Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
![]() ![]() ![]() De grote falsificaris van Romeins Nijmegen is prof.dr. J.E.Bogaers, die onbewezen en door hemzelf aangenomen opvattingen introduceerde alsof het bewezen feiten waren. Op archeologisch gebied, dat zijn specialisatie zou zijn, maakt Bogaers er vaak een potje van. Ook de 18 door Bogaers aangeleverde teksten in Het Bronnenboek van Nijmegen, getuigen niet meteen van grote deskundigheid op het gebied van Romeins Nijmegen. Ten aanzien van de aanwezigheid van Romeinse legionairs in Nijmegen is van continuďteit geen enkele sprake. De enige periode waarvan vaststaat dat er Romeinen gelegerd waren in Nijmegen is tussen 71 en 104 n.Chr. Zowel ervoor als daarna is van de aanwezigheid van Romeinen nauwelijks enig bewijs te vinden. De uiterste periode ligt tussen 50 n.Chr. en 175 n.Chr. Zie vooral de opmerkingen van dr.W.A. van Es hierover. Paul van der Heijden houdt het zelfs op vanaf 70 n.Chr. Dat Romeins Nijmegen Ulpia Noviomagus geheten zou hebben is een onbewezen aanname van prof.J.E.Bogaers uit 1959. Deze zéér omstreden mythe ging er in als koek, zeker omdat enkele jaren daarvoor Albert Delahaye ernstige twijfels had laten horen over de authenticiteit van Romeins en Karolingisch Nijmegen. De naam Ulpia Noviomagus zou Nijmegen gekregen hebben van keizer Trajanus. De teksten die hierover spreken gaan echter over een ander Noviomagus en wel over Neumagen bij Trier. Trajanus was stadhouder in Germania Superior en gaf aan het daar gelegen Noviomagus zijn eigen familienaam Ulpia. Trajanus is zelfs niet eens in Nijmegen geweest, dus de zogenaamde Trajanuszuil staat er eveneens verkeerd, evenals de "geboorte-steen" van Nijmegen, dat een afgietsel is van een in Beieren (Pfünz) gevonden inscriptie. Toen Bogaers de gedachte Van Ulpia Noviomagus voor het eerst publiceerde (1959), schreef Van Buchem daar het volgende over: "Wij hopen, dat dr. Bogaers spoedig gelegenheid zal vinden om zijn nieuwe denkbeelden omtrent deze voor de oude geschiedenis van Nijmegen toch waarlijk niet onbelangrijke kwesties duidelijker en uitvoeriger uiteen te zetten.". Van Buchem betwijfelt dus de nieuwe denkbeelden van Bogaers dat het Romeinse Nijmegen onder de naam "Municipium Ulpia Noviomagus Batavorum" zijn stadsrechten aan keizer M. Ulpius Traianus (98-117) te danken zou hebben. Nijmegen had tot 104 n.Chr. een militaire castellum, maar beslist geen burgerlijke nederzetting. Die nederzetting zou aan de Waal gelegen hebben en de naam Noviomagus gedragen hebben. Maar daarvoor ontbreekt elk bewijs, ook archeologisch. Romeins Nijmegen in Xanten. Paul van der Heijden schrijft voor het historische overzichtswerk Verhaal van Gelderland het hoofdstuk over de Romeinse Tijd. Hij neemt ons mee naar de belangrijkste plekken van Ulpia Noviomagus. “Op het huidige Maasplein was in de Romeinse tijd een marktplein met winkeltjes en een tempel. Nu is er een kleine visualisatie te zien met vier nagemaakte fundamenten van zuilen. En er staat een informatiebord. Dat is alles. Vlakbij het Maasplein stond een stadspoort in de huidige Waterstraat. Daar is helemaal niets van te zien.” Nijmegen was in de Romeinse tijd veruit de grootste en belangrijkste stad in het gebied dat we nu kennen als Nederland. Ulpia Noviomagus kreeg rond het jaar 100 na Christus stadsrechten van de Romeinse keizer Trajanus. Die eer viel slechts één andere plaats in het huidige Nederland te beurt, namelijk Voorburg bij Den Haag. Deze stad heette in de Romeinse tijd Forum Hadriani. Paul van der Heijden vertelt: “Forum Hadriani was het kleine broertje van Ulpia Noviomagus. Maastricht en Utrecht waren slechts forten met daarnaast vici, oftewel dorpen. Op zijn beurt was Ulpia Noviomagus weer het kleine broertje van Colonia Ulpia Trajana, oftewel Xanten.” Paul van der Heijden loopt verder naar de Waal. “In de Romeinse tijd stond hier een gigantisch badhuis voor de 5000 inwoners van Ulpia Noviomagus. Het was negentig bij negentig meter. Daar konden honderden mensen tegelijk in badderen.” Nu ligt naast de oude Honigfabriek een open vlakte. Toch heeft de gemeente Nijmegen geen plannen om een reconstructie te maken van de indrukwekkende Romeinse gebouwen die hier stonden. Paul van der Heijden vindt dat jammer. “Er komen woningen en de verwijzingen naar het Romeinse verleden worden minimaal. Dit is de laatste kans om goed uit te pakken, maar het gaat niet gebeuren.” Wie wil ontdekken hoe groot en bijzonder Ulpia Noviomagus was, moet afreizen naar Xanten. Op de plek van de Romeinse stad ligt een groot archeologisch park. Hier zijn enkele belangrijke gebouwen opnieuw opgebouwd, zoals de arena, de stadsmuur met -poorten en de haventempel. Ook is er een museum op de plek van het badhuis. |
Wie Romeins Nijmegen wil ontdekken moet op reis naar Xanten, schreef omroep Gelderland op haar website (okt.2020). Nijmegen is niet alleen de oudste stad van Nederland, maar was ook de grootste Romeinse stad die ooit op Nederlands grondgebied te vinden was.
Ulpia Noviomagus lag op de plek waar nu de Nijmeegse wijk het Waterkwartier ligt. Op de plek van de voormalige Honigfabriek lag het hart van de Romeinse stad met tempels, een forum en een badhuis. Toch zijn er in het Waterkwartier nauwelijks verwijzingen naar het glorieuze, Romeinse verleden van Nijmegen. Wie Ulpia Noviomagus wil ontdekken, moet afreizen naar het Duitse Xanten, aldus Paul van der Heijden. Lees het verhaal van Van der Heijden in de kolom hiernaast.
De omvang, duur en betekenis van Romeins Nijmegen is aardig overdreven. Nauwelijks verwijzingen? Er zijn beslist geen verwijzingen naar een glorieuze stad. je moet niet voor niets naar Xanten, immers in Nijmegen is daarvan niets te zien. Romeins Nijmegen heeft slechts bestaan tussen 71 en 170 n.Chr., met (mogelijk? wat ter discusie staat) een zeer korte opleving in de 4e eeuw. Zie bij Gesticht in 19 v.Chr.? Lees meer..., Stadsrechten van Traianus?Lees meer..., De naam Ulpia Noviomagus? Lees meer..., De Opstand der Bataven?Lees meer..., Het gat van Nijmegen?Lees meer.... De visie van Albert Delahaye. Laat er geen misverstand over bestaan: Romeins Nijmegen wordt door Albert Delahaye allerminst ontkend. Wel het naamkaartje 'Noviomagus' dat men er op geplakt heeft. De naam van Romeins Nijmegen is volkomen onbekend. Geen enkele archeologische vondst of kroniek bevestigt dat Romeins Nijmegen ooit Noviomagus geheten zou hebben, ook de Peutingerkaart niet. Toen de Peutingerkaart werd 'ontdekt' droeg Nijmegen al de naam Noviomagus naar aanleiding van het Karolingisch Noviomagus. Nu gebleken is dat Karel de Grote nooit in Nijmegen geresideerd heeft, verviel ook de naam Noviomagus voor Romeins Nijmegen. Karolingisch Noviomagus was immers net als Romeins Noviomagus de Franse stad Noyon. Nijmegen heeft vóór de 13e eeuw nooit de naam Noviomagus gedragen. Deze aanname is een nooit bewezen veronderstelling. De eerste keer dat Nijmegen Noviomagus werd genoemd was in 1282. Het betrof een latinisatie zoals die toen gebruikelijk was, ook bij eigennamen. Nu aangetoond is dat de Peutingerkaart een falsum is (zie daar), vervalt het enige argument waarop de toepassing van de naam Noviomagus voor Romeins Nijmegen was gebaseerd.Romeins Noviomagus en Karolingisch Noviomagus was één en dezelfde plaats. Daar zijn alle historici het altijd over eens geweest en daar is ook geen discussie over.Nu Albert Delahaye heeft aangetoond dat het Karolingische Noviomagus NIET Nijmegen was, dan was Nijmegen dus evenmin het Romeinse Noviomagus! ![]() Het op de kaart hierboven (detail van de Peutingerkaart) afgebeelde Noviomagi zou Nijmegen zijn. Het opschrift FRANCIA op dit deel van de kaart spreekt deze visie al radikaal tegen. Tevens zou Nijmegen dan aan de verkeerde kant van de Waal liggen, immers de afgebeelde rivier onder Nijmegen is de Patabus (volgens de Nederlandse traditie zou dit de Waal zijn). Aan de overkant van die Patabus ligt onmiskenbaar Noord Frankrijk met o.a. de plaats Baca conervio (Bavay). ![]() Gentse professor in de Romeinse archeologie bewijst het gelijk van Albert Delahaye. Prof. Hugo Thoen: "Ik zoek al vijftig jaar naar bewijzen van Caesars aanwezigheid in België, maar heb nooit iets gevonden." Alles in de Romeinse geschiedenis van Nederland en België wat van de foutieve veronderstelling is afgeleid dat Caesar tot in onze streken is geweest, zal herschreven moeten worden. Romeins Nijmegen heeft, volgens de traditie, bestaan tussen 12v. en 406 n.Chr. Maar is dat ook zo?![]() ![]() In Nijmegen is in de loop der jaren veel Romeins gevonden, meer dan in andere plaatsen langs de noordelijke grens van het Romeinse rijk. Toch moeten we concluderen dat de vondsten te summier waren om er met zekerheid een geschiedenis uit af te kunnen leiden. Men heeft de gegevens aangevuld met die van schriftelijke bronnen en de kennis van de Romeinse geschiedenis in het algemeen. En juist bij het toepassen van die schriftelijke Romeinse en Middeleeuwse bronnen op Nederland en Nijmegen zijn een aantal fundamentele fouten gemaakt en zijn verschillende misvattingen ontstaan. |