Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Deze pagina wordt steeds bijgewerkt!![]() Uit een recensie. Er is geen boek in de Nederlandse cultuurgeschiedenis dat zoveel opgang heeft gemaakt als Herfsttij der Middeleeuwen. Het is een synthese van de beeldende kunst en literaire bronnen, van de verstilde sfeer van de Vlaamse primitieven en de klacht om het bestaan in het werk van de contemporaine dichters en schrijvers - dit alles gezien tegen de achtergrond van schitterende feesten in extravagante kledij en van pompeuze praal. Erudiet en beeldend beschrijft Johan Huizinga in de vurige kleuren van de herfst de teloorgang van de laatmiddeleeuwse beschaving, met Latijnse, Franse en Duitse citaten. Een tijdtafel, een stamboom van het Bourgondische vorstenhuis en een nawoord maken deze uitgave van Herfsttij der Middeleeuwen werkelijk compleet. Herfsttij der middeleeuwen heeft natuurlijk zijn verdiensten. Het is verbluffend te zien hoe iemand zo erudiet kon zijn. Huizinga durfde het aan om zijn uitgangspunt – de teloorgang van de middeleeuwse maatschappij en de kiemen van de renaissance, die erop zou volgen – in één alomvattende, monumentale studie te concentreren. Bovendien is de ambitie om in de hoofden van de toenmalige (hoofse) mensen te kruipen al even indrukwekkend. Maar wie als eigentijdse historicus het boek leest, ziet daarin ook de grote zwakte. Het is nogal vooringenomen om de 14e en 15e eeuw te zien als het einde van een tijdperk en vervolgens alle feiten te verzamelen die dat bevestigen. Terwijl de werkelijkheid uiteraard veel genuanceerder is. Daarom is Herfsttij der middeleeuwen vooral interessant als historiografisch werk – een voorbeeld van hoe men vroeger aan geschiedschrijving deed. Men ging op zoek naar de emotie en historische sensatie en schreef verhalend en nauwelijks objectief. Dit boek is dus zelf een historisch document geworden. Maar als literatuur is het, in deze uitgave, anno 2016 nauwelijks te behappen. Op hier en daar een haast poëtische, ritmische beschouwing na. Want hoe men het ook draait of keert, dat Huizinga in zijn tijd en discipline een taalvirtuoos was, daar kan niemand onderuit: ‘In de pastorale verbeeldt zich de positieve tegenstelling van het hoofse leven; de negatieve uiting is de hofvlucht, de lof der aurea mediocritas, de verloochening van het aristocratische levensideaal, hoe en waar men het dan ook ontvluchten wil: in studie, in eenzame rust, in arbeid.’
|
![]() In deze studie presenteert Huizinga het idee dat de overdreven formaliteit en romantiek van het laatmiddeleeuwse hofleven een verzet was tegen de toenemende verruwing van de maatschappij. Huizinga heeft wel als kritiek gehad dat hij in zijn presentatie te veel uitging van de bijzondere praktijken aan het Bourgondische hof. Huizinga gebruikte voor Herfsttij kronieken en literatuur als bronnen, en bewust geen archiefstukken. Zijn boek is, meer dan een kunsthistorische studie, een proeve van cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis. Het is geschreven in de stijl van de literaire beweging der Tachtigers. Huizinga tracht in dit boek een beeld op te roepen van een tijdvak, in navolging van de door hem zeer bewonderde Zwitserse historicus Jacob Burckhardt. "Herfsttij" werd niet door alle historici heel goed ontvangen. Zo deed de Utrechtse medievist Oppermann het werk af als "die detective van Huizinga". De kritieken in de pers waren echter lovend en de drukken volgden elkaar op. In 1920 ontving Huizinga voor Herfsttij de D.A. Thiemeprijs en werd hij zelfs vereerd met de uitgave van een postzegel.
Historicus van de eeuw.
Geschiedschrijving in de 13de en 14de eeuw.
![]() Op p.17 schrijft Tuchman: "De voornaamste barrière van oprechtheid en geestelijke gevoelswaarden wordt gevormd door de Christelijke religie zoals die toen was: de moeder en de wet van het middeleeuwse leven, alomtegenwoordig en zelfs dwangmatig". Het had mede de scheuring in de kerk tot gevolg, met het verblijf van de Paus in Avignon tussen 1309 en 1417. Vanaf 1417 is er weer één paus, en die zetelde in Rome. Het is wel duidelijk dat de Kerk van Rome een belangrijk stempel heeft gedrukt op de 13de en 14de eeuw, maar ook op de tijd ervoor en erna. Na de Kruistochten en de 'bevrijding' van het Heilig Land, werd de macht van Rome steeds nadrukkelijker en moest ook Europa bevrijd worden van het heidendom. Zeker als de Kerk gesteund werd door wereldlijke heersers die de Kerk van Rome niet als een concurent (konden) beschouwen maar als een bondgenoot, nam die macht toe. Onder het mom van de verspreiding van het Christelijk geloof werden de meest barbaarse misdaden gepleegd. We noemen hier slechts Karel de Grote met zijn slachting onder de Saksen en de Inquisitie tijdens de Spaanse overheersing, al gaat het hier over de 8ste en 15de eeuw, dus zowel de tijd vóór als ná de 14de eeuw. Ook op het gebied van verwerving van bezittingen heeft de Kerk, in elk geval hun vertegenwordigers, een dubieuze rol gespeeld. Veel zogenoemde 'schenkingen' aan de kerk hebben feitelijk nooit plaats gevonden. Men schrikte er niet voor terug desnoods oorkonden te vervalsen. De simpele bevolking kon dat toch niet lezen en had zeker geen overzicht over alle geschreven documenten. Tegenwoordige historici hebben dat overzicht wel, tenminste zouden dat moeten hebben, maar doorzien te vaak de valsheid ervan nog steeds niet. Was het niet zo dat zelfs katholieke historici hun eigen nest niet kennen? Vanaf de 17e eeuw zou men het geweten moeten hebben, toen de grote Franse historicus Jean Mabillon, zelf priester en Benedictijn, keihard schreef dat in de grote en brutale vervalsingen van oorkonden en historische teksten onze lieve Moederde H. Kerk helaas 'de eerste viool' had gespeeld. Mabillon onderkende in zin tijd al de vele vervalsingen, waarbij kloosters zich op valse gronden bezittingen toeeigenden, slechts om het financiële gewin. Latere historici doorzagen deze vervalsingen niet, waarop nog steeds veel van de huidige geschiedenis is gebaseerd. Niet de Roomse Kerk plaatste St.Willibrord in Utrecht, maar het klooster van Echternach, dat helemaal niet gerechtigd was om bisschoppen te benoemen! Lees meer over geknoei van de Kerk van Rome. We kunnen hier ook kanunnik Adam van Bremen noemen, die een heel stuk van de geschiedenis van Frans-Vlaanderen naar Noord-Duitslan heeft verplaatst. Lees meer over de falsaris Adam van Bremen. Terug naar de beginpagina van de traditionele opvattingen. |
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |