Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Noyon was het klassieke Noviomagus.


Delahaye kennen ze daar zeker.
Zie onderstaand bericht.

De hierboven genoemde verwarring (confusion) ligt aan de oorsprong van de hele Karolingische mythe. De naam Noviomagus, Noviomus, Noviomo enz. is voor Noyon aantoonbaar met honderden teksten. Geen van deze teksten is toe te passen op Nijmegen. Voor de 11e eeuw komt Nijmegen niet voor in de historische bronnen. Dat bewijs het Bronnenboek van Nijmegen op overtuigende wijze (zie daar).

Uit: PICARDIË Frans Vlaanderen. DOMINICUS reeks Gottmer-Reisgidsen Tweede druk, 2000 (blz. 178-179).
In de laat-Romeinse tijd werd Noyon de zetel van een bisdom. Toen de Romeinen definitief vertrokken waren, werd Noyon een van de hoofdsteden van het Frankische rijk Van de bisschoppen uit die tijd is de heilige Eloy het bekendste. Karel de Grote werd in 768 in Noyon nog gekroond als koning van het West-Frankische rijksdeel Neustrië, evenals Hugo Capet, de eerste koning na het Karolingische huis, in 987. De Latijnse naam van Noyon was Noviomagus (‘Nieuwmarkt’), net als het Nederlandse Nijmegen en nog minstens zes andere plaatsen. Dat was voor de Nijmeegse archivaris Delahaye aanleiding te stellen dat alles wat de traditionele geschiedschrijving over Karel de Grote in samenhang met Noviomagus-Nijmegen heeft beweerd, in feite berust op een misverstand en dat de kronieken met Noviomagus Noyon bedoelen. Chauvinisme kan hem in ieder geval niet worden verweten.



Romeins en Middeleeuws Noyon. De resten zijn nog steeds zichtbaar boven de grond. De kathedraal en het kasteel zijn boven op deze resten gebouwd.






St.Eloy, evêque de Noyon.

St.Eloy, bisschop van Noviomagus, werkte onder de Frisones!"

Albert Delahaye heeft van het stadsbestuur van NOYON de eervolle opdracht gekregen, om de feiten en teksten over Noyon te verzamelen, die door de geschiedschrijving op zo merkwaardige manier in ”de koninklijke stad” verloren zijn geraakt.

Bij de Franse historici, vooral de regionale uit de omgeving van Noyon, was het reeds lang een raadsel waarom deze stad na de kroning van Karel de Grote in 768 ineens terugviel in een historisch vacuum, een historische duisternis, die pas in de 13e eeuw enigszins begint op te klaren.

Nu duidelijk is geworden, dat de voornaamste bestanddelen van Noyon op een bijna onvoorstelbare manier "genimwegend” zijn, krijgt de stad een massa feiten en gegevens terug, die eerst geïnventariseerd moet worden. Het is al lang gebleken dat er geen twee onderscheiden Karolingische Noviomagussen hebben bestaan, doch dat tot de 11de eeuw alles aan Noyon toebehoort en ten tweede, omdat Nijmegen in die periode niet heeft bestaan, dat er geen sprake meer van kan zijn om er waar dan ook de interpretatie Nijmegen tussen te knutselen. De feitelijke geschiedenis dient eerst hersteld te worden; vanzelfsprekend zullen pas daarna de gegevens gerangschikt kunnen worden in de historische en geografische kontekst van de juiste streek. De daar reeds lang gesignaleerde gaten worden opgevuld met verloren onderdelen, die tot in de finesses passen op de plek vanwaar zij werden ontvreemd.


Ville et Citadelle de Noyon 1610. (Klik op de afbeelding voor een vergroting in kleur in een nieuw scherm).
De stad Noyon, rechts de 'benedenstad'.

Comme l´abbaye Saint-Barthelemy, elle semble avoir été fondée hors les murs, sur le site d´un ancien cimetière, dans lequel une église funéraire destinée à abriter le corps de saint Eloi (mort le 1er décembre 659), avait été élevée à l´initiative de la reine Batilde. Cette église a sans doute donné son nom au quartier d´Orroire (« Oroir » = Oratoire). C´est sur ce site prestigieux que sera fondée l´abbaye Saint-Eloi, en 842. Le diplôme de Charles le Chauve, corroboré par la bulle de Jean XV en 988, confirme la dédicace du monastère à saint Eloi.
Une nouvelle église est commencée sous l´abbatiat de Raoul Il (1197-1232 env.) et achevée sous celui de Robert (1232-1244 env.). Le choeur fut consacré lors de la fête de la Nativité de la Vierge de 1240. Cette église est connue par une description de Le Vasseur et surtout par un plan inédit, conservé aux Archives nationales, daté de 1659, partiellement confirmé par les fouilles effectuées en 1935 par Granthomme. Le choeur de cette ancienne église abbatiale présente une parenté avec celui de l´église de l´abbaye cistercienne d´Ourscamp, reconstruit sous l´abbé Guillaume l (1233-1257).
Cette église est partiellement détruite, en 1591, lors de la prise de la ville par Henri IV. En 1630, les religieux réfugiés dans la ville sont autorisés à reprendre possession de leur couvent mais ils devront le faire démolir, en 1649. Une nouvelle abbaye (étudiée) sera construite dans la ville close.


Net als de abdij van Saint-Barthélemy, lijkt het buiten de muren te zijn gesticht, op de plaats van een oude begraafplaats, waar een begrafeniskerk was opgericht die bedoeld was om het lichaam van Sint-Elooi (gestorven op 1 december 659) te huisvesten op initiatief van koningin Batilde. Deze kerk heeft ongetwijfeld zijn naam gegeven aan de wijk Orroire (“Oroir” = Oratorium). Op deze prestigieuze plaats zal in 842 de abdij van Sint-Elooi worden gesticht. Het diploma van Karel de Kale, bevestigd door de bulle (orkonde) van Paus Johannes XV in 988, bevestigt de toewijding van het klooster aan Sint-Elooi.
Een nieuwe kerk werd gesticht onder de abdij van Raoul Il (ca. 1197-1232) en voltooid onder die van Robert (ca. 1232-1244). Het koor werd ingewijd tijdens het feest van de Geboorte van Christus van de Maagd in 1240. Deze kerk is bekend uit een beschrijving door Le Vasseur en vooral uit een niet-gepubliceerd plattegrond, bewaard in het Nationaal Archief, gedateerd 1659, gedeeltelijk bevestigd door de uitgevoerde opgravingen in 1935 door Grantomme. Het koor van deze voormalige abdijkerk is verwant aan dat van de kerk van de cisterciënzerabdij van Ourscamp, herbouwd onder abt Guillaume l (1233-1257).
Deze kerk werd gedeeltelijk verwoest in 1591 toen de stad werd ingenomen door Henri IV. In 1630 krijgen de religieuze vluchtelingen in de stad toestemming om hun klooster terug in bezit te nemen, maar in 1649 zullen ze het moeten laten slopen. In de ommuurde stad wordt een nieuwe abdij gebouwd (onderzocht).


Verwoest Noyon in W.O.1: duidelijk is de 'bovenstad' en de 'benedenstad' te onderscheiden.
(Klik op de foto voor een vergroting).


Het herstel van Noyon na W.O.1.



De Merovingische en Karolingische residentie NOVIOMAGUS-NOYON ligt te middden van een twaalftal koninklijke residenties in de valleien van de Oise en Aisne.
Waar liggen die residenties rondom Nijmegen?
Waar verbleven de Merovingers en Karolingers verder in Nederland? Alleen in Nijmegen? Hoe kwam men daar vanuit Soissons of Laon?

En precies in zijn kroningsstad NOVIOMAGUS-NOYON zou Karel de Grote geen nieuw paleis hebben laten bouwen, omdat men in Nederland meent dat het in Nijmegen stond?



Ville et Citadelle de Noyon 1680. (Klik op de afbeelding voor een vergroting in kleur in een nieuw scherm).
De stad Noyon, rechts de 'benedenstad'.

De visie van Albert Delahaye.
Albert Delahaye heeft in zijn boeken overtuigend aangetoond dat het klassieke Romeinse en Karolingische Noviomagus de Franse stad Noyon was. Zijn argumenten zijn zo overtuigend dat daar niets tegenin is te brengen. Slechts af en toe menen historici het beter te weten, waarna ze in hun betoog hopeloos vastlopen in eigen opvattingen, aangezien ze als enige argument de traditie weten te noemen.
De visie van Albert Delahaye is logisch, waarbij hij de gegevens in alle bronnen genoemd, in een samenhangende geheel verklaart. Het is geen onsamenhangend en van veel hiaten voorziend geschiedverhaal, wat voor de Nederlandse traditie zo kenmerkend is.

Albert Delahaye heeft van de stad Noyon de eervolle opdracht gekregen alle teksten te verzamelen over het oude Noviomagus waarmee Noyon bedoeld is. Het was de historici in Noyon al langer opgevallen dat er in de geschiedenis van Noyon tekstueel zo'n groot gemis aan bronnen was tussen de 7e en 11e eeuw. Deze teksten zijn abusievelijk altijd op Nijmegen van toepassing gedacht. Sinds de studie van Albert Delahaye is gebleken dat ze aan Noyon toebehoren!


Er zijn veel teksten die de plaats Noviomagus onmiskenbaar in Frankrijk leggen. Als bekendste mag onderstaande tekst dienen:
"De Noormannen voeren de Seine op, voeren de Oise op en bereikten Noviomagus, waar zij zich een winterkwartier inrichtten."
Deze ene tekst uit de Annales Vedastini (890) weerlegt in feite de hele mythe over Noviomagus als zou het Nijmegen zijn.


Noyon, vue aérienne. Duidelijk zijn de contouren van de oude stad herkenbaar, gelegen rond de11e eeuwse kathedraal.
La Cathédrale de Noyon par Drone d'ecole.


De Kenmerken van Noviomagus, waar Nijmegen niet aan voldoet.
In de schriftelijke bronnen worden verschillende kenmerken van het Noviomagus van Karel de Grote genoemd. Voor elk kenmerk zijn uiteraard klassieke en authentieke teksten beschikbaar, waarin het bedoelde kenmerk genoemd wordt. Voor de volledige teksten verwijs ik naar de vele publicaties van Albert Delahaye. Hieronder de belangrijkste kenmerken, waaruit al de conclusie getrokken kan worden, dat geen enkele van deze kenmerken ooit op Nijmegen van toepassing is geweest.

  • Het Romeinse en Karolingische Noviomagus was dezelfde plaats.
  • Noviomagus was één van de Romeinse hoofdsteden (Civitates) in Belgica Secunda ofwel Gallië.
  • Romeins Noviomagus lag in Gallië, Karolingisch Noviomagus lag in Francia.
  • Noviomagus lag IN Francia en IN Patavia, twee kenmerken die de Peutingerkaart duidelijk afbeeldt en waaraan Nijmegen allerminst voldoet.
  • Noviomagus lag in Picardië; Floris IV graaf van Holland kwam in 1234 in Picardië om het leven op een toernooi te Noviomagus.
  • In Noviomagus is Karel de Grote in 768 tot Koning der Franken gekroond.
  • In datzelfde Noviomagus bouwde Karel de Grote rond 777 zijn nieuwe paleis.
  • Het paleis van Karel de Grote in Noviomagus is in 1047 door de Vlamingen verwoest.
  • Op de plaats van het voormalige paleis werd in 1064 een klooster gebouwd.
  • De indeling van de Romeinse civitates kwam overeen met de latere middeleeuwse bisdommen. Noviomagus had van de 5e tot de 10e eeuw een bisschopszetel.
    Nijmegen heeft nooit een bisschopszetel gehad. Romeins Noviomagus was dus Noyon.
  • Noviomagus had muntslag, waarop een vermelding van St.Eloy, bisschop van Noviomagus.
  • Noviomagus is meerdere keren door de Noormannen verwoest.
  • De Karolingische residentie Noviomagus had een Merovingische voorgeschiedenis, wat in Nijmegen ontbreekt.
  • Het Merovingisch en Karolingische Noviomagus ressorteerde onder het aartsbisdom Reims.
  • In Noviomagus zijn verscheidene kerkvergaderingen van Frankische bisschoppen gehouden.
  • Noviomagus werd door Ptolemeus op 70 minuten (te paard) van Parijs gelokaliseerd.
  • Volgens het Itinerarium Antonini lag Noviomagus tussen Soissons en Amiens!
  • Karel de Eenvoudige, koning van West-Francië (Frankrijk), resideerde in Noviomagus.
  • Noviomagus lag aan de Oise.
  • Noyon beschikt over een gotische kathedraal (zie afbeelding hiernaaast) waarin zich in het portaal beelden bevinden van Karel de Grote en zijn moeder Bertha. De kathedraal van Noyon is op die van Sens (1135) na, de oudste gothische kathedraal van Frankrijk. Met de bouw werd begonnen in 1145 nadat in 1131 de Romaanse kerk was afgebrand.
Geen van deze kenmerken is ooit op Nijmegen van toepassing geweest, ook al hebben historici dat wel geprobeerd, maar meestal verzwegen.


Afbeelding hiernaast: het goniometrisch bewijs dat de in teksten genoemde afstanden tot Noviomagus, duidelijk aangeven dat het om Noyon gaat en niet over Nijmegen. Ligt Nijmegen op 148 km van Verdun?

In de "Histoire de la Picardie" wordt Noyon in de 3e eeuw genoemd als "la résidence du préfet des Lètes Bataves" (p.78).
In de "Histoire de la Ville de Noyon" wordt Noyon in de 5e eeuw genoemd als "la siège dus praefectus Laetorum Batavorum" (p.3).
Wat kwamen die Bataven uit de Betuwe in Noyon doen, of was dat Noviomagus hun feitelijke woonplaats?

In "Histoire de la Ville de Noyon" wordt nog een opvallend detail genoemd. "De overeenkomst tussen de naam Noviomagus, Nijmegen, van het vroegere eiland van de Bataven en Noviomagus aan de Oise, komt niet overeen met de archeologische vondsten. Men heeft verondersteld dat de Bataven toen ze in ons land kwamen de naam Noviomagus zouden hebben meegebracht. Deze bijzondere hypothese steunt echter op geen enkel bewijs." (p.4).
Zelfs de Franse historici zijn geïndoctrineerd door de Nederlandse tradities. De archeologische vondsten in Noyon geven duidelijk een continuïteit aan vanaf de eeuw voor Chr., terwijl die in Nijmegen na de 3e eeuw verdwenen zijn. Er is geen enkel bewijs dat de Bataven de (Keltische) naam Noviomagus meegenomen zouden hebben vanuit Nijmegen naar Noyon. Wat hier in elk geval wel uit spreekt is dat de verwarring tussen Nijmegen en Noyon reeds in de 19e eeuw bestond en niet van de laatste jaren is.
Wat nog opvallender is dat tussen 768 (de kroning) en 814 (het overlijden van Karel de Grote) Noyon niet in de geschreven bronnen voorkomt. Alle teksten, op een capitulaire uit 808 na, worden op Nijmegen toegepast. Noyon lijkt een verlaten stad te zijn (p.12). In 814 kwam Karel de Grote naar Noviomagus (Noyon) om een geschil over de grenzen van de bisdommen Noyon en Soissons te regelen. In 831 vindt een kerkvergadering plaats in Noviomagus, waaraan bisschop Jesse van Amiens deelnam. Over dit concilie wordt opgemerkt: "Tous les historiens sont d'accord pour placer ce concile non à Noyon, mais à Nimègue" (Alle historici zijn het erover eens om deze kerkvergadering niet in Noyon te plaatsen, maar in Nijmegen). Vreemd is het dan dat dit jaartal en deze kerkvergadering ontbreekt in "Het Bronnenboek van Nijmegen", waarmee Leupen dus erkent dat het toch niet van Nijmegen is! Of heeft hij toch niet alle bronnen gezien, zoals hij beweert? Wat overigens de bisschop van Amiens in Nijmegen waar geen bisschop zetelde te zoeken heeft, is een volgende vraag die misschien aangeeft waarom Leupen deze tekst niet voor Nijmegen claimt.

De geschiedenis van de Lage Landen (les Pays-Bas vanaf de Romeinse tijd tot de 12e eeuw kent meerdere cruciale vraagstukken, zoals de verwarring tussen Nijmegen en Noyon. Dezelfde stukjes geschiedenis voor twee steden is natuurlijk absurd. Dezelfde beschrijving van de invallen van de Noormannen voor beide steden, die beide Noviomagus heetten, waar Karel de Grote in beide steden een nieuw paleis gebouwd zou hebben, gebaseerd op die ene tekst, is natuurlijk onzin. De uit de fantasie van een enkele middeleeuwse schrijver ontstane mythe, werd klakkeloos -zonder kritisch onderzoek- nagevolgd door vele historici in latere jaren, tot heden aan toe.

Kroning van Karel de Grote tot Koning der Franken.

Er is één zekerheid waar zelfs de tegenstanders van de visie van Albert Delahaye het over eens zijn: de kroning van Karel de Grote tot koning der Franken vond in 768 plaats te NOYON. Einhard, tijdgenoot en secretaris van Karel de Grote, schrijft dat dit te Noviomagus geschiedde. Als Einhard dan in een volgende passage de bouw van een nieuw paleis vermeldt, plaatst hij dat "te Noviomagus aan de rivier de Vahalis, die het Eiland van de Bataven in het zuiden voorbijstroomt". Beide keren wordt dezelfde plaats bedoeld, zeker omdat Einhard nergens een onderscheid vermeldt.
Alle variaties van de kroningsplaats in verschillende kronieken genoemd, slaan dus op Noyon : Noviomo, Novionem, Noviomaco, Novioma, Noviomensi Urbe, Noviomo urbe, Noviomi, Noion, Noviomus, Neumaga, Niumaga en Numaga zijn dus verschillende namen voor dezelfde stad Noyon, de stad waar Karel de Grote tot koning der Franken is gekroond.
De historische en tekstkritische consequenties die dit heeft, wil of durft men echter niet te trekken. Men blijft ondanks alle argumenten die daartegen pleiten, toch vasthouden aan 2 residenties met dezelfde naam!
Welke motieven zou Karel de Grote gehad hebben om binnen enkele jaren na zijn kroning, die bij de Franken iets had van een sacrale wijding, een nieuw paleis te bouwen in Nijmegen, ver van het Frankische rijk?
Karolingisch Noviomagus moet dan ook definitief geïdentificeerd worden als NOYON, de stad waar Karel de Grote tot koning der Franken werd gekroond. En omdat Karolingisch Noviomagus dezelfde plaats is als Romeins Noviomagus, behoort ook die geschiedenis aan Noyon. Noyon heeft aantoonbaar en historische continuïteit van 100 v. Chr, tot heden.

"Located about 60 miles north of Paris, the town of Noyon began as a Roman camp and remained important as a trading center."

Noyon/Noviomagus was de stad van Chilperic, van Charlemagne en van Hugues Capet. Er zijn vele teksten waaruit blijkt dat met Noviomagus, of een van de vele variaties van deze naam, de plaats Noyon wordt bedoeld. Als het al niet letterlijk in de oorkonde staat, kan het vaak uit de contekst opgemaakt worden, of uit een parallelle tekst die over hetzelfde feit handelt.

En Nijmegen dan?

In Nijmegen zwaait men nog steeds met Franse oorkonden om haar historie te bewijzen. Nijmegen heeft zelf geen enkele oorkonde om haar eigen geschiedenis te bevestigen. Het oudste archiefstuk van Nijmegen dateert uit 1196. Daarvóór heeft men NIETS! De eerste oorkonde waarin Nijmegen enkele rechten verwierf, gevraagd aan de Duitse keizer, dateert uit 1230.
Ook de bodem van Nijmegen spreekt duidelijke taal: er is geen enkel relikt gevonden uit de Merovingische of Karolingische periode. Van de 3e tot de 11e eeuw is er geen continuïteit in de bewoning aantoonbaar of ooit aangetoond.


Romeins Nijmegen.
In het Romeinse rijk waren er meerdere plaatsen die de naam Noviomagus gedragen hebben. Nijmegen hoort daar zeker NIET bij, aangezien dat NERGENS met een parallelle tekst bevestigd wordt.
Een Romeinse bewoning in Nijmegen wordt niet ontkend, de archeologie spreekt hier duidelijke taal. Die bewoning eindigt voor Nijmegen tussen 170 en 250 n.C. definitief, de legerplaats was al rond 120 na C. opgeheven (zie bij Archeologie). Maar dat Nijmegen het Romeinse Noviomagus was gaat te ver. Dat heeft Nijmegen nooit aangetoond, zelfs het "Bronnenboek" toont dat niet aan, erger nog, dat toont juist aan dat die aanname onhoudbaar is.
Dr.W.A. van Es, toch geen medestander van de visie van Delahaye, schrijft in zijn "De Romeinen in Nederland, 3e druk 1980", op blz. 261: "Dit brengt ons tot een enkel woord over de continuïteit van de Romeinse cultuur op Nederlandse bodem. Die continuïteit ontbreekt", en op dezelfde blz.: "Sporen van bewoningscontinuïteit in Nijmegen zijn zeer vaag. Dat Nijmegen als stedelijke organisme in de 4e eeuw bleef voortbestaan is uitgesloten." Dat is toch duidelijke taal.

Het voor Nijmegen gehouden Noviomagus op de Peutinger kaart is onmiskenbaar Noyon. Dit Noviomagus lag in Francia, wat niet alleen de Peutinger kaart letterlijk laat zien, maar dat ook in alle teksten die bekend zijn over dit Noviomagus te lezen is. Deze teksten zijn van Romeinse of Franse schrijvers en wijzen dit Noviomagus ook aan als plaats waar Karel de Grote tot koning werd gekroond, dezelfde plaats waar hij zijn nieuwe paleis bouwde, het was Noyon.

De St.Nicolaaskapel.
De bouw van de St.Nicolaaskapel op het Valkhof toont aan dat de geschiedenis van Nijmegen (na de Romeinse periode) weer begint rond 1100. Dat deze z.g. Karolingische kapel nu, St.Nicolaas-kapel wordt genoemd, wat in 1965 nog ten stelligste ontkend en fel bestreden werd, bevestigd dat men ook in Nijmegen de fabel van Karolingisch Nijmegen heeft losgelaten. Aanvaarding van de naam St.Nicolaaskapel betekent immers het volledig toegeven van de valsheid van de Karolingische traditie, juist omdat de mythe het sterkst op deze kapel was vastgepind!

De invallen van de Noormannen.
De Noormannen hebben Noviomagus meerdere keren geplunderd. In 1047 hebben de Vlamingen het Karolingisch paleis van Noviomagus definitief verwoest. Uiteraard is daar geen spoor van achtergebleven in de Nijmeegse bodem! Immers het paleis heeft daar nooit gestaan en is daar ook nooit verwoest.
Ook de teksten spreken duidelijke taal. Als de Noormannen in 925 Noviomagus in brand steken, "komen zij vanaf Rouaan en Péronne. Na Beauvais, Amiens en Atrecht geplunderd te hebben, kwamen zij voor de stad en het paleis van Noviomagus en staken dat in brand" zegt de tekst. In Nederland is o.a. deze tekst altijd angstvallig verzwegen. In het Bronnenboek wordt deze tekst overgeslagen, want iedereen begrijpt dat het hier niet over Nijmegen gaat. Zo slaat het Bronnenboek wel meer teksten over, want men begrijpt heel goed dat die teksten NOOIT op Nijmegen betrekking konden hebben.

De archeologie spreekt duidelijke taal.
Na de tweede wereldoorlog lag de oude binnenstad van Nijmegen grotendeels in puin en heeft men er gebruik van gemaakt om grootscheepse opgravingen uit te voeren. Ook bij herstelwerk aan riolering is steeds omvangrijk archeologisch onderzoek gedaan. Er is bij al die opgravingen geen enkel archeologisch relikt gevonden uit de periode van na de Romeinen tot de 12e eeuw. Na de Romeinse tijd begint de geschiedenis van Nijmegen feitelijk eind 11de eeuw. In de geschreven bronnen komt Nijmegen pas in 1125 voor de eerste maal voor en heet dan Neumaia.
Rond 1155 bouwt Frederik Barbarossa een burcht op het Valkhof. Bij de voltooiing liet Frederik Barbarossa een gedenksteen plaatsen met de tekst "dat hij het oude bolwerk van Julius Caesar (dus van de Romeinen) herstelt". Kan het nog duidelijker? Frederik Barbarossa wist heel goed dat Karel de Grote NOOIT een paleis in Nijmegen heeft gehad, want dat zou hij -als bewonderaar van Karel de Grote- dan zeker op die gedenksteen vermeld hebben. Deze gedenksteen is te bekijken in het gemeentelijk museum van Nijmegen. In Nijmegen kan men de ware geschiedenis van de stad niet langer ontkennen. Ze hebben het bewijs zelf in het museum staan!

Een beeld van de wijze waarop Nijmegen met haar geschiedenis omgaat.
Op 18 juli 1962 onthulde prof.Rogier op het Keizer Karelplein in Nijmegen een ruiterstandbeeld van de grote Karolingische vorst. Een misplaatste plechtigheid! Enkele jaren eerder werd in de eerste publikaties van Albert Delahaye getwijfeld aan dat Karolingische van Nijmegen. Blijkbaar vond de gemeente het plots nodig aan alle twijfel een einde te maken, met het plaatsen van dit loodzware beeld. Dat zou de twijfelaars wel weer op het rechte pad brengen.
Het gelaat van Keizer Karel vertoont een grimmige uitdrukking, waarmee het zeggen wil dat het op de verkeerde plaats staat. Het beeld zal en moet er blijven staan als teken van de wijze waarop men in Nijmegen omgaat met de twijfel aan de juistheid van de historie. Elke twijfel overschreeuwen met een overdonderend beeld. Het beeld is komische en past in het grote raamwerk van nationale mythen en illusies. Er staan meerdere van dergelijke beelden in Nederland die geplaatst zijn door niet ter zake deskundigen om een fabel in stand te kunnen houden.

Kijk ook bij "Het Bronnenboek"


De "Notitiae dignitatum per Gallias" uit de 4e eeuw (toen de Romeinen al lang uit Nederland verdwenen waren), een soort adresboek van de bestuurlijke organisatie van het Romeinse rijk, vermeldt dat in de Provincia Belgica Secunda 12 "civitates" liggen. Een civitas was een distrikt met een stad als centrum. De 12 waren: Reims de metropool, Soissons, Chàlons-sur-Marne; de civitas van de Veromandui, die nu Noviomagus - Noyon heet; Atrecht; Kamerijk; Doornik; Senlis; Beauvais; Amiens; Ponthion en Boulogne. In feite zijn het er 13, doch de metropool is niet meegeteld. Al deze plaatsen staan op de Peutinger-kaart, die uit dezelfde tijd dateert als de Notitiae. Daartussen ligt NOVIOMAGUS, dat onder de metropool Reims ressorteerde! Wie nog wil beweren dat het Noviomagus van de Peutinger-kaart Nijmegen is, moet maar eens met glasheldere bewijzen komen dat gelijktijdige geografische en institutionele bronnen zo'n enorme afwijking zouden vertonen.

Plattegrond van het centrum van Noyon (rechts).(Klik op de kaart voor een vergroting).
Het oude centrum -rondom de Cathedrale- wordt gevormd door de rue du Gruny, Pl.Corbault, rue du l'Evêque Baudry, rue du General de Gaulle, rue des Merciers, Place Cordouen, Place A.Briand, rue Calvin en rue de l'Hotel Dieu. Place

De Romeinse indeling van de provincies zou later vrijwel ongewijzigd de kerkprovincies en de onderscheide bisdommen worden. Het latere bisdom Noviomagus viel onder Reims, Nijmegen onder Keulen, dat in de Romeinse tijd bij Germania Secunda was ingedeeld!

In dezelfde "Notitiae" worden de Laeti Batavorum in het noorden van Frankrijk geplaatst. Laeti waren inheemsen die in een bijzondere, niet militaire dienstverhouding tot de Romeinen stonden. Zij waren al in zoverre geëmancipeerd dat zij in hun gebieden en bepaalde autonomie verworven hadden, ofschoon zij onderworpen bleven aan het Romeins gezag. Zij hadden eigen prefecten. Een van hen zetelde in Atrecht, de andere in Condren, op 21 km. noord-oost van Noyon, die onder het bestuur van Noviomagus stonden. Wie ook hier Nijmegen van wil maken, moet toch echt eens een atlas aanschaffen.

In het "Bronnenboek van Nijmegen" ontbreken deze gegevens eveneens, daar al te duidelijk is dat met dit Noviomagus nooit en te nimmer Nijmegen bedoeld kan zijn.
Klik hier voor de WARE geschiedenis van Nijmegen,

Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.

Wat weten we nu feitelijk echt?


Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.