Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Het verhaal van Alphen (NB.)

Op het verhaal van Alphen is heel wat af te dingen, ook volgens het eigen Oudheidkundig Streekmuseum.


Toch blijft men de oude mythe als de enige waarheid verkondigen, ook al weet men dat die 'waarheid' onjuist is.



Beeld van St.Willibrord in het streekmuseum, gemaakt door de Alphense beeldhouwer Janus van Hal (1916-2018, op twee weken na 102 jaar).


Het zal nog heel wat jaren duren voordat ook in alle kleine streekmusea de informatie is aangepast aan de ware geschiedenis. Het zijn juist deze musea die het van de mythes en legenden moeten hebben qua bezoekersaantallen, dus voor hun inkomsten.
Daarbij neemt men aansprekende mythen en legenden graag voor lief.
Met de ware geschiedenis heeft het weinig te doen.



Op Wikipedia wordt over de oudste geschiedenis van Alphen liefst 4 keer het woord 'zou' gebruikt. Dat is duidelijk genoeg.

"In Alphen in Noord-Brabant is een groot grafveld met honderden Merovingische graven opgegraven", zo meldt ons de Erfgoedstem van 2 maart jongsleden. Het bericht gaat verder: "In de graven zijn geen skeletten aangetroffen, maar wel talrijke schatten. Archeologen spreken van topvondsten". (Bron: Westerheem 2, april 2016, redactioneel)
Het verhaal van Alphen is illustratief voor andere St.Willibrordkerken in Noord-Brabant. Er wordt een mythe in stand gehouden die gebasserd was op vervalste documenten van Echternach. Het 'Liber Aureus', het 'Gouden Boek', was inderdaad voor Echternach een gouden greep in de kas van armzalige parochies. Zie bij de Kerken in Brabant.

De visie van Albert Delahaye.
Engelbert schenkt in 709 aan bisschop Willibrord zijn erfdeel in de plaats Alfheim in de pagus van Taxandia. De akte is opgemaakt in de plaats Tilliburgis. Aan de akte is toegevoegd: en een hoeve met vee in de plaats Birni aan de Mose, in de pagus Testervanti.
Alfheim is niet Alphen,maar Halluin op 17 km noordoost van Rijsel, midden in het gebied dat Taxandria heet, het Vlaamse textielgebied. Tilliburgis is Tilleborg, een verdwenen plaats bij Kortrijk, of Tilly-Capelle op 17 km noordwest van Atrecht. Testervanti is soms als synoniem voor Taxandria gebruikt, doch het duidt eerder Westrachia aan, ofschoon de twee streken elkaar overlappen. “Aan de Mose” is een latere toevoeging, teneinde een claim gereed te leggen op de abdij van Bern, die evenwel nooit tot iets heeft geleid. De gangbare opvatting van Tilburg voor Tilliburgis is volslagen onmogelijk, daar het Brabantse Tilburg pas in het begin van de 14e eeuw is gesticht en dan als Westilborgh verschijnt. Alfheim wordt in Brabant opgevat als Alphen, een determinatie die de abdij van Echternach nooit heeft voorgestaan, en dat nog wel ondanks het feit dat zij er al in de 12e eeuw enig bezit zou hebben.
De abdij van Echternach heeft op geen enkele manier gezegd, gesuggereerd of laten merken, dat zij deze kerk beschouwde als het Alfheim uit de schenkingsakte van 709, en zeer terecht niet omdat in die akte helemaal geen sprake is van een kerk doch van enig grondbezit. In de archieven van Echternach tussen 709 (de schenking) en 1175 (de claim) wordt Alfeim, nergens genoemd. De schenking aan St.Willibrord betreft 11 hoeven met zaal en hof. Echternach claimt op grond van de oorkonde uit 709 de kerk van Alphen. Echter deze kerk werd gesticht door de abdij van Tongerlo in 1175, die het onder het patronaat van St.Willibrord stelde. Op grond van dit patronaat meende Echternach dat deze kerk hen toebehoorde.
In 1234 bevestig paus Gregorius IX de rechten van de abdij van Tongerlo, onder andere het bezit van de kerk van Diessen. In dit geval blijkt dus helder, wat voor Alphen nog verondersteld moest worden, dat Tongerlo de kerk van Diessen als een eigen kerk bezat vóórdat Echtemach er aanspraken op heeft laten gelden. In 1234 beleent de abdij van Echtemach die van Tongerlo met de kerk van Alphen en de kapel van Diessen.


Opvallend is dat D.B.Blok in zijn Lexicon van deze oorkonde uit 709 alleen een (door Echternach vervalste?) copie uit 1191 noemt. het origineel bestaat niet meer. Zie falsumDe oorkonde uit 726-727 waarin Alpheimso wordt genoemd is volgens Blok vervalst. De volgende oorkonden uit de 12e eeuw zijn eveneens twijfelachtig. Zie de discussie hoerover van Wampach in Koch OBHZ 1 (A.C.F. Koch (ed.), Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299 deel 1. Eind van de 7e eeuw tot 1222. 's-Gravenhage, 1970).
De verklaring van Alfheim als heim=woonplaats is naar Gysseling, die alle uitgangen op -hen of -hem te gemakkelijk verklaart met -heim. Het alf = elf (zie Blok, Künzel en Verhoef) of alf=aardman (zie Van Berkel en Samplonius is uiteraard een zotternij.
De toponomie van Alphen is niet afkomstig van Alf-heim, maar van Al-phen, Al=water, phen=veen, een zeer drassig veengebied. Vergelijk het met de namen Zut-phen (zuid-veen, -ui- werd -u-; vergelijk suid-sud) en Ruc-phen (Ruig-veen, -ui- werd -u- en -g- werd foetisch -c-. Vergelijk ook met de plaats Rugven = ruig-ven).


Welk verhaal wordt er in Alphen verteld?
Veel van wat er verteld wordt en wordt tentoongesteld is het verhaal van pastoor Willem Binck. Ook hier weer een geestelijke die meende het oude Latijn te begrijpen en voortbouwde op enkele mythen en legenden. Eenzelfde 'verschijnsel' zien we in Amersfoort, waar pastoor Rootselaar de oudste geschiedenis beschreef en in Nijmegen dat haar geschiedenis verkreeg van kanunnik Willem van Berchen en dominee Johannes Smetius.

Pastoor Binck (pastoor in Alphen van 1932-1963 en een der oprichters van Brabant Heem), wist het zeker dat Willibrord hier geweest was.
In 1939 vond pastoor Binck een Willibrordusputje aan de Oude Maastrichtsebaan. "Zie je wel", zei de pastoor, "hier kwam Willibrord langs als hij van Utrecht naar Echternach reisde". Bij dat putje is tussen 1939 en 1946 een St.Willibrordkapel gebouwd.

Het museum drukt het wat omzichter uit. Daar leest men uiteraard de traditionele versie van het verhaal, maar twijfelt men toch aan de aanwezigheid van St.Willibrord ter plaatse. Daar is namelijk geen enkel bewijs voor te vinden.
"Willibrord. Geboren in York (Engeland) in 658, was de apostel van Nederland, de aartsbisschop van Utrecht en de patroon vanb Alphen! Hij kwam in 690 via Katwijk ons land in en won snel het vertrouwen van de inwoners van Nederland, ook van edellieden. Na zijn door ij 739 erfde Echternach in Luxemburg de bezittingen en de kerk van Alphen. In 1175 nam de Norbertijnen Abdij van Tongerlo de zorg over tot 1833. Zo gingde ene abdij na de andere weg. Maar Willibrord bleef. Hij bleef de naamgever van onze parochie, de scholen, het gilde, de vele Alphense jongens. Eigenlijk van alles.
Maar of hij hier geweest is??? Pastoor Binck wist het zeker."


Opmerking: liefst 3 vraagtekens bij die centrale vraag Ïs hij hier geweest?" Een medewerker van het Museum erkende dat de oorkonde van Echternach een vervalsing was. Hij bevestigde ook dat de oudste resten van een (voormalige) kerk uit de 14de eeuw stammen. Dat sluit ook aan bij de opmerkingen van Arnoud-Jan Bijsterveld (zie daar) die hij ook noemde.

De kerk van Alphen. Daarover geeft het museum de volgende informatie (letterlijke tekst overgenomen).
"Willibrord schonk het dorp Alphen rond 726 aan de abdij van Echternach maar we kunnen nog steeds niet bewijzen dat hij voor zijn overlijden in 739 ook daadwerkelijk in Alphen is geweest. Er zijn geen historische bronnen en geen archeologische resten die aannemelijk maken dat er sprake was van christenen in Alphen. Ook niet of zij, zoals toen gebruikelijk, in een houten zaalkerk de erediensten volgden. De huidige kerk is gewijd aan Willibrord, op basis van deze schenking.
De oudste vermelding van de kerk van Alphen dateert van 1175, toen de abdij van Echternach het patronaatsrecht van Alphen uitleende aan de abdij van Tongerlo. Hoe oud de kerk toen was is niet te zeggen en het was zeker niet de kerk die er nu staat met zijn zestiende-eeuwse toren en neogotische schip.
In 1953 is er een archeologisch onderzoek geweest. Daaruit bleek dat de oudste sporen op die plaats afkomstig zijn van een bakstenen voorganger uit de veertiende eeuw. Bij de opgravingen die voorafgingen aan de bouw van het nieuwe dorpscentrum zijn geen sporen gevonden uit de periode tussen 900 en 1200.
Er zijn vooralsnog geen harde bewijzen voor een kerk die door Willibrord is gesticht. En als dat wel zo was, dan stond die zeker niet op de plek van de huidige kerk.
Er valt nog veel te onderzoeken. Het Verhaal van Alphen blijft boeiend".


Opmerking:Lees bovenstaande tekst eens zorgvuldig door. Daaruit blijkt overduidelijk dat er in Alphen helemaal niets is gevonden uit de tijd tussen 700 en 1200, ofwel de hele geschiedenis is een mythe. De woorden uitleende aan in deze tekst dient vervangen te worden door claimde van. Bij een maquette van die oude kerk wordt nog medegedeeld dat 'de oudste vondst is die van een stuk tufsteenfundament en enkele delen van een lemen vloer uit de 14e eeuw'. Dit is het ware Verhaal van Alphen.

Vergelijkt men de geschiedenis van de kerk van Alphen met die van Klein-Zundert, dan is de overeenkomst frapant. De St.Willibrord kerk van Klein-Zundert is in 1157 gesticht vanuit Tongerlo en was de oudste kerk in Nederland met het patronaat van St.Willibrord. De kerk is nooit door Echternach geclaimd of in bezit geweest. Tot 1832 (zie de overeenkomst met Alphen!) werd de pastoor er benoemd vanuit Tongerlo (bisdom Antwerpen) en nooit door Utrecht.
Opvallend detail: de oude St.Willibrordkerk van Alphen (gedeeltelijk verwoest in de tweede wereldoorlog) is net als de huidige kerk van Klein-Zundert gebouwd door de architecten Jan Stuyt (1868-1934) en Joseph Cuypers (1861-1949).



Bij deze afbeelding staat de volgende tekst: In het klooster van Echternach worden plannen gemaakt voor de bouw van een kerk in Alphen.
Beter zou de tekst geweest zijn: In het klooster van Echternach worden plannen gemaakt voor de claim op de kerk in Alphen.


De Romeinse tijd.
In het museum laat men de Romeinse tijd lopen van 15 v.Chr. tot 280 na Chr. In een vitrinekast zijn een zevental aardewerk potten geplaatst en enkele sieraden. Van deze Romeinse voorwerpen is de herkomst niet met zekerheid bekend. Met een enkele munt (een zilveren dinarius) of een omega fibula (tamelijk schaars in Nederland, staat erbij vermeld) wil men de argeloze bezoeker overtuigen van een Romeins verleden. Er staat ook nog een Romein in vol ornaat in een hoekje van dit museum. Zo manipuleert men de bezoekers.
Een tekstbord vermeldt het volgende: "In de eerste eeuw voor Chr. worden de bewoners van de zandgronden in onze streken Eburonen genoemd. Ze komen in opstand tegen de Romeinen die onder leiding van Julius Caesar dit gebied willen veroveren. Die moedige daad overleven de meeste Eburonen niet. Pas na enkele tientallen jaren komen er nieuwelingen die zich hier op verzoek van de nieuwe Romeinse machthebbers vestigen: de Germaanse Texuandriërs. Zij brengen een andere manier van leven met zich mee. Ze bouwen boerderijen met zware dakdragende palen in het midden. Dit huistype is genoemd naar naar Alphen (en naar het Vlaamse Ekeren): het Alphen-Ekerenhuis! ".

Het is dus (nagenoeg) het traditionele verhaal dat hier verteld wordt: dat van Julius Caesar en de Eburonen en van de Texuandriers, waaraan Noord-Brabant de naam Texandrië te danken zou hebben. Voor scholieren een aangenaam verhaal. Maar met de ware en dus feitelijk bewezen geschiedenis heeft het niets te maken.
Op een tekstbord leest men: Prof.S.J. de Laet, archeoloog uit Gent: "Mijnheer pastoor het spijt me voor U, maar er is nooit één Romeins in de Kempen geweest". Waarop Binck antwoorde: "Wacht mer menneke...".
Kreeg pastoor Binck gelijk? Naast vele grafheuvels uit de steentijd werd in 1950 een Merovingische grafveld gevonden, één van de eerste in Nederland en in 1961 de grootste ringwalgrafheuvel van Nederland, aldus het Museum. Uit de Romeinse tijd is gewoon niets gevonden, ondanks dat men beweert dat er ooit een Romeinse weg door dit gebied heeft gelopen.



Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.