Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Het jaar 117. Sporen van Trajanus en Hadrianus in de Lage Landen.




De visie van Albert Delahaye.
Trajanus, is in 97 stadhouder van Germania Superior, in 98 keizer en is in 99 naar Rome vertrokken en niet meer in Germania teruggekeerd. Hij heeft dus niet alle Germanen overwonnen. De stadhouder in Germania Superior had geen zeggenschap in Germania Inferior waar Nederland bij gehoord zou hebben. Dat hij in 105 Ulpia Noviomagus zou hebben gesticht is een mythe. Op dat moment was Trajanus in Dacië waar hij enkele veldslagen voerde. Volgens Zozimus (Historia Nova, VI-2) was Boulogne-sur-Mer de hoofdstad van Germania Inferior.
Col. Traiana is Tressin, op 9 km zuid-oost van Rijssel en op 7 km van Bourghelles. De huidige naam is afgeleid van de " Legio Tricesima Ulpia" , het 30e legioen dat er onder Trajanus vast garnizoen had.
Forum Adriani, welke naam afgeleid is van keizer Hadrianus, die daar zijn expeditie naar Engeland voorbereidde, welke plaats door de Peutinger-kaart in de Patavia wordt gezet, is Hardinghem, op 8 km oost van Marquise. Dat Hadrianus vanuit de Betuwe zijn overtocht naar Engeland zou voorbereiden, waar hij in het verre noorden de muur van Hadrianus liet bouwen, is een farce.
De "Muur van Hadrianus" heeft deze keizer in de jaren 122 tot 128 tussen Carlisle en Newcastle in het noorden van Engeland laten bouwen voor de verdediging van Engeland tegen de Schotten. Delen ervan zijn bewaard gebleven.


Wat meteen opvalt is dat in de namen van de naar hen genoemde steden een aantal storende 'spellingsfouten' zitten. De keizer heette Ulpius Trajanus of Traianus, de plaatsnaamen luidden Colonia Ulpia Traiana (wat Xanten zou zijn) en Ulpia Noviomagus (wat Nijmegen zou zijn). De keizer heette Hadrianus, waarom heet de plaatsnaam dan Foro Adriani op de Peutingerkaart en niet Forum Hadriani zoals Buijtendorp het categorisch noemt. Immers het enige bewijs van die plaatsnaam blijkt de Peutingerkaart te zijn. En dat is een falsum (zie daar). Waar is dan de -H-? gebleven? Bij de tempel van Hadrianus in Athene wordt Hadrianus met een -H- geschreven. De Muur van Hardianus, de villa van Hadrianus in Rome, de vita Hardriani, zelfs de munten van Hadrianus en de zuil waarop Hadrianus genoemd wordt, worden steeds met een -H- geschreven. Waarom zou dan de plaatsnaam Foro Adriani zonder -H- geschreven dan van Hadrianus zijn? Het verschil is maar één lettertje, maar toch.....
Er is meer: het latijnse woord Forum betekent markt. Het was dus niet de stichting van een stad, wat er doorgaans van gemaakt wordt, maar het was een marktplaats. Hoe bijzonder was dat? Welk dorp of stad had geen markt? Op de Peutingerkaart staan wel 27 plaatsen die foro heten. En Ulpia Traiana? Waarom niet Ulpius Traianus op -us- zoals bij Ulpia Noviomagus? Was het de stad van Traianus of de stad van de familie Ulpius? En hoe belangrijk was die familie Ulpius waarvan geen enkele plaats op de Peutingerkaart die naam droeg?

Nu we het toch over de Peutingerkaart hebben: zowel de afstand van Nijmegen tot Cuijk als die van Nijmegen tot Xanten zijn onjuist. Nijmegen-Cuijk is 3 mijl (=6,6 km) terwijl de werkelijke afstand ruim 13 km is. Nijmegen-Xanten is 21 mijl (=46 km), terwijl de werkelijke kortste afstand 52 km is. De werkelijke afstand is dus groter dan op de Peutingerkaart. En dit zijn geen uitzonderingen, vandaar het predikaat falsum

Duidelijk is wel hoe de mythe rondom Foro Adriani tot stand kwam. Tussen 1827 en 1834 was het C.J.C. Reuvens die het dacht, J.H. Holwerda ontkende het, maar J.E. Bogaers wist het zeker. Behalve de loutere bewering van Reuvens is er geen enkele aanwijzing dat de vondsten bij Arentsburg inderdaad met het Foro Adriani te maken hebben.
Ook Tom Buijtendorp kan geen enkel bewijs leveren.
Het is een mythe!

Opvallend is ook dat zowel Xanten als Nijmegen nadien geen bisdom geworden zijn, wat wel gebruikelijk was met steden die Romeinse civitates waren geweest. Het geeft een van de oorzaken aan hoe Duitse historici ertoe kwamen om Nijmegen toch tot een bisschopsstad te promoveren. Een begrijpelijke vergissing die zeer ingrijpende gevolgen bleek te hebben.

Het boek over het jaar 117 van Tom Buijtendorp is erg interessante lectuur. Het is vlot geschreven, met veel wetenswaardigheden en uitweidingen wat allemaal erg overtuigend overkomt. Zeker bij de onafhankelijke lezer.
Uit het hele verhaal blijkt dat Buijtendorp alle bekende bronnen heeft geraadpleegd en zelfs heeft nageplozen. Alles is soms zo in detail beschreven, dat je de achtergrond van dit boek uit het oog dreigt te verliezen. Immers waar gaat het om? Zijn er in de Lage Landen sporen te vinden van Traianus en Hadrianus? Blijkt uit harde bewijzen dat deze keizers inderdaad beiden in Nederland verbleven en hier naar hen genoemde steden zouden hebben gesticht?

Een ding is wel duidelijk als men dit boek leest, zelfs grondig bestudeert: voor de altijd aangenomen opvattingen wordt geen enkel concreet bewijs gegeven. Het boek maakt pijnlijk duidelijk dat veel van de traditionele opvattingen gebaseerd zijn op aangenomen veronderstellingen.


"Helaas hebben ze niet als bewijs hun naam in de muur gekrast", schrijft Buijtendorp als excuus. De vraag die ook opkomt is "Wat verstaat Buijtendorp onder de Lage Landen?". Uit een ander boek van hem (Caesar in de Lage Landen (zie daar), blijkt dat hij daaronder 'het zuidelijk deel van de Benelux en aangrenzende stukken in Noord-Frankrijk en het westen van Duitsland' verstaat. Maar horen deze gebieden bij laag Nederland, wat normaal onder 'Les Pays Bas' ofwel 'de Lage Landen' wordt begrepen? Horen de Ardennen in België en Noord-Frankrijk bij de Lage Landen? Horen Trier, de Vogezen en de Eiffel bij de Lage Landen?
Als je Lage Landen zo omvangrijk maakt, zal Buijtendorp wel eens ergens een beetje gelijk kunnen hebben. Dat Trajanus wel eens ergens in 'de Lage Landen van Buijtendorp' is geweest zal zeker waar zijn. Hij was immers stadhouder van Germania Superior. Maar was hij ook in 'Les Pays Bas' ofwel in Nederland?

Er is geen enkel strikt bewijs dat Trajanus of Hadrianus in Nederland zijn geweest. Er is ook geen enkel bewijs dat zij hier de steden Noviomagus en Forum Hadriani hebben gesticht. Er is ook geen bewijs dat zij hun naam aan die steden in de uithoek van hun rijk hebben gegeven. Die bewijzen zijn er niet, anders had Buijtendorp die zeker in dik gedrukte letters genoemd en dan waren die bevindingen ook in het verleden zeker ook door J.Bogaers of A.Byvanck genoemd in een van hun boeken.

Wat daarbij komt is dat de informatie over beide keizers in dit boek onvolledig is. Ze worden hier omschreven als goede keizers en degelijke veldheren. Maar dat waren ze alleen door meedogenloos te moorden en te plunderen. We noemen de veldtochten van Trajanus in Dacië, waarbij hele volkstammen werden uitgemoord en het land werd uitgebuit. Daarmee kon Trajanus zijn oorlogen financieren. Ook de muur van Hadrianus dienden maar één doel. De vijand onderdrukken (in dit geval de Picten) en waar nodig uitmoorden.
Ook hebben beide keizers de marteldood van enkele pausen op hun geweten. Onder Trajanus werd paus Clemens gemarteld en gedood, onder Hadrianus paus Quirinus, die overigens Romeins tribuun was. En naast de pausen hoeveel Christenen die niet de geschiedenis hebben gehaald hebben zij ook laten martelen en vermoorden? Maar daarover lees je in het boek van Buijtendorp niets. Waar keizer Nero om bekend staat, deden beide keizers Trajanus en Hadrianus dus ook.

Waar zijn de bewijzen?
Ga je in dit boek op zoek naar feitelijke bewijzen dat Trajanus en Hadrianus werkelijk in Nederland zijn geweest en hier steden hebben gesticht, dan is het lang zoeken en vind je slechts deducties uit deducties, ofwel aannamen uit veronderstellingen.
En dat weet Buijtendorp ook heel goed, aangezien hij te vaak zijn twijfel over zijn eigen betoog uit, ook al is Ruurd Halbertsma nog zo vol bewondering over dit boek. "Buijtendorps boek verbindt op voorbeeldige wijze de antieke geschreven bronnen met de meest recente archeologische inzichten", schrijft Halbertsma. Maar ja, Halbertsma (zoon van Herre Halbertsma (zie daar) meent nog steeds dat er Bataven in de Betuwe woonden en de Fresones in Friesland en daar Bonifatius vermoord hebben. Elk geloof mag van mij, maar geloof is nog geen waarheid en zeker geen wetenschap.

Het kan zeker niet ontkend worden dat Buijtendorp dat voorbeeldig doet, dat verbinden, al kun je vragen stellen over 'wijze waarop' Buijtendorp dat doet. Verbinden is immers 'de manier waarop zaken aan elkaar gemaakt worden, hier aan elkaar gepraat worden'. En dat doet Buijtendorp voorbeeldig, ofwel dat zou dan ook navolging behoeven als je Halbertsma moet geloven.
Voor de archeologische inzichten verwijs ik graag naar de Archeologie in Nederland en Archeologie Magazine. Daar is het nodige op af te dingen, of zoals Buijtendorp zelf ook schrijft: "De confrontatie met het soms zeer weinige dat over is, helpt de lezer in het oog te houden dat de archeologie zelden zekerheden biedt en vooral vermoedens, met ruime gradaties in de waarschijnlijkheid".
Over de antieke geschreven bronnen kunnen we opmerken dat daar ook andere opvattingen over bestaan. Het zijn immers in het Latijn of Grieks geschreven bronnen en het vertalen daarvan is interpreteren. En van al die bronnen bestaan slechts kopieën. Waarom spreekt men soms van een kopieerfout? Gebruikt men dat niet om een opvatting passend te maken?

En dan komen we vanzelf bij de kern van de zaak.
Waren deze keizers aanwezig in ons land en stichtten zij de steden die hun naam droegen? Het antwoord daarop is lang zoeken in dit boek, maar een feitelijk bewijs daarvoor, zoals al genoemd, wordt niet gegeven. Het zijn aannamen ofwel onbewezen opvattingen van Tom Buijtendorp (en alle traditionalisten). Ooit in een ver verleden heeft iemand deze hypothese eens gesteld (Reuvens?) en nadien is dat als een waarheid opgevat en door alle historici als een zekerheid aangenomen. De term van Van Buchum 'argumentum ex silencio' is hier zeker van toepassing. Dat betekent niet meer of minder dat bij gebrek aan tegenspraak het argument waar zou kunnen zijn. De Nederlandse vertaling van argumentum ex silencio is: wie zwijgt stemt toe, ofwel zonder tegenspraak wordt het voortaan als vaststaande waarheid gehanteerd. Men is alleen 'vergeten' een bewijs voor die opvattingen te zoeken. En als ook Buijtendorp met zijn vele uitweidingen en het napluizen van al die genoemde bronnen die bewijzen niet kan vinden, dan zijn die er ook niet!

Dan kun je nog zo'n mooi verhaal ophangen, met veronderstellingen en veel mogelijkheden en nog meer waarschijnlijkheden, maar als harde bewijzen uitblijven vervalt het hele betoog. Gelukkig voor de lezer weet Buijtendorp dat zelf en is wel zo eerlijk dat hij dat ook zelf toegeeft. Opmerkingen als 'hoewel niet zeker' of 'voor zover bekend' of 'algemeen wordt aangenomen' of 'het is daarmee niet gezegd dat' of al met al is het niet meer dan een theoretische mogelijkheid zijn wel duidelijk genoeg. Waar blijf je dan met je verhaal? Ik heb me ook regelmatig afgevraagd "wat bewijs je daar nu mee?" Om een voorbeeld te geven: Wat bewijs je met munten? Wat met een gedenksteen of een inscriptie? Is de erop vermelde plaatsnaam per definitie de naam van de vindplaats? Een in Nijmegen gevonden gedenksteen van een Moriniër uit Terwaan toont het tegendeel al aan, net als gedenkstenen van Bataven die in Rome en het hele Romeinse Rijk gevonden zijn! Het beste voorbeeld is de gedenksteen van een Bataaf gevonden in Pfünz waarvan Nijmegen een gipsen afgietsel bezit en waarmee men meent te kunnen bewijzen dat het over Nijmegen gaat.

Er spreekt veel twijfel uit heel wat opmerkingen in dit boek.
Ook aan enkel uitgangspunten mag ernstig getwijfeld worden. Buijtendorp legt de nadruk op het jaar 117 omdat er een verandering van beleid zou zijn geweest. Het gaat daarbij met name om de expansie van het Romeinse rijk onder Trajanus en consolidatie onder Hadrianus. Van Trajanus is bekend dat hij tussen 105 en 117 het Romeinse rijk probeerde uit te breiden met Dacië (Roemenië). Het is dan ook nog steeds een onbewezen veronderstelling dat Trajanus tijdens zijn veldtochten in Dacië aan Nijmegen 'stadsrecht' zou hebben geschonken en wel ter compensatie van het gemis aan inkomsten van de plaatselijke bevolking. Dat is immers de reden van het verkrijgen van 'stadsrecht' wat je in Nijmeegse artikelen en boeke lees. Die veldtochten van Trajanus werden uiteindelijk een totale mislukking. Daarom zou Hadrianus van verdere uitbreiding hebben afgezien en de grenzen hebben geconsolideerd. Maar hoe zich dat dan verhoudt tot die bekende muur van Hadrianus en zijn aanwezigheid in Brittannia wordt echter niet vermeld. Ook Hadrianus volgde hetzelfde beleid van uitbreiding van het Romeinse gezag. Beiden deden ook niet onder voor de Christenvervolgingen en andere 'staatsvijanden', waar vooral Nero bekend om is geworden.

andere voorbeelden volgen...........


Een aantal opmerkingen van Buijtendorp behoren slechts tot de categorie 'fantasie'.

Buijtendorp schrijft (p.251) : '"Het zijn geen harde conclusies, maar slechts gedachtes die zonder meer voor discussie vatbaar zijn'. Je vraagt je dan ook in gemoede af wat dan de bedoeling is van dit boek. Is het om meer aandacht te vragen voor verder onderzoek (p.261)? Of voor het zichtbaar maken van sporen van Trajanus en Hadrianus (p.262)?

Aan die voor discussie vatbare gedachtes wil ik graag mijn bijdrage leveren middels dit hoofdstuk.

andere voorbeelden volgen...........



Er spreekt ook veel twijfel uit het woordgebruik in dit boek.
Op veel manieren geeft Buijtendorp aan toch twijfel te hebben over zijn opvattingen. Soms geeft hij dat letterlijk toe als hij schrijft 'maar zeker is dat niet' of 'het hierboven geschetste beeld is zodioende met de nodige onzekerheden omgeven'. Maar schrijft hij 'om ook de vele andere onzekerheden aan te duiden , hadden eigenlijk nog veel vaker woorden als 'waarschijnlijk' (komt 106x voor in dit boek) en 'vermoeden(s) of vermooedelijk' (21x) gehanteerd moeten worden. Het is een verontschuldiging achteraf (p.261 van de 262) waaruit slechts twijfel blijkt aan zijn eigen verhaal.

Wat weten we van andere historici?

A.W.Byvanck (zie daar) schrijft het volgende: "Mogelijk had Forum Hadriani dus in het vroegere gebied der Canninefates in later tijd de functie van hoofdstad. Maar het is in het geheel niet zeker, dat de plaats rechtens de betekenis van een stad had".
Over Xanten schrijft hij: "Waarschijnlijk heeft Traianus tegelijk met Nijmegen in deze civitas een stad gesticht, dus omstreeks 105. De stad lag vlak ten noorden van Xanten, een plaats die haar naam dankt aan de heiligen van Thebaanse legioen (Ad Sanctos)".

Het door Byvanck genoemde 'Ad Sanctos' blijkt om de Franse stad Saintes te gaan. Daar is de kerkelijk feestdag omtrent St.Victor en het Thebaanse legioen overbekend. De Annales Xantenses waarin dit genoemd wordt is een vrijwel slaafse kopie van de kroniek van Sigebert van Gembloers (1030 - 1102), aangevuld met interpolates (tussenvoegingen) en nieuwe teksten van een schrijver uit Xanten. In feite zijn de berichten uit de periode 1203 - 1205 de meest originele en de meest betrouwbare, daar de schrijver uit eigen kennis verhaalt, wat het meer dan waarschijnlijk maakt dat de gehele kroniek omstreeks 1205 is geschreven, en dat het werk van Sigebert van Gembloers als aanloop is gebruikt voor de eigen kroniek in Xanten, een normale werkwijze in die tijd. De desbetreffende tekst over St. Victor en “Ad Sanctos” komt bij Sigebert echter niet voor. Het bericht stamt derhalve niet uit 863, maar het is een toevoeging uit de 13e eeuw, toen de legende van St. Victor al wortel had geschoten te Xanten.

Ook dit verhaal over St.Victor geeft precies weer hoe mythes ontstaan door het volledig verkeerd begrijpen en toepassen van teksten.


Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.