Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Het levensverhaal van St.Ansfridus heeft alle kenmerken in zich van een middeleeuwse legende. De feiten in dit verhaal komen verre van overeen met de werkelijkheid. Lees meer over heiligenlevens. De "wonderen" die hierin plaats vonden zijn ook onmogelijk, zoals een nuchter mens tegenwoordig kan weten. Bovendien heeft er nooit een volksdevotie bestaan in Utrecht of Amerfoort, de plaats waar hij een klooster gesticht zou hebben. De St.Paulus abdij die het verplaatste klooster van St.Ansfridus zou zijn, heeft nooit bezittingen in Amersfoort of verre omgeving gehad. De Paulusabdij wordt door meerdere historici (o.a.Kaj v.Vliet) Utrechts oudste klooster genoemd. Dat impliceeert dan dat er geen ouder klooster heeft bestaan, dus ook geen klooster van St.Willibrord, dat er overigens ook nooit gevonden is. Ansfried zou graaf van Strijen geweest zijn en bezittingen in Zwijndrecht gehad hebben (die al wat waard geweest moeten zijn) toen deze in 1006 aan het klooster de Hohorst in Amersfoort geschonken werden. Dat klooster was pas enige jaren daarvoor opgericht met 6 monniken en had absoluut geen capaciteit om de Zwijndrechtse Waard te ontwikkelen. Dat Ansfridus graaf van Strijen geweest is kan als een mythe beschouwd worden. Er heeft nooit een graafschap Strijen bestaan. De schenkingsakte uit 1006 is vals. Daarvan bestaan ook geen originele, slechts een laat 13e eeuwse kopie. ![]() Wat schrijft Alpertus Mettensis letterlijk over het klooster Hohorst? Lees meer over Alpertis Mettensis. Degene die ernstige twijfel heeft naar aanleiding van het hiernaast staande, raad ik toch eens aan te lezen wat Hans van Rij in zijn inleiding over Alpertus Mettensis en zijn "de Diversitate Temporum" schrijft. In wat Alpertus schrijft wemelt het van de reminiscenties aan de Bello Gallico van Julius Caesar. Van Rij vraagt zich dan ook terecht af "of de prefect die de Nederlandse mediëvistiek zoveel problemen heeft bezorgd, eigenlijk wel bestaan heeft". Dat is nu precies het kernpunt. Wat Alpertus schrijft past niet op Nederland, maar daar heeft het ook geen betrekking op. Tiel, Utrecht en Amersfoort worden door Alpertus niet genoemd, maar zijn de foutieve interpretaties van historici die Karel de Grote in Nijmegen plaatsten, St.Willibrord in Utrecht en het Lisiduna uit de oorkonde uit het jaar 777 onjuist op Leusden toepasten. De in de Diversitate Temporum genoemde 'Miracula Waldburgia' wijzen de juiste streek aan. De relieken van de H.Walburga en haar broers St.Wunnebald en St.Willebald bevinden zich in de kerk van Veurne en niet in Zutphen. Ook St.Lebuinus hoort in Vlaanderen thuis, waar deze heilige St.Lieven heet. Op de lijst van kerkelijke feestdagen in het bisdom Utrecht in 1346 komt het feest van Ansfridus of Ansfried niet voor. In 1346 bestond er in Utrecht dus geen devotie tot deze bisschop. Ook nadien is van enige devotie geen sprake. Bouwpastoor F.Paping en de parochianen wensten in 1916 de nieuwe kerk in Amersfoort toe te wijden aan St.Antonius. Slechts op voorschrift van aartsbisschop Hendrikus van de Wetering werd Ansfridus de patroonheilige van deze nieuwe kerk en is nog steeds de enige kerk ter wereld die Ansfridus als patroonheilige heeft. Dit feit dat steeds met enige trots genoemd wordt, maakt Ansfridus als bisschop al verdacht. In het bisdom Utrecht dat zich ooit uitstrekte over meer dan half Nederland, is geen enkele andere kerk naar deze bisschop vernoemd, ook vanouds niet. Blijkbaar heeft Ansfridus als 'patroonheilige' nooit enige bekendheid of verering gehad. Onder de bevolking zowoezo al niet. In Nederland zijn slechts 10 jongens en enkele meisjes met de naam Ansfridus of Friedus/Frieda. (Bron: Meertens Instituut). Ook in België, waar Ansfridus graaf van Hoei was, is geen enkele kerk naar hem vernoemd. ![]() ![]() ![]() Overigens zijn genoemde attributen niet oorspronkelijk gemaakt voor de St.Ansfriduskerk, maar afkomstig van het St.Jozefgesticht in Leusden, omdat men meende dat Ansfridus een 'Leusdense' heilige was. Zijn klooster stond immers op de Leusdense Heiligenberg, meende men. Toen het St.Jozefgesticht gesloopt werd kreeg de St.Ansfriduskerk deze attributen in bezit. |
![]() De Heiligenberg in Leusden bij Amersfoort. Archeologisch is van een klooster op de Heiligenberg niets gebleken. De oudste vondsten dateren uit de 14e eeuw. St.Anfridus zou volgens de traditionele opvattingen tussen 995 en 1010 de 17e, 18e of 19e (het is maar welke lijst men volgt) bisschop van Utrecht zijn geweest. Uit dit verschil in aantal tussen de verschillende lijsten, blijkt al de nodige onzekerheid. Volgens overlevering zou hij in Aken tot bisschop zijn gewijd. Blijkbaar kwam de aartsbisschop van Keulen? Luik? voor die gelegenheid naar Aken in plaats dat Ansfridus naar Keulen of Luik ging. Of het Aquis uit de teksten wel Aken (lees meer over Aken) was, moet nog bewezen worden. De hele mythe rondom deze wijding maakt ook dit aspect verdacht. Het levensverhaal van Ansfridus heeft alle kenmerken van een legende in zich, compleet met de bekering, wonderen, zijn blindheid en mystieke gegevens rond de dood en het toont veel overeenkomsten met de heiligenlevens van andere Middeleeuwse 'heiligen', zoals St.Henricus, St.Aloysius, ja zelfs met het verhaal van St.Maarten en het verhaal van St.Job uit het Oude Testament. Er zijn meerdere voorbeelden te geven van 'heiligen' die in dit 'format' passen. Ja, zelfs het verhaal van St.Paulus past hierin, al was hij slechts tijdelijk verblind. St.Ansfridus was een wereldlijk heerser en vorst, graaf van Hoei, die na het overlijden van zijn vrouw zijn rijkdom afwijst en zich bekeert en in armoede en ellende gaat leven. Aan het eind van zijn leven wordt hij zelfs blind (vergelijk het verhaal van St.Job), niets wordt hem bespaard om als een 'heilige' te kunnen worden opgevoerd. De verhalen van deze door de Kerk van Rome gecreëerde 'heiligen' waren natuurlijk bedoeld voor de eenvoudige middeleeuwers om, in navolging van deze 'heiligen', hun eigen armoede en ellende te accepteren. Van veel van deze gecreëerde heiligen is de vraag of ze wel ooit werkelijk bestaan hebben. De 'Bolandisten' hebben vanaf de 17e eeuw de bronnen van veel heiligenlevens aan een kritische analyse onderworpen. Sinds diverse publicaties in het tijdschrift Anelecta Bollandiana zijn veel heiligen van het "Roomse podium" afgevoerd. ![]() De vraag blijft in hoeverre Ansfridus een historische figuur was of een 'verzonnen' heilige is geweest. Het ontbreken van enige contemporaire bronnen en een volksdevotie in Amersfoort, Utrecht of elders doet het laatste vrezen. Er is nergens op de wereld een kerk naar hem genoemd dan die ene in Amersfoort, wat overigens pas in 1916 gebeurde in uitdrukkelijke opdracht van de toenmalige aartsbisschop van Utrecht Hendrikus van de Wetering, die er op een congres in Praag (?) achter kwam dat naar deze 'Nederlandse' heilige geen enkele kerk was vernoemd. De bevolking wenste de kerk naar St.Antonius van Padua te vernoemen. Ansfridus zou begraven zijn in de kathedrale kerk van Utrecht, maar zijn graf is daar nooit gevonden. Een daarop volgende vraag is "Waar heeft deze Ansfridus geleefd" als hij al echt bestaan heeft. Was het Hoei en omgeving in Wallonië, waar hij graaf was? Of was het de omgeving van Amersfoort waar pas sinds 1916 slechts de naam van een kerk (en de R.K.Jongenschool ernaast) aan hem herinnert? Ook de sage van St.Ursula en de legende van 'het offer van de Noormannen' zijn onderdeel van deze middeleeuwse mythe en tonen de onwerkelijkheid van een historische St.Ansfridus aan. De sage dat in later tijd op deze heuvel heksen samenkwamen, past in dit hele mythische gebeuren. Historici die het nog steeds hebben over Ursula en haar 11 duizend maagden, en dat zijn er velen, laten daarmee zien geen benul van geschiedenis te hebben. Blijkbaar houden zij liever vast aan vrome legenden dan aan de historische waarheid. De plechtige wijding van graaf Ansfridus tot bisschop in de Munsterkerk in Aken kan onmogelijk hebben plaatsgevonden, aangezien deze kerk in de 11e eeuw nog niet bestond. De oudste archeologische sporen in het centrum van Aken rondom de Dom, dateren uit de 13e eeuw. Het in klassieke oorkonde genoemde Aquis was overigens niet Aken, maar het Franse Aques tussen Lille en Doornik gelegen en tegenwoordig Villeneuve d'Asq geheten. En daarmee zijn we in dezelfde streek waar St.Willibrord en St.Bonifatius thuis horen. Amersfoort en Utrecht worden in het verhaal van St.Ansfridus pas in de 17e eeuw voor het eerst genoemd. Dat is 6 eeuwen na dato! Overigens verklaren verschillende studies dat de oorkonden uit de jaren 966, 967 en 992 over bezittingen van de abdij van Thorn in het land van Strijen vals zijn. Volgens de oorkonde uit 992 zou Hereswijt, Hereswind of Hilsuïndis, samen met haar man Ansfried, de abdij van Thorn in Limburg gesticht hebben. De originelen van deze oorkonden heeft geen mens ooit gezien. Wij kennen het verhaal door afschriften uit de vroege 17e eeuw. Al rond 1800 waren er geleerden die twijfelden aan de echtheid van deze afschriften. De eerste bedenkingen werden al in 1804 geuit door Van Spaen. De eerste stadsarchivaris van Breda, mr. A.G. Kleyn, schreef in 1861 een boek over de oudste geschiedenis van het Land en de Heren van Breda waarin hij dit verhaal over het Graafschap Strijen ontkracht. Zijn conclusie: de oorkonden zijn vals en dit verhaal over de vroegste geschiedenis van Strijen is niet te bewijzen. In 1892 verklaarde de historicus Blok de oorkonde vals op grond van de inwendige vorm en de inhoud. Op grond van de uitwendige vorm valt er niks te beoordelen, want er is niets dat voor een origineel document moet doorgaan, er zijn alleen afschriften. Koch, die het eerst deel van het oorkondenboek van Holland en Zeeland uitgaf, meent dat de valsverklaring door Blok nog steeds afdoende is. Deze mening wordt bevestigd door Dillo en Van Synghel, die in 2000 het oorkondenboek voor westelijk Noord-Brabant publiceerden. Ook Bas Aarts verklaarde in 'het eeuwige Strijen' (2016) de schenkingsoorkonde voor Thorn uit 992 vals. Door alle discussies is duidelijk geworden dat het drie samenhangende geheel of deels vervalste oorkonden zijn, waardoor er nog meer vraagtekens gezet kunnen worden bij het verhaal van Ansfridus. Het klooster Hohorst in Amersfoort. ![]() In de gedrukte tekst van Joannes de Beka en Wilhelmus Heda is duidelijk te zien dat bij de tekst "super montem sanctum" naderhand 'Op den Heiligenberg' en 'Hohorst' in een kriebelig handschrift erbij geschreven is. Niet duidelijk is in welke tijd en door wie dit erbij geschreven is. Wel duidelijk is dat het toen pas de gangbare opvatting werd. Feit is dat het zogenaamde klooster van St.Ansfridus, waar het dan ook gestaan heeft, rond het jaar 1000 gesticht is door monniken van Sint-Vitusabdij uit Gladbach (Duitsland) op verzoek van de Duitse keizer Otto III en niet door St.Ansfridus zelf. Archeologisch is van het bestaan van een klooster op de Hohorst (Heiligenberg) bij Amersfoort nooit iets aangetoond. Zie het klooster op de Hohorst in Amersfoort. Beperken we ons tot de bij Alpertus Mettensis genoemde geografische feiten, dan blijkt nergens uit dat het klooster van St.Ansfridus in de buurt van Amersfoort gestaan heeft. Dat is een interpretatie uit de 17e eeuw op grond van de verkeerde veronderstelling dat het genoemde Trajectum Utrecht zou zijn. Dat laatste is al sinds 1965 weerlegd en wordt bevestigd door de archeologie. Zie bij Citaten. Overigens stamt het oudste afschrift van Mettensis uit 1307 en toen was de mythe van St.Willibrord in Utrecht en Echternach al volop ingevoerd. De vraag is dan ook gerechtvaardigd in hoeverre aan dit handschrift al 'gerommeld' is. Opvallend blijft wel dat een aantal zogenaamde oude St.Willibrord-tradities door Alpertus Mettensis niet vermeld worden. ![]() De geografische gegevens in de tekst van Alpertus Mettensis op een rij: We moeten ons dus voorstellen dat Ansfridus de top van de heuvel vlak liet maken en beplanten, voordat hij er een 'oratorium cellam' (kapel is wat overdreven vertaald voor dit 'bidhutje') liet bouwen. Als je je dat zo voorstelt is dat een karwei van maanden geweest, dat St.Ansfridus nooit alleen kan hebben geklaard. Hij zal best hulp gehad hebben, wat weer in tegenspraak is met het begin van het verhaal, waarin duidelijk gesteld wordt dat "hij zich met een bootje over de rivier liet zetten". En met dat vlak maken en beplanten zal het er een drukte van jewelste geweest zijn en dat terwijl Ansfridus er in afzondering wilde bidden en een soort kluizenaarsbestaan wenste. Ook hier is weer duidelijk dat als je het hele verhaal over St.Ansfridus kritisch beschouwt, het aan alle kanten rammelt. Er klopt niet veel van, maar dat zal de goedgelovige middeleeuwer een zorg zijn geweest. Die namen alles, voor zover ze de Latijnse teksten of de uitleg ervan al begrepen, voor zoete koek aan. Ze waren immers goedgelovig en de Kerk zal het toch wel bij het rechte eind gehad hebben. Overigens blijft het een vraag waar het lichaam van Ansfridus naar toe gebracht werd. Er was in Utrecht nog geen klooster. Het eerste en oudste klooster zou pas in 1050 overgebracht zijn vanuit Amersfoort (Hohorst) naar Utrecht en vormde daar de voorloper van de Utrechtse Paulusabdij. Maar als er in Hohorst geen klooster was en dat was er ook niet (zie het voorgaande), dan kan het klooster ook niet overgebracht zijn. Maastricht komt als 'trajectum' hier ook niet in aanmerking aangezien het niet aan de Renus (=Rijn?) ligt. De conclusie kan kort en duidelijk zijn: de geografische gegevens uit de tekst van Alpertus Mettensis zijn warrig en passen in elk geval niet in Nederland. Wat C.J.C.Broer en andere historici er ook van mogen vinden, hun opvatting is aantoonbaar onjuist. Zolang zij uitgaan van wat Arnoldus Buchelius en andere 17e eeuwse schrijvers ervan vonden en niet van de letterlijke tekst van Alpertus Mettensis zelf, zullen ze bij hun verkeerde interpretatie blijven. Een interpretatie overigens die ze baseren op de tekst van Alpertus en die ze uit oogpunt van eigen prestige hardnekkig blijven verdedigen, ook al weten ze dat ze het fout hebben. Maar dat hebben we meer gezien bij terzake 'deskundigen': zie bij wetenschap. Sprekend is natuurlijk de weigering van mevr.Broer om over haar opvattingen in discussie te gaan met "we worden het toch nooit eens!" (zie bij De Mythe van St.Willibrord in Utrecht). Met dezelfde reden heeft ze een uitnodiging van de Studiekring Eerste Millennium afgewezen, om haar standpunt met argumenten te komen toelichten en verdedigen. Is dat nu juist niet de bedoeling van discussie, elkaars opvattingen beluisteren en op grond van argumenten tot een standpunt komen? Maar de argumenten van mevr.Broer heb ik nooit mogen vernemen en die van mij wil ze niet horen. Ook in haar hierboven aangehaalde boek 'Uniek in de stad', zijn de bewijzen van haar gelijk niet te vinden. Zij doet haar uitspraken op grond van aannames, vermoedens en mogelijkheden. Enig feitelijk bewijs van haar opvattingen levert zij niet. Haar uitgangspunt blijft dat het klooster van St.Ansfridus op de Heiligenberg in Amersfoort stond. Voor die locatie voert ze geen enkel bewijs aan dan wat Buchelius erover schreef. Je kunt haar dus niet duidelijk maken dat wat Buchelius schreef zijn eigen (helaas foutieve) interpretatie was. Buchelius wist in zijn tijd niet beter, Charlotte Broer zou, gezien de bronnen die beschikbaar zijn, toch beter moeten weten. ![]() De Heiligenberg in Leusden bij Amersfoort op een afbeelding van J.D.Zocher (ca.1850), die er een de tuin aangelegd heeft. De Heiligenberg ziet u op de achtergrond, rechts van het landhuis van Van Hardenbroek. |