Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Hiernaast vindt U een overzicht van publicaties die alle betrekking hebben op de vraagstukken in de historische geografie van Nederland in het eerste millennium. Een aantal daarvan zijn eerder gepubliceerd, o.a. in SEMafoor. Deze en andere artikelen zijn hier te lezen in adobe-pdf formaat. Daarnaast zijn enkele hoofdstukken op deze website de resultaten van eigen onderzoek. De bevindingen sluten naadloos aan bij de opvattingen van Albert Delahaye. De bedoelde hoofdstukken zijn: *De Hamvraag *Immigratieland *Archeologie *Archeologische missers *Dendrochronologie *C-14 methode *Vrede van Utrecht *Ewa ad Amorem *Museum Het Valkhof *Deventer *Zutphen *Zelhem *Hamaland *Wijnaldum e.a. *Haithabu en Birka *In de maling? *Dateringen in Wijk bij Duurstede *'Vlaanderen in het eerste millennium' *De Lek *Gelderse IJssel *De Eem *De 4 bossen *De oorkonde uit 1028 en 1050 *Amersfoort en vele andere plaatsen in Nederland Vaak wordt er door archeologen en historici niet eens gereageerd op aanmerkingen op hun publicaties. Men wenst geen 'eindeloze' en 'heilloze' discussies oppert men. Natuurlijk niet, want men heeft geen antwoorden dan slechts de ontkenning. Uiteindelijk zal men het eigen ongelijk moeten erkennen en dat is voor de gemiddelde wetenschapper toch te pijnlijk. Maar ook hier zal de tijd het leren. Archeoloog Holwerda stond in zijn tijd ook te boek als de grote deskundige. Momenteel is er niemand meer die zijn werk nog serieus neemt, zelfs in Nijmegen niet. Daar is zijn "Oppidum Batavorum" ook nooit gevonden. Zijn opvattingen over Saksisch aardewerk worden nu ook afgedaan als fabels. Zo zal het ook andere historici en archeologen vergaan die hun opvatting baseren op aannamen en veronderstellingen. Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. Geschiedenis heeft immers alle tijd. ![]() Een voorbeeld van een onzinnige naamsverklaring is Antwerpen. Het zou afgeleid zijn van HAND-werpen waarbij de held Brabo de reus Antigoon zou hebben verslagen, zijn hand afgehakt en wegggeworpen zou hebben. Deze onvoorstelbare stupiditeit wordt in Antwerpen ook nog met een groots beeld herdacht. Het is de 'Mannekepis' van Antwerpen. |
Het omvangrijkste onderzoek van Guido Delahaye is de geschiedenis van het katholiek lager onderwijs in Amersfoort. In 2014 bestond het 200 jaar wat heeft geleid tot een omvangrijk boek. Dat boek is te bestellen via deze website. Klik hier voor meer informatie en bestellen van dit boek. De oudste geschiedenis van Amersfoort kan als voorbeeld dienen voor veel andere plaatsen in Nederland. In het Historisch Jaarboek voor Amersfoort en Omstreken van 2014 staat een artikel van Ton Reichelt over de Malenhoeven. Daarin wordt gesteld dat de oudste ontginningen van Hoogland zijn terug te voeren tot vóór de 11e eeuw. De tienden in dit gebied zijn door bisschop Adelbold aan de abdij van Sint Paulus te Utrecht geschonken aan het begin van de 11e eeuw. De grond waarop deze tienden rustten was al in het bezit van de abdij, een van de grootste grondbezitters in Eemland. Het betekende dat de abdij niet meer het tiende deel van de oogst aan de bisschop van Utrecht hoefde af te dragen. Mijn opmerkingen op dit artikel over de oudste Malenhoeven in Hoogland bracht de volgende reactie teweeg. Op de vergaderingen van 13 januari en gisteren is je brief besproken. De eerste keer hebben Francien Snieder en ik huiswerk gekregen om ons nog eens te verdiepen in deze zaken. Vandaar dit late antwoord. Het artikel van Ton Reichgelt noemt de malen maar terloops; daar gaat het niet om in zijn verhaal. Je uitvoerige emailwisseling met Francien en André Clazing is al in 2011 afgesloten. De archeologen attenderen wel dat het met de reliëfbandamfoor net even anders zit, maar hebben geen behoefte het debat te heropenen. Ik heb zelf nog eens nagedacht over de malenhoeven. Daarover zijn nog nieuwe teksten verschenen in de jaarboeken en in Bruit van d'Eem. En je hebt je eigen visie nog eens neergelegd in je mooie dikke boek. Eigenlijk is dat wel voldoende zo. De redactie is het met ons eens we geen debat moeten heropenen, temeer daar dit een zijpad van het artikel van Ton betreft. We hopen op je begrip voor ons standpunt. Hartelijke groet en tot ziens, drs. Gerard Raven. We kunnen uit deze reactie slechts concluderen dat 'men' geen weerwoord heeft ten aanzien van mijn artikel. Het kan eigenwijsheid lijken, maar noem het maar vasthoudendheid. De 'genoemde emailwisseling in 2011' is dan wel door Francien en André afgesloten, maar niet omdat zij mij de gevraagde antwoorden hebben gegeven. Ook deze keer kan men niet uitleggen hoe 'het dan net even anders zit'. Men durft gewoon de discussie niet aan, omdat men weet dat men ongelijk heeft. Ze stonden met hun mond vol tanden. 'Men' is de historische wereld, i.c. beide Amersfoortse archeologen. Dit artikel en de reactie erop van de gevestigde wetenschappers mag als schoolvoorbeeld dienen van de 'gewone' gang van zaken in historisch Nederland. Men beweert veel, maar bewijst niets. Op grond van aannamen en veronderstellingen worden uitspraken gedaan die voor historische waarheid door moeten gaan. Het zijn fabels! En als je daarover simpele vragen stelt, krijg je of geen antwoord of een nietszeggende en verhullende ontkenning. Op eerdere vragen over datering van aardewerk aan bovengenoemde archeologen (Francien Snieder en André Clazing) kreeg ik slechts ontwijkende antwoorden. Er werd slechts verwezen naar enkele (buitenlandse) publicaties, waarin die antwoorden ook niet staan. Ik heb ze er op nageslagen. zoals in het Engelse standaardwerk "Archaeology" van Colin Renfrew en Paul Bahn. Er wordt geschermd met de C-14 methode en de dendrochronologie. Als je dan wijst op de onbetrouwbaarheid van beide methoden, volgt er slechts een ontkenning. Hoezo dan? Zijn deze dan wel betrouwbaar? En op het jaar betrouwbaar? Waar kan ik dat lezen? Ook daar blijft men het antwoord schuldig. Men weet dus zelf niet waarop men eigen opvattingen baseert. De enige conclusie moet dan ook zijn: de voor deskundig doorgaande archeologen en historici staan maar wat te zwetsen. Ze weten het zelf ook niet. Ze concluderen dateringen nog steeds op de geschreven geschiedenis, ook al hebben ze daarvan ook nooit aangetoong dat het over Nederland gaat. Zie het Bronnenboek van Nijmegen. Ook in andere artikelen wijs ik steeds op de onvolkomenheden van de Nederlandse historische tradities. Deze zijn vaak ontstaan door terloopse opmerkingen van plaatselijke amateurs en niet gebaseerd op enig inzicht in documenten en kennis van gerelateerd historische loggica of samenhang met andere gegevens. Zo kun je St.Willibrord wel laten prediken in Frieslaand, maar als andere disciplines aantonen dat er zo goed als niemand woonde en het land vanwege drassigheid en wateroverlast ontoegankelijk was, is prediking dus een farce. Een andere voorbeeld is de historische ontwikkeling die aan een dorp als Renswoude wordt toegeschreven. Deze kan gekwalificeerd worden als pure fabelogie. In het AD/AC van 15 dec. j.l. wordt beweerd dat Renswoude al in 855 in een akte genoemd zou zijn. Echter deze akte gaat niet over Nederland, maar over Frans-Vlaanderen wat wel blijkt dat de meeste plaatsen in deze akte (zie de akte) genoemd in Nederland volkomen onbekend zijn. Het in deze akte genoemde dorp "Rentilo in Felua" was niet Renswoude maar Renty, op 2 km zuid-west van Fauquembergues. Renswoude ligt niet in Felua dat in Nederland werd opgevat als de Veluwe. Het klassieke Felua was het gebied van het Flevum, later het Flé genoemd, de naamgever van Flelandria ofwel Vlaanderen. De bekende toponymist prof.dr. D.P. Blok schrijft er in zijn lexicon het volgende over: Rentilo (855) ligging onbekend, in de omgeving van Putten (Gelderland). Hoewel Blok is vastgeroest in de traditionele opvattingen, maakt hij er dus geen Renswoude van, dat immers helemaal niet in de buurt van Putten ligt. En zo hangt de hele geschiedenis van Nederland met mythen aan elkaar, te beginnen met de aanwezigheid van Karel de Grote in Nijmegen, waar die man nooit geweest is. Er zijn vele voorbeelden te geven van plaatsen die op valse gronden een geschiedenis hebben gekregen, zoals Wichmond en andere plaatsen (zie de kolom hiernaast). Het wordt toch tijd voor een grote schoonmaak in de historische geografie. Overzicht van in SEMafoor gepubliceerde artikelen.
|