De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem en Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat gebeurde allemaal in Noord-Frankrijk!
|
|
De visie van Albert Delahaye.
Goed beschouwd zit de traditionele vaderlandse geschiedenis vol absurditeiten. Er worden situaties voorgesteld die zich hier nooit hebben voorgedaan. Men heeft van alles klakkeloos aangenomen, terwijl strikte bewijzen of logische verklaringen ontbreken. De archeologie toont heden feilloos aan wat Albert Delahaye reeds uit de teksten opmaakte. Het paleis van Karel de Grote met de naam Noviomagus stond in Noyon, zijn kroningsstad. In Nijmegen is er archeologisch nooit iets van gevonden, terwijl het er toch 270 jaar gestaan moet hebben.
Hoe kan dat zijn gebeurd?
De import van de geschiedenis begon in de 10de eeuw met de komst van de nieuwe bewoners die hier het land gingen ontginnen. Met hen verscheen de eerste graaf van Holland en de eerste bisschop van Utrecht. Waarom viel die onjuiste plaatsing niemand op? Omdat er in Nederland nog geen geschiedenis was die de verplaatste geschiedenis in de weg stond. De immigranten namen naast de hen bekende geschiedenis ook en vooral hun 'heiligen' en bepaalde eigen tradities mee, zoals rond St.Ludger en St.Lebuinus, die eerder in Nederland waren dan St.Willibrord. De nieuw geïmporteerde geschiedenis viel hier in 'vruchtbare' aarde en is sindsdien sterk verankerd in de Nederlandse traditie, zelfs zo sterk dat elke twijfel wordt weggewuifd. |
|  |
En de historici dan? Hebben die het nooit doorzien?
Natuurlijk wel. Maar Delahaye gelijk geven was hun eer te na. De geleerde heren van 'niveau' konden het ook niet verkroppen dat een 'amateur' hen pijnlijk op hun onjuiste opvattingen wijst. Het wordt nog pijnlijker als die 'amateur' aantoont dat de vakgeleerden van 'niveau' generaties lang onzin hebben beweerd, omdat ze in plaats van zelf bronnenonderzoek te verrichten, elkaar alleen maar naschreven. Juist degenen die Delahaye het felst hebben bestreden, zijn toevallig juist degenen die er het meeste belang bij hebben dat hij geen gelijk zou krijgen, omdat ze anders hun proefschriften en de daardoor verworven titels en professoraten wel in de prullenbak konden gooien, samen met hun reputatie en hun 'deskundigheid'. |
|