Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Romeinse wegen in Nederland, Paul van der Heijden (redactie). Uitgave in samenwerking met: Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie (2016). De Romeinen rolden duizenden kilometers aan wegen uit naar alle hoeken van de toen bekende wereld. Ze legden wegen aan op een tot dan toe onbekende schaal. Hierdoor konden meer mensen tegelijk op pad, konden ze sneller reizen en veel langere afstanden afleggen dan ooit tevoren. Het waren de eerste snelwegen ter wereld. Legioenen verplaatsten zich hierover met nog nooit vertoonde snelheid en handelaren brachten handelsgoederen uit verre en onbekende streken naar de Lage Landen. Met de uitbouw van het wegennet brachten de Romeinen ook hun cultuur naar Nederland. De Romeinse wegen waren niet uniform, zoals onze snelwegen tegenwoordig. Het uiterlijk van wegen kon per streek verschillen, al naar gelang de status, landschappelijke obstakels en beschikbaarheid van bouwmateriaal. In dit boek gaan we op zoek naar de Romeinse wegen in Nederland die we kennen uit historische bronnen en archeologische opgravingen. Vaak zijn de wegen in de grond alleen herkenbaar als reepje grind, maar toch vormen ze onderdeel van het netwerk dat Nederland verbond met de rest van het Romeinse Rijk. Het boek 'Romeinse wegen in Nederland' laat op een toegankelijke manier zien hoe de Romeinse wegen ons zowel infrastructuur als beschaving brachten. Nederland werd letterlijk op de kaart gezet. Het is de traditionele opvatting, die Paul van der Heijden c.s. in dit boek beschrijft. De werkelijkheid vindt U hiernaast en in de boeken van Albert Delahaye. Als je dit boek zorgvuldig bestudeert kom je de ene na de andere onjuistheid tegen. Het is dan ook uitgesloten dat met dit boek enig bewijs wordt geleverd voor de traditionele opvattingen. Het blijken veronderstellingen en hypothesen te zijn. Feitelijk baseren de schrijvers zich in dit boek uitsluitend op de Peutingerkaart, maar daarvan staat nu wel vast dat het een falsum is. Zie bij Peutingerkaart. |
Het moet goed begrepen worden: de aanwezigheid van de Romeinen in ons land wordt allerminst ontkend. En waar de Romeinen verbleven legden ze ook wegen aan. Maar waren dat de wegen die op de Peutingerkaart te zien zijn? Dan is er toch meer nodig dan enkele toevallige overeenkomsten. Zie verder bij de Peutingerkaart. Er zijn teveel afwijkingen van die kaart om van een sluitend bewijs te kunnen spreken.
Wat verkleuringen in de grond, een enkele laagje grint en in het beste geval nog een paar verrotte balken in een eindeloze hoeveelheid klei. Als je puur naar de resten kijkt, zou je je kunnen afvragen: waar maken we ons nu eigenlijk zo druk over? Waarom al die ophef over een handvol steentjes? Het zijn zeer terechte vragen die Van der Heijden hier zelf stelt op p.6. Ondertussen is men wel druk doende die handvol steentjes op de lijst van Werelderfgoed van de Unesco te krijgen. Als dat lukt staat archeologisch Nederland (en de Unesco) volkomen in hun hempjes. Die zijn dan niet langer serieus te nemen. Immers van Romeins Nederland is niets meer zichtbaar dan wat nagebouwde uiterlijkheden op niveau van het 'pretpark' Archeon. In Archeobrief 1 van maart 2011 is Paul van der Heijden wel openhartig over die Romeinse wegen. Tussen de 71 stukken en stukjes gevonden weg blijken er grote verschillen te bestaan in breedte, opvulling, verharding, wel of geen greppels, ofwel er is totaal geen sprake van eenduidigheid. Geen twee stukken blijken aan elkaar gelijk waar geen Romeinse standarisatie uit spreekt, waar de Romeinen toch wel om bekend staan. Waren het wel allemaal 'Romeinse' wegen? De gevonden stukken vormen ook geen doorlopende weg, hoewel die indruk wel wordt gewekt op de erbij getoonde kaartjes. Het is overduidelijk dat de zogenaamde Romeinse Limes in Nederland nooit iets heeft voorgesteld. Het is precies zoals archeoloog W.A. van Es (zie daar) het in 1981 al omschreef: "Het Romeins in Nederland is allerminst van internationale allure geweest". "Romeins Nederland is nimmer de eer van een colonia waardig geacht!" Daar is ondertussen niets nieuws bijgekomen, ook in dit boek niet gezien de literatuurlijst die loopt van 1884 tot 2014. Opvallend is wel dat juist dit boek van Van Es, maar ook dat van A.W.Byvanck (zie daar) en Albert Delahaye niet in de literatuurlijst voorkomen. Opvallend? Neen, Van der Heijden c.s. vermijden precies de boeken die hun opvattingen tegenspreken. Toch moeten ze soms erkennen dat de traditionele opvattingen ook niet kloppen. Met veel uitweidingen wordt dan om de hete brij heen gepraat. De voorbeelden hieronder maken dat wel duidelijk. ![]() De visie van Albert Delahaye. Wat voor alle duidelijkheid benadrukt moet worden is dat Delahaye geen moment twijfelt aan de aanwezigheid van de Romeinen in Nederland, wat de Romeinse relicten wel aantonen. Ook hebben de Romeinen hier zeker wegen aangelegd en in dit drassige gebied op allerlei manieren verstevigd. De wegen worden niet ontkend, maar zijn dit de wegen van de Peutingerkaart? Ook de plaatsnamen die van diezelfde Peutingerkaart komen, zijn voornamelijk gebaseerd op een oppervlakkige klankovereenkomst. Het blijkt nog steeds een onbewezen veronderstelling te zijn, een hypothese. Zeker nu bewezen is dat de Peutingerkaart een falsum is, is er geen enkel bewijs dat de Nederlandse traditie juist is. Zie bij Peutingerkaart. Waar in Nederland vind je het Septemvium, een kruispunt van Romeinse wegen waar Trajectum en Lugdunum deel van uitmaakten? Overal waar de Romeinen verschenen legden zij wegen aan, zeker in drassige gebieden zoals in Nederland. Frappant is het wel dat van die wegen die er beslist geweest zijn, zo weinig wordt teruggevonden. Ook de verschillen in die wegen geeft al aan dat deze niet aangelegd zijn in een uniformiteit die kenmerkend is in het grote Romeinse Rijk. Ook de uitvoeringen van Romeinse kampen en wachttorens in Nederland blijken erg verschillend. Van de zuidelijke weg die door de Patavia gelopen heeft en die in Nederland geprojecteerd is, is al helemaaal niets teruggevonden (wat in dit boek ook erkend wordt (p.33-39). Daardoor wordt de hypothese al tot 50% gereduceerd. Op het verblijf van de Romeinen in Nederland is de term 'Agri Decumatis' van toepassing. Letterlijk vertaald betekent dat 'de drooggevallen gronden'. Tacitus beschrijft het zo (Germania 29): 'Onder de volken van Germania mogen we hen niet tellen, die zich hebben gevestigd aan de overzijde van de Rhenus en de Danuvius en daar de "Agri Decumates” bezetten. Het schuim van Gallia, en allen die de miserie tot dit waagstuk had gedwongen, hebben een land ingenomen waarvan het bezit onzeker was. Daarna heeft men een grensweg aangelegd, hier en daar enige legioenen gelegerd, en zo zijn zij een vooruitgeschoven punt van het rijk en deel van een provincie geworden'. Deze tekst van Tacitus spreekt de traditionele opvatting op een onmiskenbare wijze tegen. Deze tekst is altijd volledig misverstaan doordat men Renus en Danuvius met de Rijn en Donau vereenzelvigde en men de Agri Decumates in zuidwest Duitsland plaatste. Maar daar is geen sprake van drooggevallen gronden waarvan het bestaan onzeker is. Het gaat hier duidelijk om het waddengebied aan de kust van het Kanaal, onderhevig aan overstromingen, precies zoals het door Plinius beschreven is. De Duinkerkse transgressies zijn er over- en overbekend en heten niet voor niets Duinkerkse transgressies. En Germania? Germania was het gebied ten noorden van Gallia, waarvan Boulogne-sur-Mer de hoofdstad was volgens Orosius. Zie bij Germania. En juist in dit gebied waar je de overkant kunt zien, stak Julius Caesar over naar Engeland, woonden de Bataven en kwam Willibrord in 690 aan op het vasteland. |
Legio X Gemina in Nijmegen? Is dit een slordigheidsfoutje? Je mag er toch van uitgaan dat Nijmegenaar Paul van der Heijden de Nijmeegse geschiedenis bestudeerd heeft en door en door kent. Waarom dan deze fout? Voor iemand die zich graag voordoet als deskundige van de Nijmeegse geschiedenis is deze fout niet acceptabel, ook al scheelt het maar een jaar! Is het om een bepaalde traditionele opvatting te onderbouwen? Er is geen andere uitleg dan dat deze 'fout' bewust is gemaakt. Het is dus een bewuste leugen om de traditonele opvatting te bewijzen dat de Bataven in de Betuwe verbleven en daar in opstand kwamen! Een andere uitleg is er niet. Met deze onvergeeflijke fout gooit Van der Heijden zijn deskundigheid te grabbel! |
Romeinse mijlpalen? Waren de gevonden mijlpalen in Wateringse Veld wel mijlpalen? Er worden op één uitzondering na helemaal geen afstanden aangegeven tussen plaatsen. Het waren palen waaruit de tekst blijkt dat de keizer werd verheerlijkt als goddelijk, voorzien van eretitels en soms een verkorte afstammingsgeschiedenis. Die palen kunnen op elke plek in het Romeinse Rijk gestaan hebben. Hoe kwamen die in Wateringse Veld terecht? En nog wel vier uit verschillende perioden (uit het jaar 151, 212, 242 en 250). Werden de oude palen onder de grond gestopt als er een nieuwe keizer aantrad? Of zijn die palen daar in de loop der eeuwen door een handelaar of een verzamelaar terecht gekomen? |
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |