassieke schrijvers op dit punt 'onbetrouwbaar' te noemen. Niet de klassieke schrijvers waren onbetrouwbaar, maar de opvattingen van de historici waren onbetrouwbaar.

Het is uiteraard een opmerkelijk verhaal om de graantransporten in de 4e en 5e eeuw vanuit Engeland in Nederland te laten plaats vinden (zie kaartje hiernaast). De Romeinen hadden Nederland al sinds 260 n.Chr. verlaten. Waar hadden zij nog opslagplaatsen? In Arnhem? (Castra Herculis?). Welke troepen in Nederland moesten bevoorraad worden? De Romeinen hadden zich teruggetrokken in Noord-Frankrijk; laag Nederland was overstroomd vanwege de transgressies, zodat daar prima geen havens meer waren en ook geen scheepvaart meer was, secundo geen enkele Romein aanwezig was om dit graantransport te regelen of te bewaken. Laat je dan je graan vanuit Engeland aanvoeren via Nederland, terwijl je bij Boulogne de overkant ziet en daar de kortste en gebruikelijke oversteekplaats van en naar Engeland ligt?
Quadriburgium, in 359 genoemd als een der stations van het graantransport, is Quaedypre, op 3 km ten zuiden van Winoksbergen, of Quarouble of Quievrechain, op resp. 8 en 11 km noord-oost van Valenciennes. Novesium wordt in 359 als station voor het graantransport genoemd. Het is Nouvion-sur-Meuse c.q. Feignies, op 10 km zuid-oost van Charleville-Mezieres. De verwarring met Neuss (D.) was vrijwel onvermijdelijk, vooral toen men het graantransport door Nederland rekonstrueerde, dat immers door de Monden van de Renus naar Gallia werd vervoerd. Niets belet de ondeskundige historici zelfs dit feit in Nederland te plaatsen, waar geen enkele Romein meer te bekennen was. Het zijn enkele van de vele opmerkingen en vragen die over de Nederlandse traditie te maken zijn.

De visie van Albert Delahaye.
Dat er heel wat aan te merken is op de geschiedenis van de Nederlanden, zeker die in het eerste millennium, is bij veel belangstellenden en kenners wel bekend. Er bestaan heel wat afwijkende meningen over die geschiedenis. Daaruit zou alleen al de conclusie getrokken moeten worden dat er geen eenduidige opvatting bestaat en alles eens geheel opnieuw beoordeeld moet worden. Of wil men nu echt zelfs tegen beter weten in, in de maling genomen worden, zoals in het sprookje van "De Kleren van de Keizer"?
Als men eenmaal de overtuiging heeft dat Karel de Grote geen paleis heeft gehad in Nijmegen, dan zou het duidelijk moeten zijn dat veel uitgangspunten die juist van dit feit uitgingen, geheel herzien moeten worden.
Als men vervolgens de verblijfplaats of woonplaats van volkeren of stammen zoekt, dient men te onderzoeken waar hun leiders geboren en begraven zijn, waar zij trouwden en met wie. Dan komt men al tot onthutsende ontdekkingen. Zo is de eerste vorst die zich 'Fries' noemde, Robert de Fries, begraven in Cassel in Frans-Vlaanderen. Van het Nederlandse Friesland is hier geen enkele sprake. Ook andere Friese leiderss horen hier thuis. In het Nederlandse Frieslan is van hen geen spoor gevonden, ook geen enkel archeologisch spoor.


Albert Delahaye is in zijn studie uitgegaan van wat de klassieke schrijvers zelf vermelden over de woonplaats van de verschillende volkeren en niet van hetgeen latere historici ervan gemaakt hebben. Hij heeft van zijn bevindingen diverse kaarten gemaakt van hun woonplaatsen. Zie kaarten hierboven van de juiste plaats van Germania, Raetia en Noricus en hieronder van de noordlijnen van Caesar, Plinius en Tacitus. Klik op de kaartjes voor een vergroting. Wat hierbij meteen opvalt dat de klassieke schrijvers elkaar in hun opvattingen bevestigen. Zij plaatsen al deze volkeren (zie het overzicht hierna) ten zuiden van de taalgrens. Caesar, Tacitus, Plinius, Strabo, de Geograaf van Ravenna, het Itinerarium van Antonius, Ptolemeus en andere schrijvers, bevestigen elkaar in de woonplaatsen van deze volkeren, die door historici over half Europa zijn verspreid tot in Polen en Rusland. Van enkele volkeren is duidelijk beschreven dat ze 'woonden aan de kust van de Oceaan'. Anderen worden 'buren van' de Moriniërs genoemd. Dan is plaatsing in midden Duitsland dus een farce.


Julius Caesar, Plinius en Tacitus bevestigen elkaar tot op de meter nauwkeurig. De taalgrens is hierbij een niet te weerleggen fenomeen.


De verschillende volkeren of stammen die door de tradities verkeerd zijn geplaatst.
Als je alle details door de verschillende klassieke schrijvers genoemd met elkaar combineert, kom je in andere streken terecht waar de door hen genoemde volkeren of stammen geplaats moeten worden. Voor enkele van de bekendste volkeren kunnen we verwijzen naar andere hoofdstukken zoals over de Bataven, de Friezen, de Franken en de Saksen. Plaats je deze volkeren op de juiste plaats, dan volgt de rest vanzelf. Benader je deze zaak van de andere kant door de Suevi niet in Zweden (hoe komt men daarop?) maar in Frans-Vlaanderen te plaatsen, dan volgende Franken, Friezen en Saksen ook vanzelf die kant op.

  • De Suevi.
    De naam Suevi verdwijnt in de klassieke literatuur precies als in dezelfde streek de naam Franken opkomt. De Suevi zijn niet de Zweden of de Suaben in Duitsland, maar de bewoners van de omgeving van Kortrijk (Courtrai). Zie De Ware Kijk Op 2, tekst 193 p.207 en tekst 206 p.212, tekst 259 p.235. Tacitus noemt de Sueben de buren van de Fresones (p.321). St.Eligius bisschop van Noyon en Doornik predikt te Andoverpensis (p.487) onder de Suevi. Ook St.Amandus predikt in dezelfde streek. Suevi bezochten ook de school van St.Gregorius te Dorestadum (niet Wijk bij Duurstede, maar in Audruicq).


  • De Ubiërs.
    Volgens Caesar waren de Ubiërs de buren van de Suebi, die aan beide oevers van de Renus woonden. Dan vervalt Zweden, maar ook Zuid-Duitsland. Daarnaast woonden de Menapiërs (is Keltisch en betekent 'kustbewoners'). Volgens Strabo woonden de Sygambri (of Sicambri) bij de Oceaan naast de Menapii (Cassel), die weer naast de Morini (Terwaan), Bellovaci (Beauvais) en Ambiani (Amiens) woonden. Achter de vallei van de Sygambri woonden de Suebi. Caesar wijst er bij de Ubiërs ook op dat "zij wegens hun nabuurschap gewend geraakt waren aan Gallische gewoonten". Ze woonden namelijk precies op de grens tussen Germanen en Galliërs. Waar ligt die TAALgrens (waar het hier over gaat) in Duitsland? Tussen Keulen (waar men traditioneel de Ubiërs plaats) en de kuststreek kun je toch niet van buren spreken.

    In Germania bij de Renus, de Albis, de Amisia (voor de juiste locaties van deze rivieren: klik hier) somt Ptolemeus de volgende volkeren op (hierna alfabetisch gerangschikt). Hij noemt enige stammen, die men elders in de historische literatuur niet vermeld vindt omdat historici er geen raad mee weten. Ook zijn er stammen die men verspreidt over heel Duitsland, zelfs in Polen en Hongarije, waar nooit een Romein is geweest. Strabo bevestigt niet alleen Tacitus in diens opvatting over Germania, doch voegt er nog nieuwe bewijzen aan toe. Onder andere de volgende volkeren die worden besproken in de boeken van Albert Delahaye, met de plaatsing volgens zijn visie: Angrivarii - Angres. Bructeri - Broxeele. Calucones - Calonne. Caritami - Cartignies. Casuarii - Cattenieres. Chaemae - Chemy. Chamavi - Camphin. Chatti - Katsbergs. Chauci - Chocques. Cherusci - Cherisy. Frisii - Vlaanderen. Helvetii - Helfaut. Incriones - Equires, Equirre. Intuergi - Ennetieres. Landudi - Landas. Langobardi - Lompret. Marsigni - Marchiennes. Nerteriani - Niergnies. Saxones - zuid van Boulogne. Silingi - Solesmes. Suevi - omg. Kortrijk. Sygambri - Cambrin. Tencteri - Tingry o f Tangry. Tubanti - Thun of Thuin. Turoni - Doornik. Usipii - Weppes. Vangiones - Wannehain.

    Waar woonden deze volkeren in Duitsland? Dat was toch Germania?

    Een ander niet algemeen bekend onderzoeksterrein is "Waar kwamen de verschillende Romeinse troepen vandaan?"

    Albert Delahaye heeft ook dit meegenomen in zijn studie. Daaruit blijkt dat ook hier weer gegevens herzien moeten worden, zoals kwamen de Bataven die in het Romeinse leger dienden uit de Betuwe? De Bataven worden nog in de 5e eeuw genoemd in de Romeinse legers. Zij worden genoemd afkomstig en tussen talrijke Franse plaatsen. De Romeinen waren toen allang uit Nederland verdwenen. Bovendien zijn in de Betuwe geen omvangrijke nederzettingen gevonden, terwijl de Bataven een omvangrijk volk was. Zie de kaarten hieronder. Klik op de kaart voor een vergroting.




    Andere troepen die dienden in het Romeinse leger waren afkomstig uit Belgica, uit Gallia en uit Germania Prima en Secunda, wat niet Duitsland was, maar Noord-Frankrijk. Germania Prima en Germania Secunda lagen geheel ten westen van Straatsburg (zie kaarten hieronder Klik op de kaart voor een vergroting.).


    Plaatsen van herkomst van de Romeinse troepen in Engeland. De Bataven worden genoemd tussen 15 franse plaatsen.

    Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf!