Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Lees over onnozele opmerkingen van Van Es. "De Romeinen in Nederland" (1972, herdruk 1981) wordt als een standaardwerk over de Romeinse tijd in ons land beschouwd. Veel andere historici verwijzen in hun literatuuropgave regelmatig naar dit boek. Bij kritische lezing vallen een aantal erg fundamentele en van de traditie afwijkende uitspraken op, die blijkbaar bij veel historici onbekend zijn of angstvallig verzwegen worden. Vooral verwijzingen in de "Noten" (waar andere historici worden geciteerd die de vele twijfels dus ook kennen.) spreken boekdelen. ![]() Feitelijk bevestigt dit boek de visie van Albert Delahaye op een zeer opmerkelijke wijze. De vele mitsen en maren, de voorbehoudens en waarschijnlijkheden, de vragen ten opzichte van de Romeinse periode in de geschiedenis van ons land, kunnen slechts tot de conclusie leiden die Van Es ook zelf trekt met de opmerking: "Romeins Nederland is nimmer de eer van een colonia waardig geacht." Dan vraagt een kritisch lezer zich toch wel af waar "die sterke traditie sinds de Romeinen", zoals Hugenholtz dat eens verwoorde, feitelijk op gebaseerd is geweest? Heeft U problemen met de visie van Albert Delahaye? Lees vooral "De Romeinen in Nederland" van Dr.W.A.van Es! Van Es, de opgraver van Dorestadum, kan nu niet meteen een medestander van Albert Delahaye genoemd worden. Hij schaarde zich eerder als "lid" bij de "Club van Nijmegen", maar geeft Delahaye op veel punten gewoon gelijk. ![]() Uit het Eindhovens Dagblad van 21-8-1981. ![]() W.A.van Es heeft iets in een beerput gevonden.... ![]() |
![]() Willem Albertus van Es (*1934, voormalig directeur van de R.O.B. te Amersfoort) zal de geschiedenis ingaan als de opdelver van Dorestad, dat hij te Wijk bij Duurstede gevonden meende te hebben. In 1978 heeft hij in Spiegel Historiael, speciaalnummer over Dorestad, op blz. 109 toegegeven dat er in Wijk bij Duurstede geen enkel archeologisch bewijs is gevonden voor de determinatie Dorestadum. Na zo'n bekentenis houdt in feite de hele discussie rondom Wijk bij Duurstede op! Binnenskamers heeft dr.W.A. van Es allang toegegeven dat hij met de opgravingen in Wijk bij Duurstede fout zat. Om dit nu ook eens publiekelijk toe te geven, getuigt niet van de juiste wetenschappelijke instelling bij Van Es. Eigen prestige gaat bij hem nog steeds voor op de ware geschiedenis, hoewel hij zich wel aan het bekeren is getuige onderstaand artikel.
In het debat in 1980 in Amsterdam hield Van Es zich op de vlakte en erkende hij dat hij geen historicus was. Prof. Van Es, die Delahaye in zijn laatste publikatie over Dorestad toch het hardst had aangepakt, was de enige die sereen, zakelijk en beheerst reageerde, al moet het iedereen wel zijn opgevallen dat hij in alle talen over Dorestadum zweeg. Hij krijgt in "Holle Boomstammen" (p.25) dan ook welgemeende excuses aangeboden voor die al te felle uitval over de behandeling van de oorkonde van 777. Van Es had Delahaye totaal ontwapend door de bekentenis, dat hij als archeoloog eigenlij k niet thuis hoorde in een historisch forum, waarmee hij impliciet de juistheid van het verwijt van Delahaye erkende en dat zijn historische beschouwingen over Wijk bij Duurstede niet betrouwbaar zijn. Wie zo publiek erkent geen historicus te zijn, en bovendien eraan toevoegt niet te weten waarover Delahaye het heeft, moet zich niet aan historie wagen. Prof. Van Es had het waarschijnlijk helemaal door, toen hij zich zo demonstratief van de historie distancieerde. In eigen bewoordingen van Delahaye komt het op het volgende neer: "Knappen jullie het maar op, historici. Als de man het eens bij het rechte eind heeft, dan hebben jullie, historici, mij ook mooi erin laten vliegen, want ik heb in "Dorestad" op jullie bakens gevaren". In een andere publicatie onder redactie van Willem van Es "Romeinen, Friezen en Franken in het hart van Nederland" (uitgave R.O.B. 1994) lezen we ook opvallende zaken die de traditionele opvattingen tegenspreken, of in elk geval aan het wankelen worden gebracht. In die zin zijn we Van Es erg erkentelijk dat hij in elk geval zijn twijfel uit. Dat kan ook niet anders als je echt als wetenschapper over wil komen. Je kunt nu eenmaal niet hardop staan te liegen, wat hem overigens wel is overkomen ten aanzien van Karolingisch Nijmegen. Voor de RVU-radio verklaarde hij immers dat in Nijmegen wel degelijk archeologisch bewijs is gevonden voor het paleis van Karel de Grote. Het is inmiddels een onsterfelijke, maar pertinente leugen. Je begrijpt niet waardoor Van Es zich heeft laten misleiden. Het radio-opname fragment van de RVU willen we u niet onthouden. Beluister het volgende geluidsfragment: Nijmegen, daar was in... eh. ![]()
Het boek "De Romeinen in Nederland" van W.A. van Es, is bij veel historici waarschijnlijk net zo onbekend als "De Ware Kijk Op" van Albert Delahaye. Archeoloog Van Es (zie noot) geeft in dit boek een beschrijving van de Romeinse tijd in ons land, waarbij hij de traditionele geschiedenis volgt. Bij hem wordt de Renus steevast als Nederlandse en Duitse Rijn opgevat, hoewel hij er enkele keren niet uitkomt en dan Renus maar met Waal wordt "vertaald". Het moet goed begrepen worden dat door Albert Delahaye het Romeins in Nederland allerminst ontkend wordt, al willen sommige critici dit nog wel eens kwaadaardig opperen. Het gaat echter te ver om aan de tijdelijke noordgrens van het Romeinse Rijk die importatie te geven die men er in Nederland zo graag aan geeft. De Limes Germanicus lagen niet in Nederland. Het Romeins in Nederland is allerminst van internationale allure geweest, schrijft Van Es dan ook in zijn boek "De Romeinen in Nederland", waar hij op blz. 131 zelfs schrijft: "Romeins Nederland is nimmer de eer van een colonia waardig geacht!" Zie ook de lange lijst citaten uit dit boek over Romeins Nederland. Dan is toch niet langer vol te houden dat de traditionele opvattingen juist zijn? In zijn voorwoord bij de derde druk (1980) schrijft Van Es dan ook dat "er nog geweldige leemten in de kennis zijn: het schrijven van een overzicht als dit blijft schaatsen op dun ijs". De "bewijzen" zijn dus flinterdun en historisch Nederland is dan ook allang door het ijs gezakt. Teveel van de veronderstelde geschiedenis blijkt bij nadere beschouwing niet helemaal of helemaal niet te kloppen. Van Es geeft dat ook aan in zijn voorwoord. "Op tal van punten breken zich echter fundamenteel nieuwe inzichten aan. Om die op verantwoorde wijze te verdisconteren, was niet eenvoudig. Zoiets wil in een eenmaal bestaand kader toch nooit geheel bevredigend gelukken. De naden van de inzetstukken blijven hier en daar onvermijdelijk zichtbaar." Voor een goed verstaander is dit citaat duidelijk genoeg: de geschiedenis heeft nooit gepast en pas ook nu niet. Archeologisch blijven er kapitale vragen onbeantwoord. Steeds opnieuw schiet er bij Van Es "een vraagteken uit de pen" als de bodemvondsten niet in overeenstemming zijn met de veronderstelde geschiedenis, foutief afgeleid uit de geschreven bronnen. Zo lezen we op blz.106: "van de Romeinse wegen in Nederland kunnen alleen de voornaamste hier vermeld worden. Het waren er vijf of zes." Vervolgens wordt de loop van deze wegen geschetst om te besluiten met: " van de meeste (bedoeld wordt 'van alle', immers er wordt nergens aangegeven van welke weg wel iets is teruggevonden)van deze wegen is nog geen centimeter teruggevonden." Het grote misverstand is begonnen met de verkeerde interpretatie van de geschreven bronnen, met name in de "Commentarii de bello Gallico" van Julius Caesar en "Germania" van Tacitus. Leg je beide werken naast elkaar en vergelijk je deze met de traditionele geschiedenis, dan blijkt er erg veel totaal niet te kloppen. Op heel erg veel punten zijn de interpretaties van de historici, verblind als zij waren door het woordje Renus, totaal verkeerd gelocaliseerd. Ook zijn historici het vaak niet met elkaar eens in die zogenaamde sterke traditie, omdat zij elk er een eigen interpretatie op nahouden. Een voorbeeld. Van Es (o.c.p.23) stelt dat de Morini met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet op Nederlands grondgebied woonden, de Menapii daarentegen zonder twijfel wel. Hij plaatst de Morini langs de kust van Vlaanderen, de Menapii in Zeeland en het westen van Noord-Brabant, op p.30 rond Antwerpen. Byvanck (o.c.p.53) schrijft daarentegen dat de Morini en Menapii op een afstand van 500 of 600 km van de Veneti woonden. De Veneti waren de bewoners van Vannes in Bretagne. Cassel de hoofdstad van de Menapii (Castellum Menapiorum) ligt op 674 km van Vannes, Therouanne, de hoofdstad van de Morini, op 605 km. Beide afstanden zijn dus feitelijk al te groot, dus deze volkeren zouden volgens Byvanck eerder verder naar het zuiden hebben gewoond, dan naar het noorden in Brabant of Zeeland dat ruim 850 km, van Vannes ligt. Beide volkeren worden door de verkeerde locatie van de in het verslag van Caesar genoemde rivier de Renus naar het noorden geschoven. Wie het hier beter weet dan de twee kenners bij uitstek van Romeins Nederland, Van Es of Byvanck, mag het zeggen. Het blijft schaatsen op te dun ijs. Toch komt Van Es tot een opvallende conclusie. Een eigen uitspraak van Van Es was: "De vestingen tussen Vechten en Katwijk dienden niet om de inval over land uit het Noorden te voorkomen. Ze waren, volgens van Es e.a. evenmln bestemd als uitvalsbasis tegen Brittannië. De troepen daarvoor staken over in Boulogne". Ga je terug naar de kern van het probleem, dan blijkt Van Es Delahaye hier volkomen gelijk te geven. Vanaf de tijd van Julius Caesar staken de Romeinen over vanuit Boulogne-sur-Mer in Noord-Frankrijk, precies op de plaats waar je de overkant kunt zien. Als Caesar vervolgens mededeelt dat hij overstak vanuit het land van de Bataven, dan lag dat dus dáár en niet in de Betuwe. Als historisch Nederland dit ene feit eens zou accepteren, dan was de hele mistificatie opgelost en volgde de rest vanzelf. Met deze LINK verwijzen we naar enkele "wetenschappelijke uitspraken" van Van Es. Dat Van Es er in zijn interpretaties wel eens vaker naast zit mag blijken uit het volgende geluidsfragment. Beluister het volgende geluidsfragment: Nijmegen, daar was in... eh Op blz. 133, 134 en 135 schetst Van Es de bewoningsgeschiedenis van Nijmegen en met name die van het Oppidum Batavorum en Batavodorum. Op anderhalve bladzijde tekst lezen we o.m. de volgende voorbehoudens: "tot voor kort dacht men", "de Kopse Hof is een schimmige verschijning", "waarschijnlijk", "een wiebelige hypothese", "weinig gegevens", "onduidelijke sporen", "de problemen stapelen zich op wat deze burcht betreft", "die burcht kan nooit een oorspronkelijk element van Batavodorum geweest zijn", "toch niet zo zeker", "een vreemde indruk", "het lag voor de hand", "allemaal onzekerheid", "het heeft er de schijn van", "verkeerd geïnterpreteerde sporen", "gesuggereerd", "beperkte kennis", "niet gefundeerd", "laat zich niet verbinden aan deze plaatsnaam", "het is denkbaar", "waarvan de status niet recht duidelijk is", "worden toegeschreven aan", "hoewel het niet uitgesloten is", "schijnt", "onzekerheid", "dacht men", "wordt opgevat", "hoogstens", "er is geen aanleiding om deze oudste Bataafse nederzetting een stad te noemen". En op deze "zekerheden" bouwt men in Nijmegen het Oppidum Batavorum! Van Es gaat hier helemaal voorbij aan het feit dat "Lugdunum Batavorum", "Batavodorum" en "Noviomagus" DRIE VERSCHILLENDE PLAATSEN zijn. Ptolemeus en andere geografen plaatsen Lugdunum Batavorum (=Leulinghen) vlak boven Cassel, Terwaan en Bavay; Batavodorum (=Béthune) tussen Merville (Mannaricium) en Arras (Nemetacum), en Noviomagus (ook Neomagus genoemd =Noyon) tussen Parijs, Soissons en Reims. Kan het nog duidelijker? |
Nederlandse plaats | Romeinse plaatsnaam | Wat schrijft Van Es hierover? Teksten in deze kolom zijn letterlijke citaten uit het boek. Commentaren zijn schuingedrukt. | Aanvaardbare locatie? |
Brittenburg | onbekend | Het lijdt geen twijfel dat hier eens een Romeins fort gelegen heeft, thans door de zee verzwolgen. Als dit Castellum het laatste steunpunt van de Romeinse Limes was, is het niet te verklaren dat het niet op de Peutingerkaart staat. | Staat niet op de PK. |
Katwijk? Leiden? | Lugdunum (Batavorum) | Er zijn meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Er is bewoning geweest, maar daarmee houdt de zekerheid op of het wel een Castellum geweest is. Het vignet op de PK. duidt een belangrijke plaats aan. Daarvan is bij opgravingen in Katwijk niets gebleken. Vreemd blijft dat een van de twee hoofdsteden van de bataven in het land van de Caninefaten ligt. Ook dit detail klopt niet in Nederland. | Aanvankelijk werd Lugdunum als Leiden geïdentificeerd, later als Katwijk nu de Brittenburg? Alle locaties liggen niet in de Betuwe. |
Valkenburg en De Woerd | Praetorium Agrippinae | Romeins Castellum is door opgravingen vastgesteld. Echter het Vignet (badplaats met warme bronnen) klopt niet, functie van "Praetorium" al evenmin, en De Woerd is sterk hypothetisch (zie de opmerkingen die hieronder gegeven worden bij de beschrijving van "blz.80-82") | Ligt ook niet in de Betuwe. |
Roomburg | Matilone? | Er zijn meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Er is bewoning geweest, maar daarmee houdt de zekerheid op of het wel een Castellum geweest is. Van Es noemt Matilo of Macilo waarschijnlijk zijnde Roomburg (op grond van een gevonden mijlpaal in Monster? Hoewel hij aangeeft dat dan de afstand op die mijlpaal niet klopt! blz.107) | Erg onzeker of identificatie klopt. Ligt niet in de Betuwe. |
Alphen | Albanianis. | Er zijn meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. De gevonden nederzettingssporen wijzen vrij duidelijk in de richting van een Castellum. | Ligt niet in de Betuwe. |
Zwammerdam | Nigropullo. | Romeins Castellum is door opgravingen vastgesteld. Blijkt het kleinste Castellum van Neder-Germania (ongeveer 500 man) te zijn geweest. | Etymologisch volstrekt onaanvaardbare identificatie. Ligt niet in de Betuwe. |
Bodegraven | Onbekend. | Er zijn meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Er is bewoning geweest, maar daarmee houdt de zekerheid op of het wel een Castellum geweest is. Erosie van een militaire nederzetting is onzeker. | Staat niet op de PK. Ligt niet in de Betuwe. |
Woerden | Lauri? | Er zijn meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Er is bewoning geweest, maar daarmee houdt de zekerheid op of het wel een Castellum geweest is. | Onzeker of de identificatie wel klopt. Ligt niet in de Betuwe. |
De Meern | Onbekend. | Er zijn meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Er is bewoning geweest, maar daarmee houdt de zekerheid op of het wel een Castellum geweest is. | Staat niet op de PK. Ligt niet in de Betuwe. |
Utrecht | Trajectum | Romeins Castellum is door opgravingen vastgesteld. Resten onder Domplein, waarvan C.W. Vollgraff aantoonde dat de plaats Albiobola heette. Utrecht waar meer Romeins is gevonden dan in andere hier genoemde plaatsen, staat niet op de Peutingerkaart. | Utrecht staat niet op de PK. en ligt evenmin in de Betuwe. |
Vechten | Fletione. | Romeins Castellum is door opgravingen vastgesteld. Vechten was een vooruitgeschoven basis, geen grensvesting. Er was een versterking ter bescherming van de belangrijke haven. Tussen Vechten en Wijk bij Duurstede zijn tot heden geen Romeinse forten aangetroffen. | Welke belangrijke haven is onbekend. Ligt niet in de Betuwe. |
Wijk bij Duurstede | Levefanum? | Tussen Vechten en Wijk bij Duurstede zijn tot heden geen Romeinse forten aangetroffen. Aan de overzijde van de Rijn zijn Romeinse voorwerpen met een militair karakter gevonden, geen Castellum. Wel zijn agrarische nederzettingen gevonden bij Wijk bij Duurstede. | Onzeker of de identificatie wel klopt. Was Wijk bij Duurstede dan toch niet Dorestadum? De overzijde ligt niet in de Betuwe. |
Maurik | Mannaricium? | Er zijn Romeinse voorwerpen met een militair karakter gevonden, geen Castellum. Vermoed wordt dat hier een Castellum in de rivier verdwenen is en wel het Castellum dat de in het Itinerarium Antonini (eind 3e eeuw) overgeleverde naam Mannaricium droeg. Dit vermoeden is dus gebaseerd op enkele baggervondsten uit de Rijn, zoals een bronzen emmer en munten. Ook Van Es twijfelt zelf sterk aan dat bestaan van Mannaricium als hij schrijft op blz. 126: "Het gaat echter te ver om op grond van de vondsten te veronderstellen dat de oostelijke Limes (waar dat Mannaricium lag) werden hersteld." | Staat niet op de PK. |
Kesteren | Carvone? | Er is een Romeinse Castra veronderstelt, op grond van de plaatsnaam, er is nog niets van gevonden. De aanwezigheid van een Castellum blijft een hypothese. De plaatsaanduiding van Bogaers en Rüger klopt niet met de thans beschikbare gegevens. | Onzeker of de identificatie wel klopt. |
Zetten | Onbekend. | Meer of minder duidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. | Staat niet op de PK. |
Randwijk | Onbekend. | Een recente inventarisatie van de vondsten uit het omringende gebied doet een militaire nederzetting (Castellum) veronderstellen. | Staat niet op de PK. |
Driel | Onbekend. | Een recente inventarisatie van de vondsten uit het omringende gebied doet een militaire nederzetting (Castellum) veronderstellen. | Staat niet op de PK. |
Arnhem-Meinerswijk | Castra Herculis? | Er zijn onduidelijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Het lijdt geen twijfel dat het Castellum (?) dat hier nog opgraafbaar aanwezig is, het lang gezochte Castra Herculis is. Zie bij Huissen. | Erg onzeker of de identificatie wel klopt. |
Huissen | Castra Herculis? | Aanwijzingen voor de aanwezigheid van een Castellum zijn schaars. Er is veronderstelt dat er in Huissen een laat-Romeinse militaire nederzetting gelegen heeft.Tot heden werd Huissen als Castra Herculis opgevat met de nodige onzekerheid. Wordt nu Meinerswijk Castra Herculis? Eerder werd ook Opheusden als mogelijke plaats van een Castellum opgevoerd. Dit geschiedde 'op grond van de vondst van één militair dakpanstempel!' Hetzelfde geldt voor het onlangs in Ommeren gevonden stempel. De onlangs voorgestelde identificatie van Castra Herculis met Druten wordt nog door geen enkele bodemvondst gesteund. | Heel erg onzeker of de identificatie wel klopt. |
Loowaard | Onbekend. | Een recente inventarisatie van de vondsten uit het omringende gebied doet een militaire nederzetting (Castellum) veronderstellen. | Staat niet op de PK. Ligt niet in de Betuwe, maar aan de overzijde van de Rijn. |
Herwen | Carvium? | Er zijn geen opgravingsgegevens, slechts losse baggervondsten, op grond waarvan aangenomen wordt dat Herwen Carvium heette. | Staat niet op de PK. Ligt niet in de Betuwe, maar aan de overzijde van de Rijn. |
Millingen | Onbekend. | Een militaire nederzetting wordt vermoed, maar is nog niet gevonden. | Staat niet op de PK. Ligt niet in de Betuwe. |
Nijmegen | Noviomagus. | Er is een Romeinse Castra door opgravingen vastgesteld. De plaatsnaam Ulpia Noviomagus is echter afkomstig van een gedenksteen gevonden in Zuid-Duitsland. | Nijmegen ligt niet aan de Rijn, noch in de Betuwe. |
Nederlandse plaats | Romeinse plaatsnaam | Wat schrijft Van Es hierover? Teksten in deze kolom zijn letterlijke citaten uit het boek. Commentaren zijn schuingedrukt. | Aanvaardbare locatie? |
Katwijk? Leiden? De Brittenburg? | Lugdunum (Batavorum) | Zie hierboven. | Katwijk ligt niet in de Betuwe. |
Voorburg/ Arentsburg | Foro Adriani | Mogelijk heeft in de nabijheid ooit een militair kamp gelegen - er zijn vrij veel militaire dakpanstempels gevonden - maar zeker is dat niet. Tot voor kort werden de bij Arentsburg gevonden sporen voor de resten van een Castellum gehouden. De zeer gewrongen interpretatie van deze bewoningssporen als afkomstig van een Castellum annex vlootstation, is volkomen onhoudbaar (blz.147-148)! Van Es noemt Forum Hadriani (= Foro Adriani) een nederzetting in het kerngebied van de Cananefaten (blz.230). | Voorburg ligt niet in de Betuwe. |
Vlaardingen?? | Flenio | Onbekend bij Van Es. | Onbekend. |
Onbekend. | Tablis | Onbekend bij Van Es. | Onbekend. |
Rossum??? | Caspingio | Rossum wordt het punt genoemd waar vermoedelijk een weg uit het zuiden aansloot op een west-oostverbinding Nijmegen-Helinium. Twee Romeinse wegen liepen "waarschijnlijk naar" of "vermoedelijk via" Rossum. Er is verondersteld dat er in Rossum een laat-Romeinse militaire nederzetting gelegen heeft (blz.122). Rossum aan de Waal heeft nogal wat laat-Romeinse munten opgeleverd. Dit leidt tot de veronderstelling dat hier in de 4de eeuw nog werd gewoond, maar niet noodzakelijkerwijs tot de conclusie dat die nederzetting een militaire was, laat staan een castellum. En zelfs al lag er een castellum bij Rossum, dan nog is er geen noodzaak aan te nemen dat dit een schakel was in een gesloten keten van forten langs de Waal of de Maas. Van Rossum is het uitsluitend militaire karakter toch eigenlijk niet bewezen (blz.232). | De enige geopperde locatie van een plaats aan de zuidelijke Patavia-weg is omringd met slechts vraagtekens. Ligt niet in de Betuwe, maar ten zuiden van de Waal. |
Rossum??? | Grinnibus | Onbekend bij Van Es. | Onbekend. |
Dodewaard?? Empel?? | Ad Duodecimum | Onbekend bij Van Es. | Onbekend. |
Nijmegen | Noviomagus | Zie boven. | Zie boven. |