De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

De Chamaven.

De Chamaven worden traditioneel in het oosten van Nederland (Achterhoek?) of soms op de Veluwe geplaatst. Dat klopt niet met de gegevens van Tacitus.
De locatie van de Chamaven in ons land is gestoeld op de aanname dat de Romeinse Renus de Duits/Nederlandse Rijn was en de Friezen in Friesland woonden. Ondanks deze onbewezen aannames, spreken de klassieke teksten een andere taal. De verschillende historici komen er met hun locaties dan ook niet uit, wat blijkt uit de verschillen in opvatting tussen de historici. De meeste historici laten de Chamaven dan ook onvermeld. Zij komen er niet uit en zwijgen er dan maar over.
Op de Peutingerkaart (uit de 4e eeuw) worden de Chamaven vermeld als "Chamavi qui et Franci", Chamaven die Franken zijn.

Taalrelicten en plaatsen die in Noord-Frankrijk aan de Chamavi herinneren zijn Camphin-en-Carembault en Camphin-en-Pévèle.



In de plaatselijke geschiedenis is het volgende feit bekend: "Cependant nous savons qu’en 430, CLODION (chef franc) était notre maire.".


Clodion dit le Chevelu (né vers 400 - mort en 448). Chef franc. Roi en 428. Il a régné sur les Francs-Saliens de 428 jusqu'à sa mort.)

Het is een duidelijk bewijs dat de Salische Franken in de vroege Middeleeuwen niet in Nederland verbleven, maar in Noord-Frankrijk! Zie verder bij Franken. De eerste Frankische vorst die bekend is was de vader van deze Clodion: Pharamond (né ? - mort en 428). Chef franc légendaire. Chef de la ligue Franque. Commence à régner en 417. De Frankische vorsten voor deze Pharamond zijn niet met naam bekend, maar hebben blijkbaar wel bestaan.

Uit alle teksten hiernaast blijkt overduidelijk dat de traditionele locatie van de Chamaven in ons land onmogelijk is geweest. Zelfs toen de Romeinen ons land allang verlaten hadden dienden de Chamaven nog in de Romeinse legers en voeren zij van tijd tot tijd nog strijd met de Romeinen. De Chamaven hebben beslist niet vrijwillig vanuit oost-Nederland in het Romeinse leger in Noord-Frankrijk dienst genomen.

De vergelijking met de Bataven, waar zich precies hetzelfde voordoet, spreekt duidelijke taal. De Bataven dienden al in de Romeinse legers voordat er één Romein in Nederland was geweest en dienden nog steeds in de Romeinse legers toen de Romeinen ons land reeds lang verlaten hadden in 260 n.Chr.
De visie van Albert Delahaye.
Een aantal teksten, te beginnen met Tacitus, laat er geen misverstand over bestaan waar de Chamaven woonden.
  • Volgens Tacitus bevonden de Chamaven zich ten westen van de Friezen [Tacitus, De origine et situ Germanorum, Boek 34]. Waar in Nederland kan dat zijn? In de Noordzee? De Chamaven waren een Germaans volk, dat later tot het stamverband van de Franken werd gerekend. Volgens de Nederlandse opvattingen bewoonden zij het gebied dat lag aan de rechteroever van de Rijn. Waar ten westen van de Friezen? Noch de Achterhoek, of welk deel van Nederland dan ook, komt daarvoor in aanmerking.
  • Op de Peutingerkaart komen zij voor boven de Renus, waar een opschrift staat dat gelezen wordt als: Chamavi qui et Franci, wat betekent: 'de Chamaven die ook Franken zijn of worden genoemd'. Maar waarom staan de Friezen niet op de Peutingerkaart? Een volk dat talrijk in aantal was en menige strijd met de Romeinen heeft gevoerd, staat niet op een Romeinse (militaire) reiskaart en wordt niet genoemd langs de verdedigingsgrens van de Romeinen langs de Rijn? Was er van dit volk geen gevaar te duchten? En dat terwijl ze enkele eeuwen later het zelfs de Franken knap lastig gemaakt hebben. Het enig juiste antwoord is "omdat de Peutingerkaart niet over Nederland gaat".
  • In het jaar 58 voeren de Hermunduri en de Chatti oorlog tegen elkaar om de zoutwinning aan de zeekust (Tacitus, Annales, XIII, 57). Het is dus complete waanzin beide volkeren in Midden- of Zuid-Duitsland (Hessen, Thüringen of Beieren?) en zelfs in Tjechië te plaatsen. Ze woonden aan de kust van het Nauw van Calais, waar o.a. de plaats "De Panne" nog steeds herinnert aan die zoutwinning. De naam Katsberg (Mont des Cats/Chats) herinnert aan de Chatti.
  • Ook vermeldt Tacitus (Annales XIII; 53-57) dat de Romeinen de gebieden van de Chamaven blijvend in bezit hebben.
  • Vellius schrijft dat keizer Tiberius in 129 n.Chr. het gebied van de Chamaven binnentrok en hen onderwiep. De Romeinen hebben echter geen enkel deel van Nederland boven de rivieren blijvend in bezit gehad of onderworpen aan hun gezag. Wel de kust van Noord-Frankrijk, waar immers de oversteek naar Engeland lag.
  • Keizer Constantijn verslaat in 306 n.Chr. de barbaarse volkeren der Bructeri, Chamavi, Cherusci, Lancio(a)nes, (H)Alamanni en Tubantes. "Deze ontelbare volken hebt gij, tot oorlog gedwongen, in één aanval verslagen" (Bron: Panegyricus Constantioni Augusto, 18)
    Deze veldslag in het jaar 306 is nooit in Nederland te plaatsen, waar de Romeinen dan al minstens 40 jaar verdwenen zijn. Bovendien is hieruit op te maken dat het verspreidingsgebied van deze volken zeer beperkt geweest is. Hieruit blijkt eens te meer dat de traditionele locaties van deze volkeren over een groot gebied in Duitsland en Nederland een onmogelijkheid geweest is. Het kan de Romeinen, ook al overdreven zij nog zo graag over hun krijgskunde en overwinningen, nooit gelukt zijn om half Nederland en een half West-Duitsland binnen te trekken en de daar levende volkeren in één aanval te verslaan. Dat is toch onmogelijk geweest?


    Germania, zoals het traditioneel wordt voorgesteld. De hiervoor genoemde volkeren zouden over een gebeid van meer dan 600 km. gewoond hebben. Dat is door de Romeinen onmogelijk in één aanval te veroveren.

    De traditie (Byvanck e.a.) plaatst deze volkeren van Overijssel tot in Zuid-Duitsland over een afstand van ruim 600 km. De Bructeri woonden tussen Eems en Lippe, de Chamavi tussen de Overijsselse Vecht en de Eems, de Lancianes in de omgeving van Trier (??), de Alamanni ten zuiden van de Main en de Tubantes in Twente. Albert Delahaye plaatst deze volkeren van Broxeele, Camphin, Chérisy, Lens, en Thun over een afstand van 80 km. (feitelijk nog te veel voor één aanval) in Noord-Frankrijk.
  • Omstreeks 358 bericht Ammianus Marcellinus van versterkingen langs de Mosa (is niet de Maas, maar de Moeze in Vlaanderen) die vanuit de bouwlanden van de Chamavi bevoorraad werden. Ziet U het al voor U? Bevoorrading (van voornamelijk van graan en wijn: het waren Romeinen.) vanuit de Veluwe of Oost-Nederland? Zo ongeveer de meest onvruchtbare delen van Nederland? Daar groeide geen graan en over wijnbouw hoeven we al helemaal niet te spreken.
  • In het jaar 358 voeren de Romeinen een veldtocht tegen de Salische Franken en de Chamaven, die zich verstout hadden op Romeinse gronden bij Toxandria hun huizen te bouwen (Bron: Ammianus Mercellinus, XI,11,8). Waar past dit in de Nederlandse traditie? Het gaat hier om het jaar 358, dus een eeuw nadat de Romeinen ons land veraten hadden. En dan zou Toxandria, in de Nederlandse opvatting is dat Brabant, nog in het bezit van de Romeinen zijn geweest? Geen wonder dat deze tekst in Nederland angstvallig verzwegen wordt.
  • Dezelfde Marcellinus verhaalt ook over een veldtocht van de Chamaven en de Tungri (dat waren de bewoners van Doornik-Tournai) in Texandria (het weefland). In de onjuiste traditionele opvatting zouden de Chamaven vanuit Overijssel (volgens anderen dus vanuit de Veluwe) met de bewoners van Doornik in Zuid-België een veldtocht houden tegen de Romeinen in Brabant. (In de traditie wordt Texandria wat hetzelfde is als Toxandrie, altijd voor Brabant gehouden, wat dus ook foutief is). Wat zouden die Romeinen komen doen in Brabant rond 360 na Chr.? Kan het onzinniger? De Romeinen waren allang uit Nederland vertrokken en hadden zich teruggetrokken tot onder de taalgrens, ook volgens de traditionele opvattingen.
  • De Notitia Dignitatum Orientis (nr. 31 uit 420 n.Chr.) vermeldt Chamavi onder de Romeinse troepen te Thebe. In de 5e eeuw is het een onvoorstelbare klucht dat de Chamaven uit oost-Nederland dan nog gediend zouden hebben in het Romeinse leger, dat in Thebe (in Griekenland bij Athene) ging vechten.
  • Volgens Tacitus heeft de Germaanse stam Chamaven het land van de Bructeren in bezit genomen. De traditionele opvattingen over de Bructeren (Lat. Bructeri of Boructuari) tonen duidelijk aan dat de opvattingen over het Germania van Tacitus en de traditionele locaties van die stammen onjuist zijn. De Bructeren waren een oude West-Germaanse stam, die omstreeks 100 v.Chr. tot 350 na Chr. in het tegenwoordige Münsterland leefden, zuidelijk van het Teutoburgerwoud, zegt de traditie. De Bructeren zijn door de Chamaven naar het zuiden verdreven, waarna de Chamaven hun gebied in bezit namen. Tacitus schrijft daarover: "pulsis Bructeris ac penitus excisis vicinarum consensu nationum" (de Bructeren zijn verjaagd en bijna uitgeroeid bij een oorlog met naburige stammen). In de traditionele opvatting bleven ze dan wel vlak naast de Chamaven, hun grootste vijand wonen. Er vlak naast? Wie blijft er nu vlak naast zijn grootste vijand wonen. Dan emigreer je toch veel verder weg, naar een gebied dat onbewoond was of waar men je niet kende? Later is deze stam opgegaan in de grotere Frankische gemeenschap. Over de Bructeren is ook bekend dat zij in verbond met Cherusken en anderen de Romeinse generaal Varus versloegen in de beroemde slag in het Teutoburgerwoud in het jaar 9 na Chr. De Chamaven zouden dan in Duitsland gewoond hebben en niet in Nederland en al helemaal niet ten westen van de Friezen. En waar past dit met het Teutoburgerwoud dat nog eens ten noorden van de Chamaven gelegen zou hebben? Dan zouden de Chamaven dus ten zuiden van het Teutoburgerwoud gewoond moeten hebben. En dan gaat het om midden-Duitsland. Toch worden de Bructeri ook later nog vermeld. Uit het begin van de vierde eeuw kennen we de Bructerische vorsten Ascaricus en Merogaisus. In 307 werd hun stam verslagen door keizer Constantijn. De gevangen genomen vorsten liet hij in de arena van Trier voor de wilde beesten werpen. Op de Peutingerkaart (3e/4e eeuw na Chr.) worden de Burcturi genoemd in het gebied rechts van de Renus tegenover de steden Bonnae (is niet Bonn maar Ohain) en Agripina (is niet Keulen, maar Avesnes-sur Herpes). Een legereenheid van de Bructeri in Romeinse dienst wordt vermeld in de Notitia Dignitatum uit het eerste kwart van de 5e eeuw na Chr. Lees meer over de Varusslag.
  • Ook de Chamaven staan vermeld in de Notitia Dignitatum als een Romeinse legereenheid. De Notitia Dignitatum, de "Lijst van Dignitarissen", is een overzicht van alle administratieve en bestuurlijke functies en hun insignia in het Romeinse Rijk uit de vroege 5e eeuw. De datering van het werk ligt tussen 402 tot 427. In die tijd behoorde geen enkel deel van Nederland meer tot het Romeinse Rijk. Dat in dit overzicht dus stammen uit een prijsgegeven gebied zouden voorgekomen, is natuurlijk een aanname die slechts gestoeld is op de traditionele opvatting dat Germania Duitsland zou zijn en de Renus de Rijn. Beide aannames zijn foutief. Over die opvattingen kunt U meer lezen bij Renus.
  • Volgens Gregorius van Tours (538-594, de bekende Franse kroniekschrijver) woonde de Chamaven naast de Chatti. De Chatti woonden in Noord-Frankrijk aan Het Kanaal. De traditionele geschiedenis plaats de Chatti in midden-Duitsland, wat dus geheel foutief is. Maar dan nog zouden de Chamaven niet in Nederland, maar ergens in Duitsland gewoond moeten hebben.
  • De Geograaf van Ravenna (een anonieme schrijver uit Ravenna rond 650 n.Chr.) noemt het land van de Chamaven "aan de Oceaan". Het IJsselmeer kan men moeilijk als Oceaan betitelen, de Achterhoek of midden-Duitsland al helemaal niet.
    Volgens de traditionele opvattingen woonden de Chamaven in oost Nederland, ergens tussen Overijssel en Twente en de Achterhoek of zelfs in West-Duitsland. Enkele (voornamelijk Duitse) historici plaatsen de Chamaven ook wel eens op de Veluwe, waar echter nooit iets gebleken is van grootschalige en intensieve bewoning in de eerste eeuwen. De Chamaven waren een groot en krachtig volk die de Romeinen heel wat tegenstand hebben geleverd. Zowel in de tijd van de Romeinen, noch in de Merovingische of Karolingische tijd, is er intensieve bewoning geweest op de Veluwe. Archeologisch is de Veluwe grotendeels "blanko" (op Kootwijk na, maar dan gaat het al over de 9de eeuw).

    In relatie met de Chamaven wordt ook de wet "Ewa ad Amorem" (de betrouwbaarste handschriften geven Armorem) wel eens genoemd. Deze wet had betrekking op de kust van Noord-Frankrijk, de kust die nu nog steeds Cote d'Armorique heet. Het keltische woord "A more" betekent letterlijk "aan zee". Een volk dat aan diezelfde zee woonden waren de Moriniërs en hun hoofdstad was Terwaan in Noord-Frankrijk. Ook de wet Lex Francorum Chamavorum sloeg op, de naam zegt het zelf al: Francorum- Frankrijk. Dat de Franken ooit op de Veluwe of zelfs maar in Nederland gewoond zouden hebben is nog zo'n misverstand in de traditionele geschiedenis.

    Plaats je de Chamaven nu aan de kust van Het Kanaal in Frankrijk, dan passen alle details en wordt de ongerijmde en onoverzichtelijke puzzel van Germania passend. Dan is een veldtocht met de bewoners van Doornik naar Texandria geheel begrijpelijk. Texandria, het weefland - ons woord textiel komt er vandaan- was de streek in Vlaanderen waar tot in onze tijd nog vlasteelt was en o.a. het Fries Laken vandaan kwam. Het Fries Laken kwam ook niet uit Friesland, waar nooit vlasteelt is geweest. Daarvoor is de grond in ons Nederlands Friesland veel te nat. De streek rond Amiens was vanouds de "pays de textile". De streek van de Leie werd om de vlasteelt 'de gouden rivier' genoemd.
    Dan komen ook de details als 'een veldslag om het zout van de zee', een ruzie om 'graan en wijn' en de Varusslag (zie bij Varus) op zijn juiste plaats terecht.
    Het is duidelijk dat de traditionele opvattingen over de woonplaats van de Chamaven, Bructeren, Cherusken en andere Germaanse stammen in Nederland en Duitsland nooit gepast hebben.

    Er zijn nog meer teksten van klassieke schrijvers waarin de Chamaven genoemd worden, en waarbij de opvattingen dat het om de Veluwe of enig ander deel van Nederland zou gaan, onmogelijk dus als "klinkklare onzin" betiteld kan worden. Dat de Chamaven op de Veluwe gewoond zouden hebben is voortgekomen uit de rijke fantasie van historici met een belabberd kaartbeeld of zonder atlas, niet gestoeld op enig schriftelijk of archeologisch bewijs, soms afkomstig uit klakkeloze naschrijverij van eerdere fabelschrijvers. Ook Duitse historici schuiven de Chamaven wel eens naar de Veluwe tussen Eem en IJssel, omdat zij wel inzien dat de Chamaven op geen enkele manier in Duitsland passen. Maar Duitse historici blijken wel eens vaker te weinig kennis te hebben in historische geografie. In de Monumenta Germaniae Historica (MGH), samengesteld door de 'beste' Duitse historici staan wel meer historisch geografische blunders, zoals Harduinus, bisschop van Noviomagus, die men zonder blikken of blozen te Nijmegen plaatst in plaats van in Noyon.


  • Wat schrijven de Nederlandse historici over de Chamaven?
    Dat de Nederlandse traditie en de locatie van de Chamaven bij menig historicus verschilt met die van anderen, heeft in Nederland blijkbaar nooit vragen opgeroepen. Het is temeer een aanwijzing dat de Nederlandse traditie allerminst een zekerheid is. Leest men de argumentatie van de 'deskundigen' erop na, dan blijkt steeds dat hun argumentatie over de woonplaats van de Chamaven op vermoedens, mogelijkheden, waarschijnlijkheden of los zand (zie de zandgronden bij Van Es) is gebouwd. Er is dus geen enkel bewijs ooit geleverd voor de juistheid van die opvattingen.

    W.A. Byvanck, Nederland in den Romeinschen tijd.
    "Wat de noordelijke helft van de Lage Landen (les Pays-Bas betreft, dat geen deel uitmaakte van het Romeinse Rijk, zou men moeten nagaan, welke territoriën van volksstammen tot het Nederlandsche gebied hebben behoord. Maar wij weten in den regel niet, hoe wij deze territoriën moeten bepalen. Wèl kennen wij de namen van een aantal van zulke volksstammen, die een deel van de Lage Landen (les Pays-Bas in hun bezit hebben gehad, de Friezen, Cauchen, Amsivarii, Chamaven, Tubantes en enkele andere. Er zijn daar ook enige natuurlijke afscheidingen, de mond van de Eems en de uitgestrekte veenmoerassen, in Groningen het Boertangerveen, in Drente de Zuidenveldsche venen, in Overijssel het Almelosche veen en ook in Gelderland, aan de oostkant van ons land. Maar het is alleen bekend, dat de Eems de grens vormde tusschen de Friezen en de Cauchen. Anders weten wij niet, of de genoemde afscheidingen inderdaad overeenkomen met de grenzen van de territoriën" (p.3).
    "De namen waar het hier om gaat zijn zeer slecht overgeleverd" (p.102).
    "In ons land waren de waren de gehele Graafschap Zutphen en een deel van Overijssel, de Veluwe, het heuvelland van Utrecht en het Gooi reeds in dezen tijd een vrijwel onbewoonde streek" (p.140).
    Byvanck weet dus niet of wat hij beweert wel juist is. Hier is dus sprake van groot hypothetisch gekunsteld giswerk, waarna Byvanck de Chamaven maar ergens tussen de Overijsselse Vecht en de Eems (zie o.c. kaartje p.91) of aan de Hase in Duitsland plaatst (o.c. p. 102). Met dat "de namen zeer slecht zijn overgeleverd" wil Byvanck aangeven "dat er van de traditionele geografische locaties feitelijk niets klopt". Datzelfde stelde Byvanck ook ten aanzien van Strabo waarover hij schreef dat "de namen van volkeren blijkbaar slechts zijn overgeleverd". De Chamaven die toch een groot en omvangrijk volk geweest zijn, woonden dus in elk geval niet in het gehele graafschap Zutphen, Overijssel, de Veluwe of Utrecht en het Gooi. Op het kaartje op p.199 schuift Byvanck de Chamaven toch verder naar het westen en wel tussen IJssel en Overijsselse Vecht. Een bereizend volkje die Chamaven.
    De hele opvatting van Byvanck wordt dus bepaald door de Eems, dat de Amisia zou zijn. Dat is dus een hypothese. Plaats men de Amisia elders, dan valt het betoog van Byvanck in elkaar als een kaartenhuis. Lees meer over de rivieren waar zoveel onjuist opvattingen aan gekoppeld waren.

    W.A. van Es, De Romeinen in Nederland.
    "Voor de oostelijke zandgronden van Nederland is dan nog geen bestemming gevonden. Hier mogen de Amsivarii (Eemsgebied, Zuidoost-Groningen en wellicht ook Drente) en de Chamavi (Overijssel en het noordoosten van Gelderland) geplaatst worden. Een enigszins nauwkeurige localisatie van de steeds wisselende territoren is niet mogelijk en in dit verband ook overbodig. De Gelderse IJssel zou de westelijke grens van het genoemde stammencomplex gevormd hebben. Opvallend is, dat tot nu toe niemand, een stamnaam met de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug verbonden heeft" (p. 31).
    De enige argumentatie is dus "de lege plek" op de zandgronden, waarmee de Chamaven door Van Es in Overijssel en oost Gelderland worden geplaatst (zie o.c. kaartje p. 30). Kan het simpeler? Dat dit niet overeenkomt met hetgeen Byvanck stelt, doet blijkbaar niet ter zake.

    Het is begrijpelijk dat zowel Byvanck als Van Es vinden dat het te verklaren is dat de grens van het Romeinse Rijk in het oosten van Nederland zo slecht beveiligd was met maar weinig forten. Er viel vanuit het noord-oosten geen vijand te duchten. Byvanck schrijft hier verder over: "Het is dus uiterst weinig wat wij over de geschiedenis van de volksstammen in het oosten van de Lage Landen (les Pays-Bas kunnen meedelen. Ook over hun beschaving valt niet veel te zeggen. Want de vondsten uit dit gebied zijn zeer gering in aantal en verschaffen ons weinig licht (o.c. p. 219)." En daar zou dan wel het grote en machtige volk van de Chamaven gewoond hebben, waarvan blijkbaar niets te duchten viel? De Chamaven die eventje de Bructeren van hun land verdreven en ze zo goed als uitroeiden? En al die oorlogen van deze stam tegen de Romeinen dan?
    Het is duidelijk dat er van de Nederlandse traditie niet veel klopt.

    D.P.Blok, De Franken in Nederland.
    "Naar men algemeen aanneemt, leefde de naam van de Chamaven voort in Hamaland".
    "De bronnen uit de vierde eeuw rekenen de volgende stammen tot de Franken, zonder dat we overigens weten of deze gegevens compleet zijn. In 358 worden de Salii als zodanig genoemd, in 360 de Chatuarii en omstreeks 388 de Bructeri, Chamavi, Amsivarii en Chatti. Weliswaar acht De Boone de positie van de Chamavi niet duidelijk - hij denkt dat ze een tussenpositie tussen Franken en Saksen innemen -, maar ik meen met Petri en Wenskus, dat hij hier wat hypercritisch de bronnen interpreteert" (p.11).
    "Ik voel toch meer voor de Salii als oorspronkelijke dragers van de Frankische naam en traditie, omdat in de 3e eeuw de Franken als zeevolk verschijnen en de Salische traditie bevat aanwijzingen dat ze eens aan zee gewoond zouden hebben. De Chamaven zitten dan al een paar honderd jaar in de Rijnstreek" (p.15).
    "In de winter van 357 op 358 belegert Julianus een Frankische roversbende. die zich in een verlaten castellum aan de Maas, waarschijnlijk Maastricht, verschanst had. In 358 volgt dan een grote actie. De Saliërs, die onder druk van de Saksen al naar de Betuwe waren uitgeweken, werden ook daar weer belaagd, misschien door Chamaven, die langs de IJsel naar de Betuwe waren gekomen. De Saliërs waren voor een deel verder getrokken en hadden zich genesteld in de streek Toxandrië, dat is het stroomgebied van de Dommel. Julianus gaf hun toestemming te blijven en nam hen als bondgenoten in het rijk op. Na een zware guerrillaoorlog, waarbij Julianus gebruik maakte van een Germaans vrijkorps onder Charietto, werd ook met de Chamaven een akkoord gesloten; ik vermoed dat hiermee het gebied tussen Rijn en Waal weer gepacificeerd en dus de waterweg naar Brittannië weer beveiligd was" (p.18).
    "De bodemkundigen nemen aan dat in de 4de eeuw een sterke transgressie van de zee plaats vond met daarnaast een zeer sterke activiteit van de rivieren, waardoor in het gehele rivierengebied de wateroverlast toenam, nieuwe rivierarmen ontstonden en oude armen dichtslibden of zich verlegden. De Romeinen die deze combinatie van gewone deltaverschijnselen met de transgressie van een aan eb en vloed onderhevige zee niet kenden, hadden daar kennelijk geen antwoord op en hebben de zaak maar laten gaan. De delta, Batavia, was niet onbewoond: Salii, Chamaven en wie weet nog anderen nestelden zich er en penetreerder verder, zoals de Salii, die naar Toxandrië trokken. Ze werden als bondgenoten aan het rijk verbonden en namen de grensverdediging op zich" (p.19).

    p.11: De enige argumentatie is dus de algemene aanname dat de Chamaven ergens in ons land woonden. Geen enkel feitelijk bewijs dus. Kan het gemakkelijker? Geen etymologisch bewijs tussen de naam Chamaven en Hamaland, niets dan een algemene aanname. En verschil van mening tussen De Boonen en andere historici, zoals Petri en Wenskus en Blok dus. Zie de onderstreepte woorden.
    p.15: De Salii een zeevolk? Welk volk is heeft nooit per schip gevaren? Maar dan ben je nog niet meteen een zeevolk! Dat Blok de Chamaven al een "paar honderd jaar" in de Rijnstreek laat wonen, is in tegenspraak met wat Byvanck en Van Es beweren. Maar woonden in de "Rijnstreek" dan niet de Bataven?
    p.18 en 19: Blok gaat er even onbewezen, maar wel gemakkelijk van uit dat de Romeinen in 358 nog in Nederland verbleven. Dat wordt door de archeologie faliekant tegengesproken. De Romeinen verlieten ons land rond 260 n.Chr. vanwege de transgressies, die Blok liever een eeuw later plaatst. En toen alles onder water stond, nestelden de Chamaven zich in die Delta. Die Chamaven waren blijkbaar erg simpel of konden goed zwemmen.
    De verkeerde aanname, dat de Chamaven Franken waren en in ons land woonden, is een van de uitgangspunten van Blok in "De Franken in Nederland". Want Toxandrië is bij Blok Brabant. Als dan in 373 de Franken tegen een Saksische roversbende strijden bij "Deusone in regione Francorum", vindt Blok dit een bewijs dat het over Diesen in Noord-Brabant gaat. Deze eigen cirkelredenering ontgaat Blok blijkbaar. In 445 levert de Romeinse bevelhebber Aetius een veldslag tegen de Franken onder koning Clovis bij Vicus Helena. Blok noemt Vicus Helena waarschijnlijk Vis-en-Artois. Wat was Blok hier dichtbij de waarheid, want Vis-en-Artois is inderdaad juist. En dan heeft Blok toch nog commentaar op Delahaye, terwijl hij hem gewoon gelijk geeft! Blok noemt hier 3 zaken die met elkaar te maken hebben: 1. de Franken, 2. Helena, 3. Artois. Trek een eenduidige conclusie en je bent op de juiste plaats in Noord-Frankrijk. Dat het Romeinse Helinium in Nederland gelegen zou hebben is daarmee ook als onjuist aangetoond. Dat deze veldslag tussen Romeinen en Franken zich in ons land voorgedaan zou hebben in de 5e eeuw is een complete farce. Blok meent hier dus het bewijs gevonden te hebben dat de Franken zich vanuit Brabant naar het zuiden hebben verplaatst. In een eerste (onjuiste) locatie van de Franken in Nederland en Brabant en vervolgens (een juiste) in Artois, ziet Blok de opvatting van de grote volksverhuizing bevestigt. Maar die Grote Volksverhuizing heeft nooit bestaan, anders dan in de fantasie van historici die verkeerd geplaatste volken op de juist plaats wilden krijgen.

    Deusone wordt in Nederland voor de plaats Diessen (N-Br) gehouden. Het is echter Duisans, op 7 km west van Arras. Deusone ligt "in het rijk der Franken", waar de Saksen in 370 n.Chr. een zware nederlaag leden tegen de Romeinen. Deusone kan dus niet in Nederland gelegen hebben aangezien de Romeinen in 370 n.Chr. allang uit Nederland vertrokken waren en niet even in Brabant kwamen vechten tegen een vijand waar ze totaal geen last van hadden. Bovendien was het niet ver van de zee (maritimos) waar de strijd zich voordeed. LET OP: juist in deze tijd was er sprake van transgressies. De zee kwam dus verder landinwaarts. Duisburg (Gld of Duitsland) die ook wel eens genoemd worden als locatie, zijn uiteraard ook onjuist.

    Op het SEM-symposium van nov.2012 verklaart archeoloog Stijn Heeren onomwonden dat Deusone niet Diessen was, maar het riviertje de Dieze, vanwege het heiligdom van Empel. Ook dit is dus geen rechtstreeks bewijs maar een afgeleide (kromme) redenering. Dit omdat in Diessen geen enkele archeologische vondst bekend is uit de 4e eeuw. Dieze of Diest is de oude benaming voor de huidige Run of Esschestroom, een zijriviertje van de Dommel. Daarvoor heeft Heeren blijkbaar gekozen omdat enkele lettertjes overeenkwamen. Hij wijkt hier wel op 2 punten van de traditionele opvattingen af: 1. het is dus niet de plaats Diessen, en 2. het werd plots een rivier i.p.v. een plaats.


    Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.