De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Het Itinerarium Antonini.

Lees meer over achtergronden om een goed begip te krijgen van waar de historici in de fout gingen.

"Stabilitas loci"


wetenschap is twijfel


ongelooflijk


Heiligenlevens


Kletspraat






De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem en Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat gebeurde allemaal in Noord-Frankrijk!

De visie van Albert Delahaye.
Het Itinerarium Antonini, waarschijnlijk opgemaakt ten tijde van Diocletianus tussen 280 en 290, is een lijst van wegen in het romeinse rijk. Het somt achter elkaar de plaatsen aan een bepaalde weg op en geeft daarbij de afstanden tussen de onderscheiden plaatsen. Men neemt aan dat het is opgemaakt aan de hand van een soortgelijke reiskaart als de Peutinger-kaart. Tussen het Itinerarium en de Peutingerkaart komen veel overeenkomsten voor; in beide bronnen vindt men veel dezelfde namen. Er zijn echter ook afwijkingen: dezelfde of ongeveer dezelfde wegen worden anders geprojekteerd en beschreven. In het Itinerarium worden plaatsen genoemd, die niet op de Peutingerkaart staan, en omgekeerd. Het romeinse Traiectum wordt in de historische bronnen slechts eenmaal genoemd, namelijk in het Itinerarium Antonini. Puur chronologisch kan zij Utrecht niet zijn, daar Utrecht na 290 niet meer bestond en in het I.A. nog als stad bestaand genoemd wordt. Juist de bestudering van deze verschillen vormt vaak de uitkomst van de bestaande vragen en problemen.



Romeinse wegen.
Noch de Peutinger-kaart noch het Itinerarium Antonini bevatten alle romeinse wegen, zodat het geen zin heeft iets te gaan betogen op de volledigheid of de onvolledigheid van de beide bronnen. Voor een alternatieve rekonstruktie van de wegen uit het Itinerarium worden de plaats genoemd met hun afstanden en ;igging ten opzichte van elkaar.
De juiste plaats?
Alle plaatsen worden genoemd met hun Latijnse namen. Het is dan zaak deze juist te 'vertalen' in tegenwoordige namen. Juist daarover gaat de discussie. Is Noviomagus in alle gevallen en altijd Nijmegen? Dat blijkt dus in meestal niet zo te zijn, zeker niet in de Romeinse en Karolingische tijd. Een Romaanse naam verandert zonder tussenvormen niet plots in een Germaanse naam.


Wat weten we uit de klassieke teksten?

Het ltinerarium Antonini (afgekort l.A.) is een reisgids van het gehele toenmalige Romeinse rijk, met een opsomming van de wegen en de scheepvaartverbindingen. In lange lijsten worden achter elkaar de plaatsen opgesomd, met de totalen aantallen mijlen van de wegen en de onderlinge afstand tussen de plaatsen. Het I.A. geeft derhalve geen kaart of beeld doch alleen lijsten.
Naast de Peutinger-kaart is het ltinerarium Antonini een even belangrijke bron voor de geografie van het Romeinse rijk. Door de meeste historici wordt het l.A. in de 3e eeuw gedateerd. Vanwege de grote overeenkomsten met de P.K. zijn sommigen zelfs geneigd het later te plaatsen, in de 4e of begin 5e eeuw. Bij de behandeling van de wegen komen echter verschillende details naar voren die aantonen, dat het geschrift uit de 2e eeuw is. Het sluit geheel aan bij de beschrijving van Germania zoals die door Strabo, Ptolemeus en Tacitus wordt gegeven, zodat zich de conclusie opdringt dat het kort na deze schrijvers is samengesteld, niet omdat het van hen zou zijn afgeleid, maar omdat het de in hun tijd geldende geografie bevat.
Waarschijnlijk moet het ltinerarium Antonini vastgeknoopt worden aan keizer Antoninus (geb. 86 na chr., keizer 138 - 161 na Chr.), waardoor ook de naam "Het reisboek van Antoninus', zou zijn verklaard.

Om meteen met een belangrijk gegeven te beginnen: het I.A. plaatst Noviomagus tussen Soissons en Amiens.
De weg is als volgt: Durocortorum (Reims) - Suessones (Soissons) - Noviomagus (Noyon) - Ambianos (Amiens) - Pontes Scaldis (Escautpont) - Gessoriacum (Boulogne).


Wie van dit Noviomagus Nijmegen wil maken, moet dat maar eens aannemelijk zien te maken, wat dan ook nooit gedaan is. Deze gegevens van Antonini zijn in Nederland steeds angstvallig "onder tafel gehouden" of als "onbetrouwbaar" bestempeld, zeker omdat de genoemde afstanden (steeds rond de 30 mijlen) een sprong van 300 km naar Nijmegen onmogelijk maken.
Aangezien het Romeinse Noviomagus dezelfde plaats is als Karolingisch Noviomagus, wat ook in Nederland nooit ontkend is, is met het Itinerarium Antonini de hele mythe dat Nijmegen het Romeinse en Karolingische Noviomagus zou zijn, in één klap opgelost.

Een andere weg gaat van Castello (Cassel) over Minariacum naar Turnacum (Doornik).
Minariacum (ook Mannaricium genoemd) wordt genoemd tussen tussen Cassel en Doornik, tussen Cassel en Atrecht en aan de weg van Lugduno via Trajecto naar Carvin, zodat ook de plaatsen Lugduno (is Leulinghen) en Trajectum (is Tournehem) zekere determinaties zijn.
Minariacum/Mannaricium is de Franse plaats Merville, voorheen bekend als Menreville. Manare is uitstromen wat een logische etymologische afleiding is van Mannari, -cium is plaats, in het Frans -ville.
Wie hiervan de plaats Maurik in de Nederlandse Betuwe wil maken (Gysseling), moet toch eens een atlas en een etymologisch woordenboek aanschaffen.

Maar er is natuurlijk meer, vandaar dat Albert Delahaye in zijn boeken verder gaat en alles van A tot Z uit de doeken doet.

Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.





Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.