Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

De opstand van de Bataven.

Aan het begin van onze jaartelling waren de Romeinen de baas in de zuidelijke Nederlanden. Zij oefenden hun macht onder meer uit door lokale stammen in te schakelen bij het bestuur en voor het leger. Een voorbeeld van zo'n stam waren de Bataven, uit het huidige gebied tussen Nederrijn en Waal. Bataafse contingenten vochten voor Rome tot in Engeland en Italië.Totdat de maat vol was. Afpersing en misbruik door Romeinse machthebbers, ambities en eerzucht van Bataafse leiders, chaos in Rome: dat alles leidde tot de opstand van de Bataven tegen het Romeinse gezag in 69, onder leiding van Julius Civilis. Het is een beroemde opstand, waarop Nederlanders graag terugblikken: heldhaftig verzet van onze fiere voorvaderen tegen wrede tirannie! Maar wat gebeurde er eigenlijk precies en hoe liep het af met de oproerige Bataven? Daarover schreef de grote Romeinse historicus Publius Cornelis Tacitus (ca. 55-117) in zijn geschiedwerk De historiën. Zijn relaas over de Bataven vormt de enige geschreven bron over deze periode. Het is een spannend en meeslepend verhaal, waarin ook Tacitus' cynisme, kritische houding en weergaloze stijl ten volle zichtbaar worden.
Aldus een recentie over boeken van Tacitus, die vertaald werden door Vincent Hunink.



Kaartje van het uiterste deel van Gallië en een daar gelegen eiland. Op dit kaartje de gele stroken -zandbanken- voor de kust, die qua vorm, grootte en ligging veranderden, afhankelijk van de transgressies, net zoals de Waddeneilanden heden nog steeds doen.
In dit boekje zijn alle bewaarde teksten van Tacitus bijeengebracht over de opstand der Bataven tegen het Romeinse Rijk (69-70 n.Chr.). Vincent Hunink heeft gezorgd voor een prachtig lopende vertaling in goed genuanceerd Nederlands. Een plezier om te lezen. De vertaler is latinist aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij heeft al verschillende zeer verdienstelijke vertalingen op zijn naam staan. De inleiding is kort en helder, en biedt zelfs lezers die het onderwerp kennen, mogelijk nieuwe gezichtspunten. De opstand der Bataven is niet alleen voor oud-historici interessant, maar door zijn langdurige echo's in de latere geschiedenis der Nederlanden heeft het thema belang voor eenieder met interesse voor onze vaderlandse geschiedenis. De vertaling omvat de volgende passages van Tacitus: Historien IV, 12-37; 54-79; V, 14-26; Germania 29. In de teksten hierna geeft het Romeinse cijfer het hoofdstuk aan, de cijfers erna de alinea's. IV, 12 is hoofdstuk 4, alinea 12 enz. Germania is een ander boek van Tacitus. Zie daarvoor Germania = Frans-Vlaanderen.

De toelichting op dit boek (zie de tekst hiernaast) bevat enkele opvattingen die nooit feitelijk bewezen zijn. Dat de Bataven in het gebied woonden tussen Nederrijn en Waal is een hypothese, ofwel een nooit bewezen veronderstelling. Dat Nederlanders graag terugblikken op dit heldhaftig verzet is ook een aangenomen veronderstelling.
Belangrijk is na te gaan wat Tacitus werkelijk schreef en vooral hoe Hunink bepaalde woorden en zinnen vertaald heeft. In die vertaling is te vaak uitgegaan van de reeds aangenomen geschiedenis. Enkele voorbeelden volgen hieronder.
Vincent Hunink wordt als vertaler hoog aangeslagen, maar het feit dat hij aan de Universiteit in NIjmegen werkt, doen bij mij de alarmbellen rinkelen. Immers in het verleden hebben we meer producten van deze universiteit beoordeeld en onder de maat gevonden. Zie daarvoor het Bronnenboek van Nijmegen en de bisschop van Nijmegen als reactie daarop van Albert Delahaye.


De visie van Albert Delahaye.
Tacitus, voluit genoemd Publius Cornelius Tacitus (ca. 55 - 117 na Chr.), is één van de bekendste en verdienstelijkste Romeinse schrijvers. Als geschiedschrijver wordt Tacitus hoog aangeslagen, omdat hij als eerste een begin heeft gemaakt met een bewuste historische kritiek. Hij beperkt zich niet tot het opsommen van feiten, maar probeert de oorzakelijke samenhang tussen de gebeurtenissen zichtbaar te maken, en zoekt daarbij een en ander te verklaren vanuit reacties van mensen, zowel van individuen als van groepen. Als beoefenaar van een “beoordelende” geschiedenis is hij een voorloper geweest, een eenzame bovendien, daar zijn methodiek pas vele eeuwen later navolging vond. In zijn beoordeling van het geschiedgebeuren toont hij meermalen een zeker pessimisme, zelfs bitterheid en cynisme, eigenschappen die de ware historicus niet misstaan, al worden zij niet altijd op prijs gesteld.
Tacitus spreekt een gedachte uit, trekt die weer half terug, voegt er uitleg aan toe, corrigeert zijn eigen woorden, wikt en weegt een zaak van alle kanten, en zo poneert hij zijn eerste gedachte toch weer als een aan alle kanten bijgeslepen steen. Zijn woordkeus is even opvallend. Hij voelde zich niet gebonden aan de tradities van het Latijnse proza, maar putte ook geregeld uit de elementen, die tevoren aan de dichtertaal waren voorbehouden. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat Tacitus een genot is geworden voor de pure Latinisten, maar een gruwel voor de gymnasiasten. Hij weet een zeer specifieke gedachte of mededeling zó kort maar toch volledig samen te persen, dat we voor de adequate weergave van één van zijn tussenzinnen van drie of vier woorden in het Nederlands een veel langere omschrijving nodig hebben. Zijn boeken zijn, hoewel eenvoudig van taal en dictie, niet met een paar woorden te vertalen die gemakkelijk in verschillende betekenissen kunnen worden geïnterpreteerd. En dat is het grote probleem bij de vertalingen van zijn werken. Te vaak worden zijn woorden 'vertaald' vanuit vooringenomenheid van de eenmaal aangenomen geschiedenis. De lezer wordt daarmee misleid en krijgt een vertekende 'waarheid' voorgeschoteld.

Voorbeelden van vooringenomen en derhalve onjuiste vertalingen!
  1. De kern van de onjuiste vertalingen bij Tacitus is uit Historiën hoofdstuk IV regel 12. Tacitus schrijft: "Batavi, donec trans Rhenum agebant, pars Chattorum, seditione domestica pulsi extrema Gallicae orae vacua cultoribus simulque insulam iuxta sitam occupavere, quam mare Oceanus a fronte, Rhenus amnis tergum ac latera circumluit". Doorgaans wordt dat vertaald met: "De Bataven maakten deel uit van de Chatti, zolang ze zich nog achter de Rijn ophielden. Maar door interne strijd werden ze daar verdreven, waarna ze het nog onbewoonde, uiterste kustgebied van Gallië bezetten, evenals een nabijgelegen eiland, aan de voorzijde omgeven door de Noordzee, van achteren en opzij door de Waal".
    De 'vertaling' van de rivieren in Rijn en Waal zijn hypothesen. Het eiland waar de Bataven zich vestigden wordt vanaf het begin gezien als de Betuwe. Maar is de Betuwe een eiland? En ligt de Betuwe in het uiterste kustgebied van Gallië? Deze twee feiten kloppen al niet met de Nederlandse opvatting.
    Beter is de volgende vertaling: "De Bataven trokken over de Renus en door het land van de Chatten en vestigden zich op het onbewoonde uiterste deel van Gallië en op een daar gelegen eiland".

    Plaats je dit hele verhaal in de transgressiefase van Duinkerke 1 (ca.200 v.Chr-ca.50 n.Chr. ), dan is het helemaal begrijpelijk dat het uiterste deel van Gallië nog onbewoond was. Het waren na de transgressie vrijkomende gronden waar een gedeelte nog een eiland vormde. Zie het kaartje hiernaast, waar aan de kust van Frans-Vlaanderen duidelijk nog eilanden te zien zijn. Het is een situatie die geografisch ook vastgesteld is. Momenteel zijn dit zandbanken voor de kust van Frankrijk en België. Bij een verdere transgressie van de zee verdwenen ook deze eilanden. En juist daar vestigden de Bataven zich: op het uiterste deel van Gallië en een daar gelegen eiland. De tekst van Tacitus past in elk geval niet op de Peutingerkaart, waar aan de ene kant de Renus stroomt en aan de andere kant de Patavus, maar ook niet op de traditionele opvatting in Nederland die het alleen maar heeft over het eiland van de Bataven, dus maar uit een halve waarheid bestaat. Het belangrijke deel 'het uiterste deel van Gallië' slaat men in Nederland steevast over. En dat uiterste deel van Gallië lag bij de taalgrens rond de plaats Béthune, dat hun hoofdstad Batavorum werd.

  2. Wat ook opvalt is dat Latijnse tekst korter en compacter is dan de Nederlandse vertaling. Dat geeft meteen het probleem wat onder een enkel woord begrepen moet worden, bijv. wat is de betekenis van 'ac' of van 'iuxta'?
  3. In zijn boek noemt Tacitus nergens de Waal (doorgaans als Patabus? of Vahalis? gezien). Deze 'vertaling' door Hunink is een interpretatie. Ook de 'vertaling' van Oceanus met Noordzee is tendentieus. Oceanus is in andere teksten de (Atlantische) Oceaan.
  4. De Rhenus wordt door Hunink (en anderen) steevast vertaald met de Rijn, hoewel dat in de context niet altijd past. Zie verder bij Renus.
  5. De Renus wordt door Tacitus (IV, 12) omschreven als een rivier in Gallica. Dan moet men dus ook half Nederland onder Gallica begrijpen (wat dan ook gebeurd) en zo kan men ook op de gedachte komen dat Julius Caesar in Nederland geweest zou zijn. Hij beschrijft immers de Renus en het Eiland der Bataven in zijn 'De Bello Gallico'. Julius Caesar veroverde heel Gallië , maar daar was geen enkel deel van België bij, maar ook niet van Nederland. Dat heeft prof.H.Thoen wel aangetoond. Zie bij Julius Caesar.
  6. Dat de Bataven in de Betuwe zouden wonen wordt door Tacitus nergens genoemd. Als je dat beweert, moet je het ook bewijzen. Het is nog steeds slechts een aangenomen opvatting, een hypothese dus.
  7. Overigens noemt Tacitus (en andere Romeinse schrijvers) nergens de huidige Nederlandse plaats- streek- of riviernamen. Het zijn evenzoveel hypothesen of nog te bewijzen opvattingen.
  8. Bataven en Betuwe zijn etymologisch of toponymisch niet aan elkaar verwant. Zij hebben een verschillende oorsprong en etymologie. Bataven heeft een relatie met de bevolking (strijdbare mannen), Betuwe komt van 'goede' grond (bet-beter-best) en heeft een opponent in Veluwe (vale-grond). (uwe-juwe-jouw is het bezittelijk voornaamwoord: wat van jou is. (Etymologisch woordenboek, red. M.Philippa).


Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.