Terug naar de lijst | Naar het overzicht in het kort. |
Er is geen enkele zekerheid dat de gevonden sporen in Ermelo van een kamp zijn geweest, laat staan van een Romeins kamp. Van Es houdt het op een inheemse nederzetting. Ook Jules Bogaers sprak zijn twijfel al uit in berichten van de ROB17 in 1967. Hij schreef het volgende: "Ermelo op de Veluwe, in de provincie Gelderland, waar in 1923 vermoedelijk een marskamp of tijdelijk kamp uit ca. 300 na Chr. is onderzocht". Het was slechts een 'vermoeden'. Het marskamp in Ermelo ligt meerdere marsdagen van de Rijn, wat zonder tussenliggend kamp, wat de afstand van meer dan 45 km betref, erg ongebruikelijk geweest zou zijn. Het is slechts op grond van een vergelijkbare vorm en omvang aan de Romeinen toegewezen. Was het wel een Romeins kamp? Het kan aangelegd zijn op Romeinse manier door veteranen die het bouwen van kampen in Romeinse dienst leerden. Dat er Romeinse relicten zijn gevonden (er is nauwelijks iets gevonden: zie het verslag van R.S.Hulst en J.Vredenberg hiernaast) bewijst nog niet dat het door Romeinen is gebouwd. ![]() |
De visie van Albert Delahaye. Het zogenaamde Romeinse Marskamp te Ermelo wordt in geen enkele klassieke Romeinse bron genoemd. Nu er in Nederland met plaatsen waar zeker Romeins is gevonden zo onzorgvuldig wordt omgegaan en er zoveel fouten zijn gemaakt, is het niet de moeite waard aandacht te schenken aan dit onbeduidende kamp. De vindplaats, ver buiten de Romeinse grenzen, tart elke logica in "Romeins" Nederland, maar is wel sprekend voor de wijze waarop men in Nederland met de historie omgaat. P. Blok localiseert te Ermelo de plaats Irminlo dat genoemd wordt in een akte uit 855, liggend in Felua. Irminlo in Felua is in werkelijkheid Hamilincourt op 12 km ten zuiden van Atrecht. De Nederlandse traditie.Romeins Marskamp. Bijna twintig eeuwen geleden trok een Romeins leger over de Veluwe. Ver voorbij de Romeinse rijksgrens, op de Ermelose Heide, sloegen ze een marskamp op waarvan de sporen vandaag de dag nog steeds in het landschap zichtbaar zijn. Romeinse marskampen werden tijdens veldtochten en legeroefeningen aangelegd. Soms werden de kampen maar een nacht gebruikt, maar toch werden ze volgens een vast stramien opgebouwd. Hoewel er een groot aantal van deze kampen moet zijn geweest, hebben archeologen er nog maar weinig ontdekt. Het marskamp bij Ermelo is tot nu toe zelfs het enige dat in Nederland gevonden is. Dit boek geeft allereerst inzicht in de algemene geschiedenis van de Romeinen in Nederland. Specifieke aandacht gaat uit naar het marskamp bij Er-melo en de prehistorische geschiedenis van de Ermelose heide en het archeologisch onderzoek daarnaar. Wat er zich exact heeft afgespeeld op de heide rond het jaar 170 na Chr. is niet helemaal meer na te gaan. Wel is duidelijk dat Romeinse legionairs een kamp voor een paar nachten hebben gemaakt. Ze groeven een greppel en wierpen een aarden wal op om veilig de nacht te kunnen doorbrengen. Aan de wal die nog zichtbaar is in het landschap zijn eerder dit jaar in opdracht van de gemeente Ermelo herstelwerkzaamheden uitgevoerd. ![]() Echter ook deze bevindingen van Holwerda (naast vele andere) zijn steeds onderhevig geweest aan discussie. De details van Holwerda's plattegrond zijn door latere opgravingen niet bevestigd. Het militaire karakter van het 'kamp' staat niet vast. Zou het geen inheemse nederzetting geweest kunnen zijn?, schrijft Van Es (o.c. p. 278, noot 339). De aard en datering van dit kamp zijn echter bijzonder onzeker (Van Es, o.c. p. 122). R.S.Hulst en J.Vredenberg schreven in 2007 over dit kamp in het boek 'Het Romeins Marskamp bij Ermelo' (zie afbeelding links). Daarin lezen we de volgende opmerkingen: Bechert (o.c. p.79) vermeldt dat onderzoek in 1987 een broodoven bloot legde. C-14-datering en aardewerk maken een datering in de 2e eeuw zo goed als zeker. In deze periode heeft het kamp (van 9 ha.) zeker gefunctioneerd. Het is echter onduidelijk of het daarvoor en daarna het geval was. Byvanck (o.c. p. 436) schrijft daarover, met een verwijzing naar Holwerda -1923 : "Op de Veluwe is ten oosten van Ermelo een Romeins legerkamp uit de tijd omstreeks 300 opgegraven, met een wal, een gracht, vier poorten, de overblijfselen van bivakvuren, laat Romeinse kookpotten uit de derde wellicht uit de vierde eeuw. Waarschijnlijk heeft daar, in de periode toen het Romeinse Rijk wederom alle krachten inspande om zijn positie te bevestigen, een Romeins leger een tijd lang gekampeerd". Dit komt allerminst overeen met het gegeven dat de Romeinen rond 260 na. Chr. Nederland verlaten hebben en zich terugtrokken op de echte Limes tussen Boulogne-sur-Mer en Keulen. Welke rol dit kamp, dat ongever 36 km benoorden de Rijngrens lag, heeft gehad, blijft vooralsnog duister. Als we van de vroegere datering uitgaan kan het kamp nauwelijks nog gezien worden als uitvalsbasis voor verdere veroveringen. De grens van het Romeinse rijk lag immers vast. (Klok/Brenders, o.c.p.10). Zie ook bij Deplacements Historiques en bij Limes. |