Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Wijnaldum, Tzummarum en Wieringen
geplunderd door de Noormannen?

In een reactie op een ingezonden brief over de Bataven in het Historische Nieuwsblad van februari 2011, meende W.K.N. van der Meij de opvattingen van Albert Delahaye te kunnen weerleggen met de archeologische vondsten van Wijnaldum, Tzummarun en Wieringen. Die zouden ondubbelzinnig aantonen dat Nederland in de betreffende periode wel degelijk bewoond was. In de betreffende brief over de Bataven werd 'de mythe van de Bataven in Nederland' met enkele aangevoerde argumenten ter discussie gesteld. Daarbij werd niet alleen aangesloten bij de opvattingen van Albert Delahaye, maar ook met de bevindingen van Charles Groenhuizen en Geert Mak in hun boek en bijbehorende T.V.serie over 'Het Verleden van Nederland'.

Blijkbaar was/is Van der Meij niet op de hoogte van de archeologische bevindingen omtrent deze vondsten (zie hierna en hiernaast) en liet/laat hij zich, als zo vaak bij historici, leiden door aannames en vermoedens.

De genoemde losse vondsten van Wijnaldum, Tzummarum en Wieringen tonen juist niet de zo gewenste bewoning aan. Bewoning wordt alleen aangetoond met nederzettingen, huisplattegronden of (fundamenten van) huizen. Niet door verdwaald, verloren of verstopte vondsten. Kostbaar bezit of 'een schat' verstop je juist niet in bewoond gebied, maar per definitie in onbewoond gebied.

Zie ook Archeobrief 3 van september 2015.


De fibula (broche?) van Wijnaldum.
Aangezien er slechts een deel van gevonden is, gaat het duidelijk om een verloren sieraad.
Het gaat om een erg beschadigd sieraad. Waar is de rest?
Is het gewoon weggegooid vanwege de beschadigingen?
Wat wij nu bijzonder en kostbaar vinden, hoefde dat in de 7e eeuw niet te zijn!


De grote vraag is: Over welke Friezen wordt er gesproken? Eerst moet U het werk van Albert Delahaye eens lezen om uit honderden klassieke teksten en kronieken te weten, dat Oud-Frisia in Frans- en Belgisch West-Vlaanderen lag.

De opgravingen van Ezinge, van Tritsum, van Wijnaldum, van Tzummarum, van Wieringen, - "zijn megalomane verhalen" zegt R. van Veen in AD.B. Nr.5 1998 p.20 - en de zogezochte koningsgraven nabij Sexbierum (Friesland) leverden geen bewijzen op dat dit het land van de oude Friezen was. De naam Sexbierum (Saxbierum) toont al aan dat het om het gebied van de Saxen gaat. In Friesland is deze naam een volkomen dissonant.

Het oude Saxbierum was Bierne bij Duinkerken in Frans-Vlaanderen. Men heeft er ca. 1990 vorstelijke graftomben van liefst 4000 jaar oud gevonden in dit Oud-Frisia. Te Fresnes-Ies-Montauban (Arras) vond men het graf van een vorstin, en in die nabijheid werd de beroemde heidense tempel van Famfana (Fampoux) afgebroken door de Romein Germanicus, toen hij de troepen van Bructeri (Broxeele) en Tubanti (Thun) ontmoette, die de Romeinse wegen bezet hielden (zie; Tacitus, Annales I, 49-50). Ook te Fréthun (Calais) ligt een vorst (Apol uit het Oera Linda Boek) begraven in een grafheuvel. Dit is ontdekt toen men de T.G.V.-treinlijn aanlegde naar Rijsel en naar Sangatte. Tevens zijn daar cultuursporen gevonden uit de verre prehistorie. Feiten zijn feiten en de archeologie brengt deze historische feiten als realiteit naar voren. De geografische realiteit van Frieslands verleden moet dus anders bekeken worden. Jos Bazelmans zit wat de Friezen betreft met een foutieve oriëntatie in het hoofd. Hij zou zich met zijn grote kennis van klassieke teksten meer moeten richten naar het Fresia dat Delahaye ontdekte. Dat ware wijs.

Jos Bazelmans heeft een lezenswaardig artikel over de Friezen geschreven in Spiegel Historiael van mei 1998, maar hij komt er wat de Friezen betreft niet helemaal uit, omdat hij de verkeerde opvattingen als uitgangspunt nam. De in het artikel helaas niet genoemde vierde mogelijk is dat de Friezen in Nederlands Friesland een gevolg is van immigratie vanuit het oude Frisia in Frans-Vlaanderen. En dat het zo is, heeft Albert Delahaye ondubbelzinnig aangetoond.

Daarbij, wie uitsluitend op wat archeologie vertrouwt, moet ook oppassen voor al te vlugge argumentaties uit een scherpe steen, een gevonden potscherf, een muntstuk, een stuk rottend hout, een paar greppels die op bewoning 'zouden kunnen' wijzen. De vondsten moeten in overeenstemming zijn met teksten. Eenmaal zal Nederland een selectieve keuze moeten maken. Het historisch probleem ligt niet bij de historici alleen.

De goudschatten van Wijnaldum en Wieringen e.d. worden soms toegeschreven aan Friese Koningen, dan weer aan plunderende Vikingen. Daarbij is sprake van veel vooringenomenheid van historici en archeologen. Lees hier meer over deze sieraden en de toegeschreven historische betekenis, die teruggaan tot de tijd van de Etrusken (7e en 6e eeuw voor Chr.), van de Grieken en Byzantium. Het kruis dat op veel broches voorkomt heeft niets te maken met het Christendom. Op internet zijn honderden voorbeelden te vinden van dergelijke broches en andere sieraden. Uit die enkele gevonden sieraden in Nederland kan geen enkele steekhoudende conclusie getrokken worden. Hiernaast een Anglo-Saxische broche uit de 5e eeuw. Dat is ver voor de Vikingtijd.

De visie van Albert Delahaye.
De Noormannen zijn voor Nederland volkomen legendarisch. Ze hebben er nooit geplunderd. Wat viel er te plunderen? Het grootste deel van Nederland was in de 8e en 9e eeuw één groot moeras- en waddengebied, totaal ongeschikt voor bewoning, laat staan voor rijke inwoners of kloosters waar wat te plunderen viel.
Van grootschalige bewoning en het verblijf van rijke families, rijke kloosters of kerken is in de 9e eeuw in Nederland ook nooit iets aangetoond, zowel archeologisch als tekstueel niet. De teksten die ten onrechte wel eens op Nederland worden toegepast, zijn afkomstig uit Franse bronnen. Zouden die Franse schrijvers over een ver land geschreven hebben, waar nauwelijks bewoning was en de geschiedenis van hun eigen land onbeschreven hebben gelaten? Zeker niet. Deze Franse schrijvers beschreven de geschiedenis van hun eigen land en niet van een onbekend moerassig land ergens in het verre noorden. Bovendien staan deze teksten vol Franse plaatsnamen. Ook de namen Trajectum, Dorestad en Noviomagus waren niet Utrecht, Wijk bij Duurstede en Nijmegen, maar de Franse plaatsen Tournehem, Audruicq en Noyon. Met name in Utrecht, Wijk bij Duurstede en Nijmegen is van plunderingen van de Noormannen archeologisch nooit iets gebleken, wat vooral voor Wijk bij Duurstede dodelijk is. Zie verder bij Wijk bij Duurstede.
Dat Wijk bij Duurstede het veelvuldig door de Noormannen geplunderde Dorestad was, mogen we dan ook met 100% zekerheid naar het rijk der fabelen verwijzen. Het is een fabel uit de 19e eeuw en één der grootste blunders in de historische geografie van Nederland, gebaseerd op het volledig verkeerd lezen van een klassieke Franse oorkonde uit het jaar 777. Zie aldaar! Lees meer over de Noormannen.


Wat weten we nu feitelijk echt?
Men wil met de vondstlocaties in Tzummarum, Wijnaldum en Wieringen aantonen dat Delahaye het fout heeft en er wel degelijk rijke bewoning was in Friesland, die plunderingen van de Noormannen aannemelijk maakten. Maar deze vondsten weerleggen niets van de opvattingen van Delahaye. Daar is meer voor nodig dan enkele verdwaalde schatvondsten of een vermeende nederzetting uit de 6e-8e eeuw.

We willen de lezers 3 opvallende archeologische bevindingen niet onthouden. Het weerlegt evenzovele mythen.
  • in Friesland zijn 955 terpen geïnventariseerd die momenteel niet allemaal meer bestaan. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat op een terp meestal maar één boerderij stond en er slechts één familie leefde. Dan gaat het dus om een kleine 1000 weerbare mannen over een periode van ruim 4 eeuwen. Hoezo machtige Friezen die tegen de Romeinen streden en later tegen de Franken?
  • Overigens wijst onderzoek erop dat de meeste terpen van na het jaar 1000 dateren. Dat is dus nadat de ontginningen van laag-Nederland op gang kwamen. Waar woonden de Friezen dan die tegen de Romeinen en Franken streden?
  • Het oudste bootje in Friesland is opgegraven bij Tirns en stamt uit eind van de 12e eeuw. Een ouder bootje is dus nog nooit gevonden, net zo min als vele tientallen bootjes. Hoezo Friesland zeevaart- en handelsvolk? Met één bootje uit de 12e eeuw?

    Tzummarum.
    In Tzummarum is een pot met munten uit "Dorestad" gevonden. Maar zoals iedereen weet kun je met munten niets anders bewijzen, dan dat iemand die daar verloren is of verstopt heeft. Als ik een Spaanse Euromunt op straat vind, ben ik dan in Spanje? Of kan alleen een Spanjaard die munt hier verloren hebben? Zo is het ook met "munten uit Dorestad". Die vond men in heel Europa en soms zelfs nog ver daarbuiten. Munten zijn immers bedoeld om er mee te reizen. Daar bewijs je niets mee! In Tzummarum had men geen pot munten moeten vinden, maar een nederzetting om bewoning aan te tonen. Tevens had men voor die nederzetting een naam moeten hebben van een plaats in Friesland waarvan tot dan toe de ligging onbekend was geweest. Maar dat is niet gebeurd, er is geen nederzetting gevonden en er was ook geen plaatsnaam bekend.

    Wijnaldum.
    De vondst van een (zilver-)schat in Wijnaldum wordt meteen toegeschreven aan de Vikingen. Het is een unieke en alleenstaande vondst. Dit geeft al aan dat er geen conclusies uit te trekken zijn, zeker omdat de schat naast Karolingische ook Arabische munten bevat. De schat zou verborgen zijn door of voor de Vikingen. Door de Vikingen is erg ongeloofwaardig aangezien de Vikingen nooit alleen reisden en een verborgen schat zou beslist weer opgehaald zijn door de eigenaar of iemand anders. Waarom zou je een schat überhaupt verbergen als je met een aantal mannen bent. Bang dat die geroofd werd? Door wie? En waarom op zo'n afgelegen plaats als je op weg bent naar je thuisland? Dan neem je die sieraden toch gewoon mee naar huis om bijv. aan je geliefde te schenken.
    Verborgen voor de Vikingen lijkt me ook onjuist, tenzij de eigenaar gevangen genomen of vermoord is en zijn bezit niet meer heeft kunnen ophalen. Hoe kwam die eigenaar overigens aan die schat? Gestolen of geroofd elders? Was dat de reden dat hij deze schat verborg? Niet midden in de nederzetting, maar op een afgelegen plaats?
    Dat het een Vikingschat zou zijn, daar valt nog heel wat op af te dingen. Wat is de definitie van Vikingschat?



    Een goed verstaander heeft meteen door dat het opgravingsverslag van Wijnaldum geheel naar dat van "Dorestad" (traditioneel Wijk bij Duurstede) is toegeschreven. Er wordt in dat verslag niet voor niets gesproken over "Dark Age Frisia", ondanks de vondst van een uitzonderlijke nederzetting, die erg ruim gedateerd wordt tussen de 6e en 8e eeuw. Het "uitzonderlijke" geeft meteen al de "uitzondering" aan waarmee tevens is aangetoond dat er geen grootschalige bewoning aan vast te koppelen is. De vondst van munten uit de Romeinse tijd, maakt er ook geen Romeinse schat of Romeins gebied van? Het aldaar gevonden sieraad (zie afbeelding hiernaast), die metaaltechnisch volledig is onderzocht, blijkt er, volgens de onderzoekers, of voor hergebruik of voor herstel aanwezig geweest te zijn. Of was dit kleinood ook ergens gestolen of elders gevonden? Er blijkt geen enkele plaatselijke rijkdom uit, laat staan dat er het bestaan van de onvindbare Frieze edelen uit af te leiden is. De eerste hertog van Friesland, Ascon, blijft net zo mythologisch als de meestal met hem afgebeelde vuurspuwende draak. Daar gelooft toch ook niemand in? Wijnaldum was niet meer dan een eenvoudige nederzetting van enkele vissers, zoals die overal langs de kusten voorkwamen, net als in "Dorestad/Wijk bij Duurstede" dat eveneens een vissersplaats was (zie de grote hoeveelheid gevonden visgraten ter plaatse), en wel de vissersplaats Munna. Over de datering van deze nederzettingen zijn dezelfde opmerkingen te maken als over "Dorestad": het zijn speculatieve aannames, vooral bedoeld om te "bewijzen" wat er nu juist eens een keer bewezen zou moeten worden, n.l dat er een nederzetting uit de 7e of 8e eeuw bestond. Lees meer over Dorestad en over Munna.

    Vroegmiddeleeuwse koninkrijken in beeld: de pracht van de macht. In Archeobrief 3, september 2015, p.25-31.
    In de discussie over de opkomst en ontwikkeling van vroegmiddeleeuws koningschap in Noordwest-Europa moet geconstateerd worden dat Nederland tot op heden nauwelijks een rol heeft gespeeld. Traditioneel richt het onderzoek zich vooral op het Frankische gebied, zuidelijk Scandinavië en Angelsaksisch Engeland. Dat Nederland buiten beeld blijft, is in de eerste plaats verklaarbaar door het vrijwel ontbreken van historische gegevens. Ook koninklijke ontvangsthallen zijn hier afwezig. In deze periode zouden achtereenvolgens Aldgisl en zijn vermoedelijke opvolger Radbod (overleden 719) een palatium in Utrecht hebben gehad en van daaruit een als 'Frisia Magna' aangeduid gebied hebben gecontroleerd. Aangenomen wordt verder...... Nu wil men een ander beeld schetsen en wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid van de historische aanwijzingen. Daarvoor worden diverse munt- en siervoorwerp-vondsten opgevoerd, zoals die van Wijnalbum. Zie hier voor het ware verhaal van Wijnalbum.
    Het artikel is doorspekt met aangenomen opvattingen, die nimmer te bewijzen zijn. Zo zouden gouden munthangers of zilveren fibulae juist door personen met een lagere sociale status gedragen worden. Hoe weet men dat? Dat het een onbewezen aanname is blijkt wel uit de bewoordingen als hiervoor dik gedrukt en woorden als 'wanneer we ervan uitgaan', 'aannemelijk', 'vermoedelijk' (8x op ca.6 blz.tekst) en de term geëxtrapoleerd. (ofwel de Nederlandse situatie vergelijken met die uit omringende gebieden, zoals Engeland of Noord-Frankrijk. Dat gaat dus niet op, aangezien de situatie in Engeland of Noord-Frankrijk niet te vergelijken zijn met Nederland wat uit de eerste zinnen al blijkt).

    Toch trekt de auteur de enig juiste conclusie als hij schrijft: "De realiteit is helaas minder eenvoudig, aangezien de verspreiding van archeologische vondsten niet zonder meer een afspiegeling vormt van de historische realiteit ". Toch beweert de auteur dat op grond van de fibula van Wijnaldum 'een koninkrijk herkenbaar is'. Hij zet er dan wel het woord 'vermoedelijk' bij, dus twijfelt aan zijn eigen opvatting.
    Aan de rol van Aldgisl en Radbod als koningen wordt dan wel getwijfeld, maar het lijkt de auteur 'een interessante gedachte' ze als aanvoerders van het latere Frisia te zien, 'hoewel historische gegevens ontbreken'. Zo schrijft men dus geschiedenis in Nederland.

    De tekst vervolgd met: We kunnen concluderen dat er weliswaar aanwijzingen zijn voor elite in Wijnaldum-Tjitsma, maar dat er van een 'koningsterp' voorlopig geen sprake is. En als uit het rapport blijkt dat die aanwijzingen marginaal zijn en voor meerdere uitleg vatbaar (verstopt, verloren, geroofd of weggegooid?) is de conclusie zo helder als glas: het was beslist géén Vikingschat.
    Zelfs H.Halbertsma (de grote Friezenkenner en de opgraver van Dokkum) moest over de zogenaamde koningsterp in Wijnaldum erkennen dat "zo'n machtig vorst als Radbod zich toch niet op zo'n plek verschuilt waar je heus geen geduchte vloot kunt uitrusten of duizenden krijgers kunt verzamelen".

    Lees meer over de goudschatten van Wijnaldum en Wieringen e.d. in Keltische schatten.

    Wieringen.
    De ter plaatse in de grond gevonden zilverschat op Wieringen (Westerklief) wordt toegeschreven aan (Deense) Vikingen en gedateerd in de 9e eeuw. Zie afbeelding rechts. Maar ook dit weerlegt de opvattingen van Delahaye niet. Je vraagt je trouwens meteen af waarom en voor wie die Vikingen die schat daar verborgen zouden hebben en waarom ze dat zilver niet gewoon meegenomen hebben naar Denemarken, als ze daar vandaan kwamen, zoals de traditie meent? Dáár had het gevonden moeten worden, wil je het verhaal geloofwaardig maken en niet op Wieringen. Ik vergelijk het maar met de Vikingschat van Winsum, waar het Fries museum jaren geleden mee pronkte. Die schat bleek namelijk niet alleen zo vals als wat, maar er was ook een hele reeks conclusies aan opgehangen, die dus ook zo vals waren als wat.

    Wieringen wordt in de Nederlandse traditie geïdentificeerd als het klassieke Wiron in Alvitlo uit de goederlijst uit 870. Dat heeft prof.dr.D.P.Blok in 1979 eens beweerd, dus hoe lang bestaat deze traditie? Echter dit Wiron in Alvitlo is Wierre-Effroy bij Boulogne in Noord-Frankrijk, dat in "de vallei van de Val" (=Alvitlo) ligt. Waar is overigens dat Alvitlo in Nederlands Wieringen? Wiron was een grote nederzetting, een herenhof met 28 horigen die met name genoemd worden in de goederenlijst uit 870? Er moet in Wieringen dus een grote nederzetting uit de 9e eeuw gevonden worden, niet een verloren zilverschat van een verdwaalde Deense (?) zeerover! Omdat de Vikingen nooit alleen reisden wordt het hele verhaal nog ongeloofwaardiger. Vikingschat? Daar is geen enkel bewijs voor!
    Bovendien was Wieringen in de middeleeuwen een eiland, werd door de zee verzwolgen en is in de loop van de eeuwen weer ingepolderd.

    In Spiegel Historiael van mei 1997 schrijft Jan C. Besteman over deze Vikingschat van Wieringen. Opmerkingen ter verduidelijking in rood. Hij noemt de schat 'spectaculair' en de eerste Vikingschat van Nederlandse bodem. De eerste? Dus geen andere eerder? Deze zilveren voorwerpen zijn grotendeels van Scandinavische oorsprong en zou wijzen op vestiging van Denen in ons land. Deze gedachte is verre van logisch. De Vikingen plunderen in hun thuisland Scandinavië en verstoppen de buit dan niet in hun thuisland, maar op het eiland Wieringen waar ze zouden wonen. Is daar een nederzetting gevonden? Besteman is het ook niet met zichzelf eens als hij schrijft: "De historicus Gosses zag in een aantal karakteristieke middeleeuwse instellingen in Noord-Holland overblijfselen van de Deense heerschappij. Door de meeste historici zijn Gosses' argumenten afgewezen". Is er nu wel of geen sprake van vestiging van Denen op Wieringen? In de eindconclusie schrijft Besteman: "Van permanente kolonisatie echter door grote groepen Denen met familie have en goed, zoals in Engeland en Normandië, is echter geen sprake".

    En dan de plunderingen! Bijna twee eeuwen lang, van 810 tot 1007, is Nederland geteisterd door Noormannen. Hier noemt Besteman plots Noormannen en geen Vikingen. Zijn dat andere plunderaars? Vanaf 834 vallen onafhankelijke Vikingen met grote regelmaat het kustgebied aan. Friesland, dat wil zeggen heel laaggelegen Nederland, wordt geteisterd en Dorestad, het grote handelscentrum (Dat handescentrum wordt door
    Arno Verhoeven tegengesproken. Daar is geen enkel bewijs voor) aan de splitsing van Lek en Kromme Rijn, (er bestaat geen enkele tekst dat Dorestad aan de splitsing van Rijn en Lek lag. Dat is het misverstaan van bewoording in de tekst uit 777 wordt herhaaldelijk geplunderd. In 850 trekt Rorik verwoestend door de Friese gebieden en de Betuwe en plundert Dorestad. Is het dan niet vreemd dat van die plunderingen archeologisch nooit iets is teruggevonden? Dat erkent Besteman ook als hij schrijft: "Onze kennis over de Noormanneninvallen berust hoofdzakelijk op de geschreven bronnen, want archeologische vondsten zijn er nauwelijks". Dat nauwelijks kan beter veranderd worden in niet. Dat verandert met de vondst van deze schat, volgens Besteman. Maar is het wel een Vikingschat? Niet echt. . Bestemans conclusie is dan ook: "De grote zilverschat van Westerklief op Wieringen is te beschouwen als een verzameling primitive money, rond 850 bijeengebracht als iemands persoonlijk vermogen". Dus geen Vikingschat, maar iemands persoonlijke spaargeld!

    Volgens Besteman teistert van 879 tot 892 een groot Noormannenleger vanuit Engeland voornamelijk het zuidelijk deel van de Lage Landen. Vooral in Zeeland en Vlaanderen, waar in de late 9de eeuw ronde burchten zijn aangelegd om een veilig heenkomen in te zoeken. De Noormannen dreiging neemt daarna duidelijk af, hoewel tot in de vroege 11de eeuw nu en dan plundertochten plaatsvinden. Dus geen plunderingen in Friesland en Dorestad? Nu vermeldt Het Bronnenboek van Nijmegen (zie daar) slechts 4 jaartallen over deze periode. Daarvan gaat er maar één over plunderende Noormannen. Maar ook in Nijmegen zijn geen sporen gevonden van plunderingen. De plundertochten in de vroege 11e eeuw zijn natuurlijk die van Tiel (zie daar), maar ook daar -het wordt eentonig- archeologische nooit aangetoond.

    Zet dit verhaal over plunderende Noormannen eens naast dat van andere onderzoekers zoals Annemarieke Willemsen (zie daar) of Luit van der Tuuk (zie daar). De conclusie is wel duidelijk.

    Conclusie van de schatten van Wijnaldum, Tzummarum en Wieringen.
    Deze voorbeelden (er zijn er meerdere te geven) geven aan dat de interpretatie van de archeologische vondsten wel moet passen in een samenhangend en logisch verhaal. Dat doen deze vondsten allerminst. Behalve dat op de datering nog heel wat valt af te dingen, hebben deze vondsten ook geen enkele relatie met elkaar. Het bewijst dus niets tegen de opvattingen van Delahaye die het grote volk der Fresones (Friezen) ook niet in Friesland plaats, maar in het oude Fresia, zijnde Frans-Vlaanderen. Hij laat zich daarbij leiden door overduidelijke teksten, zoals uit het leven van St.Wulfram, bisschop van Sens en bekend Friezenbekeerder nog vóór St.Willibrord. In de levensbeschrijving van St.Wulfram staat duidelijk waar de Friezen woonden, namelijk naast de Morini. "Want toen zij over de zee scheep gingen naar Fresia, dat ligt naast de streek van de Morini, kwam het voor dat hij het Misoffer wilde opdragen". (Bron: Vita S.Vulframni 675, AS, maart III. p.145).

    En waar de Morini woonden is geen enkel punt van discussie: in Noord-west Frankrijk waar Therouanne (Terwaan) hun hoofdstad was. St.Wulfram was de alom bekende Friezenbekeerder die koning Radboud zou dopen. U kent wellicht het verhaal. Radboud zou uit het doopvont gestapt zijn, toen hem bleek dat hij zijn niet-gedoopte voorouders niet zou zien in het hiernamaals. Deze St.Wulfram was bisschop van Sens, abt van Saint-Wandrille (in Normandië) en voorganger en tijdgenoot van St.Willibrord in de prediking onder de Fresones. St.Wulfram is in Noord-Frankrijk een bekende heilige. De kathedrale kerk in Abbeville draagt zijn patronaat. En precies in deze kerk werden de volledig en goed gedocumenteerde stoffelijke resten van St.Willibrord gevonden. In Nederland is geen enkele kerk naar St.Wulfram de Friezen bekeerder vernoemd. Je kunt je afvragen wat de Friese koning Radboud in het Franse Sens deed? Of anders gezegd: Wat zocht de bisschop van Sens in Friesland? En waar was in Friesland rond 675 een kerk te vinden, als de doop zich dáár zou hebben voorgedaan? De plaats van de doop in Medemblik, dat soms genoemd wordt bij gebrek aan een locatie in Friesland, is natuurlijk een farce! Daar is de archeologie wel duidelijk over. Er is niets te vinden uit 675 n.Chr. en al helemaal geen kerk, een doopvont of een burcht van Radboud. Deze Friezenkoning Radboud (692-720) past alleen in een Noord-Franse omgeving en buiten de misvatte naam Fresia is er niets dat hem in verband kan brengen met het huidige Friesland. Van de legendarische mislukte doop van Radboud door St.Wulfram bestaat ook maar één bron en die is niet voor twee interpretaties vatbaar. Over de graven/hertogen van Friesland bestaan meerdere onopgeloste problemen, zoals: waar kwamen zij vandaan, waar verbleven ze en waar zijn ze gebleven? Ze komen slechts voor in Vlaamse teksten en kwamen evenals de graven van Holland en die van Gelre uit Vlaanderen.

    Het verhaal van de Fresones geldt in zekere zin ook voor de Bataven, met dat verschil dat de Bataven nooit in Nederland gewoond hebben en de Friezen zich er vanuit het zuiden met meenemen van veel "importnamen" in het tweede millennium gevestigd hebben. De verwarring die hieruit ontstond speelt ook huidige historici nog steeds parten, waarbij degene die er het minst over weten, vaak het felst de tradities verdedigen. Niet historie is hier de leidraad, maar hysterie.
    Er wordt ook wel eens de onjuiste bewering gedaan dat Delahaye alleen zou staan in zijn opvattingen. Ook al zouden alle geleerden het met elkaar eens zijn, dan hoeven ze nog geen gelijk te hebben. Echter dat alle geleerden het met elkaar eens zijn is net zo onjuist, wat al blijkt uit de 24 verschillende locaties voor Castra Herculis en de dertien voor Castellum Flevum. Daar zijn nog vele honderden voorbeelden aan toe te voegen. Lees meer over de opvattingen van historici bij Citaten, bij Twijfel en bij Ongelooflijk

    Het is zaak dat historisch Nederland de boeken van Albert Delahaye eens gaat lezen en dan met vragen komt en niet bij voorbaat zijn boeken ongelezen wegwuiven. Ik zal de vragen graag beantwoorden. Veel antwoorden kunt U overigens al vinden op deze website.


    Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.