Naschrijverij.
In de historische wetenschap is naschrijverij algemeen gemeengoed. Men schrijft voorgangers om daar het bewijs te vinden voor het eigen gelijk. Dat naschrijven blijkt met name uit de vaak omvangrijke literatuurlijsten en het aantal voetnoten bij historische publicaties.
Dr.P.Leupen lanceerde eens de stelling: "De opvattingen van Delahaye worden wetenschappelijk nergens ondersteund".
Deze zin vormt het ultieme bewijs dat de historische wetenschap slechts bestaat bij de gratie van methodische naschrijverij. Het elkaar 'naschrijven' is inderdaad de stand van de huidige historische wetenschap. Zie je wel dat ik heb gelijk heb, want mijn 'collega's' zeggen hetzelfde.
Als je niet naschrijft wat anderen beweren, heb je het bij voorbaat fout. Nieuwe (afwijkende) opvattingen worden niet geaccepteerd. Maar zijn het niet juist de gepassioneerden, risiconemers, ontdekkers en dilettanten die de wetenschap vooruit geholpen hebben?
Het kwalijke van die naschrijverij is dat men zich ondanks aantoonbare fouten, toch gesteund meent te weten door gelijkgestemden. Het meest kwalijke is dat die naschrijverij een omvangrijke verspreiding kent en gewoon niet weg te krijgen is.Het is zo. Zie maar, anderen zeggen het ook.
Echter, ondanks die algemene naschrijverij geldt nog steeds: "Ook al zijn alle geleerden het met elkaar eens, dan hoeven ze nog geen gelijk te hebben".
Ga je bij al dat naschrijven op zoek naar de 'bron', dan kom je uiteindelijk in de 17e eeuw terecht, toen veel opvattingen voor het eerste beweerd en opgeschreven zijn, maar waarover toen al veel twijfel bestond. Ondertussen is toch wel aangetoond (mag ik hopen) dat die 17de eeuwse pvattingen niet altijd juist waren.