Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Veel historici en archeologen zijn het steeds oneens met elkaar geweest op zeer cruciale punten. Het is dan ook onbegrijpelijk dat ze zo tegen de opvattingen van Albert Delahaye ageerden, die slechts hun onderling ongelijk aantoonde. We laten op deze pagina enkele opvallende twistpunten de revue passeren. Dat men het onderling oneens was is begrijpelijk aangezien veel opvattingen slechts bestaan uit aannames, veronderstellingen en mogelijkheden. De hierop gebaseerde meningen zijn uiteraard steeds interpretaties geweest van soms zelfs onmogelijke stuaties. Als bekendste voorbeeld mag Castra Herculis dienen, waarvan in Nederland liefst 24 (vier-en-twintig) verschillende locaties bestaan. Hoe eens ben je het dan met elkaar? Kijk voor de onderscheiden historici ook in hun persoonlijke hoofdstuk. F.W.N.Hugenholtz J.E.Bogaers D.P.Blok W.A. van Es P.Leupen R.R. Post B.H. Stolte H.Halbertsma M.Gysseling A. van Hooff W.Willems H.P.H.Camps L.v.d.Tuuk ![]() |
De visie van Albert Delahaye. De onenigheid tussen historici en archeologen toont al aan dat zij ongelijk hebben. Niet één van hun opvattingen is juist. De hele 'vaderlandse' geschiedenis van de Lage Landen (les Pays-Bas) heeft zich voorgedaan in Noord-west Frankrijk en Frans- en Belgisch West-Vlaanderen. Aangezien de Zuidelijke Nederlanden (waartoe Frans- en Belgisch Vlaanderen hoorde) in feite tot 1713 (Verdrag van Utrecht) bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hoorde, kan men toch nog gedeeltelijk spreken over onze 'vaderlandse' geschiedenis. Waarover waren zij het oneens? Regelmatig is sprake van verschil van mening tussen 'gerenomeerde' historici. Zij blijken het op cruciale punten oneens met elkaar te zijn. Het enige waarover zij het eens zijn, is hun aversie tegen de opvattingen van Albert Delahaye die hun zwakke plekken in hun opvattingen pijnlijk bloot legt. Dat is voor historici van naam teveel van het goede. Hun aversie werd dan ook een persoonlijke kwestie waarbij slechts het eigenbelang op het spel stonden. Niet de juistheid van hun opvattingen werd het discussiepunt, maar hun reputatieschade. Het Dievenboekje van Echternach. De monniken van Echternach verzamelden in de twaalfde eeuw bestaande documentatie van het klooster Aefternacum, waarvan ze beweerden de rechtmatige voortzetting te zijn, wat op zich wel juist was. Op de vlucht voor de Noormannen was de abdij met medenemen van de oude oorkonden gevlucht naar Luxemburg, waar zij aanvankelijk in Berg neerstreken en na 973 in Echternach terecht kwamen. Aangzien het klooster noodlijdens was ging men op zoek naar vroegere bezittingen die in die oude oorkonden vermeld werden. Allereerst ging het klooster naar de juiste streek ten zuiden van Duinkerke. Daar lukte het hen niet om aanspraak te maken op de goederen omdat de rechten allang verbeurd waren verklaard. Theofried van Echternach (abt van 1093 tot 1110) vermeldde allerlei voormalig bezit van St.Willibrord in diens Vita. Proost Theoderich van Echternach die zo'n eeuw later (eind twaalfde eeuw) leefde, verzamelt van her en der 175 oorkonden die hij samenvat in het Liber Aureus (geschreven tussen 1190 en 1222) niet te verwarren met de Codex Aureus van Lorsch dat de 4 evangeliën bevat. De vraag is of deze oorkonden allemaal van het voormalige klooster Epternacum van St.Willibrord zijn geweest. De monniken van Echternach gaan in Holland met het Liber Aureus in de hand op zoek naar de 25 vermeende en verloren kerken van St.Willibrord. Waarom in Holland? Omdat ondertussen de gedachte had postgevat dat Utrecht het Trajectum van St.Willibrord geweest was. Dit onder invloed van het klooster van Egmond, waar men het Cartularium van Egmond is gaan toepassen op Noord-Holland. Ook de mythe van Adelbert van Egmond heeft aan die verwarring bijgedragen, waardoor de monniken en de latere historici op het verkeerde been zijn gezet. De moniken van Echternach vinden echter maar 24 kerken en goederen, die op 4 lijstjes beschreven zijn. De eerste abt van Egmond Waltherus, voormalig proost in Lens, kwam van de St.-Pietersabdij van Gent. Hij wordt in 1130 als abt van Egmond ingewijd door bisschop Andreas van Utrecht en hij overlijdt in 1161. In dat jaar wordt hij opgevolgd door Wiboldus, over wie niets bekend is, behalve dat hij in 1176 overlijdt waarna de post van abt vier jaar onbezet blijft. Onder zijn verantwoording zijn rond 1173 (Zie O.Oppermann, Fontes Egmundensis) met berichten tot 1112 de eerste Egmondse annalen samengesteld, waarbij gebruik is gemaakt van afschriften van de Vlaamse St.-Pietersabdij van Gent. Latere gedeelten zijn aangevuld met gegevens uit de eveneens Vlaamse St.-Bertijnsabdij van St.-Omaars in Noord-Frankrijk en uit de Annales Blandinienses, ook van de St.-Pietersabdij te Gent. Zijn opvolger in 1180, Lambertus, kwam ook uit de St.-Pietersabdij van Gent en overlijdt in 1182 . Vermeldingen van eerdere abten of oudere gegevens zijn er niet, waarmee de hele voorgeschiedenis van Egmond van vóór 1130 en daarmee die van St.Adelbert, als een mythe moet worden opgevat. Prof.dr.D.P.Blok interpreteert de plaatsnamen op deze lijstjes als plaatsen in Holland, maar is het oneens met prof.dr.R.Post waarvan hij zegt dat we "evenmin iets opschieten met de manier waarop Post deze lijstjes benaderde". Post constateerde de vele onderlinge verschillen in deze 4 lijstjes en de discrepanties met de oorkonde van 1063 en leidde daaruit af dat de samenstellers van de lijstjes een aantal kerken vergeten waren. Post ging er bij dit oordeel blijkbaar van uit, dat het doel van de lijstjes geweest was om de rechten van Echternach op Hollandse kerken volledig vast te leggen. Blok meende dat de abdij van Echternach veel kerken niet noemt, omdat de abdij een volledige opsomming niet nastreefde. Hoe naïef kun je zijn? Een argument een professor onwaardig!Beiden opties zijn onjuist omdat de geleerde heren niet in de gaten hadden dat dit Liber Aureus een volkomen vervalsing was. Ze gaan aan twee cruciale feiten voorbij. 1. Als de bedoelde kerken aan St.Willibrord geschonken waren, behoorden ze toe aan het bisdom en de kerk van Utrecht en niet aan de abdij die er ruim 300 km vandaan ligt. De claim van de abdij was dus niet rechtsgeldig en dus een ververvalsing. 2. Bovendien blijkt dat de abdij van Echternach bij haar zoektocht naar oud bezit, de kerken van Dorestad, Daventre en Tilia (in Nederland Wijk bij Duurstede, Deventer en Tiel) overslaat. Waarom claimde Echternach deze belangrijke drie dan niet? Omdat ze allemaal (incl.de 25 in Holland) in het zogenoemde "Testament van St.Willibrord" ontbreken. Hadden Blok en Post dit gezien, dan hadden ook zij begrepen dat het om vervalste documenten ging in het Liber Aureus. We moeten het Liber Aureus dan ook niet het gouden boek noemen, maar het Gouden Dievenboekje van Echternach. De in dit Liber Aureus opgenomen kerken van St.Willibrord lagen in Noord-Frankrijk, waar abt Theofried ze allemaal wel gevonden had, maar er geen rechten meer kon claimen omdat deze verbeurd verklaard waren. Een eeuw later probeert abt Theoderic het met dezelfde plaatsen nog eens in Holland, waar in de nieuwe ontginningsgebieden met de komst van de uit het zuiden (Vlaanderen.) afkomstige landontginners net een nieuwe St.Willibrord cultus aan het ontstaan was. Ook deze cclaims mislukten, aangezien de graaf van Holland wel in de gaten had dat in dit nieuw ontgonnen gebied geen enkele oude kerk te vinden was. Om de noodlijdende abdij toch wat te schenken, kreeg het enkele gebieden in Zeeland. Zo kwam ook later het bisdom Utrecht in bezit van Zeeuwse gronden, wat altijd als een bijzonder buitenbeentje werd beschouwd. Lag daar in Grevelingen dan toch de aankomstplaats van St.Willibrord? Menig histiricus heeft nooit aannemelijk kunnen maken waarom het bisdom Utrecht wel bezittingen had in Zeeland, maar geen enkele in Friesland dat toch het uitverkoren missiegebied van St.Willibrord en St.Bonifatius geweest zou zijn! Had men maar de boeken van Albert Delahaye gelezen. Zo eenvoudig zit de mythe van St.Willibrord in Nederland in elkaar. Voor de juiste plaatsen van de 25 kerken van St.Willibrord in Vlaanderen verwijs ik graag naar de ware kijk op. Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf. |