Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Geschiedenis Magazine.

Ook andere historische tijdschriften lijden aan zelfkritiek. Naschrijverij en fabelogie vieren ook hier hoogtij. Onder fabelogie verstaan we het hardnekkig vasthouden aan oude mythen die reeds lang weerlegd zijn. Kritiek is niet welkom. Maar is kritiek niet het begin van alle wetenschap? Niet bij Geschiedenis Magazine dus. Blijkbaar wil men ook niet als wetenschappelijk overkomen.



Caesar loog niet.
Is Julius Caesar ooit in onze streken geweest? Hij schrijft er weliswaar over in zijn persoonlijke verslag over de Gallische Oorlog (58-50 v.Chr.) maar we dachten lang dat hij opschepte. De aanwijzingen stapelen zich echter op dat Caesar wel degelijk doordrong tot wat nu Limburg en België is.
Tenminste dat stelt Tom Buijtendorp. Hij deed nieuw onderzoek naar Caesars noordelijke militaire campagne. Hij vindt dat we ons beeld van Caesar moeten bijstellen. Inhoudelijk, maar ook letterlijk.

Maar welke bewijzen heeft Buijtendorp? Bekijk de recensie van zijn boek. Caesar loog niet, maar Buijtendorp des te meer. Buijtendorp overdrijf niet alleen, maar voegt nieuwe onbewezen mythen aan de oude toe. Dat kunnen we opschepperij van Buijtendorp noemen, maar beter is het om het liegen te noemen. Het is immers bewust onwaarheid spreken. En dat doet Buijtendorp in dit boek volop. Zijn zogenaamde 'bewijzen' tonen dat wel aan.

Vooral geen discussie.
Geschiedenis Magazine mijdt alle discusie. Vragen gesteld in ingezonden brieven worden niet beantwoord. Is dat onwil of onkunde? Ze nemen in elk geval de lezer niet serieus, wat ook al blijkt dat er geen rubriek voor ingezonden brieven bestaat. Daarin zouden correcties of aanvullingen op artikelen een plaats kunnen krijgen. Maar helaas, daar doet men niet aan. Het is dan wel vrij arrogant om je dan te profileren als hèt tijdschrift voor de geschiedenis liefhebbers? Als die liefhebber maar geen lastige vragen stelt, want daar heeft men geen behoefte aan (letterlijk zo verwoord: zie hiernaast).

Heeft men daarom geen rubriek voor ingezonden brieven?

Geschiedenis Magazine laat zich kennen als onwetenschappelijk. Een discussie over onjuistheden of grove fouten houdt men af. Hoezo 'geschiedenis' magazine als de discussie over geschiedenis vermeden wordt?
Komt de echte wetenschap niet voort uit discussie?


De legende van Willibrord en het putje van Heiloo (de missionaris zou als Mozes water uit de grond hebben geslagen) staat al beschreven in het Latijnse heiligenleven Vita Willibrordi van de Karolingische geleerde Alcuinus (ca 730-804). Nederlandse legenden kunnen dus oud zijn, maar dan wel dankzij het schrift. Wie leest wat er in deze Latijnse bron over het putje van Heiloo gezeg wordt, komt tamelijk bedrogen uit: het wonder is nogal dun - er wordt in het zand gegraven, gebeden en dan is er water - en bovendien wordt helemaal niet vermeld waar het verhaal zich afspeelt. In plaats van Heiloo kan het zich overal langs de Noordzeekust hebben afgespeeld. (Geschiedenis Magazine, sept. 2010)


Uit dit voorbeeld blijkt dat Geschiedenis Magazine wel kritisch kan zijn. Het bevestigt hiermee een van de opvattingen van Delahaye. Dan toch discussie?
Wat wel duidelijk blijkt is dat Geschiedenis Magazine zich niet aan eigen uitgangspunten houdt.
Historische Mythen.
"De geschiedenis staat niet in graniet gebeiteld. Van veel gebeurtenissen bestaan verschillende, soms tegenstrijdige versies. Sommige verhalen zijn ronduit onwaar. Toch blijven ze in omloop, soms eeuwen lang, tot in onze tijd. Het zijn historische mythen".
(Citaat uit Geschiedenis Magazine nr.3 uit 2015).

Geschiedenis Magazine is dus op de hoogte van het bestaan van historische mythen! Maar ze handelen er vervolgens niet naar om aan die mythen een eind te maken, neen, ze houden die mythen zelfs in omloop. Zie het voorbeeld hierna.

Caesar loog niet, maar Geschiedenis Magazine des te meer!


In een opvallende voorzijde en dit artikel wordt breed uitgemeten dat Julius Caesar op een van zijn veldtochten in Nederland was. Zie afbeelding hiernaast!
Het gaat feitelijk om het boek van Tom Buijtendorp over Caesar in de Lage Landen. Zie daar.

Een reactie van mij op dit artikel en dit boek wordt door de redactie van Geschiedenis Magazine niet op prijs gesteld. Zie hieronder.
Hier laat Geschiedenis Magazine het ware gezicht zien. Eerlijk? Verre van! Kritiek? Daar moet je niet mee aankomen. Kennis van zaken? Wetenschappelijk? Men verschuilt zich achter "academische experts".
Wie dat zijn en wat dat is mag je zelf invullen, daar wil de redactie geen antwoord op geven.
Wat de redactie "academische experts" noemt, blijken de achterhaalde tradities van historieschrijvers uit de 17e eeuw te zijn!

Men profileert zich als hèt tijdschrift voor de geschiedenis liefhebbers? Maar die liefhebbers mogen dan geen kritiek leveren op dat tijdschrift, zelfs niet als er grove fouten in staan. Dat wordt niet geapprecieerd. Maar liefhebbers willen wel de ware geschiedenis te lezen krijgen en geen fabels en nepnieuws. Zie bij nep
Blijkbaar worden ook door deze redactie de "academische experts" beschermd tegen elke vorm van kritiek.

Een onafhankelijk tijdschrift is Geschiedenis Magazine allerminst. Het wordt 'geregeerd' door de universiteiten van Nijmegen en Amsterdam.
En in Nijmegen moet je niet aankomen met kritiek op haar geschiedenis, ook al is die kritiek volkomen terecht! Dat blijkt wel uit de correspondentie die we onlangs met de redactie hadden. Ondanks al hun titels heeft men geen ander weerwoord dan slecht het bot ontkennen van feiten.

De historische wereld heeft er alle belang bij dat er niets veranderd, is er een alom gehanteerd standpunt! Daar gaan tijdschriften die afhankelijk zijn van (subsidie van) Universiteiten graag in mee.
En dat is nu precies het probleem in historisch Nederland. Men wil niets veranderen omdat er dan ook geen discussies gevoerd hoeven te worden. Want het eigen onvermogen moet verborgen blijven. Is men bevreesd dat dan hun onkunde blijkt? Of staan ook hier weer titels op het spel?

De visie van Albert Delahaye.
Ook al zijn alle geleerden het met elkaar eens, dan hoeven ze nog geen gelijk te hebben.
Ooit was men ervan overtuigd dat de aarde plat was en de zon er omheen draaide. Geleerden die anders beweerden kwamen op de brandstapel terecht of werden verbannen. Die 'verbanning' heeft Albert Delahaye ook ervaren toen hij met de overtuiging kwam dat Karel de Grote nooit een paleis in Nijmegen heeft gehad. Zijn paleis met de naam Noviomagus stond in Noyon, de plaats waar hij gekroond was tot Koning van de Franken. Delahaye werd het leven in Nijmegen onmogelijk gemaakt en hij zocht zijn heil elders.
Veel van zijn opvattingen zijn nog steeds niet algemeen geaccepteerd, men noemt ze omstreden, hoewel de wetenschap hem nooit met feiten heeft bestreden en hem op meerdere punten wel gelijk heeft moeten geven. Zie bij Wetenschap en bij Citaten. En als de leraar het al niet weet, wat moet er dan van de studenten terecht komen? Zie Het Bronnenboek van Nijmegen.


Waar ging het om in de correspondentie met (de redactie van) het Geschiedenis Magazine?

Caesar loog niet: hij was echt in Nederland, kopte het Geschiedenis Magazine in nr.8 van nov.-dec. 2019. Zie afbeelding hiernaast.
Het artikel blijkt gebaseerd te zijn op het onlangs verschenen boek van Tom Buijtendorp 'Caesar in de Lage Landen'. Voor een bespreking van dat boek zie hier.

Dat deze titel erg suggestief is blijkt wel uit het feit dat Nederland als land in de tijd van Caesar nog niet eens bestond! Caesar noemt ook nergens het woord Nederland of welke plaats in Nederland dan ook. Hij heeft het slechts over het gebied tussen Mosa en Renus. En als je van Mosa de Maas maakt en van Renus de Rijn, wat de traditie doet, dan kan dit net zo goed in Noord-Frankrijk geweest zijn. Daar immers zijn die rivieren ook te vinden. En Noord-Frankrijk zou ook veel logischer zijn, want Caesar heeft het in zijn boek over de oorlog in Gallia. En bij Gallia heeft nooit ook maar welk deel van wat nu Nederland is gehoord. Gallia hield op bij de taalgrens die nog steeds op dezelfde plaats ligt in Noord-Frankrijk en zuidelijk België. Bovendien lag het basiskamp van Caesar in noord Gallië in Amiens. Van daaruit vertrok hij naar Engeland en van daaruit probeerde hij noordelijk Gallië te veroveren (wat niet helemaal gelukt is).

Ik heb het Geschiedenis Magazine mijn bezwaren tegen deze titel en het onderhavige artikel laten weten. Mijn bericht was als volgt:
Met meer dan gewone belangstelling en toenemende verwondering heb ik Uw artikel over Caesar in de Lage Landen in Geschiedenis Magazine nr.8 van 2019 gelezen.
Nu heb ik behalve dit artikel ook het boek van Tom Buijtendorp bestudeerd, waar dit artikel op gebaseerd is.
Mag ik U voor een recensie van dat boek wijzen op www.noviomagus.info/caesarbuijtendorp.htm? Daaruit blijkt wel dat van de beweringen van Buijtendorp niets overblijft. Het is een bij elkaar verzonnen verhaal. Van zijn zogenaamde archeologische 'bewijzen' blijft ook niets over.
Hetzelfde blijkt feitelijk al uit dit artikel als er sprak is van 'helaas weinig dateerbare vondsten', het 'vrij aannemelijk is' en woorden als 'waarschijnlijk', 'aanwijzingen', 'mogelijk', 'vermoedelijk' en 'als' regelmatig opduiken. Hoeveel zekerheid hebben we hier?
Heeft de redactie ooit kennis genomen van het 50-jarig onderzoek van prof. H.Thoen, die aantoonde dat er in België geen enkel spoor van het verblijf van Julius Caesar en zijn legioenen is gevonden. Zie daarvoor anders www.noviomagus.info/casaer.htm.

Het is te hopen dat de redactie met een correctie op dit artikel komt . Het gevaar is dat er anders weer halve en hele mythen ontstaan op grond van loze beweringen. De geschiedenis bevat immers al teveel mythen en legenden die als de ultieme waarheid gepredikt worden, zoals het verblijf van Karel de Grote in Nijmegen. Dat is toch wel een achterhaalde zaak. Of is de redactie van mening dat Karel de Grote inderdaad een palts in Nijmegen had? De naamgeving van de kapel op het Valkhof geeft al aan dat de geschiedenis aan het verschuiven is. Heette die kapel aanvankelijk nog Heidense kapel (hoe verzin je het? Heidens en kapel?) op grond van een aanwezige ingemetselde steen met Romeinse inscriptie, nadien werd het de Karolingische kapel en nu blijkt dat die uit de 11e eeuw stamt wordt het bouwwerk de Ottoonse kapel genoemd. Of het ooit een kapel was, is ook maar een aanname. Wellicht was het gewoon een ontvangst- of vergaderruimte. Wie weet.

Zo zit de hele 'vaderlandse' geschiedenis vol aannamen.
Ligt hier niet een taak van het Geschiedenis Magazine eens een flinke opruiming te organiseren, zodat de geschiedenis van Nederland eindelijk eens de juiste waarheid toont.
Vele informatie kunt U vinden op bovengenoemde website.
Heeft U daar problemen mee en kunt U daar in het geheel niet mee instemmen, dan verzoek U mij op mijn onjuistheden te wijzen.
Graag zou ik eens een artikel schrijven over de onderhavige problematiek, zodat alle lezers van Geschiedenis Magazine de ware geschiedenis van de Lage Landen (les Pays-Bas te weten komen. Is daar ruimte voor te maken in een van de komende magazines? Uiteraard leg ik het artikel eerst aan de redactie voor ter goedkeuring en eventueel aanvullingen. Een eventuele discussie met historici en archeologen ga ik zeker niet uit de weg.

Mocht U nog nadere vragen hebben, dan verneem ik die graag.


De reactie van het Geschiedenis Magazine was aldus:
Ik heb uw aanbod met de redactie besproken. Wij gaan er niet op in. Dit soort theorieën over de limes vindt nauwelijks draagvlak onder academische experts.
Vriendelijke groet, Marianne Mooijweer.


(Marianne Mooijweer is de hoofdredacteur.)

Daarop heb ik nog een mailtje gestuurd met de volgende tekst:
Geachte redactie, beste Marianne,
Bedankt voor je reactie (dat gebeurt overigens niet altijd als je kritisch bent).
Toch wil ik enkele opmerkingen maken/vragen stellen.
Ik ben zeer benieuwd welke academische experts U geraadpleegd heeft. Ik zou graag hun namen ontvangen.
Wat verstaat U overigens onder een academische expert. Is Tom Buijtendorp dat? Maar die is niet academisch gevormd en dus geen academische expert. Waarom wordt zijn mening wel in Geschiedenis Magazine opgenomen? Hij bewijst toch helemaal niets wat ook wel uit het artikel blijkt. Is Marco Mostert bij U een academische expert? Dan moet U eens lezen wat hij allemaal beweert in 'Verzameld Verleden' (2004). Dat noem ik fabelogie, ofwel onbewezen en verzonnen beweringen. Sinds alle universitaire studies middeleeuwse geschiedenis zijn opgeheven, zijn er ook geen expert meer te vinden. Of kent U er nog een?

Het woord nauwelijks in Uw antwoord impliceert dat er wel degelijk ook anders over gedacht wordt, dat er dus twijfel bestaat over veel traditionele opvattingen.

Het valt me erg tegen dat de redactie van Geschiedenis Magazine niet wil (of duft?) in te gaan op gefundeerde kritiek, terwijl in het tijdschrift zelf toch regelmatig sprake is van andere visies op tradities uit het verleden. In het volgend nummer is daarvan ook al sprake als ik lees: "De herinnering aan de Gouden Eeuw staat onder druk. Critici vallen het idee aan dat de Republiek het toonbeeld was van welvaart en tolerantie". Eenzelfde kritiek heb ik op veel delen wat voor 'vaderlandse' geschiedenis moet doorgaan. Wij weten nu toch veel meer dan de dominees en kanunniken uit de 17e eeuw die toen hun geschiedenis beschreven? Die denkbeelden zijn wel eens aan herziening toe.

Ik kan die afwijzing ook niet plaatsen als ik bekijk wat de redactieleden (Maaike van Berkel, Erika Kuijpers, Bram Mellink, Onno van Nijf, Diederik Smit : zijn deze namen juist?) zelf publiceren en waar zij voor staan met betrekking tot de inhoud van geschiedenis en geschiedenis onderwijs. Ligt hun expertise wel in het eerste millennium om te kunnen oordelen over de Romeinse tijd? Of praten zij de traditionalisten maar gewoon na. Of willen ze vooral geen discussie? Het zou een tijdschrift als Geschiedenis Magazine onwaardig zijn.

Is deze redactie werkelijk van mening dat Karel de Grote wel degelijk een palts in Nijmegen had, wat overigens zowel archeologisch als tekstueel nooit is aangetoond. Vinden zij werkelijk dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is? Of was het toch Maastricht dat in tegenstelling tot Nijmegen wel een aantoonbare continuïteit kent.
En zo kan ik nog vele voorbeelden geven waar de geschiedenis van Nederland aangepast zou moeten worden. Het zou toch eens tijd worden.
Wellicht dat ik een avondje met de redactie kan brainstormen over recente historische ontwikkelingen over het eerste millennium. Al was het maar om U bij te praten. Ik woon in Amersfoort, dus Zeist is naast de deur. Een afspraak is zo gemaakt. Ik zou het graag van U vernemen.

Met vriendelijke groet, ....

De reactie hierop was nog korter en luidde als volgt:
Dank u, meneer DelaHaye, maar daar hebben we geen behoefte aan. We bepalen onze eigen koers.
Vriendelijke groet, Marianne Mooijweer.


En met zo'n hooghartig antwoord moeten we het dan maar doen. Geen discussie, geen informatie en de gestelde vragen ook vooral niet beantwoorden. Blijkbaar zijn ze er niet toe in staat, ondanks de academische experts.

Daarop heb ik de redactie van Geschiedenis Magazine nog de volgende mail gestuurd:
Geachte redactie, beste Marianne,
Ik heb op internet even gezocht naar wat men verstaat onder 'academische experts'. Veel verder dan dat het leraren zijn die een academische opleiding hebben gevolgd, kom ik niet.
Maar zijn het dan ook betere leraren? Veel onderzoek is er niet. Uit ervaring weet ik dat het maar de vraag is. Goed les geven is meer dan slechts vakkennis.
Graag zou ik van Geschiedenis Magazine vernemen wat de redactie onder academische expert verstaat.
Ik zou graag met die experts eens in discussie gaan. Dan kunnen ze tonen in hoeverre ze werkelijk experts zijn.
Waarom heeft het Geschiedenis Magazine geen rubriek van ingezonden brieven? Of neemt men de lezers toch niet al te serieus?
Met vriendelijke groet, ....

Bespreek ook dit even met de voltallige redactie, wat U zeker niet heeft gedaan met mijn vorige brief (gezien de tijd van verzending om 19:57 en Uw reactie om 20:14!)

Na ruim een week op een antwoord te wachten heb ik de volgende mail verstuurd:

Beste Marianne en redactie van het Geschiedenis Magazine,

Historische Mythen. "De geschiedenis staat niet in graniet gebeiteld. Van veel gebeurtenissen bestaan verschillende, soms tegenstrijdige versies. Sommige verhalen zijn ronduit onwaar. Toch blijven ze in omloop, soms eeuwen lang, tot in onze tijd. Het zijn historische mythen".
Aldus een Citaat uit Uw eigen Geschiedenis Magazine nr.3 uit 2015.

Bespreek dit eens met de voltallige redactie!

Ook gelezen in de krant? (d.d.18-12-2019, red) Het Parthenon, het bekendste gebouw uit de klassieke oudheid, draag de verkeerde naam. Met mensen die het anders zien ga ik graag in gesprek, zegt deze archeoloog.

Hetzelfde heb ik voorgesteld, maar dat houdt Geschiedenis Magazine dus af. Bang het gezicht te verliezen? Of is de redactie van het Geschiedenis Magazine toch niet zo deskundig als men de lezer doet voorkomen?

Bij (weer) geen reactie ga ik er vanuit dat het gelijk volledig aan mijn kant staat.

Maar er volgde wel een reactie en wel het volgende:

Goedemorgen Meneer Delahaye,
Wij zien geen heil in discussie met u.
We laten het nu hierbij, eventuele volgende mails laten we onbeantwoord.
Vriendelijke groet, Marianne Mooijweer.


Dat is wel duidelijke taal. Ik heb daarop het volgende gemaild:

Beste Marianne,
U ziet geen heil in een discussie? Dus U heeft geen weerwoord en gooit de handdoek in de ring?
Dan heb ik dus gewonnen, niet alleen op punten, maar ook op knock-out. Want U beantwoord mijn brieven niet meer.
U geeft het dus al op voordat de discussie begonnen is. Een tijdschrift dat zich graag als 'wetenschappelijk' profileert onwaardig.
U geeft mij dus volkomen gelijk! Waarvan akte!

Het wachten is dus op een andere hoofdredacteur, iemand die de discussie wel aandurft.
Ik zal in elk geval Uw antwoorden en houding gebruiken in mijn correspondentie met anderen.
Met vriendelijke groet,
P.S. Ik beantwoord Uw brieven (mails) wel, al was het maar uit oogpunt van normaal fatsoen.

Zo laat een tijdschrift als Geschiedenis Magazine zich kennen. Vooral geen discussie over onjuistheden en grove fouten. Hoezo 'geschiedenis' magazine als de discussie over geschiedenis vermeden wordt?
Komt de echte wetenschap niet voort uit discussie?



Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.