Omstreeks 793 had St.Ludger het klooster van Werethina gesticht. Het klooster is omstreeks 850 voor de Noormannen gevlucht. Het moest als een der eersten die de wijk nemen, omdat het op een paar kilometer van Het Kanaal lag en, aan het Almere, vlak aan de kust.
De Noorman Roerik zetelde al te Audruicq, dat hij in leen had afgedwongen. Na de verdeling van het rijk, gevolgd door eindeloze twisten tussen de Karolingers, werd hij woester en nam hij voor en na ook andere plaatsen en streken in bezit die hij niet in leen gekregen had. In feite is het opmerkelijk dat het klooster van Werethina (dat op de plaats lag waar nu Fréthun ligt) het nog zolang heeft volgehouden tot ca.850.
In 857 was het bisdom Tournehem aan de beurt om geplunderd en verdreven te worden.
Het klooster van Werethina week uit naar het huidige land van Münster, waarmee het waarschijnlijk banden had; want een massa Saksen uit deze noordwesthoek van Frankrijk was door Karel de Grote daarheen gedeporteerd, de overigen er uit eigener beweging naar uitgeweken. Het is zelfs geheel aannemelijk dat ook zielzorgers vrijwillig of op bevel zijn meegegaan. Toen het klooster verhuisde, nam het zijn naam van Werethina mee, die mettertijd verduitst werd tot Werden. Het nam ook, volkomen terecht, de traditie mee dat het door Ludger was gesticht. En toen vrij kort daarna in of bij Münster een bisschopszetel werd gesticht, hoogstwaarschijnlijk uitgaande van het klooster van Werden, ontstond de legende dat Ludger ook die gesticht zou hebben. Dit is de hele simpele geschiedenis van de legende van Munster. Het vluchtende klooster nam ook zijn oorkonden, akten en andere bescheiden mee: eveneens een geheel logische zaak, waarbij eenieder ervan overtuigd was, dat men vrij vlug naar de eerste plaats zou terugkeren. Door omstandigheden gebeurde dit echter niet. De latere ontwikkelingen in Frankrijk lokten daartoe niet uit. Anderzijds was het klooster op de nieuwe plaats gesetteld en in de kerkelijke activiteiten ingeschakeld wat men niet meer wenstte te beëindigen. De herinnering aan het verleden verslapte allengs. Maar er lagen wel nog de oorkonden van dat eerste klooster, die opeens een intrigerende stof gingen vormen. Natuurlijk niet vlak na de vlucht, want toen wist iedereen nog waarover het ging. Het klooster Werden haalde de oude oorkonden pas in de 12e of 13e eeuw uit de kast en liet ze overschrijven in de befaamde Codex van Werden (lees: van Werethina).
Dit boek bevat 66 oorkonden uit de jaren tussen 793 en 848 over schenkingen aan het klooster van Werethina, aan priester of abt Ludger of, sinds 804, aan bisschop Ludger. Nu blijken, zoals te verwachten was, alle akten uit deze Codex betrekking te hebben op plaatsen in het noord-westen van Frankrijk. Wat behalve de verplaatsing van het klooster bevestigt, ook een even afdoend bewijs vormt dat Ludger niet in Münster geresideerd heeft, en wat tenslotte de historische verplaatsingen op een zodanige manier illustreert als geen andere situatie dat kan doen.
In de codex van Werethina komen 206 namen van plaatsen voor, allen Romaanse namen, waarvan er 161 niet in Nederland of Duitsland zijn teruggevonden of terug te vinden.
Van de overige 45 (33 in Duitsland en 12 in Nederland) is de determinatie vaak slechts gebaseerd op een oppervlakkige klankovereenkomst van de plaatsnaam. Zo zou Suabsna in Nederland Zuilen zijn. Deze determinatie wordt door velen al weer losgelaten ten gunst van Zwesen, ofwel men weet het niet. Geen enkele determinatie in Nederland of Duitsland wordt bevestigd met parallelle teksten uit andere bronnen.
In Noord-Frankrijk is Suabsna geďdentificeerd als Zouafques, een plaats op 1,5 km. van Tournehem, passend in alle teksten van St.Ludger. Hier werd hij namelijk geboren, in deze buurt missioneerde hij, was hij bisschop, bad hij elke avond in de kerk van St.Willibrord. In deze buurt ligt ook de pagus Ostracha waar St.Bonifatius de marteldood stierf. In dezelfde streek stichtte Ludger ook zijn klooster van Werethina, dat later, vanwege de aanvallen van Noormannen als eerste moest vluchten, landinwaarts, en in Werden terechtkwam. De oorkonden en tradities werden meegenomen. Pas veel later, toen men niets meer wist over het oorspronkelijke klooster, werd de verwarring compleet.