De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina.
Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
Naar het overzicht in het kort.

Het Valkhof en de Valkhofburcht.


Dat schiet natuurlijk niet op. Men blijft de leugens en mythen herhalen. Zie afbeelding hiernaast links, afkomstig uit "Bouwkunde architectuurgeschiedenis" (Wolters-Noordhoff 2003). Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Deze kapel is NIET gebouwd in opdracht van Karel de Grote. Die was al 271 jaar geleden overleden. Bovendien is Karel de Grote NOOIT in Nijmegen geweest.

Lees meer over Karel de Grote, over Nijmegen, over Het Valkhof 2000 jaar geschiedenis en over de de Valkhofburcht.

Maar wat erger is! De huidige kapel op het Valkhof is een verbouwing uit de 14de eeuw. Daar lees je te weinig over. In BULLETIN EN NIEUWS-BULLETIN KON. NED. OUDHEIDK. BOND, 1958, Nieuwsbulletin, blz. 86, lezen we over Nijmegen en de St.Nicolaaskapel het volgende: "De restauratie bood gelegenheid tot een onderzoek, waarhij is komen vast te staan, dat deze voorheen "Karolingisch" genoemde kapel geen aanspraak kan maken op deze aanduiding, daar zij eerst tegen het einde van de 11e eeuw gebouwd kan zijn. Uit te voorschijn gekomen balkgaten is voorts gebleken, dat zij oorspronkelijk geen gewelven had doch houten overdekkingen. Pas tegen het einde van de 14e eeuw werden de houten overdekkingen van beide verdiepingen van de omgang vervangen door bakstenen graatgewelven .... Tegen het einde van de 14e eeuw werd tevens het middengedeelte in baksteen verhoogd tot verdedigingstoren. De representieve bovenverdieping was, zeker na de Gotische verbouwingen, via een soort luchtbrug rechtstreeks van het paleis (dat van Frederik Barbarossa! dir.) uit toegankelijk; sporen van de hierbij behorende doorgang zijn teruggevonden aan de noordoostelijke zijde."

Maar ook de ontkenners van het feit dat deze kapel ooit Heidensche Kapel geheten zou hebben, zoals A.van Hooff, worden geloochenstraft, Zie afbeelding 62b hiernaast uit "Het Valkhof te Nijmegen" (uit 1980), waarin als bijlage 1 "Het BronnenbRoek" van Nijmegen is opgenomen.

In Numaga 1963, blz. 30 fulmineert Nijmegenaar J.Br.(inkhoff?) tegen een schrijver, die de juistheid van de naam der Karolingische kapel in twijfel trekt, omdat het bedehuis eerst in de 10e eeuw of 11e eeuw is gebouwd. Br. gaat verder: "want het karakter van de bouw blijft Karolingisch ongeacht de datering." De hier niet bij naam genoemde maar wel bedoelde schrijver was A.Delahaye, die de eindbouw op de 14de eeuw stelde.
Ondanks de bevindingen van Monumentenzorg schijnen de Nijmegenaren maar moeilijk afscheid te kunnen nemen van de naam van de zogenaamde Karolingische kapel. Tegen alle bewijzen in, blijven zij haar Karolingisch noemen, kennelijk uit de overweging, dat zij àl te veel prijsgeven, indien zij dit predikaat laten vallen.
De geschiedenis van Nijmegen is trouwens vol van analoge voorbeelden, waar de magistraat en de bevolking hardnekkig vast zijn blijven houden (dikwijls tot hun schade!) aan vermeende glorie en rechten, die door een nieuwe ontwikkeling volkomen werden achterhaald. Het "Karolingische karakter" (wat is dat precies?) van de kapel zit slechts in de mythen en kan door geen enkel technisch of kunsthistorisch gegeven gesteund worden. Als een te verwaarlozen detail wuift Br. de juiste datering van het bouwwerk weg: deze vraag is toch wel de enige maatstaf om uit te maken, of de kapel al dan niet Karolingisch is. De bewering van Br. is een duidelijk symptoom van de in Nijmegen in bepaalde kringen bestaande tendens, aan het Karolingisch paleis te blijven vasthouden tegen alle aanwijzingen in. Het gezag van Monumentenzorg wordt zonder méér verworpen: want dit raakt aan de glorie van Nijmegen!

Overigens mag het voor zeker worden gehouden, dat de Nijmeegse kapel haar zogenaamde Karolingische kenmerken gekregen heeft dank zij tendentieuse verbouwingen en uitbreidingen, die tot doel hadden haar een pendant te doen lijken van de Karolingische kapel van Aken. Deze tendens kan namelijk in Nijmegen wel heel duidelijk aangewezen worden in de verbouwing van het stadhuis, dat tegen het midden van de 16e eeuw een vrij nauwkeurige kopie van de gevel van het Akense stadhuis kreeg, ofschoon de structuur van het Nijmeegse stadhuis en vooral diens inwendige indeling al heel moeilijk bij deze gevel paste. Vanaf het midden der 16e eeuw streeft Nijmegen naar de gelijkberechtiging met Aken, de ware Karolingische residentie. De "retrospectie" van Nijmegen is niet van vandaag of gisteren ! De op deze gevel geplaatste beelden van 'bekende Nijmegenaren' is een net zo grote mythe. Van geen enkele van deze hier genoemde personen, die gepresenteerd worden als "vorsten en helden uit de Nijmeegse geschiedenis" bestaat bewijs dat die ooit in Nijmegen zijn geweest. Lees meer over deze beelden.



De Kapel op het Valkhof heeft vanouds het patronaat van Sint-Nicolaas. die pas ná 1085 in Westelijk-Europa bekend werd. Als patroon van de schippers, is zijn naam en zijn patronaatschap vanaf 1087 aan veel kerken, vooral in havenplaatsen, in gebruik geraakt. De kapel op het Valkhof kan dan ook niet ouder zijn dan uit 1085, hoewel men het in Nijmegen graag op 1030 houdt (opvatting sinds J.J.F.W.van Agt dat stelde). Hoewel Nicolaas als heilige wordt beschouwd, vandaar het 'Sint', is hij niet overleden vanwege het geloof. Wel zijn aan hem vele wonderen en nog meer wonderlijke verhalen toegeschreven en is hij patroon van veel deugden en beroepen, zoals van zeelui, advocaten, bakkers, kalkbranders, wevers, dieven, moordenaars, rechters, geldhandelaars, hoeren, geliefden, maagden, scholieren, studenten, houtzagers, bergbewoners, kinderen, kleermakers, kuipers, marskramers, pelgrims, reizigers, schrijvers, slagers, ververs, korenhandelaars, vissers, schippers en herbergiers (zie afbeelding hiernaast). En dan te bedenken dat hij van origine niet eens een echte martelaar was, zo een die omwille van het geloof was gestorven. En dan zoveel patronaten? Nicolaas stamde uit de tijd van het al tamelijk gevestigde christendom, dus al te moeilijk -met vervolging e.d.- heeft hij het niet gehad. Die wonderlijke verhalen vormen nog steeds de basis van het 'Sinterklaasfeest' zoals wij dat kennen van de kindervriend, met strooigoed en geschenken.

Het verhaal van Orderic Vitalis die het als eerste op schrift stelde, bevat de nodige onmogelijkheden en verzinsels. Het graf van Sint-Nicolaas is totaal onbekend. De opgravingen die momenteel plaats vinden, zijn slechts bedoeld zijn om meer toeristen naar Myra of in Bari te krijgen. Het gaat wel vaker zo met heiligen en begraafplaatsen, zoals met St.Willibrord in Echternach en de moord op Bonifatius in Dokkum. Leuk bedacht, maar historisch volkomen misplaatst.




Is de Gemeente Nijmegen werkelijk schandalig nonchalant met het Cultureel Erfgoed?
Of weet men op het Gemeentehuis beter dan de 'historici' wat het werkelijke Cultureel en Historisch Erfgoed is?


De kapel op het Valkhof geeft de ware geschiedenis van Nijmegen aan. Gebouwd ná 1087, aanvankelijk 'heidense' en 'Karolingische' kapel genoemd, hanteert men heden de naam Ottoonse kapel. De kapel is gebouwd uit ''rommelstenen', zeer slordig gemetseld, een keizer onwaardig. Men heeft de kapel gebouwd met puin dat men overal in Nijmegen vond, zelfs Romeinse dakpannen (foto 2 v.links) zijn erin verwerkt. Op de 4de foto is een zakhorloge erin verwerkt. Zie de foto's hieronder. (Klik op de foto voor een vergroting).


In het artikel over de plannen tot herbouw van de Valkhofburcht staan enkele storende fouten waaruit blijkt dat de opstellers van dit plan geen weet hebben van de werkelijke geschiedenis van deze burcht.
  • De burcht is geen voorzetting van 'iets' (?) van Karel de Grote. Die is immers nooit in Nijmegen geweest.
  • De St.Nicolaas kapel en Barbarossa-ruïne zijn geen resten van de nooit bestaande burcht van Karel de Grote.
  • De St.Nicolaas kapel stamt uit het einde van de 11de eeuw.
  • De Barbarossa-ruïne stamt uit ca.1155 en werd gebouwd in opdracht van Frederik Barbarossa en draag derhalve zijn naam.


  • De tekst "Karel" blijkt van ene heer Hoogveld te zijn (zie rechts daarnaast de ingezonden brief van F.J.C.Schimmel (Klik op de (kleinere) knipsels voor een vergroting). Nu kennen we de heer H.A.W.Hoogveld, samen met prof.R.Post en F.Gorissen, als felle verdedigers van Karolingisch Nijmegen. Maar met bewijzen van zijn gelijk komt hij niet, slechts boute ontkenningen van de visie van Delahaye. Misschien is de Muscadet hem naar het hoofd gestegen? Zo beweerde Hoogveld dat "de teksten in de bello Gallico van Julius Caesar over de loop van de grote rivieren Rijn, Maas en Waal, een van de meest omstreden teksten is". Dat was een zeer juiste zienswijze van Hoogveld en was ook meteen een toegegeven bevestiging van het gelijk van Albert Delahaye. Het is dan ook onbegrijpelijk dat Hoogveld zich in het begin zo fel verzet heeft tegen de opvattingen van Delahaye, waarvan hij nota bene het belangrijkste uitgangspunt onderschrijft, namelijk dat de geschreven bronnen niet passen op Nederland.
    "Terwijl in zuidelijker streken zoals Frankrijk, Wallonië en Zuid-Limburg de resten van talrijke Romeinse villae zijn gevonden, missen wij deze nagenoeg geheel in het noordelijker deel van het door de Romeinen bezette gebied. De resten van de villa, die bij de Plasmolen zijn gevonden en die van een villa onder Overasselt zijn dan ook te méér merkwaardig. Zelfs als het een landbouwbedrijf zou zijn geweest, dan nog kan men het maar een schamele bedoening noemen", schrijft Hoogveld in Numaga XI. Waarom is hij zo fel tegen Delahaye, terwijl hij hem keer op keer gelijk geeft? Zijn felheid zal wel voortkomen uit het feit 'als Delahaye gelijk heeft, zijn al zijn publicaties en boekjes fout'.

    Het Keizer Karelsbeeld op het Keizer Karelplein moet er ook zeker blijven staan. Als is het maar als herinnering aan de ondeskundigheid van Historische Nijmegen, inclusief de Universiteit die niet zijn naam kreeg, maar die van een discutabele en misdadige bisschop. Maar ook dat weet men in Nijmegen niet. Ken je geschiedenis Nijmegen!


    Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

    Terug naar de beginpagina.
    Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
    Naar het overzicht in het kort.