Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
De Batua en Taxandria zijn twee landstreken die veelvuldig in veel klassieke bronnen worden genoemd. In die landstreken lagen vele plaatsen en hebben zich diverse historische gebeurtenissen voorgedaan. Voor Taxandria klik hier. Voor de plaatsen in Batua en Taxandria/Toxandria/Teisterbant/Testerbant klik hier. In de Nederlandse traditie was de Batua de Betuwe en wordt met Taxandria geschoven tussen de Betuwe en Brabant, naargelang de naam die men gebruikt en de plaatsen die men er zoekt. Van de ruim 1600 plaatsen die in de bronnen in een van beide streken genoemd worden, heeft men in Nederland er slechts 47 gevonden, en hoe. Zie bij prof.dr. D.P.Blok. De rest blijft in nevelen gehuld en wordt verzwegen. Voor de 120 plaatsen in Batua die in de kronieken van de abdij van Lorsch worden genoemd, is er geen enkele in de Betuwe of waar dan ook in Nederland. In Noord-Frankrijk liggen ze allemaal. Zie hier voor een overzicht van deze plaatsen van de abdij van Lorsch. |
Er worden 173 plaatsen genoemd die in of bij de Batua liggen. Waar liggen die in Nederland in de Betuwe (dat toch de Batua was?) en waar liggen de 40 plaatsen in Noord-Brabant die in Taxandria lagen? Simon van Leeuwen schreef het reeds in 1685: "Sommige willen dat het oud Batavien hier eerst zoude begonnen hebben, en op zigzelven met de naam van Batua, ofte Betuwe zoude bestaan hebben, hetgene glad en al tegens het schrijven van Caesar, Plinius en Tacitus strijd, de welke die luyden of niet gelezen, of niet verstaan en hebben; Onder deze de minste bewijsreden daarvan bybrengt, en in tegendeel alles buyten het gene de oude Schrijvers zo omstandelijk daar van hebben geschreven, voorby gaat , en uyt zyn eygen hersenen wat nieuws schijnt by te brengen, het welk in geen waarheid bestaat, en sulx niet waardig gelezen of weerleid te werden, want yemand die maar tamelijk in de oude schriften geoeffent is, weet beter." In de Batua moeten onder meer de volgende plaatsen gelegen hebben: Andassale, Andleda, Argova, Arnestadi, Attiniacum, Aspanmora, Babinga, Bedensis, Bichendorf, Billiacum, Bloheim, Bollingen, Bosolvia, Buxingi, Colvidum, Conzteim, Crastlingi, Dagoradaville, Deddingwerbe, Dreise, Einingi, Elti, Ewic, Evitano, Gauriagum, Genesvurdhi, Getvurdh, Gladebach, Harawa, Haslum, Heddingrip, Hem, Hinlesum, Hlegilo, Hoensal, Holzheim, Humerki, Imiswalde, Kinhem, Langenrech, Linterwic, Lullingas, Luvigus, Machonvillare, Maquila, Midningi, Monicesloc, Nedervurdhi, Nommero, Nordmora, Obinghem, Oigmore, Officinus, Rorici, Russingi, Sceddanvurthe, Sedlingi, Seltnon, Silec, Trustlingi, Westracha, Winx, Wirem. Waar liggen al deze plaatsen in de Betuwe? En dan gaat het niet om vandaag of gisteren, maar om de 7de tot 9de eeuw! Zolang de Nederlandse historici deze plaatsen niet in de 7de of 9de eeuw in de Betuwe kunnen aanwijzen, moeten ze ophouden met de mythe van de Bataven in Nederland.
De visie van Albert Delahaye. |
CONCLUSIE
De 550 eigen en omringende namen van de Batua liggen alle in Frankrijk en Vlaanderen. Daaronder vormen de 82 namen uit "Germania" van Tacitus en de 130 namen uit de oorkonden van Lorsch de meest kompakte onderdelen, die zich categorisch verzetten tegen elke manipulatie of poging tot verplaatsing, omdat deze complexen zo overduidelijk in Frans Vlaanderen thuishoren. Alle Bataafse mythologie van Nederland uit de 17e eeuw is daartegen niet opgewassen. Dat echec is trouwens niet van vandaag of gisteren. Nog nooit is een van deze 130 namen van Lorsch uit de Batua in Nederland aangewezen. En toch blijven de Nederlandse historici de Betuwe als de klassieke Batua zien. Tussen de Batua en het Karolingisch Noviomagus bestaat een onverbrekelijk verband. Uit oogpunt van objectief historisch onderzoek moet dus ook de juiste plaats van de Batua worden onderzocht. Begint men daar serieus aan, dan komen de bewijzen te voorschijn, niet een paar die misschien nog discutabel zouden zijn, doch een overstelpend aantal, waarbij een discussie over een of een paar concrete gevallen zelfs overbodig is. Een en ander toont aan dat het Bronnenhoek van Nijmegen een klucht heeft opgevoerd door wat uit hun verband gerukte Noviomagus-teksten voor Nijmegen te presenteren en de 550 Batua-teksten te verzwijgen. Het moet precies en heel duidelijk gezegd worden, zodat het eindelijk eens goed doordringen kan tot hen die nog moeite hebben met een volledig doorzicht van de mythen.
Het Bronnenboek van Nijmegen wist terdege dat de Bataafse Betuwe een fabel was, waaruit geen bewijs ten gunste van Nijmegen te putten is, want het presenteert er geen. Terwijl aan de andere kant gepoogd wordt via enige terloops genoemde plaatsen Nijmegen Karolingisch te maken. Je zou toch denken dat de Batua, talloze malen in verband met Noviomagus genoemd, het eerste aanknopingspunt had moeten zijn. Dat is dan ook de juiste reden voor het overslaan van de Batua-teksten. Het spreekt vanzelf dat men dit niet vermeld vindt in de inleiding op het Bronnenboek, waar de lezer een enorm rad voor de ogen krijgt gedraaid over de "wetenschappelijke" aanpak van het probleem. Er staat natuurlijk niet in, dat de werkgroep van studenten het consigne had gekregen om de Batua maar te laten liggen waar zij ligt, namelijk in Frankrijk.