Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Het is opvallend (?) dat Leupen 'afgestudeerd' met een publicatie over Johannes à Leydis, zoveel kritiek had op de opvattingen van Albert Delahaye. Als hij de publicatie van Johannes à Leydis eens nauwkeurig had bestudeerd dan had hij kunnen ontdekken dat de twijfel en verschil van inzicht al in die tijd (15e eeuw) bestonden en veel latere 'tradities' nog helemaal niet bestonden. Maar uit zijn Bronnenboek blijkt echter dat hij helemaal niet nauwkeurig te werk ging. Dan hadden er niet honderden fouten in gestaan. Is dat de reden dat het Bronnenboek van Nijmegen in veel opgaven van zijn publicaties ontbreekt? Leupen maakte ook heel wat onnozele opmerkingen, die toch niet verwacht van een bestudeerd historicus. de bijval van prof.dr.G.Duby ![]() van Nijmegen" ![]() ![]() auteur van het Bronnenbroek Ja echt, er stond Bronnenbroek in de eerste uitgave. Pieter Henri Dé (Piet) Leupen (Goes, 1939) is een Nederlands historicus. Na geschiedenis gestudeerd te hebben waarbij hij zich specialiseerde in de middeleeuwen werd hij eerst leraar aan een Amsterdamse middelbare scholengemeenschap en uiteindelijk wetenschappelijk medewerker aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Vanaf 1984 was hij hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam waarbij hij zich specialiseerde in stadsgeschiedenis en politieke theorieén. Sinds 2001 is hij met emeritaat. Leupen heeft diverse publicaties op het terrein van zijn vakgebied op zijn naam staan. Zo schreef hij over de ontwikkeling van de steden Maastricht en Nijmegen in de vroege middeleeuwen alsmede in het kader van de middeleeuwse politieke theorievorming over Filips van Leiden, een belangrijke veertiende-eeuwse rechtsgeleerde uit het toenmalige graafschap Holland. Op latere leeftijd is hij er ook toe overgegaan over godsdienst-historische onderwerpen te schrijven, vooral over de relatie tussen kerk en staat en religieuze geschiedenis van Jeruzalem. Naast bovengenoemde activiteiten houdt hij zich ook bezig met regionale geschiedenis, is hij betrokken bij diverse geschiedkundige genootschappen en vervulde hij het redacteurschap van het blad Theoretische Geschiedenis. Ondanks zijn brede historische opleidingen en kennis, blijkt Leupen toch meerdere historische blunders op zijn naam te hebben staan. Met name 'Het Bronnenboek van Nijmegen' getuigt niet van een wetenschappelijke werkwijze. Dat was ook verre van de bedoeling. Het ging bij de publicatie hiervan alleen om de opvattingen van Albert Delahaye te weerleggen. Dat hij hierbij meerdere historische blunders begaan heeft, vormen een blamage op zijn wetenschappelijk blazoen. Dat komt ervan als je studenten de teksten bij elkaar laat rapen en dit werk niet eens zorgvuldig controleert (wat dus de ware toedrecht was). Welke wetenschappelijke werkwijze spreekt hieruit? Met deze LINK verwijzen we naar enkele "wetenschappelijke uitspraken" van Leupen. "Wij zijn er van overtuigd dat deze lijst in hoofdzaak beantwoord aan de huidige stand van de wetenschap", aldus Leupen in Dagblad De Stem van 29 nov. 1982. Bedoeld wordt de lijst van 190 oorkonden die in 'Het Bronnenboek' worden genoemd. Waarmee geen woord teveel is gezegd. Let vooral op de zinsneden "Leupen c.s zijn overtuigd", "in hoofdzaak" en "aan de huidige stand van de wetenschap". Dat die wetenschap hopeloos verouderd is en nog steeds gebaseerd is op hetgeen men in de 17e eeuw geschreven heeft, wordt niet vermeld. Maar ook geschiedenis is een wetenschap die aan verandering onderhevig is, getuige de vele historische feiten die herschreven werden en nog steeds worden. Zelfs gebeurtenissen uit de meest recente geschiedenis blijken heel wat onjuistheden en onwaarheden te bevatten. Dat zou een historicus als Leupen toch moeten weten en moeten weerhouden van zekere standpunten en uitspraken, zeker waar het slechts de bedoeling is om Delahaye een sneer te geven. ![]() Een verontrustende affaire rondom professor Georges Duby. Leugens of bluf? |
"De wetenschappelijke wereld accepteerde de nieuwe inzichten van Delahaye echter niet. Met name Piet Leupen, hoogleraar middeleeuwse geschiedenis in Amsterdam, liet geen spaan heel van de argumenten van Delahaye", aldus Jan Brouwers in het Noordbrabants Historisch Nieuwsblad. ...geen spaan heel... dat zegt dus Brouwers van iemand die een bisschop van Noyon opvoert als bisschop van Nijmegen. Hoe deskundig ben je dan als hoogleraar middeleeuwse geschiedenis? Het eerste verweer van prof.dr.P.Leupen tegen de opvattingen van Albert Delahaye was, dat hij daarin helemaal alleen stond. De opvattingen van Delahaye zouden geen navolging hebben gevonden. Maar was het niet Delahaye die stelde dat de Karolingische Kapel niet Karolingisch was en als patroon St.Nicolaas droeg? Dat is in Nijmegen nu algemeen geaccepteerd.Uit deze opmerking van Leupen blijkt al dat hij niet op de hoogte is van de wetenschappelijke literatuur in zijn eigen vakgebied, maar ook niet van eigen publicaties blijkbaar niets meer weet. Er zijn honderden voorbeelden te noemen (zie bij Citaten) die het ongelijk van Leupen en het gelijk van Delahaye aantonen. Delahaye staat allerminst alleen in zijn opvattingen. Bovendien wist Leupen in elk geval al sinds 1980 dat Albert Delahaye gelijk had. Dat blijkt uit zijn eigen publicatie in Spiegel Historiael over 'de vroegste geschiedenis van de middeleeuwse stad Nijmegen'. Zie verder naar onderen. "Het is een vrij ingewikkelde kwestie", aldus prof.Leupen. "Je moet er de tijd voor nemen om er goed over te kunnen schrijven en dat heeft Delahaye niet gedaan", volgens Leupen. Neen, hij heeft dat wel gedaan en komt dan in Het Bronnenboek van Nijmegen (zie daar) met een tiental grove blunders. Dit tweede verwijt van Leupen laat wederom zien dat hijzelf de hele kwestie niet begrepen heeft. Allereerst is het vrij simpel om de onjuistheid van de traditionele opvattingen aan te tonen en ten tweede heeft Delahaye dat uitvoerig beschreven in zijn boeken. Maar ja, als je die boeken niet leest, kom je inderdaad tot deze uitspraken. Wat wel ingewikkeld is, is om de mythe te verdedigen en de onjuistheid van de beweringen van Delahaye aan te tonen. En dat heeft Leupen geprobeert met Het Bronnenboek van Nijmegen (zie daar), dat een verre van wetenschappelijk gedrocht is geworden. Leupen heeft met zijn Bronnenboek van Nijmegen, dat hij overigens door studenten heeft laten samenstellen, aangetoond dat hij verre van wetenschappelijk te werk is gegaan en zich feitelijk niet met deze materie bezig moet houden. Hij heeft er gewoonweg geen verstand van, vandaar dat hij het een vrij ingewikkelde kwestie noemt. Het is voor hem inderdaad een vrij ingewikkelde kwestie, wat ook wel uit het Bronnenboek blijkt, waarin hij 400 fouten en onjuistheden negeerde.Toen hij door Delahaye op allerlei fouten in zijn Bronnenboek gewezen werd, verscheen er binnen 4 maanden een herziene uitgave, waarin een aantal fundamentele zaken 'aangepast' waren door ontwijkende uitvluchten (smoesjes) te gebruiken. En die 'smoesjes' maken er inderdaad een vrij ingewikkelden kwestie van, want zijn betoog is daardoor nauwelijks meer te volgen. Maar dat kan ook niet anders als je iets wil 'krompraten' dat gewoon recht is. Volgens een artikel in het Noordbrabants Historisch Nieuwsblad (2004) zou Leupen "geen spaan" heel hebben gelaten van de argumenten van Delahaye. Wat die 'spaan' inhield vermeldt het artikel niet, evenmin de argumenten die Leupen weerlegd zou hebben. Het is een volgend voorbeeld van slechts glashard ontkennen, zonder in te gaan op de argumenten van Delahaye. Marco Mosterd betoogt in hetzelfde artikel dat men "zijn gezond verstand moet gebruiken" als je naar de bronnen kijkt en daarbij ook moet kijken naar de bronnen die het tegendeel bewijzen. Deze opmerking van Mosterd is dus een erkenning dat er wel degelijk sprake is van verwarring, al ontkent hij dat feitelijk in zijn betoog. Er zijn dus blijkbaar ook bronnen die Delahaye gelijk geven. Het is te hopen dat de professionele historici nu ook eens hun gezond verstand gaan gebruiken. Dan komen ze vanzelf bij de opvattingen van Delahaye terecht. Een sprekend voorbeeld van het gebruik van bronnen, maar vooral het gebuiken van het gezond verstand is de plaatsing van bisschop Harduinus van Noyon in Nijmegen zoals Leupen deed in Het Bronnenboek. Wie van bisschop Harduinus van Noviomagus een bisschop van Nijmegen maakt, laat zien geen verstand te hebben van Middeleeuwse geschiedenis en dient al zijn academische titels en professoraten in te leveren. Nijmegen heeft nooit een bisschopszetel gehad. Dit Noviomagus was Noyon en was hetzelfde Noviomagus waar Karel de Grote in 768 tot Koning der Franken werd gekroond. ![]() Hoe durft hij, zou je zeggen, na de publicatie van Het Bronnenboek van Nijmegen. Maar in het tweede Bronnenboek (de verbeterde herdruk binnen 4 maanden: hoe zorgvuldig ben je dan zelf?) moet Leupen Delahaye toch gelijk geven, nadat Delahaye op dat eerste BronnenbRoek flink commentaar geleverd had. ![]() Natuurlijk heeft Delahaye het wel gehoord, heel goed zelfs, maar hij heeft die 'uitleg' van Leupen niet aanvaard als een wetenschappelijke argumentatie. Door een authentieke tekst vals te verklaren kun je immers alles in je voordeel uitleggen. En dat is niet wat Delahaye onder wetenschap verstaat. Delahaye noemde het zelfs 'wetenschappelijk bedrog', nu Leupen met zo'n infantiele uitvlucht komt die hij zelfs nog voor waar aanneemt. Niet de schrijver van de bron heeft zich vergist, maar de lezer van de bron heeft zich vergist, is de enige juiste conclusie, maar dat begrijpt Leupen blijkbaar ook niet. Albert Delahaye verweet Leupen zelf van "duivels bedrog", wat niet te zwaar is. Men denke hier maar aan de duivel Moenen, die met mooie praatjes dat onschuldige meisje Marike inpalmde. Leupen heeft zijn eclectisme (het uitkiezen van hem welgevallige teksten) verdedigd door de kwasiwetenschappelijke uitleg, dat hij alle zwakke teksten of die waarop ook maar het minste aan te merken was, heeft laten vallen en niet eens ten gunste van Nijmegen wilde aanvoeren. Het blijkt, helaas, dat hij hiermee velen in Nijmegen totaal heeft ingepalmd. Het blijkt moeilijk, ook onder wetenschappers, om hen aan het verstand te brengen dat de methodiek van Leupen fundamenteel fout is. Een echte historicus, en zeker een echte historisch geograaf mag niet bij voorbaat zwakke teksten weglaten, maar moet alle teksten geven. Pas na het produceren van alle gegevens kan blijken wat sterk en wat zwak is. Geldt dit al voor alle historische vragen, dan klemt het nog meer wanneer een twijfel bestaat over de lokalisatie van een historische naam op twee plaatsen. Dan is het doodgewoon ordinair bedrog slechts de ene mogelijkheid te onderzoeken en de andere bij voorbaat kategorisch af te wijzen. Zo'n methode straft zich trouwens zelf af: de zogenaamd zwakke teksten, waarvan sommige voorheen wel op Nijmegen werden toegepast, komen nu des te sterker voor Noyon te staan nu Leupen die laat vallen en derhalve aan Noyon toewijst. Waarom zegt hij dan niet, eindelijk na 26 jaren, dat de belangrijkste teksten over het paleis van Noviomagus aan Noyon toebehoren? Als dat eenmaal vast staat - en het staat nu vast dank zij de doctor van de passage - kan met vrucht gediskussieerd worden over de andere details. Leupen noemt het een vrij ingewikkelde kwestie (zie citaat hiernaast links en in de linker kolom) om het eigen betoog te kunnen verklaren. Je moet er de tijd voor nemen, om er goed over te kunnen schrijven, stelt Leupen. Heeft Leupen dat dan gedaan met Het Bronnenboek van Nijmegen dat hij door studenten liet samenstellen en ongecontroleerd als het zijne uitgaf? Delahaye heeft zeker de tijd genomen en alles zorgvuldig geanalyseerd en gewogen en zeker niet alles door elkaar gehusseld. Dat Delahaye voorzichtig met bronnen omgaat, bewijst hij wel in zijn boeken, zoals in zijn boeken, waarin hij behalve teksten en ook bronvermeldingen geeft. In de De Bisschop van Nijmegen' dient hij Leupen ook van repliek en wijst hem op 456 fouten en enkele grove blunders. Zoals Leupen c.s. het uitleggen is het inderdaad een vrij ingewikkelde kwestie. Maar als je de teksten volgt en de logica is het verre van een ingewikkelde kwestie. Het gaat er slechts om de juiste plaats te vinden, waar zich de beschreven historische gebeurtenissen hebben voorgedaan. En daarin zijn de bronnen helder als glas, als men ze tenminste onbevooroordeeld wil lezen. Zou Lepuen de kroning van Karel de Grote in Noviomagus ook in Nijmegen plaatsen? In het Bronneboek slaat hij de kroning in elk geval over. Dus dat Noviomagus was dan niet Nijmegen! Het overlijden van Karel de Grote wordt overigens ook niet vermeld in Het Bronneboek (was ook niet in Nijmegen), maar getuigt toch van weinig piëteit ten opzichte van de keizer die toch vier keer (4x!!!!) in Nijmegen is geweest. Prof. dr. P.H.D. Leupen. Pieter Henri Dé Leupen (1939) is de auteur van "Het Bronnenboek van Nijmegen", waar het zetduiveltje Moenen Bronnenbroek van heeft gemaakt. Hij hanteert steeds als belangrijkste opvatting tegen het werk van Delahaye, dat deze niet wetenschappelijk te werk zou gaan. Leupen gaat er blijkbaar vanuit dat hij dat zelf wel doet. Het Bronnenboek van Nijmegen mag als voorbeeld van zijn niveau van wetenschap dienen. Dat Bronnenboek is, getuige het voorwoord :
Ook in Het Bronnenboek van Nijmegen laat P.Leupen keer op keer merken weinig wetenschappelijk te werk te gaan. Van de meeste plaatsnamen geeft hij niet de originele naam, maar zijn interpretatie. Details over "wijngaarden" plaats hij vrolijk te Nijmegen, hij laat bisschoppen van Noviomagus in Nijmegen resideren en laat plots teksten weg die altijd voor Nijmegen hebben gegolden, zonder verdere toelichting of opgaaf van redenen. Enkele voorbeelden van het wetenschappelijke van Leupens werk zijn de volgende: Het in de oorkonde van 1018 staande "ad dexteram partem" vertaalt hij foutief met "linkerkant" in plaats van rechterkant (tekst 101 in Het Bronnenboek), van Frettenna ten westen van Noviomagus (tekst 112) maakt hij Vreden dat ten oosten van Nijmegen ligt, van Monasterium-Sanctas maakt hij plots zonder enige argumentatie Xanten, terwijl alle historici het erover eens zijn dat het de plaats Sains-les-Marquion bij Kamerijk is. Zijn grootste wetenschappelijke blunder betreft de plaatsing van St.Harduinus, over en overbekend als bisschop van Noyon, in Nijmegen, dat nooit een bisschopszetel heeft gehad. Zie voor de overige blunders bij Het Bronnenboek van Nijmegen. Floris IV, graaf van Holland, werd in 1234 tijdens een tournooi te Noviomagus gedood. Leupen maakt er Nijmegen van, ofschoon alle historici en alle Nederlandse encyclopedieën het feit te Noyon plaatsen", aldus Delahaye. Het raadplegen van de eerste de beste encyclopedie, die ons in handen kwam, bewees het gelijk van Delahaye: het was Noyon. Daarbij komt dat het hele voorval zich in Picardië voordeed. Sinds wanneer ligt Nijmegen in Picardië vraag je dan? En dan durft Leupen Albert Delahaye te betichten van "niet wetenschappelijk te werk te gaan". |