De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Dokkum=Doccuga en niet Dockynchirica.

De fabels van Dokkum.
Het is onbegrijpelijk dat historici nog steeds blijven vasthouden aan de fabels van Dokkum. Sinds 1954 weet men immers dat het verhaal van de moord op Bonifatius niet in Dokkum (in het verleden ook geschreven als Dockum) gebeurd kan zijn. Was het "te" Dockum, "bij" Dockum of, misschien, nog ergens anders in Friesland? Het was "te" Dockum, zegt drs. Halbertsma. Maar Dockum was toen nog geen stad, zodat het in 1954 te Dockum gevierde feest "Dockurn 1200 jaar stad" slechts een fictie is geweest. Er zijn in Nederland de laatste tijd echter meer historische stadsfeesten gevierd, die in strijd waren met de historie. (Het laatste is een heel juiste opmerking van Halbertsma.) Daarmee verliest de bewering dat Bonifacius "bij" Dockum, of mogelijk nog ergens anders in Friesland vermoord 'zou zijn, alle grond. Ook de vraag wie de moordenaars van Bonifacius zijn geweest beantwoordt drs. Halbertsma. Zijn antwoord houdt een blaamzuivering in voor de bewoners van het nabij Dockum gelegen Murmerwoude, Fries: Moarmwâld, waarin de volksetymologie "moordenaarswoude" zag. Maar deze veronderstelling van Halbertsm, want meer is het niet, is een fabel, immers er bestond in de tijd van Bonifatius nog geen dorp Murmerwoude.
Ook het aanwijzen van de juiste plek van de Bonifaciusbron heeft vele onderzoekers beziggehouden. Dezen zochten haar buiten de stad, aan de zuidzijde van het Dockumerdiep, anderen daarentegen meenden haar te zijn gelegen binnen de muren van het voormalige klooster. Niemand minder dan nu wijlen professor Titus Brandsma, voelde het meest voor de eerste mogelijkheid, doch de opgravingen van 1954 hebben de hooggeleerde heren in het ongelijk gesteld. Ook van de zogenaamde kleren van Bonifatius die men in Utrecht bewaarde is vastgesteld dat ze niets met Bonifatius te maken hebben. Ze dateren uit de 12de eeuw. Info uit "Ons eigen land", maandblad voor toerisme 1960.

Lees meer over Bonifatius.

Dokkum stad van een zinloze middeleeuwse moord, weet Herman van der Zandt te melden in een NOS uitzending van de Elfstedentriatlon van Maarten van der Weijden (juni 2023). Hoewel veel Dokkummers dankbaar zijn voor de toeristische opbrengsten, hoeven zij zich niet te schamen. Immers die moord vond niet plaats in Dokkum,maar bij Duinkerke wat het echte Dockynchirica was.

Dokkum is een van de oudste nederzetting in ons land, tenminste, dat meende men in de middeleeuwen zeker te weten. In 248 n.C. stond op de plek waar nu Dokkum zich bevindt een kasteel, meende men. Maar die middeleeuwse schrijvers beschikten over sensationele duimen waar ze prachtige verhalen uit zogen, lezen we in de Cultuurgids van Dokkum.
Dokkum is tegenwoordig vooral bekend om twee zaken: het is als 11de stad het keerpunt van de Elfstedentocht en Bonifatius is er in 754 vermoord. Maar.... Dokkum bestond niet eens in 754, dat heeft de archeologie wel aangetoond. Zie hieronder.


Dockynchirica was Duinkerke: docke=waterwering (dijk/duin), chirica=kerk.
Archeoloog Herre Halbertsma heeft bij al zijn opgravingen in Dokkum geen enkel archeologisch bewijs gevonden van vóór de 13e eeuw.
Lees zijn artikel over Bonifatius' levenseinde in het licht der opgravingen.


De bevindingen van prof.dr. L.J.Rogier sluiten hier feilloos op aan: "vóór het jaar 1559 is van enige officiële verering van
Sint Willibrordus, Sint Bonifatius en andere geloofsverkondigers in Nederland geen spoor te vinden"
.

De oudste vermelding van Dockum is uit 1224. (Bron: Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie, G.v.Berkel/K.Samplonius).


Ondanks dat er geen bewijzen voor zijn, houdt men die moord op Bonifatius toch graag in de buurt van Dokkum. De reden? Zie hieronder!


Schuldgevoel? Welnee, ze zijn er nog trots op ook. Zullen wel de niet-katholieken zijn.


Maar in Dokkum schuiven ze die schuld graag op anderen, zoals de Hollanders, of als het even kan op de Groningers.




In Museum 'Admiraliteitshuis' wordt een voor de onbevangen bezoeker een indrukwekkend verhaal over St.Bonifatius en zijn moord geschetst. Je zou er bijna in gaan geloven dat dit de werkelijkheid geweest is. Veel details komen dan wel overeen met de teksten, alleen de locatie is geheel onjuist. Het was niet Dokkum waar Bonifatius vermoord werd, maar Dockynchirica. Dat klinkt wel als Dokkum, maar het was toch echt Duinkerke, waarhij het 'chirica'=kerk overtuigend genoeg zou moeten zijn. Overigens is Bonifatius niet IN Dochynchirica vermoord, maar ergens in de pagus met die naam. De preciese plek is dus niet bekend.
Steeds heeft men in Dokkum met opgravingen proberen aan te tonen dat de oudste bewoning wel degelijk uit de 8e eeuw stamt. In het Museum zijn zelfs enkele voorwerpen (een muntje en een benen staafje) te zien die gedateerd zijn in die tijd. Zonder vergelijkbaren objecten is zo'n datering uiteraard 'whisfull thinking'. Met veel archeologisch objecten, zoals scherven van aardewerken potten die in heel Europa gevonden worden, bewijs je niets over een eventueel verblijf van Bonifatius ter plaatse.
In het plaatselijke gidsje uit Dokkum leest men "Dokkum is een van de oudste nederzettingen van ons land. In de middeleeuwen meende men zeker te weten dat er in het jaar 248 n.C. een kasteel stond op de plek waar Dokkum zich nu bevindt maar aangezien middeleeuwse kroniekschrijvers over sensationele duimen beschikten waar ze prachtige verhalen uit zogen is dit allerminst zeker". Het is tekenend en veelzeggend hoe men met de geschiedenis van Dokkum is omgegaan.
Volgens dit gidsje zou de nederzetting waar Bonifatius stierf later bekend worden als Dokkum. Daarmee geeft men impliciet aan dat Dokkum in 754 nog niet bestond.

Opvallend in dit gidsje is dat men na het verhaal van Bonifatius verder gaat in de 13e eeuw. En dat laatste is juist. Er bestaat dus een hiaat tussen de 8e en 13e eeuw. men noemt nog wel een nooit bestaand klooster, maar de stad ontwikkelde zich pas in de 13e eeuw tot een handelsnederzetting, die helaas met de verzanding van de toegang tot de zee al weer spoedig verdween. Dat is de juiste geschiedenis van Dokkum, waardoor het altijd een onbetekenend dorpje is geweest. Slechts bekend als keerpunt van de Elfstedentocht en natuurlijk de fabel van de moord op Bonifatius. Een moord die wel heeft plaatsgevonden, maar niet in Friesland maar in het oude Fresia (zie daar) in Frans-Vlaanderen.
Momenteel heeft de commercie een flinke greep op de Bonifatius-mythe met Bonifatius-likeur, Bonifatius-bier, Bonifatius-koeken en zelfs Bonifatius-pepermuntjes, die welkome inkomsten opbrengen voor de plaatselijke middenstand. De commencie viert hoogtij bij deze laffe moordpartij. Naast een Bonifatius Mavo en College, een Bonifatius Route worden er jaarlijks diverse activiteiten en 'feesten' rondom deze heilige georganiseerd. Er bestaat een Bonifatius festival, een Bonifatiusloop en er is zelfs een Bonifatius Musical gehouden. Het is een en al Bonifatius wat in Dokkum de klok slaat. Men zal de fabel van Dokkum dan ook niet snel uit handen geven, ook als bestaan er meerdere kritische opvattingen.



In 1954 vonden op de markt in Dokkum opgravingen plaats die een bewijs vormden dat de terp waarop Dokkum ontstond, in één keer werd opgeworpen. De terp is ruim 6,5m hoog. Overblijfselen of grondverkleuringen van het eerste houten kerkje dat er volgens de mythe gestaan moet hebben, werd echter niet gevonden, evenmin als bij de opgravingen in 1986.
Die kerk zal in Dokkum ook nooit gevonden worden, want daar is Bonifatius of welke prediker dan ook nooit geweest.



De opgravingen hebben de hooggeleerde heren historici die anders beweerden in het ongelijk gesteld. Ook de zogenaamde 'bron van Bonifatius' is niet ontstaan bij het opwerpen van de terp door de Friezen 'ter plaatse waar eens het kostbare bloed van de martelaren werd vergoten'. Dat erkende zelfs Halbertsma, die Dokkum maar niet wil loslaten als moordplaats van Bonifatius.

De in Dokkum bewaarde 'kleren van Bonifatius' blijken uit de 12e eeuw te stammen en zijn afkomstig uit Palermo en Byzantium.


Interessant om te weten is dat Boekhandel Bergsma in Dokkum -die helaas niet meer bestaat- in 1982 het boek "Holle Boomstammen" zelfs in voorraad had (weten we van een lezer en inwoner uit die buurt). Dat men in Dokkum geen weet heeft van Albert Delahaye is dus onjuist.




Afbeelding van het putje van Dokkum dat uit de 14e eeuw stamt. Dat is zes eeuwen ná Bonifatius.


"Door de moord op Bonifatius in 754 kreeg Dokkum een plaats in de wereldgeschiedenis" aldus het Archeologie Magazine nr.1 van 2018. In Dokkum is men blijkbaar nog trots op deze weerzinwekkende gebeurtenis en verkoopt het als een toeristische atractie.

In de eerste en oudste vermelding van de moord op Bonifatius wordt nergens Dokkum genoemd, maar wordt 'in pagus Dockynchirica' genoemd als streek waar deze moord plaats vond. (Bron: Vita S.Willebaldo, AS, nov. Ill, p. 842).
Dat men in Dokkum blijft vasthouden dat de moord in het stadje zou hebben plaats gevonden is de eerste onjuistheid. Maar er zijn meer onjuistheden die men in Dokkum hanteert, zoals van dat brood dat in een steen veranderderde en van die zogenaamde waterput, die uit de 14e eeuw stamt.

In 1984 stonden de kranten vol met berichten over het putje van Bonifatius dat te Dokkum gevonden zou zijn. Heel wat historici kwamen aan het woord in de media met aanzwellende verhalen. Tevens kreeg Albert Delahaye een sneer na, immers hij had dus volledig ongelijk door de vondst van dit putje. De mededelingen van archeologen G.Elzinga, D.Visser en J.K.Boschker werden als zoete koek geslikt. Lees hier het volledige artikel. Maar wat bleek spoedig daarna na wat meer gedegen onderzoek? Dat er van een putje van Bonifatius geen enkele sprake was, maar dat het put uit de veertiende eeuw betrof. Dat is 6 eeuwen na dato! Lees meer over de wijwaterput in Dokkum in het kader hieronder.

Het valt echter meteen op dat vanouds de patroonheilige Bonifatius in Friesland ontbreekt. Oudere kerken zijn vaak naar St.Maarten vernoemd, maar nooit naar St.Bonifatius. Pas eind 19e eeuw kregen in Friesland twee kerken het patronaat van Bonifatius: in Dokkum in 1872 en in Leeuwarden in 1884. De Bonifatius-traditie begon in Dokkum pas in 1853 toen de plaatselijke pastoor de brouwersbron aanwees als zijnde die van Bonifatius. Pas in 1962 verscheen er een metershoog beeld van Bonifatius ter plaatse. Dit beeld moest de bevestiging bieden aan de Bonifatius-traditie. Het kwam er door de publicaties van Albert Delahaye die de authenticiteit van de Bonifatius-mythe in Dokkum ter discussie had gesteld.

Zie ook de geschiedenis van Bonifatius.

Dokkum kennen we vooral als het keerpunt van de Elfstedentocht. Hopelijk wordt het ook een keerpunt in de ware kijk op de geschiedenis van de Nederlanden in het eerste millennium. Het verhaal van de moord wordt steeds anders verteld. Daarmee wordt de mythe al aangegeven.

Dokkum ontstond als pelgrimsoord op een het wad. Op 5 juni 754 werd de bekende bisschop en missionaris Bonifatius in deze omgeving vermoord door de Friezen.

Bron: Dossier Dokkum 2019.


Toeristische uitbuiting van de moord: in Dokkum is men meteen na de moord bier gaan brouwen.
Er was eerst een nederzetting, eind 8e eeuw kwam er een parochiekerkje. Na de dood van Bonifatius in het jaar 754 werd het kerkje een pelgrimsplek; een plek waar bisschop en missionaris Bonifatius vereerd werd. Mede dankzij die pelgrimstochten werd Dokkum ontdekt als zeehaven en groeide de stad. Glorierijke eeuwen volgden.

Bron: Dokkum magazine 2019.

Opvallend is dat het oude kerkje archeologisch nooit is teruggevonden. De oudste sporen in Dokkum zijn uit de 13e eeuw, mogelijk eind 12e eeuw.
Bonifatius' dood is Dokkums brood!
In 754 vermoordden de Dokkumers de Britse missionaris Bonifatius. Nog steeds plukt Dokkum hiervan de vruchten. pelgrims brengen geld in het laatje.... 'Dokkum 'n Moordstad'. Zelden in de historie zal voor een plaats een misdaad zo geloond hebben als de moord op de Engelse missionaris Bonifatius op 5 juni 754, ergens bij Dokkum. Dat veel Belgen beweren dat het bij Duinkerken gebeurde, deert de Dokkumers niet.

Bron: Volkskrant, 13 jan. 2001.
Dokkum moordstad.
Dokkum doet er alles aan om het tragische einde van Bonefatius in 754 uit te buiten. De Bonefatius-infrastructuur telt onder meer een kerk, een kapel, een door een wonder versteend brood, een processiepark, een bron, een deel van de schedel van de heilige en twee standbeelden. Aanvankelijk trokken alleen bedevaartgangers naar Dokkum, nu ook toeristen. 'De een zijn dood is de ander zijn brood', stelt de ANWB/VVV reisgids 'Friesland' laconiek vast.

Bron: NRC 17 dec. 1998.

Uit de berichten hierboven blijkt al hoe onwaarschijnlijk de oudste geschiedenis van Dokkum is. Eerst was er een nederzetting en een kerkje, vervolgens die moord, waarna Dokkum een pelgrimsoord werd en toen pas ontstond. Maar Dokkum werd pas een pelgrimsoord na 1853! Er was dus al een kerkje voordat Bonifatius er kwam bekeren. Wie kwam hij dan bekeren en waarom, als er al een kerkje was?

In Dokkum weet men maar al te goed dat die hele geschiedenis over het oude houten kerkje een vrome legende is. Zie de eigen mededeling hiernaast, zoals in het Museum in Dokkum vermeld wordt. Toch blijft men tegen beter weten in aan die vrome legende vasthouden. De inkomsten van de toeristen zijn uiteraard zeer welkom.

De weerzinwekkende moord op Bonifatius en zijn ruim 50 gezellen en de met de bedevaarten samenhangende commerciële gebruik van de moord zal men ik Dokkum niet snel opgeven, ook al is overduidelijk aangetoond dat het een volslagen mythe is. In het jubileumjaar 2004 met enige tienduizenden bedevaartgangers, wilden zelfs de verstokte calvinisten in allerlei raden en winkeliersverenigingen in Dokkum, de Bonifatius-mythe als handelsmerk niet kwijt. Alleen is het jammer voor hen, dat de Dokkumer 'beerenburg' die naam Bonifatius niet meer kan voeren, want het beste slokje uit het overigens katholieke Haselüne (Emsland) draagt immers al de naam Bonifatius-Kern.

Echter: Dokkum en omgeving is archeologisch leeg in de 8e eeuw, ook al beweren de toerische folders van niet. Als er een plaats gelegen heeft met een naam die in de geschreven bronnen voorkomt, dan moet er toch minstens een nederzetting geweest zijn, stellen enkele historici. Van historici en archeologen 'moet' altijd van alles. Maar niets daarvan, ondanks het 'moeten' blijkt uit archeologische rapporten dat Dokkum en omgeving archeologisch leeg is.

Sterker en korter gezegd: Dokkum bestond niet eens in de 8e eeuw, laat staan dat er al een kerkje stond voordat Bonifatius er zou zijn geweest.

Uit de Encyclopedie van Friesland (1951) valt af te leiden dat - afgezien van de Bonifatius-mythe - de Dokkumer historie begint met de vestiging van een kapittel. Dat werd omstreeks 1170 vanuit het klooster Mariëngaard te Hallum omgezet in een vrouwenabdij van Norbertijnen. Deze abdij werd voor het eerst genoemd in 1332 onder de naam Sionsberg en is opgeheven in 1580. Dokkum verschijnt pas in de 12de eeuw voor het eerste in de schriftelijke bronnen. Ook omstreeks 1170, wordt vanuit Mariëngaard nog een ander vrouwenklooster gesticht met de naam Bethlehem, nu Bartlehiem geheten aan de bovenloop van de Ee naar Leeuwarden. Leeuwarden zelf begon op oeverwallen aan de benedenloop van de Ee.
Er bestaat dus zowiezo al een gat van meer dan 400 jaar in de geschiedenis van Dokkum.


Uit het Archeologisch onderzoek aan de Koningstraat te Dokkum (J. Dijkstra, ADC Rapport nr.204) blijkt dat de oudste ophogingslagen dateren uit de eerste helft van de 13e eeuw, of mogelijk nog uit het eind van de 12e eeuw. Dat is zo'n 5 eeuwen ná Bonifatius!
(De Koningstraat ligt in het centrum van Dokkum, net achter de St.Bonifatiuskerk die uit 1878 stamt. Een reliekschrijn waarin een gedeelte van de schedel van de H. Bonifatius wordt bewaard, moet herinneran aan de moord op de heilige.)

Sinds archeoloog dr.A.E. van Giffen in 1910 heeft aangetoond dat de terp waarop Dokkum is ontstaan van vóór de 8e eeuw stamt, mist de bewering dat Bonifatius bij Dokkum of mogelijk nog ergens anders in Friesland vermoord zou zijn, alle grond. Dat erkende ook Halbertsma in 1960. Men weet dus al sinds 1910 en Halbertsma weet het sinds 1960, dat de moord op Bonifatius in Dokkum een fabel is. Het is dan onbegrijpelijk dat Halbertsma daarna toch blijft geloven, neen, met geloof heeft dat niets te maken, dat Halbertsma de fabel van Dokkum stug blijft volhouden. Daarmee wordt slechts aangetoond hoe goedgelovig Halbertsma is en hoe weerbarstig volksgeloof is. Toen in 1962 in Dokkum een standbeeld van Bonifatius werd opgericht (onthult door de protestantse prinses Beatrix en niet door de bisschop van Utrecht of Groningen (sic!) kreeg het volksgeloof weer een flinke impuls. Dit beeld kwam er (net als dat van Karel de Grote in Nijmegen) nadat Albert Delahaye zijn gefundeerder twijfel had geuit over de authenticiteit van de Bonifatius-mythe in Dokkum. De historici gingen mee in de opleving van volksgeloof en vermeden vervolgens elke discussie over de mythe. Het beeld is komisch en past in het grote raamwerk van nationale mythen en illusies. Er staan meerdere van dergelijke mythische beelden in Nederland die geplaatst zijn om een fabel in stand te kunnen houden, zoals de ruiterstandbeelden van Karel de Grote in Nijmegen en dat van St.Willibrord in Utrecht.

Dokkum is pas sinds 2013 (!) partnerstad van Fulda. Waarom niet eerder? Er heeft dus niet altijd een sterke band tussen beide steden bestaan.

De Bonifatiuskerk in Dokkum (zie foto hieronder), gebouwd in 1871, werd, hoewel niet voltooid in 1872 ingewijd. De toren stamt uit 1878.

De visie van Albert Delahaye.
Er is geen enkel bewijs, nog tekstueel nog archeologisch, dat Dokkum het Dockynchirica was, waar Bonifatius de marteldood vond. Alles wijst erop dat Dokkum in de 8e eeuw nog niet eens bestond. Het hele verhaal van St.Bonifatius en zijn marteldood in Dokkum komt vóór de 13e eeuw nergens voor in de Nederlandse en Duitse geschriften. Het klooster van Fulda is zeker niet door Bonifatius gesticht, maar pas lang ná zijn tijd in 12e eeuw. Van de Annalen van Fulda is aangetoond dat het vervalsingen zijn uit 12e eeuw, opgesteld ten faveure van het Christendom.
De oudste tekst die de moord op Bonifatius vermeldt is uit de Vita van Willebald. Daarin staat niet dat Bonifatius en zijn metgezellen in Dockynchirica vermoord is, maar in de pagus met die naam aan de rivier de Bordne of Burdina. Het plaatsen van de moord in Dokkum is al een eerste miskleun. Bovendien ligt Dokkum niet aan de Boorne, wat men er in Nederland van maakt: de tweede miskleun. Dat Bonifatius door Fresones is vermoord is een zekerheid, maar die kwamen niet uit Groningen wat men er in Dokkum van maakt om de schuld toch maar van zich af te schuiven: een derde miskleun.
Uit alle contemporaire bronnen blijkt dat Bonifatius nauwe banden onderhield met het Frankische vorstenhuis en al zijn handelingen ook dáár geplaatst moeten worden: in Frankrijk. Zijn aanwezigheid in Duitsland en het noorden van Nederland is één grote mythe, gebaseerd op het misverstaan van de deplacements historiques.
Het Austrasië waar Bonifatius aartsbisschop was lag in Francia. En dat is het noorden van het tegenwoordige Frankrijk. Delen van Duitsland hoorden daar niet bij, ook al beelden alle historische atlassen dat zo af.
Bonifatius werd ook niet vermoord vanwege het geloof, wat de Kerk er zo graag van maakt, maar omdat hij door de Fresones werd gezien als vertegenwoordiger van hun aartsvijand de Franken, wat Bonifatius gezien zijn werkzaamheden ook inderdaad was.
Het opgravingsverslag van Dokkum laat er, ondanks wat dr.H.Halbertsma beweert, geen enkel misverstand over bestaan: er is niets gevonden uit de 8e eeuw. Zie de feiten hieronder!


Of dit feit, en de twijfels van anderen over de ware geschiedenis van Dokkum nog veel invloed zal hebben op het met de bedevaarten samenhangende commerciële gebruik van de moord op de bisschop valt te betwijfelen. In het jubileumjaar 2004 met enige tienduizenden bedevaartgangers, willen zelfs de verstokte calvinisten in allerlei raden en winkeliersverenigingen in Dokkum de Bonifatius-mythe als handelsmerk niet kwijt. Alleen is het jammer voor hen, dat de Dokkumer 'beerenburg' die naam Bonifatius niet mag voeren, want het beste slokje uit het overigens katholieke Haselüne (Emsland) draagt immers al de naam Bonifatius-Kern.

Albert Delahaye heeft enige tijd de illusie gehad, dat de Friezen hem dankbaar zouden zijn dat hij hen na 12 eeuwen eindelijk vrij pleit van die barbaarse en heiligschennende moord. Het schijnt niet in goede aarde te vallen. Sommigen van hen zijn er zelfs trots op "omdat Dokkum er tenslotte zijn bekendheid aan te danken heeft", wat toch een bedenkelijk argument is. Een tikkeltje schaamteloos ook, omdat een schandelijk misdrijf min of meer goedgepraat wordt terwille van het toerisme en de commercie. In Dokkum zelf wordt al ingezien, dat de stad "kapitalen" aan de devotie tot St.Bonifatius heeft verdiend, wat een rare zaak is, als een overwegend hervormde gemeenschap (ruim 70%) schatten verdient aan een moord op een "roomse" heilige. Wanneer een commerciële nevenbedoeling een rol gaat spelen, moeten de historici hun waakzaamheid tot de hoogste graad van paraatheid opvoeren. Dan kan men er vrijwel zeker van zijn dat er met de historie gesjoemeld wordt.

Maar de huidige Friezen van Nederland hebben de moord niet bedreven. In Friesland wordt dan wel steeds beweerd dat het de Friezen uit Noord-Holland of dat het de Groningers waren. Zo schuif je de schuld dus af en krijg je vanzelf een schoon geweten. Maar het waren wel hun voorouders, de Fresones uit Frans-Vlaanderen, die deze heiligschennende moorden (ja, meervoud: er vielen zeker 50 slachtoffers) pleegden. Dat de Fresones de voorouders waren van de huidige Friezen kan vastgesteld worden aan de hand van de Friese taal (die uit het Diets stamt: zie daar) en de vele plaatsnamen die zowel in Friesland als in Frans-Vlaanderen liggen.
De Fresones uit het noorden van Frankrijk pleegden deze euvele daad en wel op de oever van de Bourre, zoals het in de betreffende tekst staat. De Bourre ligt in de omgeving van Hazebroek, waarvan zelfs Halbertma erkend, dat die in de buurt van Dokkum niet te vinden is en onbekend is waar dan wel. De enkeling die er de Boorn van wil maken moet toch eens een atlas aanschaffen.
Onze Friezen mogen hun handen in onschuld wassen; verwacht mag worden dat zij een Beerenburg nemen op deze vrijspraak. Het deel van hen, dat zich ervoor schaamde, kan opgelucht adem halen. Het andere deel, dat er prat op gaat, moet aan het verstand gebracht worden dat het claimen van een niet gepleegd misdrijf een zware belediging is voor de hele bevolkingsgroep, tevens een zwaar vergrijp in historisch en kerkelijk opzicht. Men zou zelfs voor meineed vervolgd kunnen worden, ware het niet dat deze moord reeds lang verjaard is.

Het numismatische aspect bij opgravingen in Friesland.
In het Katholiek Nieuwsblad van 13 augustus 1985 houdt H.A.M.Andela uit Sneek een dissertatie over de vermeende aanwezigheid van St.Bonifatius in Dokkum. In dat artikel haalt hij enkel teksten aan waarmee hij meent te kunnen bewijzen dat Bonifatius in 754 stellig al in Dokkum zou hebben verbleven. Hij noemt teksten uit 1170, uit 1191, uit 1240, uit 1254 en uit 1558. Dat je met teksten die zich meer dan vijf eeuwen later voordoen niets bewijst over iets wat zich vijf eeuwen daarvoor zou hebben voorgedaan, begrijpt Andela niet. Daarop antwoordde Delahaye hij dat hij 'best begreep dat het Katholiek Nieuwsblad achter de mening van Andela stond', al was het maar om vooral het 'Katholieke' van de hele zaak te benadrukken. Maar met zogenaamde 'bewijzen' uit (ver-)oude(-rde) literatuur kun je niets bewijzen. In hoeverre je het als Katholiek Nieuwsblad moet opnemen voor de moordpartij, waar dan ook gepleegd, blijft een interessante vraag. Gaat het Katholiek Nieuwsblad prat op deze moord?
Feitelijk is Dokkum en Bonifatius slechts een te verwaarlozen bijrolletje in het grote geheel van 'Vraagstukken in de Historische Geografie'.
Het wordt toch tijd dat historici hun werk eens gaan doen en dat niet overlaten aan de plaatselijke VVV's. Het zou ook prettig zijn als lezers van de boeken van Albert Delahaye dat eens zorgvuldig gaan doen en niet voorbarige conclusies trekken, zoals V.d.Galiën (zie brief hier rechts) dat doet, die blijkbaar meer geloof hecht aan de mythe van zijn woonplaats dan aan de historische waarheid. Zie de discussie in het Katholiek Nieuwsblad van 6 aug.1985 tussen twee lezers in het kader hiernaast.
Kijk bij Bonifatius, apostel van Duitsland? en bij de geschiedenis van Dokkum.

Wat weten we nu feitelijk echt?
Een oudste naam van Dokkum was niet Dockinga, maar Tockingen. De toponomy is wel duidelijk. Het Tock- heeft betrekking op -dijk- (wat ook de etymologie van Dok- is), het -inge heeft betrekking op het water en een zeekreek, zoals in andere plaatsen in laag-Nederland op -inge, zoals Vlissingen, Kruiningen, Groningen, Scheveningen enz. Rond 1050 heette Dokkum Doccuga. Op de vroegste stadszegel aan een oorkonde uit 1491 heet de plaats Doccum. De toponymishe verklaring van Dok-kum is een verbastering van Dok-heim, Dijk-heim: woonplaats (heim) op een verhoging, een dijk, waarvan een terp de voorloper was. Het is in elk geval duidelijk dat de naam pas ontstond nadat er dijken waren aangelegd, dus ná de 11e eeuw en dat er geen verband is met het chirica, met een kerk. Duinkerke is wat dat betreft een rechtstreekse afleiding van Dockin- (verhoging aan de zeekust, een duin) en chirica (kerk). De overeenkomst met het Dok- in de naam Dokkum heeft voor de begrijpelijke verwarring gezorgd, waardoor de geschiedenis verplaatst werd, nadat St.Willibrord naar Utrecht en Karel de Grote naar Nijmegen waren verplaatst. Duinkerke en Dokkum zijn namen die onafhankelijk van elkaar ontstaan zijn in hetzelfde (Friese) taalgebied.
Het is wegens gebrek aan geschreven bronnen niet bekend hoe Dokkum zich vóór 1500 ontwikkeld heeft. Rond 1400 schijnt de 'stad' verdedigbaar geweest te zijn. Sporen van stadsmuren zijn echter nooit gevonden. Aldus een quote uit een archeologieverslag. Ook hier laten de bronnen en de archeologie de aangenomen geschiedenis in de steek.

Vóór de 12e eeuw was St.Willibrord totaal onbekend in Nederland. En Bonifatius kwam pas in Dokkum terecht, nadat de mythe van St.Willibrord in Utrecht was ingevoerd. Melis Stoke, de eerste Hollandse schrijver die leefde en schreef tegen het einde van de 13e eeuw, vermeldt als eerste dat Bonifatius in Dockinghen werd vermoord door de Friezen. Dat is 5 eeuwen na dato. Door het misverstand dat het de Friezen uit Friesland betrof, kwam de mythe vanzelf in Dokkum terecht.

Na 1874 tot 1882 herleefde de pelgimage naar Dokkum, tevoren was het nauwelijks bekend. In 1919 kreeg de devotie met de jaarlijkse (fiets-)bedevaarten en vanaf 1922 de voettochten pas verdere vorm. In 1924 werd de Bonifatiusstichting opgericht om Dokkum weer tot een echte bedevaartsplaats te maken. In 1925 kwam er een processiepark nabij de Bonifatius-fontein tot stand. In 1934 werd de kapel gebouwd in de stijl van de oudste kerkjes in Friesland.

In 1962 kon eindelijk ook het standbeeld van Bonifatius onthuld worden, wat gebeurde door de protestantse prinses Beatrix en niet door de aartsbisschop van Utrecht, wat toch verwacht had mogen worden als (vermeende) opvolger van Bonifatius.

De eerste keer dat Dokkum in de geschiedenis genoemd wordt heeft men als stichtingsjaar gekozen. Dat was in 754 volgens de onjuiste opvatting. Daarna verdwijnt Dokkum uit de geschreven geschiedensi om er pas in de 13e eeuw weer in terug te keren. Over dit gat in de continuïteit wordt maar nooit gesproken, aangezien men de ongerijmdheid heus wel doorziet. In 2004 'vierde' men dan het 1250 jarig bestaan van Dokkum. Op geschiedvervalsing bouwt men feestjes, net als in Nijmegen.
In het kader hiernaast een discussie in het Katholiek Nieuwsblad van 6 aug.1985 tussen twee lezers.

In het Vita van St.Willebald, een Frankische prediker, wordt de marteldood van St.Bonifatius als eerste genoemd. Deze schrijver vermeldt niet dat Bonifatius IN Dockynchirica is vermoord, maar in de pagus Hostraga aan de rivier de Bordne. Halbertsma houdt in tegenspraak met de oudste teksten vast aan de opvatting dat St.Bonifatius IN Dokkum is vermoord. Hij begrijpt blijkbaar overduidelijk dat er in verre omgeving van Dokkum totaal niets te beleven was. Van bewoning in de verre omgeving was immers geen enkele sprake. Daar is archeoleugisch ook nooit enig spoor van gevonden. Wat er dan te bekeren viel, blijft een tot heden onbeantwoorde vraag. De rivier de Bordne waar Bonifatius zijn tenten opsloeg was de Bourre vlak bij Duinkerken. Dáár vond de moord plaats, die ook geen moord was met religieuze motieven, maar een politieke moord betrof. Bonifatius werd door de Fresones gezien als een vertegenwoordiger van hun aartsvijand de Franken. De Fresones waren ook niet de Nederlandse Friezen, maar die uit het oude Fresia, te weten Vlaanderen aan de kust van Het Kanaal. Zie verder bij de Fresones.
De archeologie en historie van Dokkum.
In hun desertaties geven enkele auteurs (Halbertma, De Langen, Noomen) hun -vaak op de traditie gebaseerde- visie over het ontstaan van Frieslands noorden, Leeuwarden en Dokkum. Toch zijn daar enkele opmerkelijke zaken in te lezen.
Uit de Encyclopedie van Friesland (1951) valt af te leiden dat - afgezien van de Bonifatius-mythe - de Dokkumer historie begint met de vestiging van een kapittel, dat omstreeks 1170 vanuit het klooster Mariëngaard te Hallum is omgezet in een vrouwenabdij van Norbertijnen. Deze vrouwenabdij werd voor het eerst genoemd in 1332 onder de naam Sionsberg en is opgeheven in 1580. Dokkum verschijnt dus pas ruim na het jaar 1170 op de kaart.

Zonder verdere bewijsvoering wordt er ten aanzien van kerken in Friesland steeds maar uitgegaan van een kerstening door Bonifatius vanuit Dokkum. Vreemd blijft het dat er GEEN ENKELE kerk naar deze heilige is vernoemd. Verzwegen wordt de plausibeler veronderstelling, dat Willibrord en Bonifatius tussen Trajectum, Epterlacum, Dorestatum en Dockynchirica in het Noordfranse 'Frisia' opereerden, alwaar vele altaren, kerken en zelfs plaatsen naar hen zijn vernoemd. Waarom in Noord-Frankrijk wel en in Noord-Nederland niet?
"Na het jaar 1000 lijkt er een nieuwe tijd aan te breken. Evenals De Langen wijst Noomen op Leeuwarder munten uit de 11e eeuw, maar er ontbreken geschreven bronnen over marktrecht of muntslag. Onder graaf Bruno III van Brunswijk (1033-1057) zouden in of voor Dokkum en Leeuwarden munten geslagen zijn, die de beeltenis dragen van koning Hendrik III (1039-1056), betogen zij."
Er is gerede twijfel mogelijk aan de herkomst van deze Friese munten, die vanwege de letters BRVN worden toegeschreven aan de 11e eeuwse graven van Brunswijk, die tot in Friesland hun macht uitstrekten. Bijna niemand schijnt het vreemd te vinden dat ze in het Oostzeegebied en Scandinavië bij wijze van spreken per kilo uit de grond komen en in de Friese bodem zelf, geheel ontbreken.
"De terp aan de Ee waarop later Dokkum zal ontstaan, zo blijkt uit opgravingen in 1954, is in een keer opgeworpen uit kwelderzoden zonder sporen van eerdere bebouwing. Als terp in het kale, bij hoge vloeden onderlopende kwelderland heeft ze weinig te betekenen. Daarop verrees in de tweede helft van de elfde eeuw een 41 m lang en 12 m breed eenbeukig kerkje uit tufsteen, gefundeerd op veldkeien, met aan de oostzijde een versmald vierkant koor en aan de westzijde een uitspringende toren. Dit kerkje blijkt eind twaalfde eeuw toe te behoren aan Witheren of Praemonstratensen, dus niet aan Benedictijnen (St.Bonifatius en St.Willirord waren Benedictijnen.). Deze later met abtshuis en brouwhuis uitgebouwde abdijkerk heeft bestaan tot 1589."
In "Archeologie en vroege geschiedenis van Dokkum" erkent Halbertsma dat Willibald (biograaf van Bonifatius) Dokkum niet noemt en dat de door hem genoemde Bordine niet klopt met de ligging van de Boorne in Friesland. Hij moet zich vaak verontschuldigen voor een aantal moeilijk te volgen interpretaties, maar blijft vasthouden aan de traditie, ook al spreekt de archeologie hem tegen.

Het opgravingsverslag van Dokkum.
In 1965 publiceert dr.H.Halbertsma (inmiddels aangesteld bij de ROB. te Amersfoort) een artikel in het KNOB-nieuws waarin hij beweert (citaat, p.40: ) "Onder de huidige uit de 15e eeuw daterende St.Maartenskerk gaan immers de overblijfselen schuil van Bonifatius' eerste gedachteniskerk kort na het jaar 754 gebouwd".
Let vooral om het woord 'immers'. Hieruit blijkt dat hij bij de opgravingen in de rest van Dokkum in 1960 waarbij hij op zoek ging naar deze kerk, deze dus niet gevonden is. Voor een goed verstaander is dat ook uit het hele opgravingsverslag op te maken. Het staat er niet in en er wordt door Halbertsma omheen gepraat. Had men sporen uit de 8e eeuw of van die kerk wel gevonden dan was dat natuurlijk breed uitgemeten in dit verslag en zou het breedvoerig in de pers zijn beland. Maar in het opgravingsverslag van Dokkum uit 1960 lezen we er helemaal niets over. We lezen iets anders en wel: "Hopelijk biedt de reeds te lang uitgestelde restauratie van dit deerlijk verwaarloosde en mishandelde monument gelegenheid met bikijzer en spade de bewijsstukken te vergaren welke ons betoog thans moet ontberen."(citaat, p.443). Dit 'deerlijk verwaarloosde en mishandelde monument' is de St.Maartenskerk, sinds de reformatie een Nederlands Hervormde kerk. Ontberen = iets missen waaraan men grote behoefte heeft. (Van Dale). Het is wel duidelijk wat dat 'iets' is. Met andere woorden: we hebben de kerk van St.Bonifatius elders in Dokkum niet gevonden, dus moet die onder de St.Maartenskerk zitten.

Bij de vakkennis van Halbertsma naar aanleiding van dit citaat kunnen enkele vraagtekens gezet worden. Met een bikijzer wil hij op zoek gaan in een eeuwenoud monument. De tand des tijds noemt Halbertsma dus "deerlijke verwaarlozing en mishandeling". Ongebruikelijke bewoordingen voor een archeoloog, waaruit wel zijn vakkennis en betrokkenheid bij historische opgravingen blijkt. Of spreekt hier een zekere vorm van ergernis uit, voortkomend uit het feit dat maar niet gevonden wordt wat zo gewenst is?

Bovendien is het een farce dat die eerste gedachteniskerk kort na 754, dus vlak na de moord gebouwd zou zijn. Welk volk gaat of laat het toe dat er een Christelijk kerkje gebouwd wordt om een door henzelf gepleegde gruwelijke moordpartij op Christelijke missionarissen te herdenken? Bonifatius werd niet als enige vermoord. Ook veel van zijn metzellen en de Frankische soldaten die hen moesten beschermen vonden de marteldood. Het was een complete veldslag. Zij werden gezien als vertegenwoordigers van hun aartsvijand de Franken. Bonifatius was immers nauw verbonden met het Frankische hof. Zo heeft hij Karel de Grote gedoopt en zijn vader Pepijn de Korte gezalfd tot Koning der Franken. Ook was hij voorzitter van de concilies (kerkelijke vergaderingen) van Frankische bisschoppen. Zie ook het hoofdstuk over Bonifatius.

De restauratie van de St.Maartenskerk.
Bij de restauratie van deze St.Maartenskerk die tussen 1964 en 1968 uitgevoerd werd, blijkt dat de oudste sporen uit de 10e eeuw stammen. Op die 10e eeuwse sporen blijkt in de 11e en 13e eeuw op deze plek een kerk herbouwd of gebouwd te zijn, tenminste volgens dat opgravingsverslag. Over die 10e en 11e eeuwse sporen is dit verslag echter heel onduidelijk. Er wordt niet vermeld waaruit die 10e en 11e eeuwse sporen bestaan en hoe men tot deze datering is gekomen. Heeft men ook hier weer iets te verbergen? Er wordt slechts gesproken over enkele teruggevonden mozaïekvloeren en de fundamenten van de oude Abdijkerk en Abdijtoren. Het is in elk geval wel duidelijk dat er geen enkel spoor is gevonden uit de 8e eeuw of van de kerk van St.Bonifatius.
En over die Abdijkerk schrijft Halbertsma zelf: "Jonger dan de wende der 12de en 13e eeuw kan deze abdijkerk ook al bezwaarlijk geweest zijn". (Citaat, p.422 uit genoemd verslag). Maar ouder? Daarover geen woord. Wel wordt vermeld dat deze abdij een Praemonstratensenklooster was (dus geen Benedictijnenklooster, terwijl Bonifatius een Benedictijn was) en bovendien een vrouwenklooster (?!?). "De stichting van het Dokkumer Praemonstratensenklooster is intussen in nevelen gehuld" (citaat, p.418), schrijft Halbertsma. "De eerste abt en stichter zou Frederik (1161-1175) geweest zijn". Al deze feiten weerleggen dat het hier om het klooster van St.Bonifatius zou kunnen gaan, maar dat het gaat om een 12e eeuws klooster van vrouwelijke Praemonstratensers ofwel Norbertijnen.
Het huidige gebouw van de St.Maartenskerk stamt uit 1590 lezen we ook, dus geen 15e eeuws wat Halbertsma eerder beweerde. maar eind 16e eeuw. Een eeuw meer of minder maakt bij Halbertsma blijkbaar niet zoveel uit. Zie over dr. Herre Halbertsma de informatie elders op deze website!
Ook is Halbertsma onduidelijk over deze Vita, waarbij afwisselend Willibald of Willehad worden genoemd, terwijl het steeds over St.Willehad zou moeten gaan. De oudste tekst die van de moord op St.Bonifatius melding maakt, is die uit de Vita S.Willebaldo, waarvan de schrijver onbekend is. Willibald heeft later een Vita S.Bonifacii geschreven (laten schrijven?), maar deze vita is gebaseerd geweest op de Vita S.Willehadi. Daar is al enig verschil van inzicht te constateren. St.Willibald was (volgens de overlevering.) tot 787 bisschop van Eichstätt in Duitsland, St.Willehad was tot 789 bisschop van Brema, wat uiteraard Brêmes in Frans-Vlaanderen is en niet Bremen in Noord-Duitsland. In hoeverre St.Willibald zelf die vita schreef of dat deze op zijn naam is gezet en in hoeverre deze ongeschonden en niet aangepast aan de omstandigheden van de tijd is overgeleverd, is een nadere studie waard. Duidelijk is wel dat Dokkum hierin nergens genoemd wordt of zoals Halbertsma het zelf omschrijft: "Willibald's beweringen over de plaats van het martelaarsveld hebben menige onderzoeker in verlegenheid gebracht". "Men kan toch moeilijk volhouden dat Dokkum ooit aan de Boorne gelegen heeft."(citaten p.395).

De wijwaterput van St.Bonifatius.
In 1984 wordt via het A.N.P. den volke verkondigd, dat de R.O.B. te Dokkum op de mogelijke plek van een oud klooster een put heeft ontdekt, waaronder zich de wijwaterput van St. Bonifatius bevindt waarin hij de Friezen doopte. Na de onsterfelijke mop van Wijk bij Duurstede blijft de R.O.B. maar nieuwe tappen, ditmaal uit een put van de 14e eeuw. Werken er geen katholieken of kerkhistorici bij de R.O.B.? Elke historicus behoort toch te weten dat wijwaterputten in de Roomse Kerk een absurde onmogelijkheid zijn. In een levensverhaal van St.Bonifatius wordt gezegd dat op de plek waar hij werd vermoord, later als door een wonder, een bron ontsprong. Maar aangezien dit in een zeer late en met fantasterijen aangevulde levensbeschrijving uit de 13e eeuw staat, zes eeuwen na datum, heeft het geen enkele historische waarde, te meer niet omdat dit verhaaltje over allerlei heiligen wordt verteld.
En dan komt het meest doorslaggevende, dat de bewering van de R.O.B. tot klinkklare onzin bestempelt. Paus Gregorius (731-741) had met nadruk verboden voor het dopen van heidenen tot christenen gebruik te maken van bronnen, juist omdat deze bij de heidenen in een geur van bijgeloof en heidense rituelen stonden en de paus absoluut wilde voorkomen dat de heidenen de indruk kregen alsof de Kerk ook in het sacrale van bronnen geloofde. St.Bonifatius was zeer Rome-getrouw, zozeer zelfs dat hij menigmaal in konflikt is geraakt met de Gallische (!) bisschopppen. Wrijf deze heilige dan niet aan dat hij de kerkelijke voorschriften heeft overtreden. Deze nieuwe mop roept enkel de verzuchting op: Hoe is het in 's hemels naam mogelijk, dat de R.O.B. de ene mythe na de andere blijft stapelen, teneinde de fabels te redden. En passant wordt het Nederlands publiek weer misleid met zogenaamd spektakulaire en 'deskundige' vondsten, die iedere doodgewone maar serieuze amateur-archeoloog wel uit zijn lijf zou laten te debiteren. Is dat nog wetenschap, of is 't roepen vanuit de diepte van een put? Nog een vraagje: Hoe weet de R.O.B. dat er wijwater onder de put zit? Iedere Roomse interesseert dit bijzonder. Is er soms al een wonder mee gebeurd? Voor de genezing van de ogen helpt dit wijwater in elk geval al niet, want de R.O.B. is nog altijd even blind. Er komt een monument, zeggen de kranten, voor deze wijwaterput. Dan is de volgende mop al op komst: flessen Dokkumer wijwater van St. Bonifatius! die voor een zacht prijsje te koop worden aangeboden. De commercie heeft weer gezegenvierd, al is het met Kerkelijke legenden en R.O.B.-leugens.
Lees meer over Bonifatius.
De tradities van St.Bonifatius te Dokkum.
In Dokkum worden een aantal tradities gehanteerd die gebaseerd zijn op volkomen ongeloofwaardige fabels. Met deze fabels wil men het gelijk van de traditie van Dokkum en Bonifatius bewijzen. Voor de goedgelovige Middeleeuwer misschien mogelijk, voor de nuchter denkende mens van tegenwoordig een complete farce. Het betreft de volgende ongeloofwaardige fabels:

  • Het corpus van Bonifatius zou na de moord over het Almere naar Utrecht gebracht zijn. Hoe men dan gevaren is, blijft geheim. Immers de Zuiderzee had in de 8e eeuw nog geen open verbinding met de waddenzee. De schedel van Bonifatius zou achtergebleven zijn in Dokkum, waar men deze nog vele eeuwen heeft kunnen vereren. Echter, en nu komt het, in Fulda waar het lichaam van Bonifatius later naar toe gebracht werd heeft men een compleet corpus. Had Bonifatius dan twee hoofden. Voor een heilige in zo'n groot missiegebied wellicht wenselijk, maar fysiek onmogelijk. Welke is nu echt? Of zijn beide schedels vals? C-14 onderzoek heeft men in Fulda steeds afgewezen, bang dat de waarheid onthuld zou worden. En als het dan toch om een 8e eeuws corpus zou gaan? Wie zegt dan dat het hier om Bonifatius gaat? Er zijn zelfs van heiligen die nooit bestaan hebben relieken bewaard gebleven. De goedgelovige Middeleeuwer nam het niet zo nauw met relikwieën. Als ze maar geld opbrachten voor moeder de H.Kerk.

  • Bij de begrafenis van Bonifatius gebeurde een volgend wonder. Toen de kist met het corpus in Utrecht aankwam en men het daar wou begraven, bleek de sarcofaag plots niet meer te tillen. Pas toen men ingevolge de wens van Bonifatius te kennen gaf zijn lichaam naar Fulda te zullen brengen, kwam er weer beweging in de sarcofaag en kon men deze verder vervoeren. Welk nuchter mens gelooft dit sprookje? Een aantal zich historicus noemende wetenschappers blijkbaar wel.

  • De Gouden Kelk van St.Bonifatius die in Fulda bewaard wordt toont al aan dat deze nooit aan Bonifatius of een van zijn volgelingen kan hebben toebehoord. Bonifatius was een Benedictijner monnik. Deze bezaten geen persoonlijke eigendommen, laat staan een gouden kelk. Hun gelofte van armoede betekende afstand nemen van persoonlijke bezittingen. Ook bezat men geen eigen boeken. Als er al boeken waren, dan waren deze eigendom van het klooster waartoe men behoorde.

  • Het Evangelieboek van Bonifatius waarmee hij zich beschermde tegen de slagen van de moordenaars is een volgende mythe. Zie hiervoor het Ragyndrudis-codex dat te Fulda wordt bewaard.

  • Het paard van Bonifatius zou zich in Dokkum eens verstapt hebben, waarna er op die plaats plots een bron ontstond. Deze bron ('fons') is in Dokkum nog steeds te bezoeken, waar men het z.g. geneeskrachtige water uit tapt. Bij de goedgelovige Middeleeuwer gaat zo'n verhaal er wel in. Maar tegenwoordig? Wie gelooft die onzin nog? Blijkbaar is de traditie van Dokkum op deze verhalen gestoeld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een nuchter denkend mens daar tegenwoordig anders over denkt. Het is dan snel afgelopen zijn met de fabel van Bonifatius in Dokkum.
    Dat Bonifatius een paard zou hebben gehad is dezelfde fabel als het paard waarop St.Willibrord wordt afgebeeld, zowel op de Schoolplaat van Isings als op het beeld van Albert Termote in Utrecht. Het bezit van een paard komt slechts voort uit de gedachte van het oneindig grote missiegebied dat te voet onmogelijk te behappen was. Te paard overigens net zo min. We moeten blijven benadrukken dat het hier wel gaat om de 8e eeuw!

  • De waterputjes van Dokkum vormen een verhaal apart. Zoals in een kweldergebied gebruikelijk is komt grondwater op verschillende plaatsen aan de oppervlakte. Dat werden de 'bronnen' van Bonifatius, waarvan het water geneeskrachtig zou zijn. Ging het hier om zoet of wellicht zout kwelderwater? Dit zoutkristallen bevattende water zal wellicht een enigszins 'oppeppende' werking gehad hebben, maar geneeskrachtig? Het was en is nog steeds water om te drinken, niet om te dopen. Maar doopte Bonifatius met water uit putjes? Gezien de regels van Rome, en Bonifatius was zeer Rome-getrouw, is dit uitgesloten. Het dopen uit putten en bronnen die toch een zekere sfeer van heidense rituelen uitstraalden, werd strikt afgeraden door de Paus. Zie kader hiernaast!

  • De stenen broden van Dokkum. Toen Bonifatius van de plaatselijke bakker in Dokkum eens geen brood kreeg, zou hij zijn broden in stenen hebben veranderd. Deze stenen 'broden' zijn in Dokkum nog steeds te bewonderen. Maar wie gelooft zo'n verhaal nu nog, zeker als je weet dat Bonifatius geen haatdragend man was en zeker een andere oplossing bedacht zou hebben om aan brood te komen. Zo'n onchristelijke daad toeschrijven aan Bonifatius maakt de mythe van Dokkum nog verder ongeloofwaardig.

  • Het omhakken van een 'heilige' eik. Nog zo'n ongeloofwaardig verhaal. Bonifatius zou een heilige eik in enkele slagen hebben omgehakt. De plaatselijke bevolking stond erbij en keek ernaar en liet Bonifatius maar begaan. Geen enkel verweer van hun kant, blijkbaar bevreesd door de hulp van boven die Bonifatius kreeg. Want wat gebeurde? De boom werd plots ontworteld, vloog door de lucht en landde in vier gelijke stukken op de grond. Dan moet Bonifatius wel over bovennatuurlijke krachten bezitten om zijn verhaal geloofwaardig te laten zijn. Geen wonder dat iedereen zich toen liet bekeren. Zoveel geweld van zo'n vredelievende man, maakt het verhaal niet erg geloofwaardig.

    En zo bestaan er meerdere fabels over Bonifatius, waarmee slechts aangetoond wordt dat het late Middeleeuwse verhalen zijn en niet geschreven in de 8e eeuw. De meeste fabels stammen uit de 16e eeuw, enkele zijn zelfs nog van latere datum. Het was met name de in 1520 in Dokkum geboren Cornelis Kempius die veel van die sagen voor het eerst vermeldt in zijn boekje (De origine, situ, qualitate Frisiae, et rebus a Frisiis olim præclarè gestis (Keulen, 1588). En juist met deze fabels wil Halbertsma de traditie van Dokkum bewijzen. Het opgravingsverslag is ermee doorspekt. Hoe is het mogelijk?

    Het is mogelijk omdat het geloof sterker is dan de historische feiten. Dat bleek ook weer in 2021 in een TV-uitzending van 'Roderick zoekt licht' waarin hij Dokkum bezocht en de aloude mythen nog eens beeldend herhaald werden.

    De reizen van St.Bonifatius tussen Dokkum en Fulda.
    Hoe kwam St.Bonifatius van Fulda in Dokkum? Het lijkt een overbodige vraag, maar is zeer essentieel. Het gaat hier wel over de 8e eeuw!
    Er bestonden nog geen routeplanners, er waren geen landkaarten, er waren geen ANWB-borden, het kaartbeeld was -als men dat al had- zeer beperkt, er lagen geen wegen tussen beide plaatsen, er waren geen wegwijzers of mijlpalen. Bonifatius moest meerdere grote rivieren oversteken. Waar deed hij dat? Hij moest moerassen en dichte wouden, rovers en plunderaars vermijden. Hoe is hij gereisd? Te paard? Maar Benedictijnen bezaten geen paard. Dat was het vervoermiddel van de welgestelden, niet van een Benedictijn die de gelofte van armoede had afgelegd. In welke kloosters heeft hij overnacht? En toen hij daar aankwam bleek die plaats niet te bestaan! Er woonde niemand (sic)! De oudste archeologische sporen in Dokkum blijken namelijk uit de 13e eeuw te stammen. Lees meer over de opgravingen van Halbertsma. Het zijn evenvele vragen die de tocht van Fulda naar Dokkum als onwaarschijnlijk, zelfs onmogelijk maakt.

    En de Rome-reizen van St.Bonifatiusen andere predikers dan, zult U vragen? Dat was toch ook over een grote afstand? Zeker, maar wel met dat verschil dat tussen Engeland en Rome een reeds lang bestaande weg lag, de vanouds bekende Romeinse tin-route, de geplaveide Romeinse weg die ook op de Peutingerkaart te vinden is. Maar zo'n reis duurde wel ruim een jaar. De geplaveide Romeinse weg was voorzien van mijlpalen en was net als de latere Via Francigena de bekende weg vanuit Noord-Frankrijk naar Rome. Bovendien zijn de reizen van Bonifatius naar Rome beschreven, die van Fulda of van Mainz naar Dokkum niet. Blijkbaar ging de schrijver van zijn vita er vanuit dat deze plaatsen of dicht bij elkaar lagen of de weg tussen beide plaatsen wel bekend was. Was het genoemde Moguntiacum wel Mainz of was het Magneville in Frankrijk. Dat Dockynchirica Dokkum was is ondertussen wel weerlegd: het was Duinkerken dat in tegenstelling tot Dokkum vlak bij dè oversteekplaats naar en vanuit Engeland lag. Dit was ook de plaats waar St.Willehad vanuit Engeland naar Rome overstak, in wiens vita als eerste sprake is van de moord op Bonifatius. Dat St.Willehad vanuit Engeland via Dokkum naar Rome gereisd zou hebben, is natuurlijk een complete farce. Zoiets verzinnen alleen historici die de waarheid niet van de mythe kunnen onderscheiden.



    Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.