De toepassing van de Nederlandse traditie op de Peutingerkaart is onjuist.
De Peutingerkaart is een zeer onvolledige kaart. Het geeft beslist niet alle wegen weer, zelfs niet eens alle hoofdwegen. Wegen tussen belangrijke plaatsen ontbreken, terwijl onbelangrijke wegen er wel op staan. Vergelijk de wegen rond Bavay (8 wegen: afbeelding links) met de wegen rond Bacaconervio (3 wegen: afbeelding rechts) zoals de Peutingerkaart deze weergeeft. Vlak boven Bavay ligt Noviomagi dat Nijmegen zou zijn?
De Peutingerkaart ofwel de Tabula Peutingeriana.
De Peutingerkaart (Tabula Peutingeriana) leek de traditionele opvattingen te bevestigen en er werd aangenomen dat Nijmegen het daarop vermelde Noviomagus zou zijn.
Er is geen enkel argument die deze opvatting bewijst. Daartegenover staan meerdere bewijzen dat het genoemde Noviomagus juist niet Nijmegen was.
Uit alle details op de Peutingerkaart blijkt dat de toepassing van die smalle strook langs de Renus geen betrekking heeft op Nederland.
Valkenburg (Zuid-Holland) is de meest onderzochte Romeinse plaats in Nederland. Uit alle opgravingen vanaf 1928 blijkt Valkenburg allerminst te voldoen aan wat er -gezien het vignet op de Peutingerkaart- verwacht mag worden: een badplaats! Plaatsen met eenzelfde vignet heten allemaal 'Aqua....', zoals Aquae Segeste, Aquas Regias, Aquas Labodes, Aquis Tatelis en nog zo'n 30 andere aqua's.
Vergelijkt men daarnaast de op de Peutingerkaart aangegeven afstand van 2 Romeinse Mijl (is 2x1,48km=2,9 km) tussen Lugdunum (dat men voor Katwijk houdt) en Praetorium Agrippinae (Valkenburg-de Woerd) met de werkelijke afstand die 5,5 km is (zie afbeelding hiernaast) tussen beide Romeinse vindplaatsen, dan komt dat verre van overeen. Het is een afwijking van 54% wat onaanvaardbaar is en waarover door historici in Nederland steeds gezwegen wordt. De Romeinen konden toch echt wel rekenen. Indien men voor Lugdunum 'de Brittenburg' houdt, dan wordt de afwijking in de afstanden zelfs 60%. Vergelijkbare afwijkingen in afstanden komen meer voor op de Peutingerkaart, vandaar de opvatting dat de Peutingerkaart te onbetrouwbaar is om er bewijzen op te baseren. Lees meer over de Peutingerkaart.
Overigens lag Lugdunum volgens de Peutingerkaart een flink stuk van de kust en van de Renus (Rijn?) af en daar voldoen Katwijk of de Brittenburg ook allerminst aan. Het zijn details, maar juist deze details bepalen de 'waarde' en de 'waarheid' van de bewijzen die op de Peutingerkaart gebaseerd zijn.
De opgravingen en aangenomen opvattingen in Valkenburg staan model voor andere Romeinse vindplaatsen. Veel, zo niet alles, is gebaseerd op hypothesen en speculaties. Harde bewijzen zijn er niet. Lees het artikel over de Romeinse Limes.
- De Peutingerkaart zou uit de 4e eeuw stammen. De Romeinen waren toen reeds een eeuw uit Nederland vertrokken. Er moeten heel sterke bewijzen op tafel komen om aan te tonen dat een prijsgegeven gebied dan nog op een Romeinse wegenkaart zou staan.
- Als de wegen in Patavia in Nederland gelegen zouden hebben, staat de noordgrens van het Romeinse Rijk in de 4e eeuw er niet op.
- Als het Noviomagus van de Peutingerkaart Nijmegen is, staat Noyon, een van de 12 Civitates in Gallia, er als enige niet op. Noyon, met een aantoonbare voorgeschiedenis vanaf 100 vóór onze jaartelling, zou er niet op staan en Nijmegen wel? Deze civitates waren ook later de eerste bisdommen in Frankrijk. Nijmegen is nooit een bisschopsstad geweest, Noyon wel. Zie meer hierover bij R.Post.
- Boven de Renus staan verschillende namen van Germaanse volksstammen. Deze volksstammen woonden NOOIT in Nederland, maar in Noord-Frankrijk.
- Nijmegen ligt aan de verkeerde kant van de Patabus, wat traditioneel de Waal zou zijn, maar waar altijd al aan getwijfeld is.
J.E.Bogaers, toch één van de felste verdedigers van de traditionele mythe, maakt er zelf de Maas van, omdat de Waal in zijn opvatting niet kan kloppen. Dat deed voor hem ook A.W.Byvanck al, die van de Renus de Maas maakte. Waar blijf je dan met je zekerheden?
- Nijmegen ligt in werkelijkheid niet in de Betuwe (Patavia) wat de Peutingerkaart wel zo afbeeldt.
- Nijmegen ligt niet in Francia, wat de kaart wel zo afbeeldt. Vlak boven Noviomagus staat het woord Francia. Nijmegen wordt ook wel gehouden voor het Batavodurum of Opidum Batavorum, de hoofdstad van de Bataven. Welk volk bouwt zijn hoofdstad buiten zijn eigen gebied?
- Nijmegen ligt vlak bij allemaal Franse plaatsen, aan wier determinatie niet te twijfelen valt, zoals Bavay, Reims en St.Quentin. Tussen allemaal Franse plaatsen ligt toch zeker niet Nijmegen?
- De afstand van Nijmegen tot de kust over de bovenste weg, waar zelfs nog een afstand ontbreekt, is op de kaart 165 km. In werkelijkheid is dit een kleine 100 km.
- De afstand van Nijmegen tot de kust over de onderste weg bedraagt op de kaart 185 km. Deze weg is in Nederland nooit teruggevonden dus ook niet te controleren.
- De Romeinse wegen in midden-Nederland hebben geen enkele verbinding met een achterland: een zeer ongewone zaak in het Romeinse Rijk. Alleen hierom al, moet de Nederlandse opvatting als onjuist bestempeld worden.
- In de Betuwe is van beide wegen nooit iets teruggevonden, dan wat fragmenten. Maar of dat wegen waren van de Peutingerkaart is onjuist gezien de ligging en de afstanden.
- Van geen enkele Nederlandse plaats op de Peutingerkaart is de determinatie zeker en onomstreden. Van sommige plaatsen hanteeert men meerdere locaties, waarvan Castra Herculis de kroon spant met wel 24 verschillende locaties. Van geen enkele plaats is de etymologie een bewezen zekerheid. En als er al Romeins is gevonden is er zeker geen 'Castra' gevonden.
- Van de onderste weg heeft men zelfs geen enkele plaats kunnen localiseren zonder allerlei onbewezen aannames en kromme redeneringen. Aan die onderste weg ligt het unieke Tablis, dat met zekerheid het Franse Etaples is.
- Geen enkele van de Nederlandse plaatsen die men gelijkstelt met de plaatsen in Patavia, ligt in werkelijkheid in de Betuwe, wat de kaart wel zo afbeeldt.
- Aan de vier wegen vanaf Noviomagus zijn 29 plaatsen genoemd. Met slechts een stuk of tien, waarover veel verschillende opvattingen bestaan, probeert men aan te tonen dat dit gedeelte van de kaart op Nederland en Duitsland betrekking heeft. Overigens zijn die wegen in of bij Nijmegen nooit gevonden.
- De afstanden van beide wegen van Nijmegen naar Keulen hebben een teveel aan kilometers. De onderste weg geeft een totaal van 252 km., de bovenste weg, waar zelfs nog een afstand ontbreekt, een totaal van 206 km. Dat terwijl de afstand van Nijmegen naar Keulen ca. 150 km bedraagt.
- Colonia Trajana en Veteribus, waar de kaart een afstand geeft van 40 mijl is ruim 80 km., legt men beide te Xanten. Het wordt een schrijffout op de kaart genoemd.
- Lugdunum ligt een eind van de kust en kan dus nooit Leiden, Katwijk of de Brittenburg, pal aan de kust, geweest zijn. En woonden in de Nederlandse opvattingen aan de kust niet de Canninefaten?
- In een aantal Nederlandse plaatsen die z.g. op de Peutingerkaart zouden staan, is overigens nooit enig Romeins van betekenis gevonden, laat staan een castellum!
- De vignetten (badplaats, castra) op de kaart komen niet overeen met de gevonden nederzettingen.
- Belangrijke plaatsen waar veel Romeins is gevonden, zoals Maastricht, Utrecht, Elst, Rhenen, Houten, Vleuten, Aardenburg, Bodegraven, Domburg, de Brittenburg, Velsen, staan niet op de Peutingerkaart. Een verklaring geven de historici daarvoor niet.
- De Caninefaten en Friezen, geografisch nauw verwant met de Bataven, staan niet op de kaart.
- België, waar heel wat meer Romeins is gevonden dan in midden Nederland, staat er al helemaal niet op. Dit is altijd al een groot probleem geweest bij de interpretaties van deze wegenkaart. Dat kan men niet zomaar wegwuiven alsof er niets aan de hand is.
- Boven de Batavia zijn niet de Friezen afgebeeld, maar volkeren die (volgens de traditie) in Duitsland woonden, maar in werkelijkheid in Noord-Frankrijk (zie bij Germania) verbleven.
- Tegenover de Patavia ligt onmiskenbaar Kent in Engeland. Dat klopt aangezien Caesar vanuit de het land van de Bataven overstak naar Engeland. Dat land van de Bataven lag dus in Noord-Frankrijk.
- Dat Nijmegen en de andere Nederlandse plaatsen nog zouden voorkomen op een Romeinse wegenkaart uit de 4e eeuw is nooit aannemelijk gemaakt, dus een complete farce.
- De hele kaart is sterk vertekend. Wegen die op de kaart horizontaal (oost-west?) lopen, lopen soms in werkelijkheid noord-zuid. Alleen de Betuwe zou de enige niet-vertekende landstreek zijn. De langerekte en smalle afbeelding komt ogenschijnlijk overeen met de Betuwe, maar de verhouding met andere landsstreken op de kaart is geheel onjuist. De Patavia komt qua omvang en oppervlakte overeen met een gebied als half Italië, niet met de Betuwe.
- Van de eerste determinatie met plaatsen als Leiden, Dordrecht, Rotterdam en Nijmegen, heeft men (ook foutief) alleen Nijmegen gehandhaafd.
- De nieuwste opvattingen van Kreijns, Bruijnesteijn, Rozemeyer, Wijffels en Kirk leveren even zovele afwijkingen van de traditionele opvattingen op. Hoe zeker zijn die traditionele opvattingen nog, waarover ook altijd discussie is blijven bestaan?
- De Peutingerkaart is een kaart uit de 4e eeuw. De eenmaal prijsgegeven gebieden in Nederland en Duitsland (rond 260 n.Chr) werden niet meer bij het Romeinse rijk gerekend. Dan moeten er sterke argumenten komen, waarom de Romeinen een prijsgegeven gebied nog steeds tot het Romeinse Rijk zouden blijven rekenen en zouden blijven afbeelden op hun wegenkaart. Die argumenten ontbreken tot heden volkomen.
- De klassieke schrijvers vermelden tot in de 5e eeuw de plaatsen van de Patavia op de Peutingerkaart onder andere voor de graantranssporten vanuit Engeland naar Italië. De totale afwezigheid van Romeinse relikten in Nederland van na de 2e helft van de 3e eeuw, spreken de aanwezigheid van Romeinen ten stelligste tegen. Met enkele gevonden Romeinse munten, die ook door andere volkeren gebruikt werden, kan geen enkel verblijf van Romeinen aangetoond worden.
- Geheel aanvaardbaar is dat zowel te Nijmegen als te Xanten af en toe vooruitgeschoven posten van de Romeinen hebben bestaan. Het ontbreken te Nijmegen na ca. 250 van een burgerlijke nederzetting en het feit dat de elkaar opvolgende en telkens van plaats wisselende kampementen onderling geen continuïteit vertonen, bewijzen zelfs dat de militaire posten niet eens permanent bezet zijn geweest (wat Dr.W.A. van Es in "De Romeinen in Nederland" ook geschreven heeft zie daar).