Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Wat zijn dat nu weer? ![]() "Noormannen die als piraten rondtrokken zijn Vikingen" Hoe verzin je dit? Blijkbaar kwamen niet alle Vikingen uit het noorden, er waren ook Friezen onder hen. Een andere opmerking van Van der Tuuk in zijn boek (p.15). Leuk bedacht, maar komplete onzin. Bewijs dit eerst voordat je zoiets schrijft! Het in Nederland nooit terugevonden Witla, is een juiste opmerking van Van der Tuuk. Het lag immers in Frans-Vlaanderen, aan de kust waar je de overkant kunt zien. En waar dat is, hoef ik hem natuurlijk niet te vertellen. Ik ga er wel vanuit dat hij een atlas heeft en weet waar de Kanaaltunnel ligt. Het wordt toch stilaan eens tijd dat mensen die zich serieus met geschiedenis willen bezig houden, dan ook eens serieus worden en eens gaan nadenken over logica en samenhang. Als alle bronnen over Noormannen (waarin nooit het woord 'Vikingen' voorkomt) uit Frankrijk stammen, plaats dan ook de beschreven geschiedenis daar. Zeker als er woorden in voorkomen als 'de onzen' en 'nabij gelegen'. Het is toch verre van logisch dat deze schrijvers (veelal in kloosters 'opgesloten' monniken) over de geschiedenis van een ver land geschreven zouden hebben en die van hun eigen streek onbeschreven zouden hebben gelaten. Zie verder bij Noormannen. |
In zijn boek over de Vikingen gaat Luit van der Tuuk uit van het bestaan van een koninklijke palts in Nijmegen. Dit uitgangspunt is een nooit bewezen en ondertussen ook een achterhaalde opvatting. Dat paleis heeft in Nijmegen nooit bestaan, wat niet alleen tekstueel is aangetoond, maar ook de archeologie toont dit hiaat. En als het belangrijkste uitgangspunt onjuist is, zijn alle afleidingen even onjuist. Het zet het hele verdere betoog in dit boek op losse schroeven. Bovendien heeft de archeologie glashelder aangetoond dat de Noormannen (om de juiste benaming te gebruiken) nooit ergens in Nederland geplunderd hebben. Dan houdt het hele verhaal definitief op. De Vikingen (2015). Zijn Vikingen Noormannen in de Lage Landen, zoals uit de titel van dit boek zou blijken? Niet precies blijkt op p.12. Over het verschil tussen Noormannen en Vikingen is Van der Tuuk in dit boek dan eindelijk wel duidelijk, maar helaas is het komplete onzin. Op p. 12 schrijft hij dat "Noormannen die als piraten rondtrokken zijn Vikingen". Volslagen onzin natuurlijk en van die onzin staat er nog veel meer in dit boek, zoals over de 'amateur-Vikingen'. Die gingen alleen in de zomer op strooptocht (p91). 'Zeenomaden' noemt hij hen. Hoe weet Van der Tuuk dat ze alleen in de zomer op strooptocht gingen? Hielden de Vikingen een agenda en kalender er op na? Lijkt me een typisch voorbeeld van fantasie en fabelogie, zoals er wel meer in dit boek voorkomt. Overigens erkent Van der Tuuk soms wel dat er twijfel bestaat over enkele opvattingen in zijn boek over de 'Noormannen in de Lage Landen' uit 2008, in herdruk uitgegeven als 'Vikingen' met Noormannen in de Lage landen als ondertitel (2015). Dit boek dus. Op p.28 schrijft hij het volgende: "Schriftelijke berichten kunnen we hier en daar aanvullen met archeologische gegevens. Die kunnen overigens in onze streken maar zelden met zekerheid op de Noormannen zelf worden teruggevoerd. Voorwerpen van Scandinavische herkomt kunnen evengoed van een plaatselijke bewoner zijn geweest en verkregen door bijvoorbeeld handel". Waar 'hier en daar' zijn, kan men slechts raden. En 'zelden met zekerheid' betekent niets meer of minder dan 'nooit'. Na deze twee zinnen die ik zie als een bekentenis, houdt elke discussie toch op? Maar er is nog meer twijfel in dit boek te lezen. op strooptocht Ik kan Van der Tuuk dan ook slechts aanraden eerst eens met de zaken waarover twijfel bestaat te beginnen. Als hij daar hulp bij nodig heeft, kan hij altijd contact met me opnemen. Was het klassieke Frisia ons Friesland of die strook langs de kust? Het Frisia dat regelmatig genoemd wordt in dit boek zou de strook langs de kust van de Lage Landen zijn vanaf Denemarken tot in Vlaanderen. Dat die strook doorloopt tot Frans-Vlaanderen moet bij Van der Tuuk niet onbekend zijn, aangezien hij de Franse Aa als grens noemt. Het is zoals hij schrijft in elk geval niet het huidige Friesland, maar soms toch ook weer wel. In zijn boek spelen de plaatsen Dorestad, Medemblik, Nijmegen, Utrecht, Antwerpen, Deventer, Tiel, Asselt en het Kennemerland (St.Adelbertus) een doorslaggevende rol. Echter van geen van deze plaatsen is ooit bewezen dat de aan die plaats toegewezen geschiedenis er ook werkelijk heeft plaats gevonden. Dat de Noormannen (door Van der Tuuk soms Vikingen genoemd, andere keren weer Denen) er geplunderd zouden hebben is een nooit bewezen opvatting, zowel tekstueel als archeologisch niet. Van Nijmegen is ondertussen wel een vaststaand feit dat er nooit een Karolingische palts heeft bestaan. Van Utrecht en Antwerpen is archeologisch vastgesteld dat deze plaatsen ten tijde van de Noormannen (8e en 9e eeuw) niet bestonden. In Asselt is bij een hernieuwde studie in 2017 vastgesteld dat er niets uit de tijd van de Noormannen is gevonden. Deze mythe kan dan ook uit de geschiedenis worden gescharpt. In Kennemerland zijn de Noormannen ook al nooit geweest. De mythen van St.Adelbert en St.Jeroen berusten op vrome legenden. Deventer en Tiel komen pas in de 10e eeuw in de bronnen voor, dus na de tijd van de Noormannen. Bovendien zijn deze namen nergens te vinden in de klassieke bronnen waarin dan wel Taventria en Tilia genoemd worden, maar waarvan nooit bewezen is dat het om Deventer en Tiel zou gaan. Het zijn Desvres en Tilques in Frans-Vlaanderen. Ook anderen dan Albert Delahaye hebben de mythen van deze plaatsen al vastgesteld. Dorestadum, ca 650 door de Ravennas in verband met de Friezen aan de Monding van de Renus genoemd, kan derhalve niet Wijk bij Duurstede geweest zijn. De opgravingen alhier hebben slechts materiaal van drie eeuwen later opgeleverd. Het eveneens aangetroffen "Karolingisch" materiaal bevond zich in een veel jongere stratigrafische context, evenals te Domburg en op Walcheren, waar evenmin een "Karolingische" nederzetting is geweest, al blijkt de fabel van een "groot Karolingisch handelscentrum" te Domburg ook zo taai te zijn als de zwarte kat met zeven levens. (tekst 276 WKO2). Medemblik. En Medemblik? Medemblik en Dorestad kregen door de Friezen welvarende markten. Voor Medemblik dat Medemelaca zou zijn kan verwezen worden naar M.Gysseling , die alleen kopieën van akten noemt uit de 9e tot 12e eeuw en D.P.Blok noemt een kopie uit de 11e eeuw als oudste bron en een bron uit 1559, niet met verwijzing naar de plaats, maar naar een waterloop (kopie 2e helft 13e eeuw). Van die waterloop vermeldt hij overigens 'ligging onbekend'. Van Berkel en Samplonius vermelden van Medemolaca als oudste bron een kopie uit de 11e eeuw en van Medenblec een kopie uit 1118, eveneens met verwijzing naar een (medeme=middelste) waterloop (laca=leek/beek) en niet naar de plaats. Deze leek werd aan de mond afgesloten door een dam bij Medemblik. Medemolaca, genoemd in de goederenlijst uit 870 van het bisdom Traiectum, wordt door Blok dan wel als Medemblik opgevat, maar wat niet kan omdat deze plaats toen nog niet bestond maar onder het water lag. Duinkerke 2 transgressie! De naam verwijst naar het uiterst zuidelijke deel van het Almere, wat in Nederland al niet kan waar men het IJsselmeer voor het Almere houdt. In Frans-Vlaanderen werden na de verlanding twee kanalen aangelegd om de molens van Arques en St.-Omaars te voeden. "Molaca" betekent "molenwater". De wateren heetten later: Haute Meldick, Basse Meldick en Petite Meldick. "Mede" betekent hier weide en niet 'midden'. In hetzelfde verband wordt de Winwarfliet genoemd, doch deze laatste naam slaat Blok maar over. Over Medemblik kunnen we nog verwijzen naar Archeobrief van 1 mrt. 2005 p.14-20. Laat U overtuigen! ![]() Kennemerland en St.Adelbertus bestaat uit een vrome legende. In het lijvige boek "Geschiedenis van Alkmaar" (ISBN 978-90-400-8370-9, Uitgeverij Waanders Zwolle, 2007) wordt Adelbert dan wel als prediker genoemd, maar hij is zowel archeologisch als tekstueel niet aantoonbaar. Drs.W.A. Fasel, archivaris in Alkmaar, schreef een boekje over de mythe van St. Adelbert. Lees meer over St.Adelbert. Hierin ontkracht hij de geschiedenis die St. Adelbert aan de omgeving van Egmond verbindt en komt met bewijzen voor een heel andere gang van zaken. In Egmond is archeologisch nooit iets uit de achtste eeuw aangetroffen. Het klooster van Egmond stamt uit de 12e eeuw, dat is 4 eeuwen later. Aan een sterke Adelbert traditie in en rond Alkmaar, die steevast dient ter bevestiging van andere mythen in Noord-Holland, kan sterk getwijfeld worden. In de St.Laurentiuskerk van Alkmaar waren 18 altaren, waarvan er niet één aan St.Adelbert gewijd was. Van de 77 Alkmaarders die in 1116 een overeenkomst bezworen op de relieken van St.Adelbert en van wie de namen op een oorkonde bewaard zijn gebleven, heette er geen één Adelbert! Hoezo een sterke Adelbert traditie en verering in Alkmaar? Alkmaar en omgeving was in de tijd van St.Adelbert onbewoonbaar. Pas in de 11e eeuw werd de bodem na de bedijkingen bewoonbaar. Dat Alkmaar in de tijd van Adelbert bestaan zou hebben is hiermee uitgesloten. Dat wordt ook bevestigd door de kaartjes (op p.15 van het hiervoor genoemde boek) waarop te zien is dat Noord-Holland in de 8e en 9e eeuw één groot veen- en moerasgebied was. Verder is de oudste vermelding van (vermoedelijk) Alkmaar uit 1116. De oudste bewoningsresten stammen uit de tiende eeuw, waarbij niet op te maken is of het uit het begin of het einde van die eeuw stamt (p.20). Opmerkelijk is dat de bewoningsresten niet groter waren dan enkele geïsoleerde boerderijen (p.18). De rest van de geschiedenis van Alkmaar is van in en na de 12e eeuw, dus doet hier weinig ter zake, waarbij wel enkele zaken de ontstane verwarring hebben vergroot. Van Vikingen in Alkmaar en omgeving is nooit sprake geweest. Walcheren: welk Walcheren? Er bestaan/bestonden meerdere gebieden met de naam 'Walcheren". Ook hier zijn de deplacements historiques (zie daar) debet aan. In Zeeland, eerste vermelding uit 12e eeuw, bij Brugge, eerste vermelding 11e eeuw, of in Frans-Vlaanderen, vermelding uit de 8e eeuw (Walicrum=Warcove). Van der Tuuk maakt er meteen maar een bestuurlijke gouw van (in navolging van D.P.Blok? hoewel hij er niet naar verwijst), wat nergens uit blijkt. Walcheren blijkt een drietaps locatie te zijn! Van het hele rijtje plaatsnamen blijft slechts Dorestad over. En daarover is al zoveel geschreven dat een verwjzing naar Dorestad voldoende moet zijn. Van Dorestad geeft Blok de hele lijst met akten met als betekenis van het keltische 'dworest' deur, poort of vesting. Van Berkel vermeldt Dorestad niet als afzonderlijke attestatie, maar noemt het onder Wijk bij Duurstede met als oudste vermelding een kopie uit de 11e eeuw. Hij vermeldt nog dat "de naam Dorestad meestal wordt gezien als voorgermaans, maar een overtuigende verklaring ontbreekt". Je kunt over veel details in dit boek vele artikelen schrijven en hele studie opzetten, maar van de meeste is dat reeds gedaan door Albert Delahaye. Ik raad Van der Tuuk daarom aan eerste die boeken van Delahaye eens te gaan lezen. Heeft hij die boeken niet? Hij kan ze bij mij bestellen (zie bij bestellen), net zo als ik zijn boeken koop om te lezen wat hij schrijft en vooral welke bewijzen hij daarvoor aanvoert. En dan is 'Renus=Rijn' geen bewijs. Dat moet eerst eens bewezen worden aan de hand van de klassieke teksten. Begin bijvoorbeeld eens met de Bello Gallico van Julius Caesar (zie daar). Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf! |
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |